Bron:  Roger Harris 
counterpunch 16 juli 2021 
naar TFA-verklaring 13 juli 2021 ~~~

Voordat Henry Kissinger een vriend van Clinton werd, veroordeelden liberalen hem voor zijn uitspraak: “Ik zie niet in waarom we moeten toekijken hoe een land communistisch wordt door de onverantwoordelijkheid van zijn volk. De Chileense kiezers mogen niet zelf over de problemen beslissen. In 1973 volgde een door de VS gesteunde staatsgreep en bloedbad in Chili. Nu heeft Uncle Sam een probleem in Nicaragua, waar onafhankelijke opiniepeilingen een verpletterende overwinning voorspellen voor de linkse Sandinistische partij van Daniel Ortega bij de presidentsverkiezingen van 7 november.

De regering van de VS en haar hielen-likkende media proberen de herverkiezing van Ortega te voorkomen. Op 12 juli legden de VS visumbeperkingen op aan honderd Nicaraguaanse verkozen parlementsleden, leden van de rechterlijke macht en hun gezinnen wegens “ondermijning van de democratie”. Een maand eerder legde de regering Biden sancties op aan de dochter van president Ortega, samen met een militaire generaal, het hoofd van de centrale bank, en een gekozen wetgever.

Deze en andere recente illegale VS-sancties tegen Nicaragua zijn bedoeld om regimeverandering te bevorderen en zijn gebaseerd op de belachelijke beschuldiging dat deze arme en kleine natie een “buitengewone en ongebruikelijke bedreiging voor de nationale veiligheid van de VS” vormt, terwijl het tegendeel het geval is.

De NICA Act van 2018, onder de regering Trump, legde sancties op, waaronder het blokkeren van leningen van internationale financiële instellingen die door de VS worden gecontroleerd. In augustus 2020 werd het plan Responsive Assistance in Nicaragua (RAIN) onthuld, dat een veelzijdige coup-strategie is waarbij de VS bedrijven contracteren om de Nicaraguaanse regering omver te werpen. RAIN roept op tot een “plotselinge, onverwachte overgangsregering” om te voorkomen dat de Sandinisten bij vrije verkiezingen zouden winnen, zoals zij toegeven. In een naadloze overdracht van de Trump- naar de Biden-regering zou de hangende RENACER-act de “gerichte sancties” verder uitbreiden.

De Amerikaanse inmenging in Nicaragua en in heel Latijns-Amerika in het kader van de Monroe-doctrine van 1823 heeft een lange geschiedenis die tot op heden voortduurt. In 1856 probeerde een Amerikaans staatsburger, William Walker, zich op te dringen als hoofd van een slavenstaat in Nicaragua, om vier jaar later te worden vermoord. In 1912 begon de VS een bezetting van Nicaragua, waardoor het land gedwongen werd een VS-protectoraat te worden. De VS werd in 1933 verdreven in een oorlog onder leiding van de nationale held Augusto C. Sandino, naar wie de huidige revolutionaire partij is genoemd. In de jaren ’80 vochten de Contra’s, proxies van de VS-regering, tegen de nieuwe Sandinisten nadat zij de door de VS gesteunde dictatuur van Somoza ten val hadden gebracht.

Problematische uitgangspunten

In het verleden verzetten de meeste Amerikaanse progressieven zich tegen het imperialisme van hun regering. Maar meer recentelijk, zoals Jeremy Kuzmarov van CovertAction Magazine opmerkte: “De Amerikaanse oorlogsstokers zijn zo bedreven geworden in propaganda dat ze niet alleen een aanvalsoorlog kunnen voeren zonder protest op te roepen; ze kunnen ook liberalen dwingen om vredesactivisten aan te klagen met taal die doet denken aan het McCarthy-tijdperk.”

Een recente open brief aan de Nicaraguaanse regering van de Amerikaanse Solidariteitswerkers 1979-1990 weerspiegelt de imperiale praatjes van de VS. Deze Amerikaanse open brief, gedateerd 1 juli, wordt vergezeld door een brief van Europeanen, die vroeger actief waren in de solidariteit met Nicaragua, en een brief van internationale academici, voornamelijk op het gebied van Latijns-Amerikaanse studies. (De links naar alle drie de brieven kunnen onbetrouwbaar zijn.) In alle drie de brieven, die waarschijnlijk gecoördineerd zijn, wordt in vergelijkbare bewoordingen kritiek geleverd en worden dezelfde eisen gesteld.

Terwijl andere internationale activisten uit de jaren tachtig nog steeds prioriteit geven aan non-interventie en solidariteit met de Sandinistische regering, moeten de zorgen die in de open brief worden geuit met respect worden geëvalueerd. De open brief is gebaseerd op de volgende problematische premissen:

In de open brief wordt beweerd dat het Ortega regime schuldig is aan misdaden tegen de menselijkheid.

In feite is Nicaragua verreweg het meest progressieve land in Centraal-Amerika onder de Sandinistische regering.

In tegenstelling tot de Guatemalanen, Hondurezen en El Salvadorianen in deze VS-cliëntstaten, vluchten Nicaraguanen niet naar de VS op zoek naar een beter leven. Armoede en extreme armoede zijn in Nicaragua gehalveerd, en de VN Millennium Ontwikkelingsdoelstelling van het terugdringen van ondervoeding is bereikt. Basisgezondheidszorg en -onderwijs zijn gratis, en analfabetisme is vrijwel uitgebannen, terwijl Nicaragua het hoogste niveau van gendergelijkheid in Amerika heeft. Nicaragua, dat het laagste moordcijfer van Midden-Amerika heeft, heeft ook de kleinste politiemacht met het kleinste budget van de regio. Dit zijn niet de kenmerken van een dictatuur.

In de open brief wordt beweerd dat de couppoging van 2018 gewoon een “demonstratie van zelfbeschikking” was.

Hoewel de open brief correct opmerkt dat de gebeurtenissen van 2018 een element van ontevredenheid onder het volk weerspiegelden, laat het de miljoenen dollars en vele jaren van door de VS gesponsorde ondermijning in Nicaragua onvermeld.

Campagnes in de sociale media met valse informatie, georkestreerd door groepen die door de VS werden gesteund, voedden de gewelddadige protesten. Volgens solidariteitsactivist Jorge Capelán: “degenen die hier in Nicaragua in april 2018 burgers ontvoerden, martelden, beroofden, vermoordden en verkrachtten, waren de couppromotors. Zij hebben zelf alles opgenomen met hun mobiele telefoons. Ze staken zelfs vermoorde Sandinistische kameraden op straat in brand.”

Benjamin Waddell, een ondertekenaar van de open brief, gaf toe “dat het steeds duidelijker wordt dat de steun van de VS een rol heeft helpen spelen bij het voeden van de huidige [2018] opstanden.” Dan La Botz, een andere Ortega-moet-gaan partisaan, gaf de achtergrond: “Amerikaanse organisaties zoals USAID en de National Endowment for Democracy (NED), en ongetwijfeld ook de CIA, werkten natuurlijk al tientallen jaren in Nicaragua zoals ze dat overal ter wereld doen.”

Geen enkel inhoudelijk progressief alternatief werd in 2018 door de oppositie geboden, aldus William Robinson, een andere ondertekenaar van de open brief. In plaats daarvan was 2018 een poging om met geweld te bereiken wat niet op democratische wijze via de stembus kon worden bereikt.

De open brief stelt dat de Nicaraguaanse regering “op geen enkele manier de waarden, principes en doelen van de Sandinistische revolutie vertegenwoordigt.”

Deze houding geeft aan buitenlanders de rol om het Nicaraguaanse volk te vertellen hoe het zijn revolutie moet evalueren. Het verkiezingsproces in Nicaragua maakt duidelijk dat de Nicaraguanen daar anders over denken.

Na de succesvolle omverwerping van de door de VS gesteunde dictator Somoza en de contrarevolutionaire oorlog tegen de door de VS gesteunde Contra’s, verloren de Sandinisten de verkiezingen van 1990. Met name de aftredende president Ortega gehoorzaamde zonder aarzelen het verkiezingsmandaat, de eerste keer in de geschiedenis van Nicaragua dat de regeringsmacht vreedzaam werd overgedragen aan een andere politieke partij. Na 17 jaar van neoliberale bezuinigingen won Daniel Ortega de presidentsverkiezingen van 2006 met een meerderheid van 38% en won hij in 2011 met 63% en in 2016 met 72,5%. Ortega’s steeds grotere electorale marges suggereren dat de meerderheid van de Nicaraguanen hem steunt als de legitieme leider van de Sandinistische revolutie.

Problematische voorstellen

In dezelfde beladen taal als de Amerikaanse regering roept de open brief het “Ortega-Murillo regime” op om politieke gevangenen vrij te laten, waaronder “presidentskandidaten”, leden van de oppositie en “historische leiders” van de Sandinistische revolutie; de nationale veiligheidswet op grond waarvan deze personen werden gearresteerd in te trekken; en te onderhandelen over electorale hervormingen.

Nicaragua heeft onlangs twee wetten aangenomen: de wet op de buitenlandse agenten en de wet ter verdediging van de rechten van het volk op onafhankelijkheid, soevereiniteit en zelfbeschikking voor de vrede. Deze wetten, die volgens de open brief moeten worden ingetrokken, stellen het bevorderen van buitenlandse inmenging in de binnenlandse aangelegenheden van Nicaragua, het streven naar buitenlandse militaire interventie, het organiseren van terroristische daden en het bevorderen van economische dwangmaatregelen tegen hun land strafbaar. Dit zijn activiteiten die eveneens verboden zijn in de FARA-wet van de VS, naar welke wet de Nicaraguaanse wetten zijn gemodelleerd.

De recente acties van de Nicaraguaanse regering om mensen te vervolgen die hun wetten overtreden is een normale functie van het bestuur. Dat sommige van de beschuldigde daders wellicht politieke aspiraties hebben, immuniseert deze personen niet van arrestatie wegens onwettige activiteiten.

In de brief van de bovengenoemde academici wordt beweerd dat zich onder de arrestanten de “meest prominente potentiële presidentskandidaten van de oppositie” bevinden. In feite heeft geen van de 17 politieke partijen in Nicaragua zijn kandidaten gekozen, en “de meeste van degenen die momenteel worden onderzocht behoren tot geen enkele wettelijk geregistreerde partij“. Stephen Sefton meldt vanuit Nicaragua dat “geen enkele vooraanstaande figuur van de politieke oppositiepartijen van Nicaragua getroffen is door de recente reeks arrestaties van mensen van organisaties die de couppoging van 2018 steunden.”

Een van de meest prominente van de gearresteerden is NGO-directeur Cristiana Chamorro, beschuldigd van het witwassen van geld voor het ontvangen van miljoenen dollars van de USAID, andere Amerikaanse overheidsinstellingen en gelieerde stichtingen voor regime-veranderingsdoeleinden. In haar verdediging beweerde zij ongeloofwaardig dat het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse Zaken haar had gecontroleerd en alles naar hun zin had bevonden.

De “historische leiders” van de Sandinistische revolutie zijn inderdaad “historisch”; mensen die lang geleden met de revolutie hadden gebroken en sinds 1994 hadden samengewerkt met de door de VS gesteunde rechtse oppositie en NGO’s. Meer zelfs, zij worden beschuldigd van illegale collusie met buitenlandse mogendheden.

In de open brief wordt opgeroepen tot “onderhandelingen over electorale hervormingen“, maar de electorale wetgeving wordt in Nicaragua, net als in de VS, bepaald door het wetgevingsproces en niet door onderhandelingen tussen verschillende machtsblokken. Nicaragua heeft enkele, maar niet alle hervormingen doorgevoerd die door de Organisatie van Amerikaanse Staten zijn voorgeschreven. De vierde tak van de regering, de Hoge Kiesraad (CSE), houdt toezicht op de verkiezingen. Een derde van de huidige CSE bestaat uit vertegenwoordigers van andere partijen dan de regerende partij, ook al hebben de Sandinisten een supermeerderheid in de wetgevende macht. (NOOT: Ter vergelijking: in de Nederlandse Kiesraad die in zijn huidige samenstelling veel ingrijpende veranderingen doorgevoerd heeft, zitten uitsluitend vertegenwoordigers van de regeringspartijen)

Het recht van de Nicaraguaanse revolutie om zichzelf te verdedigen

In de open brief wordt weliswaar “de lange en beschamende geschiedenis van de Amerikaanse overheidsbemoeienis” erkend, maar niet het recht van de Nicaraguaanse revolutie om zichzelf te verdedigen. Integendeel, hun impliciete goedkeuring van de couppoging van 2018 is een oproep tot regimeverandering met niet-democratische middelen en een impliciete vrijbrief voor inmenging van de VS.

De constatering in de open brief dat “de misdaden van de Amerikaanse regering – in heden en verleden – niet de oorzaak zijn van, noch een rechtvaardiging of excuus vormen voor” het gedrag van de huidige regering in Nicaragua is een deur die twee kanten op zwaait. Wat de vermeende wandaden van de regering Ortega ook mogen zijn, dat rechtvaardigt nog steeds niet de regime-change campagne van de Amerikaanse regering. In de open brief wordt met geen woord gerept over de huidige Amerikaanse interventie, met name de straffe NICA- en RENACER-wetten.

De Nicaraguaanse regering heeft prioriteit gegeven aan de behoeften van arme en werkende mensen en heeft op verschillende fronten verbazingwekkende vooruitgang geboekt. Dat is de reden waarom zij het doelwit zijn van een regimeverandering, en waarom de Nicaraguanen maatregelen hebben genomen om de Amerikaanse interventie te dwarsbomen.

De regering Trump heeft zich specifiek gericht op de zogenaamde “Trojka van Tirannie” – Cuba, Venezuela en Nicaragua – met repressieve illegale sancties gericht op regimeverandering. Dat beleid van Amerikaanse overheersing is niet begonnen met Trump, noch eindigt het met de nieuwe Amerikaanse regering.

De imperialisten zijn duidelijk over wie zij als hun vijand beschouwen; sommige elementen ter linkerzijde zijn minder duidelijk over wie hun vriend is en of Nicaragua het recht heeft om zichzelf te verdedigen. Als de ondertekenaars van de open brief geloven, zoals zij beweren, “in het recht van het Nicaraguaanse volk op zelfbeschikking… van een soeverein volk dat zijn eigen lot bepaalt,” dan moeten de verkiezingen van 2021 worden beschermd, vrij van inmenging door de VS, zijn internationale bondgenoten en zijn gefinancierde NGO’s.

Roger Harris zit in het bestuur van de Task Force on the Americas, een 32 jaar oude anti-imperialistische mensenrechtenorganisatie.