Bron: Misión Verdad 12 maart 2025 [ESP] 
orinocotribune 13 maart 2025 [ENG]

De recente publicatie in de New York Post, “FBI Stepping Up Operations Against Cartel Linked to Venezuela’s Repressive Maduro Regime”, weerspiegelt een poging om ongegronde beschuldigingen tegen Venezuela nieuw leven in te blazen. Het verhaal dat de Venezolaanse regering in verband brengt met drugssmokkel is een terugkerend instrument van het buitenlands beleid van de VS.

Dit is niets nieuws: in 2005 schortte de Venezolaanse regering de samenwerking met de Amerikaanse Drug Enforcement Agency (DEA) op nadat er bewijs was gevonden dat deze spionageactiviteiten uitvoerde. Als reactie hierop trok Washington de certificering van Venezuela in als samenwerkingspartner in de strijd tegen drugshandel en bestempelde het land als een van de twee landen die “geen substantiële aantoonbare inspanningen hebben geleverd” in de anti-drug campagne.

Deze tactiek van ongegronde beschuldigingen en diskwalificaties wordt door de VS op strategische momenten gebruikt om de druk op Venezuela te rechtvaardigen.

Het is geen toeval dat, terwijl Donald Trump zijn aandacht richt op andere internationale fronten, Marco Rubio deze agressiemethode probeert te reactiveren. Het artikel in de New York Post, geschreven door Diana Glebova en Jennie Taer, journalisten die de Tren de Aragua propaganda tegen Venezuela hebben gebruikt vanuit het perspectief van een “transnationale dreiging, herhaalt de tactiek die werd gebruikt tijdens de eerste ambtstermijn van Trump, toen beschuldigingen van drugshandel en terrorisme werden gefabriceerd tegen president Nicolás Maduro en andere Venezolaanse functionarissen.

Het artikel, dat anonieme en oncontroleerbare bronnen gebruikt, beweert dat de FBI haar acties tegen het niet-bestaande en neppe “Cartel de los Soles” heeft verdubbeld en het presenteert als een nationale veiligheidsprioriteit binnen het “America First” beleid.

Tegelijk met de publicatie van het artikel herhaalde de Amerikaanse Minister van Buitenlandse Zaken Marco Rubio zijn discours over Venezuela als een vermeende “regionale bedreiging”. In een officiële verklaring, terwijl hij de nieuwe secretaris-generaal van de Organisatie van Amerikaanse Staten, Albert Ramdin, feliciteerde, viel Rubio Venezuela, Cuba en Nicaragua aan, landen die de VS zonder bewijs beschuldigt van het in gevaar brengen van de Amerikaanse nationale veiligheid en economische stabiliteit.

Ook in een recent interview met Fox News bleef Rubio Venezuela bestempelen als een brandhaard van instabiliteit. De timing van deze uitspraken en publicaties suggereert de mJennie Taerogelijkheid van de voorbereiding van een nieuwe episode van agressie onder het voorwendsel van het uitvoeren van acties in de naam van de Amerikaanse “regionale veiligheid”.

Gedurende zijn hele carrière is Rubio een van de belangrijkste promotors geweest van illegale sancties en maatregelen om Venezuela te isoleren op het internationale toneel. Nu, met zijn positie als hoofd van het State Department, probeert hij deze agenda vast te leggen via de FBI en andere overheidsinstanties.

Excuus voor agressie

In het Venezuela-hoofdstuk van zijn boek A Sacred Oath: Memoirs of a Secretary of Defense During Extraordinary Times, onthult Mark Esper, minister van defensie tijdens de eerste Trump-administratie, hoe een verhaal werd geconstrueerd dat de Venezolaanse regering in verband bracht met drugshandel.

In plaats van een beschuldiging gebaseerd op harde bewijzen, werd deze propaganda ontworpen voor geopolitieke doeleinden om dwangmaatregelen te rechtvaardigen en aan te dringen op “regimeverandering”.

Als je de vergaderingen en discussies die hij beschrijft analyseert, wordt het duidelijk dat het doel absoluut niet het bestrijden van drugshandel was, maar het creëren van consensus voor inmenging in Venezuela.

Volgens het boek drongen hoge ambtenaren zoals procureur-generaal William Barr en minister van Buitenlandse Zaken Mike Pompeo er tijdens vergaderingen van de Nationale Veiligheidsraad (NSC) op aan dat de Venezolaanse regering “drugshandel tot een wapen tegen de Verenigde Staten zou hebben gemaakt”.

Vooral Barr beweerde dat Venezuela een belangrijke corridor was voor cocaïnetransport vanuit Colombia om de Amerikaanse samenleving te destabiliseren, maar deze beweringen werden niet empirisch gestaafd.

De getuigenis van Esper maakt duidelijk dat deze beschuldiging niet voortkwam uit een objectieve analyse, maar bewust werd gepromoot als een politiek middel om agressievere acties te rechtvaardigen. In feite merkt hij op dat dergelijke initiatieven niet alleen juridische en strategische steun ontbeerden, maar ook een gevaarlijke escalatie in de regio zouden hebben betekend.

Ondanks het gebrek aan bewijs werd het verhaal versterkt door media en denktanks die op één lijn zaten met het buitenlands beleid van Washington en diende het als een handig voorwendsel om illegale economische sancties, dwingende diplomatieke manoeuvres en zelfs geheime militaire operaties te legitimeren.

Esper, die een belangrijke getuige en betrokkene was in het Witte Huis, bevestigt hoe sommige politici hun toevlucht namen tot gevaarlijke en wanhopige maatregelen voor politiek gewin.

De proxy van Marco Rubio

Rubio, bekend om zijn obsessie voor een agenda van agressie tegen de Venezolaanse regering, is een van de belangrijkste drijvende krachten geweest achter het verhaal dat Venezuela in verband brengt met drugshandel en terrorisme.

Vanuit de schaduw heeft de voormalige Republikeinse senator gewerkt om deze agenda levend te houden, zelfs nu Trump aan het begin van zijn tweede termijn minder interesse heeft getoond in het prioriteren van regimeverandering in Venezuela.

Rubio’s recente rondreis door Midden-Amerika en zijn optreden in functie hebben duidelijk gemaakt dat hij binnen de Trump-administratie naar de tweede plaats is verwezen.

Vanuit institutioneel perspectief lijkt hij misschien een centrale figuur in de besluitvorming, maar in werkelijkheid is Rubio gemarginaliseerd in een regering waarin de president de voorkeur geeft aan het advies van andere ambtenaren en speciale afgezanten.

Dit verlies aan invloed dwingt Rubio om indirect te handelen of om zijn manoeuvres uit te besteden. In Venezuela fungeert María Corina Machado als zijn proxy om omstandigheden te creëren die kunnen leiden tot een “maximale druk 2.0”-campagne, terwijl president Irfaan Ali van Guyana een vergelijkbare rol speelt in de Caribische geopolitiek.

Deze actie is gericht op het verscherpen van de blokkade tegen Venezuela door het aanmoedigen van conflicten en spanningen die de geopolitieke belangen van een factie binnen het immense politieke netwerk van Washington bevorderen.

In Machado heeft Rubio een vazal gevonden die bereid is om ongegronde beschuldigingen van drugshandel en terrorisme tegen de Venezolaanse regering te herhalen, met als doel de aandacht van Trump te trekken en een gewelddadige actie van het Witte Huis te rechtvaardigen.

Het is gepast om op te merken dat Rubio in zijn verklaringen tijdens zijn benoemingshoorzitting in de Senaat in januari 2025 expliciet zijn standpunt tegen Venezuela heeft verwoord. Bij die gelegenheid verklaarde hij:

Venezuela wordt helaas niet geregeerd door een regering. Het wordt geregeerd door een drugshandelsorganisatie die een natiestaat heeft overgenomen. En we hebben gezien, denk ik, dat meer dan 7 miljoen Venezolanen net het land hebben verlaten. Er wordt verwacht dat er nog meer zullen vertrekken. Ik was het totaal oneens met de regering Biden omdat het regime hen misleidde zoals ik wist dat ze zouden doen. Ze gingen onderhandelingen aan met Maduro. Deze stemde in met verkiezingen. De verkiezingen waren compleet nep. Ze gebruikten de migratie tegen ons om die concessies te krijgen, en nu hebben ze deze algemene licenties waarbij bedrijven zoals Chevron miljarden dollars in de schatkist van het regime storten, en het regime heeft geen enkele belofte waargemaakt. Dus dat moet allemaal opnieuw onderzocht worden, want in Venezuela zijn de Russen en de Iraniërs zeer sterk aanwezig. De Iraniërs zijn in werkelijkheid bezig met het onderzoeken en beginnen met het bouwen van drone fabrieken voor Iraanse drone productie op ons eigen halfrond, om nog maar te zwijgen over de jarenlange praktijk van het Venezolaanse regime om echte maar illegale paspoorten te verstrekken aan Hezbollah agenten op ons eigen halfrond.

Deze verklaringen onthullen duidelijk het script dat de huidige minister van Buitenlandse Zaken van de VS volgt tegen Venezuela, waarbij elk mogelijk excuus wordt gebruikt om een agenda van agressie te rechtvaardigen, inclusief gewetenloze beschuldigingen die tot doel hebben een argument op te bouwen ten gunste van interventie en economische belegering van het land.

De Israël-lobby

Machado heeft zich niet alleen toegelegd op het herhalen van ongegronde beschuldigingen tegen de Venezolaanse regering, maar heeft ook de banden aangehaald met de Israëlische lobby, een sector die historisch gezien tegen de Bolivariaanse Revolutie is.

In 2018 stuurde ze een brief aan de toenmalige Israëlische premier Benjamin Netanyahu en de voormalige Argentijnse president Mauricio Macri waarin ze hen aanspoorde om hun “kracht en invloed” te gebruiken om de Venezolaanse regering omver te werpen, die ze beschreef als een “crimineel regime dat banden heeft met drugshandel en terrorisme”. In haar bericht probeerde ze Venezuela in verband te brengen met Iran en met extremistische groeperingen, die ze voorstelde als een bedreiging voor Israël en Argentinië.

Deze toenadering is de afgelopen maanden geïntensiveerd. In januari 2025 had de Israëlische minister van Buitenlandse Zaken Gideon Sa’ar een telefoongesprek met Machado en Edmundo González Urrutia, die hij later uitnodigde voor een bezoek aan Israël. In februari had González Urrutia een ontmoeting met Sa’ar om de vermeende invloed van de Venezolaanse regering op de “veiligheid van het Westen” te bespreken.

Deze ontmoetingen zijn het bewijs van de groeiende relatie tussen Machado’s factie en de Israëlische lobby. Het belangrijkste doel is om de aandacht en steun te trekken van sectoren die historisch tegen de Venezolaanse regering gekant zijn, om zo zowel in eigen land als in de internationale arena aan relevantie te winnen. Via deze toenaderingen probeert Machado de propaganda te versterken dat Venezuela een “bedreiging” vormt voor Washington en Tel Aviv.

Deze strategie is bedoeld om de agenda voor regimeverandering in Venezuela nieuw leven in te blazen, iets wat geen onmiddellijke prioriteit lijkt te zijn voor de regering Trump. Haar discours, versterkt door de internationale media en invloedrijke sectoren van de Amerikaanse politiek, dient als een instrument om scenario’s te forceren die grotere druk op Venezuela zouden rechtvaardigen, hetzij door middel van illegale sancties of meer agressieve maatregelen zoals geheime operaties.

Op 15 januari 2025, slechts enkele dagen voor de beëdiging van Trump, publiceerde de New York Times een artikel van Bret Stephens, een columnist die dicht bij de Israëlische lobby staat, waarin hij een gedetailleerd plan uiteenzette om de Venezolaanse regering omver te werpen en dit presenteerde als een zaak van nationale veiligheid en een morele verplichting voor de Verenigde Staten.

Stephens stelde dat het aan de macht blijven van president Maduro moet worden gekeerd door een combinatie van “dwingende diplomatie” en, indien nodig, het gebruik van geweld.

Het plan schetst twee mogelijke opties: Maduro en zijn bondgenoten een “krachtige stimulans” bieden om de macht te verlaten en in ballingschap te gaan in landen als Cuba of Rusland, met amnestie-garanties voor militairen en ambtenaren die de transitie steunen; of een “geloofwaardige dreiging” van Amerikaanse militaire interventie creëren, met als referentie de invasie van Panama in 1990 waarbij de toenmalige president Manuel Noriega ten val werd gebracht.

Volgens Stephens kan deze combinatie van druk en onderhandeling het vertrek van de Venezolaanse president bespoedigen zonder dat er direct naar een militaire interventie hoeft te worden gegrepen, hoewel hij de militaire optie als laatste redmiddel niet uitsluit.

Voorts rechtvaardigde hij zijn standpunt door te stellen dat Venezuela een bedreiging vormt voor de veiligheid van de VS vanwege de vermeende banden met de drugshandel, de migratiecrisis en de toenemende vermeende Iraanse invloed in de regio.

Samengevat is de reactivering van het verhaal dat de Venezolaanse regering in verband brengt met drugshandel en terrorisme geen geïsoleerde gebeurtenis, maar onderdeel van een georkestreerde strategie om de druk op Venezuela te handhaven en agressievere acties tegen het land te rechtvaardigen.

De synchronisatie van artikelen in media die op één lijn liggen met Washington, de verklaringen van Marco Rubio en het gebruik van Venezolaanse extremistische politieke figuren zoals María Corina Machado onthullen een raamwerk dat gericht is op het intensiveren van de geopolitieke belegering van Caracas.

Rubio, die zich gedegradeerd voelt binnen de Trump-regering, neemt zijn toevlucht tot tussenpersonen om zijn agenda van agressie gaande te houden, waarbij hij zich beroept op dezelfde argumenten die in het verleden werden gebruikt om een omgeving te creëren die gunstig is voor nieuwe sancties en mogelijke militaire interventies.

De betrokkenheid van de Israëlische lobby en het herhalen van ongegronde beschuldigingen maken deel uit van hetzelfde script dat, onder verschillende Amerikaanse regeringen, heeft gediend om de voedingsbodem voor dwangmaatregelen tegen Venezuela te voeden.

Het volharden in dit discours, ondanks de slijtage en het gebrek aan concreet bewijs, geeft aan dat bepaalde sectoren binnen de machtsstructuur van de VS de uitvoering van een nieuwe “maximale druk” campagne proberen te rechtvaardigen.

Dit zijn de trucs, de kaarten in de mouw van het Venezolaanse extremisme en zijn buitenlandse sponsors: een versleten maar hardnekkige strategie die, hoewel ze vandaag de dag niet meer haar oude kracht heeft, vasthoudt aan het herleven van oude tactieken voor nieuwe aanvallen. Het werk voor de vernietiging van Venezuela is niet gestopt; integendeel, het is zich aan het heruitvinden.

Topfoto: Venezolaanse extreem-rechtse oppositieleider María Corina Machado. Foto: Gaby Oraa/Bloomberg.


Gerelateerd (berichten in dit archief):

——–