Bron: Tom Sauer  
dewereldmorgen 5 maart 2025 ~~~

In heel Europa en dus ook in ons land lijken de emoties het opnieuw te halen op een nuchtere analyse. In München werden er zelfs traantjes gelaten. Sinds de Trump-administratie aankondigde dat ze zou uitvoeren wat ze beloofd had, met name praten met de Russen om dan vredesonderhandelingen op te starten, lijken de Europeanen het kompas kwijt. Het enige waarover men het lijkt eens te zijn is de defensiebudgetten substantieel op te trekken. Er is het veiligheidsargument (“Poetin kan ook ons aanvallen, en wij hebben onze defensie verwaarloosd”) en er is de factor macht (“zonder militaire macht wordt je niet serieus genomen”).

Het idee dat Poetin ons gaat aanvallen, is te gek voor woorden. Rusland heeft noch de intentie noch de capaciteiten. Ruslands intenties zijn niet expansionistisch in de zin van grondgebied willen afnemen, maar wel reactief van aard. Rusland had heel duidelijk laten verstaan dat Oekraïne tot de Russische invloedssfeer behoort en daar valt vanuit realistisch perspectief weinig tegen in te brengen. Rusland heeft pas gereageerd nadat de EU in 2013 trachtte om Oekraïne in de westerse invloedssfeer te brengen en nadat het in 2021 schrik kreeg dat het door de toegenomen banden tussen de NAVO en Oekraïne het oosten van dat land zou kwijtspelen, en dat Oekraïne daardoor lid zou kunnen worden van de NAVO, wat al eerder beloofd was.

In 2022 wilde Poetin in Kiev een marionettenregering aan de macht brengen, wat mislukte. Plan B was via het oosten oprukken. Toen Oekraïne erin slaagde om grondgebied terug te winnen, heeft Poetin de resterende bezette gebieden geannexeerd. Deze oorlog gaat dus om Oekraïne. Rusland heeft nooit de intentie gehad om NAVO- of EU-landen aan te vallen.

Gedeelde veiligheid

Bovendien is de kans reëel dat de oorlog in Oekraïne binnenkort is afgelopen. Een vredesakkoord zal ook een begin van hervorming van de Europese veiligheidsorde omvatten, waarbij het de bedoeling moet zijn om Rusland (en Oekraïne) zo snel mogelijk te integreren. Niet binnen de EU, maar binnen een hervormde NAVO of geüpgradede Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) in de vorm van een collectieve veiligheidsorganisatie in plaats van een collectieve defensieorganisatie. In het geval van het eerste worden er afspraken gemaakt over oorlog en vrede tussen de lidstaten; in het tweede gaat het om een alliantie tegen een externe vijand.

Veiligheid is per definitie gedeelde veiligheid. Zolang Rusland zich onveilig voelt, zal dat negatieve gevolgen hebben voor onze veiligheid. Omgekeerd, de angst die momenteel bestaat dat Rusland na een akkoord zich zal herbewapenen, is mits zo’n akkoord ongegrond. Diplomatie is dus op zijn minst even belangrijk als defensie.

De gestage maar trage opmars van de Russen sinds de winter van 2022-2023 zegt veel over hun beperkte militaire capaciteiten. Als Rusland in drie jaar nog niet halverwege Kiev raakt, is het absurd om te geloven dat het met zijn tanks in Brussel zal staan. En tegen hybride oorlogvoering werken F-35’s en luchtafweersystemen niet.

Voorts is het niet zo dat we de afgelopen jaren onze defensie verwaarloosd hebben. De vorige twee regeringen hebben elk voor 10 miljard euro extra defensie-investeringen doorgevoerd. Als we met 8 miljard per jaar maar drie dagen oorlog kunnen voeren en dan met stenen moeten gooien, dan denk ik dat onze generaals de prioriteiten niet op een rijtje hebben. Defensie dient in de eerste plaats om ons grondgebied te verdedigen, en daar heb je munitie voor nodig.

De Europese NAVO-lidstaten geven nu reeds jaarlijks 460 miljard euro uit aan defensie (en dat stijgt nog). Dat bedrag is vier keer zoveel als Rusland. Zelfs als we rekening houden met de koopkrachtpariteit geven we meer, niet minder uit dan Rusland. En als we de VS erbij rekenen, dan komen we uit op meer dan 1.329 miljard, tien keer zoveel als Rusland.

Zelfs los van de VS beschikken de Europeanen vandaag over meer straaljagers, helikopters, transportvliegtuigen, tankvliegtuigen, schepen, onderzeeërs, tanks, gepantserde voertuigen, artillerie alsook militair personeel dan Rusland. Rusland heeft enkel meer (onbruikbare en voor veel landen illegale) kernwapens en bijhorende bommenwerpers, en militaire satellieten. Er is dus geen behoefte aan meer F-35’s, tenzij we blijven denken in termen van nationale defensie en dito industrie.

Dat laatste is nu net het grote probleem: we hebben 27 kleine bonsailegertjes die totaal inefficiënt georganiseerd zijn. Misschien moeten we Musk met zijn DOGE eens uitnodigen?

Pooling en sharing

Wat dringend nodig is, is niet zozeer veel meer geld, maar pooling en sharing, dus samenwerking en taakspecialisatie tussen de lidstaten. Net allemaal zaken die onze generaals niet graag lusten en al jarenlang tegenhouden. In crisissituaties zoals vandaag valt men terug op de gemakkelijkheidsoplossing: nog meer geld om het opnieuw te verspillen.

Dat de belastingbetaler dit allemaal lijkt te slikken, is slechts te danken aan het feit dat de mainstreammedia gedurende drie jaar een vrijgeleide hebben gegeven aan experts en journalisten die het oorlogsnarratief hanteerden en die nu allemaal moeten vaststellen dat ze het een voor een bij het verkeerde eind hadden: de economische sancties hebben niet of te weinig gewerkt, Rusland is niet zonder wapentuig komen te vallen, Oekraïne zal niet winnen, Oekraïne zal geen lid worden van de NAVO en Oekraïne zal hoogstwaarschijnlijk de facto grondgebied verliezen.

De weinige analisten die het vredesnarratief hanteerden kregen wel gelijk. Zij stellen nu: laten we onze energie steken in het onderhandelen en uitvoeren van zo’n vredesakkoord. De vrijgekomen middelen kunnen dan worden besteed aan de heropbouw van Oekraïne en onze eigen dagdagelijkse economische en sociale besognes. Of is de combinatie van economische macht en vrede te saai?

Topfoto: Russisch president Vladimir Poetin in Moskou. ‘Zijn intenties zijn niet expansionistisch in de zin van grondgebied willen afnemen.’Beeld Wouter Van Vooren, NANA HEITMANN/ NYT

Tom Sauer is professor internationale politiek aan de Universiteit Antwerpen en auteur van De strijd voor vrede. Hij stelt dat diplomatie even belangrijk is als defensie.


Gerelateerd (eerdere berichten in dit archief):