Bron: Francisco Dominguez, 
Public Reading Rooms, 11 december 2020 ~~~

Francisco Dominguez [1]

Voor 23 januari 2019 was Juan Guaidó een onbekende entiteit. Hij verwierf bekendheid door een reeks van toevalligheden… en beslissingen die in Washington werden genomen. De praktijk van het jaarlijks rouleren van het presidentschap van de Nationale Assemblee onder de partijen die de meerderheid vormen, betekende dat in 2019-2020 de extreemrechtse partij Voluntad Popular (VP) aan de beurt was; helaas stonden alle sleutelfiguren van de VP (Leopoldo López, Freddy Guevara) onder arrest of waren voortvluchtig voor hun deelname aan opruiende en gewelddadige acties tegen de Venezolaanse staat. Guaidó was toevallig de volgende in de rij die hem terecht tot voorzitter van de Nationale Assemblee maakte.[2] In een gewaagde zet besloot hij (en Washington) zichzelf uit te roepen tot “interim-president” van Venezuela. Zijn zelfverklaring die hem in de media in de schijnwerpers zou zetten, maakte deel uit van de strategie van Washington om het regime te veranderen.

Het “interim-presidentschap” van de heer Guaidó ontbeert een constitutionele of wettelijke basis en zijn zelfaankondiging vond plaats op een openbaar plein in Caracas, ten overstaan van een kleine groep aanhangers. Guaidó is nooit tot president van Venezuela gekozen en heeft zich ook nooit als presidentskandidaat voor een verkiezing kandidaat gesteld. Zijn bewering dat zijn “interim-presidentschap” berust op artikel 233 van de Venezolaanse grondwet is volkomen onjuist; het artikel luidt: De president van de Republiek wordt permanent onbeschikbaar wegens een van de volgende gebeurtenissen: overlijden; ontslag; ontzetting uit het ambt bij besluit van het Hooggerechtshof; permanente lichamelijke of geestelijke handicap, gecertificeerd door een door het Hooggerechtshof met goedkeuring van de Nationale Vergadering aangewezen medische raad; het opgeven van zijn functie, naar behoren verklaard door de Nationale Vergadering; en terugroeping bij volksstemming [30]. President Maduro leeft nog, heeft geen ontslag genomen, is niet uit zijn ambt ontheven, is niet lichamelijk of geestelijk ongeschikt, heeft het presidentschap niet opgegeven en is niet teruggeroepen bij volksstemming. Bovendien bestaat het begrip “interim-voorzitterschap” niet in de Venezolaanse grondwet. Dit had voor de Europese regeringen voldoende moeten zijn om hem nooit te erkennen, wat ze ook mogen denken van de regering van president Maduro.

De erkenning van Juan Guaidó als “interim-president” van Venezuela door de Europese regeringen is in strijd met alle basisprincipes die ten grondslag liggen aan de politieke legitimiteit en had nooit mogen worden toegekend. Het besluit om erkenning te verlenen is het resultaat van politieke chantage. Pedro Sánchez heeft de Bolivariaanse regering van Venezuela namens de EU gewaarschuwd dat de EU Guaidó zou moeten erkennen als er niet binnen acht dagen presidentsverkiezingen zouden worden gehouden, bij voorkeur zonder president Maduro als kandidaat. Op deze wankele, arrogante en berekenende basis zijn de regeringen van de EU overgegaan tot het verheffen van de heer Guaidó tot de fictieve positie van “president” van Venezuela.

Sinds jan/feb 2019 heeft de heer Guaidó zich abominabel gedragen.

In februari 2019 probeerde Guaidó in samenwerking met de Colombiaanse regering, narcoparamilitairen en de Amerikaanse regering (Mike Pompeo), onder het voorwendsel van een concert aan de Colombiaanse grens, op gewelddadige wijze ‘humanitaire hulp’ naar Venezuela te duwen met militaire middelen. Het plan was sinister; natuurlijk werd verwacht dat Venezuela zich zou verzetten tegen de illegale en gewelddadige actie en het was de bedoeling president Maduro te beschuldigen van het weigeren van hulp aan zijn volk, gevolgd door een ernstige militaire confrontatie.

Guaidó kwam naar het concert via het Colombiaanse grondgebied waar hij militaire bescherming kreeg van de criminele narco-paramilitaire bende Los Rastrojos, waar Guaidó verschillende selfies mee maakte. De intens anti-Chavista Britse krant The Guardian (14/09/2019) schreef: “Juan Guaidó, de Venezolaanse politicus die vecht om Nicolás Maduro ten val te brengen, wordt geconfronteerd met lastige vragen over zijn relatie met de georganiseerde misdaad na de publicatie van compromitterende foto’s die hem met twee Colombiaanse paramilitairen laten zien”. Later werd onthuld dat één vrachtwagen in brand werd gestoken door aanhangers van Guaidó. De media hadden president Maduro de schuld gegeven. De berichtgeving kreeg geen commentaar van de Europese regeringen: was hun stilzwijgen een pardon?

Op 30 april 2019 leidde Juan Guaidó de staatsgreep die waarschijnlijk de meeste TV-aandacht kreeg in de geschiedenis van Latijns-Amerika. Men vraagt zich af welke kenmerken van deze illegale, ongrondwettelijke en gewapende actie om de regering van president Maduro met geweld omver te werpen – met onberekenbare gevolgen voor mensenlevens – de Europese regeringen niet bereid zijn te veroordelen? De schandalig flauwe verklaring van de EU en het Europees Parlement was niet in overeenstemming met de intense hardheid en de snelheid waarmee zij bereid zijn de regering van Maduro te veroordelen. Euronews rapporteerde “Guaidó uitdagend na een mislukte staatsgreep”.

De heer Guaidó was medeplichtig aan het opzetten van een geheime “eenheid voor de wederopbouw van Venezuela” door de rechtse regering van het Verenigd Koninkrijk. Uit de verslagen blijkt dat Guaidó en zijn gevolg bereid waren olie- en infrastructuurcontracten aan te bieden en de schuld van Venezuela te herstructureren, terwijl zijn ‘ambassadeur’ in het Verenigd Koninkrijk, Vanessa Neumann, naar verluidt bereid was de Essequibo-regio in te leveren in ruil voor politieke steun van de regering van het Verenigd Koninkrijk. Kortom, Guaidó en zijn ‘team’ waren bereid om hun land in bijna alles te verraden.

In mei 2020 heeft Guaidó door de VS geleide huurlingen gecontracteerd om een aanval (‘Operatie Gedeon’) op zijn eigen natie uit te voeren en president Maduro en hoge ambtenaren in de regering te vermoorden, gevolgd – zoals in het contract staat – door een zuivering in Pinochet-stijl, gericht op de grondige uitroeiing van Chavismo uit Venezuela. Ook hier hebben de Europese regeringen gedaan alsof de gebeurtenis niet was gebeurd, of ze hebben zich beperkt tot halfzachte algemeenheden, in schril contrat met hun onvergeeflijke kritiek op de regering van Maduro.

Guaidó heeft de toegang van de Venezolaanse regering tot 31 ton goud in bewaring bij de Bank of England opzettelijk bemoeilijkt op grond van de “verdiensten” van zijn “interim-presidentschap”. Het goud is nodig voor de aankoop van voedsel, medicijnen en essentiële gezondheidsinputs om de Covid-19-pandemie te bestrijden, via het VN-Ontwikkelingsprogramma (UNDP). Het beroep van de Centrale Bank van Venezuela (BCV) bracht het Britse Hof van Beroep ertoe een eerste vonnis dat Guaidó toegang tot het goud gaf, te vernietigen.

Het is belachelijk om zich voor te stellen dat Guaidó de capaciteit of de wil heeft om goed gebruik te maken van deze middelen. Hij controleert of beheert niets in Venezuela, en gezien zijn obsessie om meer sancties op te leggen aan zijn eigen land, is het twijfelachtig dat hij geld zou uitgeven aan de bevolking van Venezuela. Zijn gebrek aan interesse in het betalen van de juridische kosten van de zaak (529.000 dollar) bevestigt dat hij niet geïnteresseerd is in het naleven van de wet en niet wanhopig is om het goud te verkrijgen om het volk van Venezuela te helpen.

Guaidó heeft het leger herhaaldelijk opgeroepen om een staatsgreep te plegen om president Maduro ten val te brengen en heeft herhaaldelijk (meer dan 20 keer) een “laatste mars” georganiseerd op Miraflores, het presidentiële paleis van Venezuela, om een voorwendsel te creëren voor gewelddadige confrontaties. In overeenstemming met het beleid van de VS en de EU heeft hij zich herhaaldelijk verzet tegen het stemrecht van de Venezolanen bij verkiezingen. De EU heeft deze flagrante ondemocratische en opruiende daden in het beste geval met oorverdovend stilzwijgen becommentarieerd en in het slechtste geval met enthousiaste instemming begroet.

Guaidó is niet alleen een bereidwillige medeplichtige aan het helpen van de VS bij het illegaal in beslag nemen van de bezittingen van zijn eigen land, maar hij en zijn naaste medewerkers zijn ook diepgaand betrokken bij de corruptie. Door de bescherming van Trump hebben Guaidó en Co hun zakken gevuld met honderden miljoenen Amerikaanse dollars als gevolg van de illegale confiscatie door de VS van Venezolaanse eigendommen die door de “interim-president” zijn “gelegaliseerd”. Op 24 januari 2019 gaf het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken 20 miljoen dollar aan de ‘nieuwe regering’; een lening van de Citibank aan Venezuela in 2015 werd vooraf eenzijdig geregeld en het bespaarde verschil (340 miljoen dollar) – met steun van de Amerikaanse regering – werd aan Guaidó gegeven; in mei 2020 gaf OFAC Guaidó’s ‘regering’ 80 miljoen dollar voor de ‘bevrijding’ van Venezuela; USAID gaf Guaidó 128 miljoen dollar om Venezuela-migranten die geen cent hebben gezien te helpen; en Guaidó speelde een rol in de illegale confiscatie door Trump van het in de VS gevestigde Venezolaanse staatsbedrijf CITGO, dat benzine distribueert, ter waarde van ongeveer 8.000 miljoen dollar. Venezuela heeft 11.000 miljoen dollar aan verliezen geleden als gevolg van de bevriezing van activa. Er is meer, maar je krijgt het beeld. Europa is het continent van de koloniale plundering geweest, dus is deze ‘historische affiniteit’ misschien de reden dat ze Guaidó erkennen? [4]

In feite werken de Europese regeringen en de EU zelf de facto samen met en erkennen zij de Bolivariaanse regering van president Maduro, door niet alleen de door Guaidó aangestelde personen niet te erkennen als “ambassadeurs” [5] maar ook door ambassadeurs naar Caracas te sturen die hun geloofsbrieven aan president Maduro presenteren in nationale openbare ceremonies op de televisie. Deze sublieme dubbelzinnigheid zou moeten stoppen, met de formalisering van een perspectief van constructieve betrokkenheid bij de Bolivariaanse regering.

Er is geen enkele rechtvaardiging voor de Europese regeringen om hun onhoudbare beleid van erkenning van Juan Guaidó als “interim-president” van Venezuela voort te zetten, terwijl hij in werkelijkheid volledig verstoken is van enige juridische, politieke of constitutionele legitimiteit voor zijn zelfverklaring, en vooral omdat zijn volstrekt ondemocratische en criminele geloofsbrieven onweerlegbaar zijn bewezen. Een onvoorwaardelijke intrekking van zijn erkenning had allang moeten plaatsvinden.

1 Francisco Domínguez, voormalig vluchteling uit het Chili van Pinochet, is een activist en een academicus, en hij is tevens nationaal secretaris van de Venezolaanse Solidariteitscampagne (VK).

2 De oppositie van Venezuela won in 2015 een meerderheid in de Nationale Vergadering voor de periode 2015-2020; Henry Ramos Allup, die de partij Acción Democrática vertegenwoordigt, werd in 2016-17 de voorzitter van de Assemblee; Julio Borges van Primero Justicia in 2017-18; en Omar Barbosa van Un Nuevo Tiempo voor 2018-19; allen verkozen tot voorzitter met een meerderheid van de afgevaardigden.

3 Grondwet van de Bolivariaanse Republiek Venezuela: https://www.constituteproject.org/constitution/Venezuela_2009.pdf?lang=en

4 Gedetailleerde informatie uit een artikel in de Venezolaanse opiniepeiling, Hinterlaces (in het Spaans) over veel van de Guaidó-corruptie-inspanningen: https://www.hinterlaces.net/asalto-a-un-pais-el-prontuario-de-guaido-en-diez-casos-emblematicos/


5 [Toevoeging van Handsoffvenezuela-Nederland]
De Nederlandse regering heeft formeel geen ambassador in Venezuela, zoals recentelijk nog bevestigd door Minister Blok (BuZa) in zijn brief van 8 december 2020, ter ‘beantwoording vragen van het lid Van Helvert (CDA) over de geheime Europese Uniemissie (EU) naar Venezuela….’

Nederland heeft formeel geen ambassadeur in Venezuela omdat het de
presidentstermijn van Maduro niet erkent. Het Koninkrijk wordt vertegenwoordigd door een Zaakgelastigde.


Van Helvert (CDA-lid) diende zijn schriftelijke kamervraag in op 13 oktober 2020, zes dagen nadat Lepoldo Lopez Gil, Europees parlementslid (EPP) en vader van de voortvluchtige Leopoldo Lopez jr., een opvallend vergelijkbare schriftelijke vraag in het Europees Parlement indiende.

Er uiteraard is er ook een ‘ambassadeur van Guaido’ in den Haag, waarmee de ministers Blok en Rutte contact onderhouden. Als parallel diplomaat mocht hij in september j.l. zijn parallelle kijk op de situatie in Venezuela uitleggen aan de (virtuele) bezoekers van Pakhuis de zwijger, Amsterdam.

Webinar van 8 september 2020: Movies that Matters ontmoet Guaido’s Ambassador in Pakhuis de Zwijger, Amsterdam

Eerdere informatie over Guaido (tabel1) en de EU (tabel-2), in het openbaaararchief: