Bron: Gerardo Szalkowicz  
amerika21 1 april 2021 ~~~ 

De strafvervolging heeft zelfs de hoogste posities bereikt. Een juridisch correct en voorbeeldig vonnis is van groot belang voor de hele regio

De foto waarop Jeanine Áñez letterlijk achter de tralies staat, met duidelijk zichtbaar het opschrift “Vrouwengevangenis”, ging snel de wereld rond en had een enorme impact binnen en buiten Bolivia. De ex-presidente werd op 13 maart gearresteerd in haar huis in Trinidad, de hoofdstad van het departement Beni in het Amazonegebied, en zit voor een eerste periode van zes maanden in voorlopige hechtenis wegens haar verantwoordelijkheid voor de staatsgreep van november 2019.

Twee van haar voormalige ministers (tegen drie andere zijn arrestatiebevelen uitgevaardigd, maar zij zijn het land uit) en zes voormalige leger- en politiecommandanten zijn eveneens aangehouden. Zij worden allen beschuldigd van samenzwering, opruiing en terrorisme in het kader van de grootscheepse “staatsgreep”-aanklacht die is ingediend door voormalig MAS-afgevaardigde Lidia Paty en die nu wordt uitgevoerd door het bureau van de procureur-generaal.

Door de plotselinge juridische druk werden alle actoren die deel uitmaakten van of zich aansloten bij de staatsgreep in het defensief gedrongen. In Bolivia zelf zijn de bijeenkomsten van de stedelijke middenklasse, verenigd in de burgercomités van Santa Cruz, Cochabamba en La Paz, opnieuw begonnen. In het buitenland spraken de gebruikelijke protagonisten: de secretaris-generaal van de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS), Luis Almagro, uitte zijn “bezorgdheid over het misbruik van justitiële mechanismen” die “opnieuw instrumenten van repressie door de regerende partij zijn geworden”. Ook vanuit het noorden nam Jalina Porter, woordvoerster van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken, de handschoen op: “De Verenigde Staten volgen met bezorgdheid de gebeurtenissen rond de recente detentie van voormalige staatsambtenaren door de Boliviaanse regering.”

Het beeld van “politieke vervolging”, dat door de grote media wordt versterkt (“Verhalen over wraak in Bolivia en over een staatsgreep die nooit heeft plaatsgevonden”, bijvoorbeeld, was de titel van de column van Marcelo Cantelmi in de Argentijnse krant Clarín), maakt het noodzakelijk het verloop van de gebeurtenissen in herinnering te brengen om nogmaals te wijzen op het duidelijk zichtbare: dat er wel degelijk een schending van de grondwettelijke orde heeft plaatsgevonden en dat Áñez daarvan niet alleen geprofiteerd heeft, maar ook een hoofdrolspeler in het complot was. Enig bewijs hiervan is:

  • De zelfbenoeming van Áñez vond plaats in een parlementaire zitting waar het aanwezigheidsquorum niet werd gehaald, slechts een handvol senatoren was aanwezig. Dit was in strijd met het reglement van orde van het Parlement, dat bepaalt dat “de aanwezigheid van de volstrekte meerderheid van de leden noodzakelijk is voor het geldig verloop van een zitting”.
  • Haar opvolging tot president ging voorbij aan wat in de Boliviaanse grondwet staat. Áñez, die de minderheid vertegenwoordigde (haar partij had slechts 91.855 stemmen gekregen), was de tweede vice-voorzitter van de Senaat. In geval van afwezigheid van de president en de vice-president, alsmede van de voorzitters van de twee kamers, bepaalt artikel 169 dat “binnen ten hoogste 90 dagen nieuwe verkiezingen worden uitgeschreven”. Áñez is nooit tot voorzitter van de Senaat gekozen; dit zou helemaal niet mogelijk zijn geweest, aangezien zij slechts kon rekenen op negen oppositiezetels, tegen 25 van de Beweging voor Socialisme (MAS).
  • Toen zij de ambtseed aflegde, werd Áñez omringd door militaire officieren en kreeg zij de presidentiële sjerp omgehangen door de opperbevelhebber van de strijdkrachten, Williams Kalimán. Hij had 72 uur eerder opgeroepen tot het aftreden van Evo Morales. De pompeuze deelname van de veiligheidstroepen, die zich niets van hun taken aantrokken en zich openlijk in het politieke leven van het land mengden, deed denken aan de klassieke staatsgrepen van de 20e eeuw.
  • Het besluit om de macht met geweld te grijpen werd verdoezeld op vergaderingen die op 11 en 12 november 2019 aan de Katholieke Universiteit werden gehouden. Zij werden bijgewoond door de belangrijkste leiders van rechts, ambassadeurs van de Europese Unie en Brazilië, en vertegenwoordigers van de Kerk. MAS-parlementsleden werden daar geciteerd en – zoals voormalig afgevaardigde [en vice-voorzitter van de Kamer van Afgevaardigden] Susana Rivero onthulde – gewaarschuwd door Samuel Doria Medina [groot zakenman en oppositiepoliticus]: “Met u of zonder u, wij hebben een Plan B”. Rivero herinnerde eraan dat de ambtsaanvaarding van Áñez gepaard ging met druk en bedreigingen, en dat het eigenlijk haar beurt was om het presidentschap op te volgen. Dit werd echter niet gerespecteerd.
  • De politieke vervolging en criminalisering, de gedwongen ballingschap van Morales, Álvari García Linera en tientallen vooraanstaande MAS-politici, de ontvoeringen en brandstichtingen in huizen en appartementen, de meer dan 500 willekeurige en buitengerechtelijke arrestaties en de 36 mensen die bij de moordpartijen in Senkata en Sacaba zijn vermoord, getuigen van de wrede repressie waarmee de staatsgreep kon worden geconsolideerd.

Het Koloniale Ministerie

De lont die de chaos deed ontbranden en de deur opende naar de couppoging was de beschuldiging van verkiezingsfraude door de OAS [1]. Deze beschuldiging was echter ongegrond en later bleek zij vals te zijn. Almagro’s huidige positie is daar volledig coherent aan. Daarom wil de Boliviaanse regering hem voor de rechter dagen, zoals het Ministerie van Buitenlandse Zaken liet weten: “De heer Almagro heeft noch de morele noch de ethische autoriteit om zich uit te spreken over Bolivia na de enorme schade die hij het Boliviaanse volk heeft berokkend met zijn kolonialistische inmenging. Zijn daden hebben mensenlevens gekost en hij moet zich verantwoorden voor zijn tendentieuze gedrag, dat elke objectiviteit ontbeert.”

Almagro verliest steeds meer aan reputatie. De president van Argentinië, Alberto Fernández, zei onlangs in een televisie-interview: “Evo Morales was het slachtoffer van een staatsgreep. De OAS was verantwoordelijk, en als hij ook maar een greintje waardigheid had, zou hij opstappen.” Almagro riep de Mexicaanse regering ook op “zich niet te mengen in de interne aangelegenheden van Bolivia en niet de confrontatie aan te gaan met een democratisch gekozen regering”.

Bolivia zet de eerste stap in het streven naar waarheid en gerechtigheid voor de recente gebeurtenis van democratische afbraak in de regio. Áñez en haar troepen zullen ook worden geconfronteerd met verdere processen in verband met de gevallen van corruptie en repressie tijdens de 371 dagen van hun regering.

Een juridisch correcte uitkomst met een voorbeeldig vonnis zal van cruciaal belang zijn om de slogan “Nooit meer staatsgrepen in Latijns-Amerika” te verwezenlijken.

Topfoto: Jeanine Añez werd na haar arrestatie in Beni overgebracht naar La Paz Bron: abi

[1]. Che Guevara had de OAS het “koloniale ministerie van de Verenigde Staten” genoemd.