Bron:  William Camacaro en Frederick Mills 
coha.org, Washington DC, 29 Juli 2021 ~~~

“De realiteit is dat we niet alleen een nieuw systeem van mensenrechten nodig hebben, maar ook een nieuw Inter-Amerikaans systeem. We moeten begrijpen dat de Amerika’s ten noorden en ten zuiden van de Río Grande verschillend zijn, en we moeten als blokken spreken.”

Rafael Correa, 12 april 2015.

Samenvatting

Het concept van Pan-Amerikanisme (inter-amerikaanse samenwerking) is sinds het begin van de negentiende eeuw betwiste gebied tussen enerzijds het Bolivariaanse project om de pas onafhankelijke staten van Latijns-Amerika te verenigen tegen buitenlandse inmenging, en anderzijds het Monroeïsme, dat ernaar streefde de Amerika’s te bestendigen als een protectoraat van de VS [1] . Het idee dat de VS de historische missie hebben om een proces van Pan-Amerikaanse eenheid tegen elke Europese inval te leiden, bevat de tegenstrijdigheid dat een nieuw proces van kolonisatie wordt geïntroduceerd, met al zijn meervoudige hiërarchieën van overheersing (ras, klasse, geslacht, cultuur), maar deze keer door Washington, in naam van regionale autonomie en wederzijdse bijstand. Vandaag de dag zien we een groeiende afkeer van de Monroeïstische visie op het Pan-Amerikanisme, zoals blijkt uit de afnemende legitimiteit van de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) als een onpartijdige vereniging van de landen van het halfrond. Deze verslechtering is juist te wijten aan het niet aflatende verzet van Washington tegen de onafhankelijkheid en integratie van Latijns-Amerika en aan het feit dat Washington er niet in slaagt een beleid te voeren dat gebaseerd is op de erkenning van de soevereine gelijkheid van de naties.

Biden volgt het pad van Trump

De regering van Joe Biden heeft, door snel rechts van Donald Trump te bewegen op het gebied van het hemisferisch beleid, haar hand overspeeld en verontwaardiging en verhoogde Bolivariaanse sentimenten in het hele halfrond opgeroepen. Het ministerie van Buitenlandse Zaken heeft niet alleen geweigerd om Barack Obama’s beleid van normalisering van de betrekkingen met Cuba te hervatten, het heeft ook een nieuw offensief gelanceerd tegen de eilandnatie tijdens de COVID-19 pandemie en in de nasleep van een nieuwe overweldigende stemming in de Verenigde Naties (VN) ten gunste van de beëindiging van het 62-jarige embargo. Terwijl de VS de druk op Cuba opvoert in tijden van nood, sturen Mexico,[2] Nicaragua,[3] Bolivia,[4] en Rusland[5] dringend noodzakelijke voedsel- en medische voorraden naar het belegerde land.

Steun deze progressieve stem en maak er deel van uit.
Doneer vandaag aan COHA. Klik hier

De politieke gevolgen zijn nog maar net begonnen. Hoewel er al eerder aanwijzingen waren dat de dagen van de OAS geteld waren, met groeiende kritiek op secretaris-generaal Luis Almagro’s extreme partijdigheid ten gunste van rechtse regeringen en tegen progressieve, was het president Biden’s goedkeuring van Trump’s harde lijn ten opzichte van Venezuela, Cuba en Nicaragua, die alle hoop de grond in boorde dat de OAS zou kunnen optreden als een onpartijdige regionale organisatie.

De teloorgang van Monroeïstisch Pan-Amerikanisme

De kloof tussen het Monroeïstisch Pan-Amerikanisme en de Bolivariaanse zaak kan niet worden gedicht omdat de VS en haar Canadese en Europese bondgenoten hebben geprobeerd het Latijns-Amerikaanse politieke, economische en culturele landschap te domineren. Tijdens zijn toespraak tot de 21e top van ministers van Buitenlandse Zaken van de Gemeenschap van Latijns-Amerikaanse en Caribische Staten (CELAC) op 24 juli hield de Mexicaanse president Andrés Manuel López Obrador (AMLO) een historische toespraak, waarin hij welsprekend suggereerde dat het tijd was om de OAS te vervangen door een werkelijk autonome regionale organisatie die vrij is van “lakeien” en de belangen van de Amerika’s bevordert op basis van samenwerking, vreedzame oplossing van conflicten en soevereine gelijkheid. Wat de gebeurtenis nog gedenkwaardiger maakte, was dat de Top plaatsvond ter gelegenheid van de 238e verjaardag van Simon Bolívar.

“Gedurende bijna de hele 19e eeuw hebben we te lijden gehad van talloze invasies, annexaties… Mexico verloor de helft van zijn grondgebied in 1848,” merkte AMLO op. “Sinds die tijd hebben de VS niet opgehouden met het uitvoeren van openlijke of geheime operaties tegen de onafhankelijke landen ten zuiden van de Río Grande. AMLO veroordeelde ook duidelijk de blokkade van Cuba en verklaarde: “62 jaar weerstand bieden zonder onderwerping is een hele prestatie… Naar mijn mening verdient het Cubaanse volk een Dignity Award voor hun strijd ter verdediging van de soevereiniteit van hun land.” President López Obrador riep ook op tot wat neerkomt op een einde aan de Monroeïstische versie van het Pan-Amerikanisme:

“Het beleid van de laatste twee eeuwen, gekenmerkt door invasies om heersers te installeren en te verwijderen naar de grillen van een supermacht, is onaanvaardbaar. Laten we afscheid nemen van opleggingen, inmenging, sancties, uitsluitingen, blokkades.”[6] De volgende dag sloot president Luis Arce van Bolivia, wiens land nog maar twee jaar geleden het slachtoffer werd van een door de OAS georkestreerde staatsgreep,[7] zich aan bij AMLO’s suggestie. [8] Op 28 juli werd een speciale bijeenkomst van de OAS om de “situatie” in Cuba te bespreken naar verluidt geannuleerd nadat voldoende lidstaten zich hadden verzet om een dergelijke bijeenkomst onhaalbaar te maken.[9] En op 29 juli verklaarde de Argentijnse president Alberto Fernández dat de OAS “niet langer een organisme is dat werkt voor en ten dienste staat van Latijns-Amerika”, waardoor het noodzakelijk werd “een nieuw orgaan te creëren dat een betere uitdrukking is” van de regio.

21e Top van ministers van Buitenlandse Zaken van de Gemeenschap van Latijns-Amerikaanse en Caribische Staten (CELAC), 24 juli 2021. Herdenking van de 238e geboortedag van de bevrijder Simón Bolívar (Credit photo: regering van Mexico)

Historische overdenking

Het Handvest van de OAS werd op 30 april 1948 ondertekend door afgevaardigden op de Negende Internationale Conferentie van Amerikaanse Staten in Bogotá, Colombia. De conferentie kwam bijeen van 30 maart tot 2 mei, en de gebeurtenissen van die dagen vormden geen gunstig begin voor een organisatie die ogenschijnlijk tot doel had democratie en vrijheid in de regio te bevorderen. Op 9 april 1948 werd Jorge Eliécer Gaitán, een populair links lid van de Liberale Partij met een veelbelovend vooruitzicht om president van Colombia te worden, in Bogotá doodgeschoten, wat een opstand uitlokte die bekend stond als de Bogotazo. De opstand werd door Colombiaanse veiligheidstroepen en scherpschutters met grof geweld neergeslagen, waarbij honderden doden vielen. Gabriel García Márquez beschrijft het tafereel zoals de afgevaardigden van de conferentie zich een weg baanden door de straten in de nasleep van het bloedvergieten:[10]

“Kort voor negen uur ‘s avonds was de regen gezakt en de eerste afgevaardigden baanden zich zo goed en kwaad als het ging een weg door straten bezaaid met puin van de volksopstand en lijken doorzeefd met kogels van sluipschutters die op balkons en daken stonden opgesteld.”

Márquez merkte op dat “elke droom van diepgaande sociale verandering waarvoor Gaitán was gestorven, verdween in het rokende puin van de stad. De doden in de straten van Bogotá die dag, en door de officiële onderdrukking in de daaropvolgende jaren, moeten opgeteld meer dan een miljoen hebben bedragen, naast de ellende en ballingschap van zovelen.”

In een interview met William Camacaro, hield de dochter van Gaitán vol dat dit niet slechts een Bogotazo was, maar een Colombianazo.[11] Vandaag, 73 jaar later, zijn er minstens zeven Amerikaanse militaire bases in Colombia, en blijft het land een van de gevaarlijkste plaatsen voor sociaal activisme en de grootste exporteur van narcotica in het halfrond.

We kunnen hier niet de hele geschiedenis belichten, maar de OAS heeft Washington goed gediend als instrument om de Amerikaanse hegemonie in de regio op te leggen door middel van talrijke door de VS gesteunde militaire staatsgrepen, invasies en steun aan cliënt-regeringen, ongeacht hun staat van dienst op het gebied van de mensenrechten. Ondanks de oorspronkelijke uitdrukkelijke bedoeling van het Monroeïsme om de Europese invasies in Amerika te beperken en samenwerkingsverbanden op te bouwen, verklaarden de VS zich neutraal tijdens de oorlog tussen het VK en Argentinië in 1982 over de politieke controle over de Malvinas. De erkenning door het Verenigd Koninkrijk van Juan Guaidó als president van Venezuela[12] en de samenwerking van de EU met de VS bij het opleggen van economische sancties, toont eens te meer de organische banden aan tussen de VS en haar Europese partners in het project van herkolonisatie van Amerika. Het racisme en de wreedheid van de Europese verovering van Amerindia vanaf 1492 vormen nog steeds de kern van het Amerikaanse Monroeïsme.

De Alternatieve Bolivariaanse Agenda

De belangrijkste uitdaging voor de Amerikaanse visie op Pan-Amerika kwam aan het begin van de 21e eeuw met de Alternatieve Bolivariaanse Agenda (1996), die door Hugo Chávez werd voorgesteld als het programma voor zijn kandidatuur voor het presidentschap in 1998. [13] De agenda omvatte drie pijlers van het Bolivariaanse Chavismo: de noodzaak van regionale onafhankelijkheid om alternatieven voor het neoliberale economische model te ontwikkelen; Latijns-Amerikaanse en Caribische integratie om regionale onafhankelijkheid te garanderen; en de bevordering van een multipolaire wereld, zodat Latijns-Amerika vrijelijk handelsbetrekkingen kan ontwikkelen op basis van ##complementariteit met een gevarieerde reeks landen. Chávez beschouwde regionale integratieverbanden die de Verenigde Staten en Canada uitsloten als een voorwaarde om niet ondergeschikt te worden en een gelijkwaardige positie te verwerven ten opzichte van het Noorden van de wereld.

In de jaren na de verkiezing van Chávez werd grote vooruitgang geboekt bij de oprichting van regionale organisaties zoals ALBA, UNASUR,CELAC, en PETRO-CARIBE. Hoewel deze organisaties de laatste vijf jaar wat tegenslagen hebben gekend met conservatieve verkiezingswinsten, met de recente verkiezingen van Alberto Fernández in Argentinië (2020), Luis Arce in Bolivia (2020), AMLO in Mexico (2018), en Pedro Castillo in Peru (2021), en het aanhoudende verzet van Venezuela tegen de meedogenloze aanvallen van de VS, is er al ##beweging in de richting van het herstel en de uitbreiding van deze organen.

Het was het succes van de Bolivariaanse agenda dat de grootste bedreiging vormde voor het Monroeïstische Pan-Amerikanisme. Niet alleen hebben progressieve regeringen de controle over hun eigen natuurlijke hulpbronnen in handen genomen en doen zij zaken op hun eigen voorwaarden, maar de handelsbetrekkingen met China, Rusland, Iran en andere landen zijn in de hele regio toegenomen. Zoals Cuba niet vergeven kon worden voor zijn vasthouden aan nationale onafhankelijkheid en socialisme, kon Venezuela niet vergeven worden voor het bevorderen van de Bolivariaanse zaak en het in twijfel trekken van de Amerikaanse hegemonie in de regio.

Obama, Trump en Biden: ##op weg naar de ondergang van de OAS

Tijdens een bijeenkomst van de OAS in november 2014 verklaarde minister van Buitenlandse Zaken John Kerry: “Het tijdperk van de Monroe-doctrine is voorbij,”[14] waarvoor hij een aarzelend ongelovig applaus leek te krijgen. Nou, het was niet helemaal voorbij. Onder president Barack Obama koos Washington voor een wortel-en-stok benadering van het Monroeïsme. Eerst werd de strijd aangebonden met de Chinese en Russische invloed in de regio, volgens het traditionele idee (Red: fictie)van de VS als beschermer van het Amerikaanse continent. In Cuba begon het een proces van normalisering van de betrekkingen, in wat een poging lijkt te zijn om het land te beïnvloeden met Amerikaanse bedrijven, NGO’s en platforms voor sociale media. Ondertussen voerde het in Venezuela een openlijk beleid van regimeverandering.

Op 9 maart 2015 vaardigde president Obama een uitvoerend bevel uit “waarin een nationale noodtoestand wordt afgekondigd met betrekking tot de ongewone en buitengewone bedreiging voor de nationale veiligheid en het buitenlands beleid van de Verenigde Staten, die wordt gevormd door de situatie in Venezuela.”[15] Dit bevel leidde tot intensivering van de economische oorlogsvoering, gericht op het ten val brengen van de regering van president Nicolás Maduro. Ondertussen, in juli 2015, herstelde Obama de diplomatieke betrekkingen met Cuba.[16] Voor Cuba zou Obama’s versie van het Monroeïsme een kortstondige zucht van verlichting brengen en de verwachting van de op handen zijnde opheffing van het embargo. Maar voor Venezuela zou het wurgen veel heftiger worden.

Terwijl de regering-Obama een benadering van wortel en stok probeerde, de wortel voor Cuba en de stok voor Venezuela, trok de regering-Trump de handschoenen uit en verklaarde zich uitdrukkelijk voorstander van het Monroeïsme. Bij het rechtvaardigen van de harde lijn van Washington tegen Venezuela, zei Trump’s nationale veiligheidsadviseur John Bolton: “In deze regering zijn we niet bang om de uitdrukking ‘Monroe Doctrine’ te gebruiken,” eraan toevoegend: “Dit is een land op ons halfrond; het is de doelstelling geweest van presidenten die teruggaan tot Ronald Reagan te werken aan een volledig democratisch halfrond.”[17]

Tijdens de Trump-regering werd Obama’s normalisatieproces met Cuba abrupt stopgezet en werden tal van strafmaatregelen aan het embargo toegevoegd.[18] De sancties tegen Venezuela werden geïntensiveerd. In augustus 2018 was er een poging tot moord op president Nicolás Maduro. In januari van 2019 gingen de VS zo ver dat ze een zelfverklaarde president van het land (Juan Guaidó) erkenden; en in mei van 2020 werd een huurlingeninvasie in Venezuela vanuit Colombia tegengehouden door lokale bewoners en militairen. Bij al deze incidenten volgde de OAS de lijn van de VS. De poging om het Monroeïstische Pan-Amerikanisme opnieuw in te voeren, maar nu zonder een goedbedoelend masker, was in volle gang, en de OAS, met Washingtons trouwe dienaar Luis Almagro als secretaris-generaal, zou zichzelf ter beschikking stellen voor regimeveranderingsoperaties tegen Nicaragua, Cuba, Bolivia, en Venezuela.

Met de nieuwe regering-Biden werd verwacht dat Washington de meer soft-power stijl van Obama’s Monroeïsme zou hervatten, maar in plaats daarvan is Biden rechts van Trump gaan staan en voert hij de oproepen tot regimeverandering in Cuba op. Het Witte Huis blijft ook de beruchte corrupte “zelf uitgeroepen” Juan Guaidó erkennen als president van Venezuela, ondanks oproepen tot dialoog door zowel Maduro als de gematigde oppositie in Caracas.[19] Biden zal naar verwachting ook de RENACER-wet steunen die gericht is tegen Nicaragua en voorgesteld door de Senaatscommissie Buitenlandse Betrekkingen van de V.S. op 22 juni, die “bepaalt dat de regering van de Verenigde Staten de sancties tegen belangrijke actoren in het ‘regime’ van Ortega verscherpt en de coördinatie met Canada en de Europese Unie uitbreidt.”[20] Sancties tegen die “belangrijke actoren” zullen Nicaraguanen straffen met een economische oorlogsvoering die daar niet meer is vertoond sinds de contra-oorlog ontberingen die de dood bracht aan duizenden Nicaraguanen. Met betrekking tot de nieuw gekozen president van Peru, de linkse Pedro Castillo, was Minister van Buitenlandse Zaken Blinken er snel bij om Castillo om steun te vragen voor de Amerikaanse beleidsdoelstellingen. In een telefoontje om Castillo te feliciteren, bedankte Blinken hem “voor zijn steun bij het aanpakken van de crisis in Venezuela.” Ook “sprak hij de hoop uit dat Peru een constructieve rol zal blijven spelen bij het aanpakken van de verslechterende situaties in Cuba en Nicaragua,” en herinnerde hij hem aan de Amerikaanse donaties van COVID 19 vaccins aan Peru.[21] Het is echter onwaarschijnlijk dat Castillo in het gareel zal lopen.

Een vereniging van het Zuiden

Tijdens zijn toespraak tot de 21e top van ministers van Buitenlandse Zaken van de Gemeenschap van Latijns-Amerikaanse en Caribische Staten (CELAC) op 24 juli vroeg de Mexicaanse minister van Buitenlandse Zaken Marcelo Ebrard om een minuut stilte voor de dood van de President van Haiti, Jovenel Moïse.[22] Dit moment vestigde de aandacht op de eerste Latijns-Amerikaanse republiek die onafhankelijk werd van het kolonialisme, maar nog steeds worstelt om haar soevereiniteit te consolideren, in weerwil van de interventies van de VN, de OAS en de VS. Het markeert ook het falen van het Monroeïstisch Pan-Amerikanisme om tegemoet te komen aan de aspiraties van Haïti naar democratie en onafhankelijkheid.

Monroeïstisch Pan-Amerikanisme is een ideologisch uitgeput project en kan de onverbiddelijke Bolivariaanse beweging naar regionale onafhankelijkheid en samenwerking niet afschrikken, noch kan het de strijd onderdrukken van inheemse volkeren voor zelfbestuur en tegen blanke suprematie. De hybride oorlogsvoering (propaganda, economische sancties, politieke inmenging met behulp van NGO’s, en andere niet-militaire tactieken) die Washington voert tegen landen die zich niet aan hen schikken, heeft de verontwaardiging gewekt van miljoenen van haar slachtoffers en hun bondgenoten.

Nu het Monroeïsme als ideologie aan het verdwijnen is, bestaat het gevaar dat de VS hun toevlucht zullen nemen tot steeds dwingender maatregelen in een poging hun hegemonie in de regio op te leggen. Een dergelijke oorlogszuchtige benadering van het hemisferisch beleid zou waarschijnlijk op hevig verzet stuiten. Want er is een nieuwe consensus aan het ontstaan in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied; een Bolivariaanse en humanistische consensus; een consensus die erkent dat de zetel van de soevereiniteit uiteindelijk de grondwetgevende macht is; en een consensus die het ##protagonisme respecteert van de verscheidenheid aan inheemse culturen die zich inzetten voor de bevrijding.

Inheemse volken veroveren machtsgebieden

Deze laatste dimensie van het Bolivarianisme van de 21e eeuw heeft een opmerkelijke invloed gehad op de ontwikkeling van nieuwe sociale contracten in de regio. De grondwet van 1999 (Hoofdstuk VIII) van de Bolivariaanse Republiek Venezuela die uitgebreide rechten garandeert aan inheemse volken; de grondwet van 2009 van de Plurinationale Staat Bolivia die inheemse volken het recht garandeert “op autonomie, zelfbestuur, hun cultuur, erkenning van hun instellingen, en de consolidatie van hun territoriale entiteiten” (artikel 2); [23] de keuze van de Mapuche Elisa Loncon (een inheemse vrouw) door de constitutionele vergadering van Chili om leiding te geven aan het orgaan dat een nieuw document opstelt ter vervanging van de grondwet uit het Pinochet-tijdperk; de verkiezing van de inheemse leraar president Pedro Castillo in Peru, die beloofd heeft zich in te zetten voor een grondwetgevende vergadering,[24] zijn slechts enkele voorbeelden van de groeiende erkenning en inzet van inheemse volkeren voor democratisch zelfbestuur. Er is geen weg terug in het proces van dekolonisatie van Latijns-Amerika en het Caribisch gebied (Abya Yala). En een integrerend deel van dit proces is de desintegratie van de OAS ten gunste van een specifiek regionale organisatie.

In een historische toespraak op de Zevende Top van de Amerika’s, Panama City, op 12 april 2015, hield Rafael Correa een pleidooi voor een nieuw inter-Amerikaans systeem:

“De realiteit is dat we niet alleen een nieuw systeem van mensenrechten nodig hebben, maar ook een nieuw inter-Amerikaans systeem. We moeten begrijpen dat de Amerika’s ten noorden en ten zuiden van de Río Grande verschillend zijn, en we moeten als blokken spreken.”

“De Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) is historisch gezien in de greep van de belangen en visies van Noord-Amerika, en hun opeengestapelde vooroordelen en ##atavisme zijn inefficiënt en onbetrouwbaar voor de nieuwe tijden waarin wij in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied leven.”

“De Gemeenschap van Latijns-Amerikaanse en Caribische Staten – CELAC – moet het forum worden voor Latijns-Amerikaanse en Caribische discussies, en de OAS moet het forum worden waarin, als blokken, CELAC en Noord-Amerika hun conflicten bespreken.”[25]

Het lijkt erop dat de tijd voor een dergelijk voorstel is aangebroken, nu de OAS haar democratische legitimiteit verliest en een nieuwe golf van Bolivariaanse sentimenten het continent overspoelt.

William Camacaro en Frederick Mills

Jill Clark-Gollub en Patricio Zamorano
hebben bijgedragen als mederedacteuren

Topfoto: Regering van México. 21e top van ministers van Buitenlandse Zaken van de Gemeenschap van Latijns-Amerikaanse en Caribische Staten (CELAC), 24 juli 2021.


Bronnen: