Bron: Nino Pagliccia 
OneWorld Press 6 juni 2020 ~~~

De Venezolanen kunnen zich verheugen over het feit dat president Maduro weer een belangrijke overwinning heeft behaald. Het EU-blok van landen heeft de zelfverklaarde Juan Guaido in januari 2019 erkend als “interim-president” van Venezuela. Desalniettemin heeft deze recente diplomatieke tête-à-tête Brussel gedwongen om impliciet toe te geven wie de legitieme regering van Venezuela is en om de onderhandelings-voorwaarden van Caracas te accepteren. Het is niet duidelijk of de EU de laatste reeks “sancties” zal intrekken, maar dat zal het Bolivariaanse proces niet tegenhouden om zich tegen het tuig te verzetten en verder te gaan op zijn weg om het kolonialisme achterhaald te maken.

Op 29 juni heeft de Europese Unie (EU) nieuwe sancties opgelegd aan 11 Venezolaanse personen. President Nicolas Maduro reageerde onmiddellijk met het bevel de EU-ambassadeur uit het land te zetten. Het hoofd van het buitenlands beleid van de EU, Josep Borrell, waarschuwde dat Brussel wraak zou nemen op Caracas vanwege zijn besluit en kondigde aan dat het de ambassadeur van Maduro bij de Europese instellingen op het matje zal roepen. Dat is nooit gebeurd. In plaats daarvan riep Josep Borrell Venezuela op om zijn beslissing terug te draaien. Op 1 juli besloot de Venezolaanse regering haar besluit, om het hoofd van de EU-missie in Caracas uit te zetten te herroepen na een telefoongesprek tussen de Venezolaanse minister van Buitenlandse Zaken Jorge Arreaza en de hoge vertegenwoordiger van de Europese Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, Josep Borrell, waarna zij een gezamenlijk communiqué uitbrachten.

Deze opeenvolging van gebeurtenissen geeft de regering van Maduro een diplomatieke overwinning. Het kan de overwinning zijn van een gepeste jeugd op het schoolplein die na elke klap van de pestkop opstaat. De aanvallen hadden om te beginnen nooit mogen plaatsvinden, maar het applaus is voor de getoonde moed en het verzet.

De geopolitieke wereld is geen schoolplein en het tuig van de wereldbende slaat toe met veel dodelijker slagen dan met vuisten.

In feite wordt Venezuela sinds 2014 openlijk aangevallen door de Amerikaanse hybride oorlog, ofwel een militaire invasie. Andere regeringen hebben zich bereidwillig opgesteld met hun eigen aandeel in de dreigementen en dwangmaatregelen (sancties) tegen de Maduro-regering.

De laatste reeks “sancties” die door Brussel aan 11 Venezolanen zijn opgelegd, heeft als extra bijzonderheid – je zou kunnen zeggen tegenstrijdig – dat ze gericht zijn tegen personen die niet op één lijn zitten met Maduro of zijn regerende Verenigde Socialistische Partij van Venezuela (Partido Socialista Unido de Venezuela — PSUV). Zo werd Luis Parra afgelopen januari tot voorzitter van de (AN) gekozen nadat hij verwijderd was uit de Justice First-partij (Primero Justicia), onder leiding van de zelfbenoemde “interim-president” Juan Guaidó. Franklyn Duarte, de eerste vicepresident van de Nationale Assemblee (AN) werd gekozen door de sociaal-christelijke COPEI-partij. En Jose Gregorio Noriega, tweede vicepresident van de AN, werd ook uit de Justice First partij gezet en is tegengenstander van de regerende partij.

Wat deze personen gemeen hebben is de bereidheid tot dialoog en democratische participatie in het politieke leven van Venezuela, vrij van buitenlandse inmenging. Daarom worden zij ervan beschuldigd “Maduro-verbonden” te zijn, omdat president Nicolas Maduro precies hetzelfde doel nastreeft. Dat is de werkelijke reden waarom zij door de EU moeten worden gestraft, zoals zij eerder door Washington werden gestraft voor hun “acties die de democratie ondermijnen”.

Desalniettemin heeft de Raad van de Europese Unie, die Juan Guaidó erkent, het volgende perscommuniqué uitgebracht: “De Raad heeft vandaag [29 juni] 11 vooraanstaande Venezolaanse ambtenaren toegevoegd aan de lijst van personen die onderworpen zijn aan beperkende maatregelen, vanwege hun rol bij handelingen en besluiten die de democratie en de rechtsstaat in Venezuela ondermijnen”. Er moet op gewezen worden, dat dit dezelfde taal is als die welke door de Amerikaanse “sancties” wordt gebruikt.

Het argument van een “ondemocratische” en “dictatoriale” Maduro-regering wordt overigens tegengesproken door het feit, dat het de monolithische politieke groepering onder leiding van Juan Guaidó is waar uiteenlopende ideologische standpunten geen grote vertegenwoordiging lijken te hebben. Degenen die zich niet scharen achter het meedogenloze hoofddoel om Maduro op welke manier dan ook uit het presidentschap te verdrijven, worden gewoon uit de partij gezet, zoals in het geval van Luis Parra en anderen.

De assertieve reactie van president Maduro om de EU-ambassadeur uit te zetten was volledig gerechtvaardigd, en wel om ten minste twee redenen.

De verhoogde bewustwording van de onafhankelijkheid. De meeste Venezolanen hebben een diepgeworteld gevoel van antikolonialisme, gebaseerd op de 209 jaar onafhankelijkheid van hun land met lange onderdrukkende periodes als Amerikaanse “achtertuin”. Een van de erfenissen van Chavismo is het herwinnen van dat gevoel van zelfbeschikking dat nu is ingebed in de culturele samenstelling van de meeste Venezolanen.

Dit staat in schril contrast met het al even diepgewortelde gevoel van kolonialisme dat het beleid van de meeste Europese landen doordringt. Maduro maakte dit punt zeer expliciet toen hij protesteerde tegen de inmenging van de EU in het interne besluit van Venezuela over de samenstelling van de nationale verkiezingsraad (CNE). Maduro zei: “Rommel niet meer met Venezuela. Blijf uit de buurt van Venezuela, Europese Unie, genoeg van je koloniale zienswijze!” Minister van Buitenlandse Zaken Jorge Arreaza stemde daarmee in met zijn tweet, “[De EU] koloniale erfenis en herinnering leiden hen naar de bodemloze put van illegaliteit, agressie en vervolging van ons volk.”

Onverdraagzaamheid tegenover elke vorm van inmenging. De tweede reden die verband houdt met de eerste heeft te maken met de intolerantie van Venezuela ten opzichte van elke vorm van inmenging in de binnenlandse aangelegenheden van het land. Dit is misschien wel de grootste politieke kloof tussen de regering van Maduro, die nationalistisch is en een verdediger van de soevereiniteit, en de Guaidó-groep, die buitenlandse inmenging niet alleen verwelkomt, maar deze ook actief uitnodigt en erdoor wordt gesteund.

Venezuela houdt zich volledig aan het internationaal recht, met name aan het Handvest van de Verenigde Naties. Niemand kan beweren dat Venezuela zich bemoeit met de interne aangelegenheden van andere landen. De Verenigde Staten omzeilen echter op flagrante wijze de internationale wetten met het uitvaardigen van binnenlandse uitvoeringsbesluiten of wetten van het Congres, die zijn extraterritoriale zelfbenoemde “recht” aan andere landen opleggen. De talrijke Amerikaanse “sancties” tegen Venezuela worden niet alleen opgelegd aan Amerikaanse entiteiten, maar ook extraterritoriaal aan niet-Amerikaanse entiteiten, vaak onder bedreiging. Dit is een van de meest schadelijke vormen van inmenging naast een militaire invasie. De EU en Canada lopen niet al te ver achter met hun inmenging.

Het was ook correct dat president Maduro zijn besluit introk.

Het is nooit de bedoeling geweest van Chavismo en zijn Bolivariaanse revolutie om het aangaan van eerlijke, zinvolle en respectvolle internationale betrekkingen te verwerpen. President Maduro heeft zich vastbesloten getoond om dat doel te bereiken en heeft, tot zijn eer, de EU gedwongen om die vastbeslotenheid bij deze gelegenheid te aanvaarden. Het gezamenlijke communiqué concludeert: “Het ministerie van Volksmacht voor Buitenlandse Betrekkingen van de Bolivariaanse Republiek Venezuela en de Dienst voor Buitenlandse zaken van de Europese Unie … zijn overeengekomen diplomatieke contacten tussen de partijen op het hoogste niveau te bevorderen, in het kader van een oprechte samenwerking en met inachtneming van het internationaal recht.

Misschien moeten de Venezolanen zich verheugen in het feit dat ook Maduro als president een belangrijke overwinning heeft behaald. Het EU-blok van landen heeft Juan Guaido in januari 2019 erkend als “interim-president” van Venezuela. Desalniettemin heeft dit recente diplomatieke tête-à-tête Brussel gedwongen om impliciet toe te geven wie de legitieme regering van Venezuela is en om de onderhandelingsvoorwaarden van Caracas te accepteren.

Het is niet duidelijk of de EU de laatste reeks “sancties” zal intrekken, maar dat zal het Bolivariaanse proces niet tegenhouden om zich tegen het tuig te verzetten op zijn weg om het kolonialisme achterhaald te maken.


Door Nino Pagliccia, Venezolaans-Canadese freelance schrijver en activist