Bron: Al Mayadeen English 1 februari 2024 ~~~~

Het Russische ministerie van Buitenlandse Zaken heeft bekendgemaakt dat het Internationaal Gerechtshof de eis van Oekraïne om Rusland aan te wijzen als “agressorstaat” heeft afgewezen.

Het Russische ministerie van Buitenlandse Zaken meldde woensdag dat het Internationaal Gerechtshof (ICJ) de eis van Kiev heeft afgewezen om Rusland als “agressorstaat” en de Volksrepubliek Donetsk (DPR) en de Volksrepubliek Luhansk (LPR) als “terroristische organisaties” te erkennen.

Eerder op de dag verwierp het Internationaal Gerechtshof de meeste claims van Oekraïne tegen Rusland op grond van het Internationaal Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van rassendiscriminatie op de Krim, meldde Hofpresident Joan Donoghue.

“Het Internationaal Gerechtshof volgde de grillen van Kiev niet en weigerde Rusland te erkennen als ‘agressorstaat’. Het hof verwierp ook de Oekraïense insinuaties dat de DPR en LPR ’terroristische organisaties’ zouden zijn,” aldus de verklaring.

De verklaring van het ministerie voegde eraan toe dat Kiev de eis van de rechtbank wilde gebruiken om zijn eisen voor de overdracht van in het Westen bevroren Russische tegoeden en de oplegging van internationale beperkingen aan Rusland te ondersteunen.

Oekraïne diende de rechtszaak in 2017 in bij het ICJ en beschuldigde Rusland van het schenden van internationale verdragen tegen terrorisme en rassendiscriminatie door acties in de Donbass en de Krim.

Wat concludeerde het hof?

Het ICJ bepaalde dat “Rusland het antidiscriminatieverdrag heeft geschonden” door de implementatie van het onderwijssysteem op de Krim na 2014, specifiek met betrekking tot onderwijs in de Oekraïense taal. Het hof verwierp alle andere aantijgingen.

Met betrekking tot het Internationaal Verdrag ter bestrijding van de financiering van terrorisme, concludeerde de rechtbank dat Rusland verzuimde om maatregelen te treffen voor het onderzoeken van feiten met betrekking tot personen die betrokken zouden zijn geweest bij een misdrijf. De rechtbank verwierp alle andere beweringen van Oekraïne in het kader van dit verdrag.

De rechtbank in Den Haag stelde ook vast dat Rusland zijn verantwoordelijkheden om mee te werken aan de strijd tegen de financiering van terrorisme zorgvuldig was nagekomen. Dit omvatte het nakomen van verplichtingen om fondsen die gebruikt worden voor het financieren van terrorisme te identificeren en te blokkeren.

Bovendien koos het ICJ ervoor om geen oordeel te vellen over de beschuldigingen van Kiev dat Rusland verantwoordelijk is voor het neerhalen van vlucht MH17 van Malaysia Airlines boven Oost-Oekraïne in 2014.

Zie hier de volledige tekst van de uitspraak.