Bron:  Katu Arkonada,  
Tierra Adentro 9 december 2022  (SP)
resumen  9 december 2022 (EN) ~~~

Toen Pedro Castillo de presidentsverkiezingen won van Keiko Fujimori -in de tweede ronde en met een zeer kleine marge van 50,125% tegen 49,875%, een verschil van iets meer dan 40 duizend stemmen in een land met 33 miljoen inwoners-, had hij twee mogelijkheden.

De eerste was om de bevolking van de regio’s die van oudsher door de politieke, economische en media-elites worden vergeten de straat op te krijgen, in tegenstelling tot de midden- en hogere klasse van de hoofdstad Lima, die met 35% van de kieslijsten traditioneel de president van Peru bepaalt. Een volk dat een nieuwe grondwet eiste ter vervanging van de door Fujimori in 1993 afgekondigde grondwet, ging de straat op. Om een grondwetgevende vergadering bijeen te roepen die, geconfronteerd met de macht van een eenkamerparlement dat als tegenwicht voor de presidentiële macht is ontworpen, een macht zou creëren die het noodzakelijke evenwicht zou kunnen genereren.

De andere weg, het andere alternatief, was proberen te regeren. En Pedro Castillo, in wat -nu gemakkelijk te zeggen- zijn eerste grote fout was, koos voor regeren.

Het probleem is dat hij moest regeren binnen het gerecht ( een pervers institutioneel systeem dat volledig gericht en ontworpen is ten nadele van de belangen van het volk), met de regels (Fujimori’s grondwet), en met de scheidsrechter tegen hem (een parlement met een Fujimori meerderheid en een linkse minderheid).

Zodra Pedro Castillo besloot te proberen te regeren, werd een afzettingsproces in gang gezet, aangedreven door Fujimorisme met de dekking van de media-oligopolies. En uiteraard kon hij nooit regeren met een ultrafragmentarisch Congres waaraan hij zelfs toestemming moest vragen om ministers te benoemen.

Maar het Fujimorisme beschikte over een even pervers als krachtig wapen, artikel 113 van de grondwet, dat onder de verschillende gronden voor beëindiging van het presidentschap (sommige zijn logisch, zoals overlijden of aftreden) de “permanente morele of lichamelijke ongeschiktheid, verklaard door het Congres” noemt.

De eerste motie van ontslag wegens blijvende morele ongeschiktheid kwam in november, slechts vier maanden na zijn ambtsperiode, gevolgd door een tweede in maart 2022, en de derde en laatste in december van dit jaar. Om de krachtige argumenten van de parlementaire oppositie tegen Pedro Castillo te illustreren, volstaat het de 20 punten van de tweede motie van vacature te lezen, waarin Castillo niet alleen wordt beschuldigd van systematisch liegen, maar ook wordt gesteld dat “hij niet heeft nagedacht, laat staan zijn gedrag heeft gecorrigeerd; integendeel, hij heeft aangedrongen op het verdedigen van zijn daden”. Meer woorden zijn er niet, edelachtbare.

Maar als we elke definitie in de politieke wetenschap van staatsgreep (vertaling uit het Frans coup d’État) nemen, wat normaal wordt begrepen als een (vaak gewelddadige) usurpatie van de regering van een land, en die we duidelijk kunnen visualiseren in wat er in 2019 gebeurde in het buurland, zuster Bolivia, zouden we kunnen bevestigen dat de enige coupplegers degenen waren die probeerden de uitvoerende macht te usurperen van de wetgevende macht door middel van moties van vacature als gevolg van permanente morele onbekwaamheid.

Het is niet de bedoeling van deze korte analyse om te wijzen op de fouten van Pedro Castillo: of hij de post-pandemie en de vaccinatie al dan niet goed heeft beheerd, of hij harder of onbuigzamer had moeten optreden, zowel tegenover de salonsocialisten als tegenover zijn (voormalige) bondgenoten van Perú Libre, of Aníbal Torres meer of minder macht had dan hij als president van de ministerraad zou moeten hebben, nog minder of Pedro Castillo er verkeerd aan deed zich te isoleren of de OAS op te zoeken als reddings/legitimatie maatregel. Ook niet of er genoeg stemmen zouden zijn voor de motie van afzetting en of zijn optreden in de laatste uren van zijn termijn onhandig was, om niet te zeggen suïcidaal.

Niets van het bovenstaande rechtvaardigt de parlementaire staatsgreep door het Fujimorisme en zijn politieke, economische en mediabondgenoten, het medeplichtige stilzwijgen van de internationale gemeenschap, en de eenzaamheid waarin het werd achtergelaten door een groot deel van links dat revoluties blijft zoeken in hun klassieke 20e eeuwse formaat, en het volk en de vormen van vertegenwoordiging, vol tegenstrijdigheden, die het vindt om de macht te betwisten, niet begrijpt (om niet te zeggen veracht).

Nu is het de beurt aan Dina Boluarte, de zesde president in zes jaar tijd van een land dat ooit werd geregeerd door maarschalk Santa Cruz. Voor haar herhaalt zich voor de tweede keer het dilemma (en als de eerste in een tragedie eindigde met de gevangenneming van Pedro Castillo, laten we hopen dat deze tweede niet in een klucht eindigt): of ze probeert te regeren en het mandaat uit te zitten tot in 2026, waarvoor ze ongetwijfeld een pact zal moeten sluiten met de coupplegers, die een groot deel van haar kabinet (en beleid) uitmaken, of ze vervroegt de verkiezingen om de grondwetgevende vergadering opnieuw aan de horizon te plaatsen.

Intussen wordt het tijd om de vraag die Vargas Llosa in Gesprek in de Kathedraal stelt “wanneer is Peru belazerd” te vervangen door de vraag wie Peru heeft belazerd. Peru werd en wordt nog steeds belazerd door de politieke, economische en mediacoupplegers, met de medeplichtigheid van sommige sectoren van links, die de wil van de sociale meerderheden niet respecteren.

Topfoto: Bericht aan de Natie van de President van de Republiek, Pedro Castillo. 6 oktober 2021. Wikimedia Commons.

Katu Arkonada heeft verschillende postgraduaten in overheidsbeleid, communicatie en geopolitiek en defensie. Hij is voormalig adviseur van het Vice-Ministerie van Strategische Planning van de Staat, de Juridische Eenheid gespecialiseerd in Constitutionele Ontwikkeling, het Ministerie van Buitenlandse Zaken en het Presidentschap van de Plurinationale Staat Bolivia. Hij heeft de publicaties “Transiciones hacia el Vivir bien”, “Un Estado muchos pueblos, la construcción de la plurinacionalidad en Bolivia y Ecuador”, “Más allá de los monstruos” gecoördineerd en is de auteur van het boek, gepubliceerd in Mexico, Cuba, Venezuela, Argentinië, Chili en Brazilië “Desde abajo, desde arriba. De la resistencia a los gobiernos populares: escenarios y horizontes del cambio de época en América Latina”. Hij is lid van het uitvoerend secretariaat van het netwerk van intellectuelen ter verdediging van de mensheid.