Bron: Cira Pascual Marquina 
Venezuelanalysis.com 28 mei 2021 ~~~

Een directeur van het Center for Economic and Policy Research legt uit wat de gevolgen van de Amerikaanse sancties zijn voor de economie van Venezuela.

Alexander Main is directeur Internationaal Beleid bij het Center for Economic and Policy Research (CEPR) in Washington, DC, waar hij de economische en politieke ontwikkelingen in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied volgt. Zijn analyses zijn gepubliceerd in diverse bladen, waaronder The New York Times, Foreign Policy, The Los Angeles Times, NACLA, en Le Monde Diplomatique. In dit interview bespreken we de impact van de sancties op de economie en de politiek van Venezuela.

[Zie deel 1 van het interview hier.]

Venezuela verkeert al minstens sinds 2014 in een langdurige crisis, toen de olieprijzen daalden. Vervolgens werden in 2017 de financiële sancties ingesteld, gevolgd door het olie-embargo van 2019 en andere daaropvolgende maatregelen. Deze externe factoren hebben het politieke en economische leven van de Venezolanen zwaar getroffen. Sommige beleidsmaatregelen van de Venezolaanse regering kunnen echter ook hebben bijgedragen tot de huidige situatie. Bent U het daarmee eens?

Ik ben het er niet helemaal mee eens. Als we teruggaan naar de periode voordat er sancties van kracht waren, dan is het waar dat beleidsfouten van de regering hebben bijgedragen tot de economische problemen van het land in die tijd. Maar de laatste jaren zijn het vooral de economische sancties van de VS die de oorzaak zijn van de ergste economische ineenstorting in de Venezolaanse en misschien wel Latijns-Amerikaanse geschiedenis. Dit is belangrijk omdat de meeste media regelmatig artikelen publiceren over Venezuela’s verwoeste economie en de menselijke kosten, waarbij de sancties nauwelijks – en vaak helemaal niet – worden genoemd. Maar de waarheid is dat Venezuela de beste economen ter wereld zou kunnen hebben en alles goed zou kunnen doen, en dat de economie nog steeds niet zou herstellen onder de sancties die het land momenteel afsnijden van de internationale transacties die nodig zijn om de economie normaal te laten functioneren.

Als we willen terugkijken naar de toestand van de Venezolaanse economie enkele jaren geleden, dan was één belangrijk aspect van het regeringsbeleid – een overblijfsel van de regering Chávez – inderdaad een groot probleem: het wisselkoersmechanisme voor buitenlandse valuta. Dit gereguleerde systeem heeft verschillende versies gekend, waaronder CADIVI (Comisión Nacional de Administración de Divisas, Nationale Commissie voor het Beheer van de Valuta’s), dat onder Chávez in het leven werd geroepen.

Het systeem diende om de kapitaalvlucht een tijdlang in te dammen, wat uiterst belangrijk was. Tussen eind 2002 en begin 2003, tijdens de oliestop, was er een enorme kapitaalvlucht die de economie lamlegde. Dit gebeurde in een periode die alleen maar kan worden omschreven als een economische oorlog die tegen de regering-Chávez werd gevoerd.

Het wisselkoersmechanisme hielp de kapitaalvlucht te beperken, maar mettertijd leidde het ook tot onevenwichtigheden binnen de economie als gevolg van een steeds groter wordend verschil tussen de officiële koers van vreemde valuta en de parallelle, zwarte marktkoers.

Er ontstond vrij snel een aanzienlijke kloof tussen de twee koersen, die echter vrij lang relatief houdbaar was. Tussen 2012 en 2014 begon de kloof echter dramatisch te groeien naarmate de deviezen steeds schaarser werden. De zwarte marktprijs voor dollars en andere vreemde valuta begon exponentieel te groeien en ook de prijzen van goederen, die vaak met zwarte marktvaluta werden gekocht, namen een hoge vlucht. Zoals mijn collega Mark Weisbrot indertijd opmerkte, begonnen we een inflatie-depreciatiespiraal waar te nemen. Dit is het geval wanneer schaarste aan dollars de prijs van de dollar op de zwarte markt opdrijft, waardoor de prijs van geïmporteerde of van import afhankelijke goederen stijgt, die vervolgens de prijs van de dollar opdrijft, en zo gaat de cyclus door. Dit leidde tot een economische vertraging die eigenlijk al begon voordat de olieprijs medio 2014 instortte. Uiteindelijk zagen we een zeer hoge en versnellende inflatie, wat een echt nachtmerriescenario kan zijn als er niet snel en doortastend tegen wordt opgetreden.

Het is echter belangrijk te onderstrepen dat de sancties van de VS, door een nog grotere schaarste aan deviezen te veroorzaken en buitenlandse bedrijven ertoe aan te zetten hun handelsbetrekkingen met Venezuela te verbreken, de hyperinflatie echt hebben aangewakkerd en het vrijwel onmogelijk hebben gemaakt om er een einde aan te maken. De afgelopen jaren waren de sancties de belangrijkste oorzaak van tekorten aan allerlei essentiële goederen, de belangrijkste oorzaak van de sterk verminderde olieproductie, die leidde tot de ergste economische ineenstorting in de geschiedenis van Venezuela. Hyperinflatie en de enorme economische schade die zij veroorzaakt, blijven niet eeuwig voortduren zonder een krachtige externe oorzaak zoals een oorlog of, in dit geval, verregaande sancties die het land isoleren van het internationale bank- en financiewezen en van normale handelsbetrekkingen.

Dit alles gezegd zijnde, was er een beginfase van zeer hoge inflatie, voordat de sancties van kracht waren, die hoofdzakelijk was toe te schrijven aan het wisselkoersmechanisme. Gedurende verscheidene jaren werden geen adequate corrigerende maatregelen genomen, en dat was echt betreurenswaardig.

Verhouding tussen de “officiële” en de “parallelle” of zwarte markt dollar. (Bronnen: BCV en Dollar Monitor)

Waarom denkt u dat de regering geen stappen heeft ondernomen om het probleem met het wisselkoerssysteem aan te pakken?

Ik weet het niet zeker, maar het lijkt me zeer waarschijnlijk dat het was omdat er veel politieke instabiliteit was tijdens die kritieke periode, rond 2014, 2015. Een corrigerende maatregel zoals het uniformeren van het wisselkoerssysteem en het toestaan van een aanzienlijke devaluatie van de bolivar zou voor veel Venezolanen op korte termijn wat economische pijn hebben veroorzaakt. Wanneer je politiek belegerd wordt en er massale protesten zijn, waarvan sommige gewelddadig, is het moeilijk om dat soort maatregelen te nemen.

Een regering zal waarschijnlijk geen impopulaire economische maatregelen willen nemen als een deel van de bevolking haar legitimiteit betwist en er een grote beweging in de straten is die probeert die regering omver te werpen. Dat lijkt een redelijke verklaring voor het feit dat er geen maatregelen werden genomen toen dat wel nodig was. Er zijn halve maatregelen genomen, maar niet genoeg om het disfunctionele wisselkoerssysteem echt te herstellen.

Het grootste probleem zijn nu de sancties van de VS, die de belangrijkste oorzaak zijn van de deviezenschaarste in Venezuela. Het wisselkoersbeleid was echter een belangrijke factor in de economische problemen waarmee Venezuela in de eerste jaren van de Maduro-regering te kampen had.

Waren er pogingen om deze situatie aan te pakken?

Ja. Ik weet dat er veel pogingen zijn geweest vanuit sectoren binnen de regering-Maduro om deze kwestie aan te pakken. Er was ook een UNASUR-missie onder leiding van de voormalige Colombiaanse president Ernesto Samper die economisch advies gaf. Ik denk dat die actief was van 2015 tot 2016. Mijn organisatie, het Centrum voor Economisch en Beleidsonderzoek, was erbij betrokken, net als de Venezolaanse econoom Francisco Rodríguez en de Braziliaanse econoom Pedro Silva Barros. Alle betrokkenen gaven in wezen hetzelfde advies: Venezuela moet zijn wisselkoerssysteem volledig herzien. Er moet een uniforme wisselkoers komen en de Bolivar zal in waarde moeten dalen ten opzichte van buitenlandse valuta. Dat zou op dat moment de enige manier zijn geweest om de economie te stabiliseren, hoewel dat eerlijk gezegd nog steeds in de problemen zou zijn gekomen, gezien het feit dat de Venezolaanse oppositie – vooral nadat zij de parlementsverkiezingen van 2015 had gewonnen – en de Amerikaanse regering de toegang van Venezuela tot internationale financiering al moeilijker, zo niet onmogelijk maakten.

De missie stelde ook maatregelen en beleid voor om de gevolgen van de hervorming voor de gewone Venezolaan te verzachten, met name via een systeem van rechtstreekse subsidies aan arme burgers en burgers uit de middenklasse. Verschillende hoge ambtenaren van het Ministerie van Financiën en van de Centrale Bank van Venezuela hebben een uiterst waardevolle bijdrage geleverd aan de uitwerking van het voorstel en hebben het vervolgens gesteund. Toch heeft het nooit het licht gezien.

Het is niet duidelijk of het voornaamste obstakel de weerstand was die om voor mij onduidelijke redenen in bepaalde sectoren binnen de regering bestond, dan wel of Maduro zelf tegen de uitvoering van deze beleidshervormingen was. Nogmaals, vanuit mijn begrip van de situatie, was het belangrijkste probleem waarschijnlijk dat de noodzakelijke hervormingen op dat moment niet als politiek haalbaar werden beschouwd.

Verhouding tussen de staatsschuld en de internationale reserves van Venezuela. (CATDM: Bronnen BCV en Ministerie van Financiën)

Zou je kunnen zeggen dat Venezuela’s voortdurende betaling van een zware schuld tot november 2017 – met schuldendienstbetalingen die vanaf 2015 meer dan 50% van de inkomsten van het land vertegenwoordigden – een problematisch beleid was?

Venezuela had een zware schuldenlast. Dat is het natuurlijk nog steeds. Maar al in het begin van de jaren 2010 was de schuldendienst van het land extreem bezwarend vanwege de zeer hoge rentetarieven die aan veel van Venezuela’s staatsschulden verbonden waren. Toch was de regering-Maduro lange tijd uiterst ijverig in het doen van de betalingen en het op tijd doen van de betalingen. Ik begrijp waarom ze dat deden. De regering had niet het gevoel dat ze in een positie was om haar schuld te herstructureren.

Ik denk dat de regering vreesde te worden buitengesloten van de internationale financiële markten, wat uiteindelijk toch gebeurde als gevolg van de Amerikaanse sancties. Hadden zij geweten dat de sancties eraan zaten te komen, dan waren zij waarschijnlijk niet doorgegaan met het doen van enorme schuldaflossingen, omdat dat niet veel zin zou hebben gehad. Kort na de sancties van augustus 2017 moesten ze een groot deel van hun buitenlandse schuld inlossen, en vervolgens moesten ze de laatste PDVSA-obligaties inlossen nadat de oliemaatschappij in 2019 met directe sancties werd getroffen. Maar ik denk niet dat de zware schuldaflossingen een belangrijke destabiliserende factor waren voor de Venezolaanse economie op de wijze waarop de sancties dat zijn geweest. In een stabiele economische context – zonder Amerikaanse sancties en een uit de hand gelopen inflatie – zou de zware schuldenlast een belemmering vormen voor andere belangrijke onderdelen van het economisch beleid, met name het begrotingsbeleid. Maar natuurlijk kent Venezuela al vele jaren geen economische stabiliteit meer.

Zijn er volgens u economische beleidsmaatregelen die de regering op dit moment zou moeten bevorderen?

Aangezien het land nog steeds onder brede sectorale sancties gebukt gaat, is Venezuela niet in staat om het economische beleid te voeren dat het zou willen. Wat nodig is, is een grootscheeps herstelplan, met hulp van andere landen en met een toevloed van geld uit de buitenlandse handel, als Venezuela weer normale handelsbetrekkingen met andere landen zou kunnen aanknopen. Maar met het sanctiebeleid van de VS is dat geen optie.

Bij dit alles probeert de Amerikaanse regering de goede kant op te komen door te zeggen dat zij probeert buitenlandse hulp het land in te krijgen. Natuurlijk is buitenlandse hulp door Washington extreem gepolitiseerd. In februari 2019 bestond de “hulp” uit een soort gemilitariseerd konvooi met pakketten hulp die de VS met geweld probeerden af te leveren aan Guaidó – niet de feitelijke regering die het land bestuurt – terwijl ze oproepen deden aan het leger om Maduro in de steek te laten en Guaidó te helpen bij het leveren van de hulp aan het land! Bovendien valt het kleine beetje echte hulp dat Venezuela krijgt van het Wereldvoedselprogramma en andere humanitaire organisaties absoluut in het niet bij de gevolgen van de sancties. Ik denk dat dat is waar rekening mee moet worden gehouden.

Door de VS gesanctioneerde landen: Afghanistan, Belarus, Burundi, Centraal-Afrikaanse Republiek, China (PR), Ivoorkust, Krimgebied, Cuba, Cyprus, Democratische Republiek Congo, Eritrea, Fiji, Haïti, Iran, Irak, Kirgizië, Laos, Libanon, Liberia, Libië, Myanmar, Noord-Korea, Palestijnse gebieden, Rusland, Rwanda, Somalië, Zuid-Soedan, Sri Lanka, Soedan, Syrië, Venezuela, Jemen, Zimbabwe. (SanctionsKill.org)

Wat kunnen mensen in de VS doen om de sancties te beëindigen?

Mensen die zich zorgen maken over de situatie in Venezuela vragen me soms: wat kunnen we doen om de Venezolanen te helpen? Wat voor hulp kunnen we sturen? Aan welke organisaties? Mijn antwoord is dat het beste wat je kunt doen is lobbyen bij het Amerikaanse Congres en de Amerikaanse regering om de Amerikaanse sancties op te heffen.

Ik denk dat er een groeiend besef is onder mensen in de VS die zichzelf als progressief beschouwen op het gebied van buitenlands beleid over hoe schadelijk economische sancties zijn. Dit besef is niet alleen van toepassing op de schade die wordt aangericht door sancties tegen Venezuela, maar ook op die tegen Cuba en Nicaragua – en als je naar andere continenten gaat, heb je de gevallen van Iran, Syrië, Noord-Korea, enz.

Ik denk dat het besef groeit dat de VS, door sancties op te leggen, de meest fundamentele mensenrechten van mensen schenden: het recht om te overleven, op fatsoenlijke gezondheidszorg en voedsel, enzovoort. Hoewel zij beweren regeringen te sanctioneren, doen zij dat in feite niet: de regering van de VS sanctioneert met dit beleid gewone burgers. Dat wil zeggen dat zij juist die mensen pijn doet – juist die mensen doodt – die zij voortdurend beweert te willen helpen.

Het is goed dat dit besef groeit, want lange tijd was er in zogenaamd progressieve kringen van het buitenlands beleid in de VS het idee dat sancties een veel betere optie waren dan militair ingrijpen (als men al van mening was dat ingrijpen nodig was). Ze werden beschouwd als menselijker en aanvaardbaarder, en als een doeltreffende manier om een gewenst politiek resultaat te bereiken met weinig of geen schade voor de inwoners van het land.

Wanneer onderzoekers echter de sociale indicatoren en andere gegevens (waaronder sterftecijfers) bekijken van landen waartegen sancties zijn gericht, is vrij consequent gebleken dat sancties in feite veel schade berokkenen aan gewone mensen – zij doden mensen – en niet het beoogde effect hebben. Ze hebben tienduizenden en mogelijk honderdduizenden mensen in Venezuela gedood. Een van de problemen waarmee we in de VS te maken hebben is dat er weinig of geen progressief georiënteerde personen in de buitenlandse beleidsmachine van de regering-Biden zitten. Bovendien heb je een aantal zeer pro-sancties individuen die leiding geven aan belangrijke commissies in het Congres, zoals de Senaatscommissie voor Buitenlandse Betrekkingen, waar je mensen hebt zoals Bob Menéndez en Marco Rubio die zeer enthousiast lobbyen voor unilaterale sancties tegen landen die worden geleid door regeringen die hen niet aanstaan.

Er zijn veel landen die sancties opgelegd krijgen door de VS, die veruit de grootste sanctioneerder ter wereld is. Bovendien hebben deze maatregelen over het algemeen het meest vernietigende effect vanwege de dominantie van de VS in het internationale financiële stelsel: wanneer de VS financiële sancties oplegt, maakt dit de gesanctioneerde landen vaak radioactief, niet alleen voor investeerders uit de VS, maar voor investeerders in alle delen van de wereld. Dat komt omdat alle grote internationale particuliere kredietverleners meestal via het Amerikaanse financiële stelsel werken of daar hun hoofdkwartier hebben. En sancties kunnen het veel financiële instellingen letterlijk onmogelijk maken om, zoals in Venezuela, zaken te doen die essentieel zijn voor het functioneren van de economie met inbegrip van het onderhoud van vitale infrastructuur en gezondheidszorg.

Door het groeiende bewustzijn van hoe Amerikaanse sancties ontelbare aantallen onschuldige burgers in het buitenland schaden, denk ik dat we een echte drang naar verandering in de VS beginnen te zien. Progressieve mensen als Ilhan Omar en Jesús “Chuy” García en anderen nemen in het Amerikaanse Congres op dit punt zelfs het voortouw. Ik heb dus goede hoop dat er enige verandering komt en dat sancties binnenkort in bredere kring zullen worden gezien als de dodelijke instrumenten van economische oorlogsvoering die ze zijn. Ik denk dat de mensen zullen gaan beseffen dat sancties evenveel slachtoffers maken als militaire interventies, zo niet meer in een aantal gevallen.

De mensen moeten op de hoogte blijven en in gesprek gaan met de Amerikaanse beleidsmakers. Zij moeten hen doordringen van het belang hiervan. Ik ben ook van mening dat mensen buiten de VS de Verenigde Staten hierop moeten aanspreken. Er moet wereldwijd worden geprotesteerd tegen sancties. Dit is een kwestie die de VS enorm in verlegenheid zou moeten brengen, vooral nu we een regering hebben die beweert de mensenrechten internationaal te bevorderen, terwijl ze tegelijkertijd sancties handhaaft tegen Venezuela en tegen elk ander land dat door de regering Trump is gesanctioneerd! Er zou nu echt veel meer schande moeten worden gesproken over de regering-Biden.

This work is licensed under a Attribution Non-commercial No Derivatives Creative Commons license