Bron: Rick Sterling 
covertactionmagazine 8 juni 2021 (EN)
cubanismo 23 juni 2021 (NL) ~~~

(Redaktie Cubanismo:) Er zal best wel wat fout gaan onder president van Nicaragua Daniel Ortega, ooit een internationaal geloofd progressief boegbeeld. De VS-steun aan de rechtse oppositie is echter totaal niet gericht op noch bedoeld om democratie en respect voor de mensenrechten te verbeteren. Wat deze steun nastreeft is integendeel een terugkeer naar het voor een kleine elite lucratieve regime van ‘Somoza zonder Somoza’, de tot 1979 door de VS gesteunde dictator.

Rick Sterling

Het Amerikaanse buitenlandbeleid wordt almaar meer aangestuurd door stichtingen opgericht door miljardairs. Het neoliberale tijdperk heeft een handvol enkelingen ongelooflijk rijk gemaakt. Die wenden met “liefdadigheid” hun rijkdom aan om hun invloed te laten gelden en zich daar nog goed bij te voelen ook.

Deze filantropen mogen dan in bepaalde kwesties progressieve standpunten innemen, in het algemeen staan zij pal achter het Amerikaanse buitenlandbeleid en de “vrije markt”. Aangezien investeringen en speculatie de bouwstenen zijn van hun rijkdom, willen de meesten doorgaans niet weten van een geplande economie, van sociale diensten buiten de privésector of van meer controle door de overheid.

Mike Pompeo: “Sta op uit het graf. We doen een beroep op jouw diepe kennis van de brutale dictaturen van Latijns-Amerika!”.
Elliott Abrams’ antwoord: “Steunen, afzetten of installeren?”. Cartoon: therealnews.com

Deze superrijken en de personen die voor hen hun stichtingen beheren, zijn vaak nauw verbonden met het establishment dat verantwoordelijk is voor de opstelling van het buitenlandbeleid. Zij kennen beurzen toe voor projecten, campagnes en organisaties die overeenstemmen met hun eigen langetermijndoelstellingen.

Zogenaamd ‘onafhankelijke’ denktanks en ngo’s worden op die manier rechtstreeks door hen beïnvloed of zelfs gecontroleerd.”Wie betaalt, bepaalt”, leert de volkswijsheid en daar schuilt veel waarheid in.

Onafhankelijk Nicaragua

Nicaragua is een goed voorbeeld. Dat Washington de regering van Nicaragua vijandig gezind is, heeft te maken met zowel het verleden als het heden. In 1979 verdreef het socialistische Frente Sandinista de Liberación Nacional (FSLN – Sandinistisch Front van Nationale Bevrijding[1]) de door de VS gesteunde dictator Anastasio Somoza en bleef aan de macht tot 1990.

Na tien jaar van door de VS gesponsorde “Contra”-oorlog en economische sancties werden de Sandinisten weggestemd. Zestien jaar van neoliberaal beleid overtuigden het Nicaraguaanse volk om in 2006 de Sandinisten opnieuw de teugels in handen te geven. Sindsdien heeft het Sandinistisch Front twee opeenvolgende verkiezingen gewonnen, telkens met meer stemmen dan voorheen: 62 procent in 2011 en 73 procent in 2016.

De Sandinisten behielden sindsdien het kapitalistische economische systeem maar zetten heel wat sociale diensten op poten, onder andere gezondheidszorg en onderwijs, alsook gemeenschapsgerichte ordehandhaving. Het land voorziet zelf in 90 procent van zijn benodigde voedsel, een indrukwekkend resultaat. Het voert een onafhankelijk buitenlandbeleid dat soms dezelfde lijn volgt als Cuba, Venezuela en andere onafhankelijke bewegingen in Latijns-Amerika.

Nicaragua heeft vervolgens een plan uitgewerkt voor een nieuw kanaal tussen de Atlantische en de Stille Oceaan, wat meteen door de VS werd afgekeurd: dit zou immers een concurrent zijn voor het Panamakanaal en buiten de Amerikaanse invloedssfeer vallen.

Nadat een Chinese investeerder over de kop ging, werd het plan opgeschort maar nog niet afgevoerd. Of het nu doorgaat of niet, dat de Nicaraguaanse regering ook maar durfde met een dergelijk plan op de proppen te komen, was genoeg om zich de vijandschap van het Amerikaanse establishment op de hals te halen.

Nicaragua in het Amerikaanse vizier

De door de VS gefinancierde “civiele maatschappij”, een “nieuwe generatie van democratische leiders” en een “ecosysteem van onafhankelijke media”: achter deze dunne sluier speelt de Amerikaanse bemoeienis zich sindsdien af. In september 2016 verklaarde Marcela X. Escobari, hooggeplaatste ambtenaar van USAID[2], aan de Commissie Buitenlandse Zaken van het Huis van Afgevaardigden dat 2.200 jongeren een “training in leiderschap” hebben gekregen.

De hypocrisie van de Amerikaanse regering is echt verbijsterend. Kun je je voorstellen dat Nicaragua (of Rusland of om het even welk land) duizenden Amerikaanse activisten zou opleiden om “de democratie te bevorderen” in de VS?

In december 2018 keurden de VS de Nicaragua Human Rights and Anticorruption Act goed die economische sancties oplegt en belet dat Nicaragua leningen, financiële of technische bijstand kan krijgen van door de VS gedomineerde financiële instellingen.

Pagina 4 van dit USAID-rapport verwijst meermaals naar ‘transition to democracy’,
 geijkte term voor ‘regime change’. Bron: thegrayzone.com

In august 2020 publiceerde Ben Norton, journalist van de onafhankelijke nieuwswebsite The Grayzone, de details van een nieuwe “opdracht” onder de naam Responsive Assistance in Nicaragua (RAIN). Het document “zet de plannen uiteen voor een door de VS uitgewerkte regimewissel, gericht tegen de verkozen linkse regering.” Kortom, Washington staat niet alleen vijandig tegenover het regime maar probeert ook actief de Sandinistische regering te ondermijnen, destabiliseren en vervangen.

Het establishment, Nicaragua en Elliott Abrams

Een van de belangrijkste instellingen van het establishment dat in de VS het buitenlandbeleid vormgeeft, is de denktank Council on Foreign Relations (CFR – Raad voor Buitenlandse Betrekkingen). Auteur Laurence N. Shoup analyseerde de rol en het belang van deze instelling in een tweedelig boek: “Imperial Brain Trust en Wall Street’s Think Tank,” De titels spreken voor zich.

Uit de activiteiten en publicaties van de CFR, waaronder het tijdschrift Foreign Affairs, kun je duidelijk opmaken wat de belangrijkste prioriteiten van het buitenlandbeleid zijn en waarover de debatten gaan. Rapporten en publicaties van de CFR staan bol van vijandschap tegenover de Nicaraguaanse regering.

Treffend is bijvoorbeeld een artikel van Elliott Abrams, die er een veertigjarige carrière als hooggeplaatst ambtenaar van het buitenlandbeleid heeft opzitten. Hij werd ooit veroordeeld omdat hij tegen het Congres had gelogen maar dat verhinderde niet dat hij toch als senior fellow door de CFR in de armen werd gesloten. In september 2015 schreef hij een artikel over een Sandinistische aanval tegen de inheemse minderheid van de Miskito’s. Zijn artikel eindigde met een oproep aan milieu- en mensenrechtenorganisaties:

“Het blijft een open vraag of iemand – groepen die het milieu verdedigen, of de rechten van de indianen of de mensenrechten in het algemeen, of vechten tegen de Sandinistische repressie — het voor hen zal opnemen.”

Blijkbaar hebben meerdere belangrijke stichtingen gevolg gegeven aan zijn oproep en berichtgeving gefinancierd die de aandacht vestigt op het conflict en de spanningen in het inheemse gebied van de Miskito’s.

In maart 2017 verscheen een artikel in The Guardian, gebaseerd op onderzoek, gefinancierd door de Bill and Melinda Gates Foundation onder de titel Lush heartlands of Nicaragua’s Miskito people spark deadly land disputes (Nicaragua’s weelderige Miskito-regio leidt tot dodelijke geschillen over het grondgebied). 

Of de oproep van Elliott Abrams er voor iets tussen zat, is niet bekend maar de anti-Sandinistische boodschap bleek hoe dan ook aangekomen te zijn. Op het Amerikaanse werelddeel komen grondgeschillen met inheemse groepen vaak voor, ook in Noord-Amerika. Je kan zowat elk land onderzoeken en er verslag over uitbrengen. De door miljardairs gefinancierde stichtingen rapporteren echter niet over grondconflicten in Colombia, Honduras of in de Canadese provincie British Columbia. Neen, ze hebben het uitsluitend over Nicaragua.

Het is niet de eerste keer dat de Miskito in Nicaragua in een conflict betrokken raken. In de jaren 1980 werden ze reeds door de CIA gemanipuleerd voor de uitbouw van het door de VS gesteunde Contraleger, dat veel Nicaraguanen het leven kostte. 35 jaar later proberen individuen als Elliott Abrams opnieuw de Miskito voor hun kar te spannen. De Miskito hebben wel degelijk een aantal legitieme disputen met de Nicaraguaanse regering, maar zoeken hun zogenaamde pleitbezorgers in de VS daar een oplossing voor of willen ze hen misbruiken voor eigen gewin? Dat zijn immers twee heel verschillende zaken.

Economische oorlogvoering en Conflict Beef

De VS nemen almaar meer hun toevlucht tot sancties en economische oorlogen om regeringen die zogenaamd “tegen de VS ingaan” te beschadigen. Een aantal rechtse raadgevers van het buitenlandbeleid zouden maar al te graag de economische schade aan Nicaragua opdrijven en bijvoorbeeld de export van rundvlees uit Nicaragua naar de VS verhinderen.

Veeteelt is een belangrijk onderdeel van de Nicaraguaanse economie. Vroeger exporteerde Nicaragua grote hoeveelheden rundvlees naar Venezuela maar de extreme economische moeilijkheden aldaar hebben die export gekelderd. Nicaragua probeert die kloof te dichten door grotere hoeveelheden kwaliteitsvol rundvlees uit te voeren naar de VS.

Op 20 oktober 2020 werd in het programma PBS Newshour[3] een video van negen minuten uitgezonden over Conflict Beef. Volgens deze documentaire “betalen de inheemse gemeenschappen een hoge prijs” voor de toegenomen Nicaraguaanse uitvoer: “Ze worden van hun land verjaagd en moeten plaats maken voor veeteeltbedrijven”. Deze beschuldiging en de suggestie dat het misschien beter zou zijn geen Nicaraguaans rundvlees meer in te voeren in de VS, was een van de kernboodschappen van de video, een combinatie van journalistiek en activisme.

Na de vertoning van de documentaire werd de kwestie verder onderzocht en ging men inheemse leiders uit de regio interviewen. Uit dat onderzoek bleek echter dat het rapport van PBS Newshour zeer onnauwkeurig was. Journalist John Perry, die werkt vanuit Nicaragua, gaat hier dieper op in in zijn artikel Progressive Media Promoted a False Story of Conflict Beef from Nicaragua, gepubliceerd door de VS-mediawatchdog Fairness and Accuracy in Reporting. In de PBS-documentaire werd gesuggereerd dat geweld werd gebruikt maar minstens een deel daarvan bleek of uit de duim gezogen of heel erg overdreven. Ook verwijzingen naar een “genocide” zijn ongeloofwaardig.

De overdreven en valse beschuldigingen in het PBS-rapport komen uit vier bronnen. Lottie Cunningham is een inheemse advocate aan het hoofd van het Center for Justice and Human Rights on the Atlantic Coast of Nicaragua (CEJUDHCAN). Haar organisatie wordt gesteund door USAID en zelf heeft ze nauwe banden met de Amerikaanse ambassadeur in Nicaragua. De VN-Mensenrechtenraad heeft persberichten uitgegeven die uitsluitend op haar beschuldigingen gebaseerd zijn. Als we mogen afgaan op dit rapport, is het duidelijk dat sommige van haar beschuldigingen zwaar overdreven zijn en andere gewoon onwaar.

Een tweede bron is Anuradha Mittal, stichter en directeur van de ngo Oakland Institute. Deze instelling kreeg ongeveer 250.000 dollar voor een onderzoek naar het “grondgeschil” in Nicaragua. Veel van zijn informatie was afkomstig van het eigen rapport van dit Oakland Institute en van de beweringen van Lottie Cunningham, die naast steun van USAID ook nog de Lush Spring Prize kreeg, een prijs die wordt gesponsord door het bedrijf Lush Cosmetics.

Uit onlangs gepubliceerde interviews met talrijke verkozen inheemse leiders uit Nicaragua’s autonome inheemse regio’s blijkt echter dat zij sceptisch, om niet te zeggen vijandig staan tegenover Lottie Cunningham. Haar organisatie CEJUDHCAN vertegenwoordigt niet de belangen van de inheemse gemeenschappen, stellen zij, maar promoot geweld en publiciteit voor eigen gewin.

De belangrijkste journalist van het PBS-rapport was Nate Halverson van het Center for Investigative Reporting (CIR). Het CIR krijgt zeer veel financiële steun en beschikt over een budget rond de 10 miljoen dollar. Het wordt tevens rijkelijk bediend door tientallen individuele stichtingen, onder andere de stichtingen van de familie Hearst (625.000 dollar), van Soros (325.000 dollar), Bill Gates (247.000 dollar), Ford (250.000 dollar) en Pierre Omidyar (900.000 dollar).

In de PBS-video dook nog een journalist op. Camilo de Castro Belli is de zoon van schrijfster Giacondo Belli, zelf een felle critic vaan de Sandinisten en een Central America Fellow van het neoliberale Aspen Institute. Dat instituut wordt gefinancierd door de liefdadigheidsinstellingen van miljardairs Rockefeller, Ford, Gates en anderen. Voorzitter van het Aspen Institute James S. Crown is tevens directeur van General Dynamics Corporation, een van de belangrijkste wapenfabrikanten ter wereld, die onder president Barack Obama lid was van de Intelligence Advisory Board[4].

De belangrijkste beschuldigingen in het Conflict Beef-verhaal blijken vals te zijn. Het rundvlees voor de uitvoer komt niet van vee dat in de inheemse regio’s wordt geteeld. Elk dier heeft een individueel label toegekend door de overheidsdienst Instituto de Protección y Sanidad Agropecuaria (IPSA Instituut voor Bescherming en Gezondheid van Landbouw en Visteelt). Dit label wordt op zijn beurt gecontroleerd door het ministerie van Landbouw van de VS.

Op dit ogenblik onderhandelen Nicaragua en de EU-diensten ter voorbereiding van uitvoer naar dat continent. Deze video, gemaakt door een van de Nicaraguaanse producenten van rundvlees, toont duidelijk dat er heel professioneel wordt gewerkt.

Zelfs de inleiding tot het PBS-rapport is vals en louter op sensatie gericht: “Een jong Miskitomeisje werd in het gezicht geschoten door iemand ‘die een waarschuwing wou sturen’ naar de gemeenschap”. In werkelijkheid ging het incident over een meisje dat per ongeluk werd geraakt toen een jongen met zijn vaders geweer aan het spelen was. Die versie werd bevestigd door de voorzitter van de lokale inheemse gemeenschap die de familie van het slachtoffer kent. Het meisje heeft het incident overleefd maar haar ouders bleken omgekocht om dit verhaal te fabriceren.

Ook de bewering dat tientallen gewapende mannen een inheems dorp in het noordoosten van Nicaragua zouden hebben aangevallen en daarbij vier leden van de gemeenschap der Mayangna doodden, blijkt vals te zijn. Tot tweemaal toe werd een versie van dit verhaal opgedist in het rapport van het Oakland Institute en door Lottie Cunningham (CEJUDHCAN) naar de VN-Mensenrechtenraad gestuurd, die daarover beaat een persbericht verspreidde, ondanks de snelle ontmaskering van dzee beweringen door de voorzitter van de Mayangna-gemeenschap. De media sprongen meteen op het verhaal, na amper twee telefoontjes, zonder ook maar even de waarheid te toetsen.

Telkens Washington zijn pijlen richt op een regering, zoals in het geval van de Sandinistische regering, pleiten de media “schuldig tot bewijs van het tegendeel”. Het Conflict Beef-verhaal onthult hoe grote stichtingen onderzoeksrapporten beïnvloeden die de doelstellingen van het Amerikaanse buitenlandbeleid in Nicaragua dienen: wie zich onafhankelijk opstelt, wordt in diskrediet gebracht en economisch gestraft.

Rick Sterling. Foto: covertactionmagazine.com

How Bilion-Dollar Foundations Fund NGOs to Manipulate US Foreign Policy: A Case Study from Nicaragua verscheen in Covert Action Magazine op 8 juni 2021 en werd vertaald door Marina Mommerency. Rick Sterling is onderzoeksjournalist in de San Francisco Bay Area. Hij is actief in de Taskforce on the Americas en heeft onderzoek gedaan en artikels geschreven over de groeiende trend in de VS om instellingen voor hoger onderwijs te beheren als commerciële bedrijven.  Je kan hem contacteren op rsterling1@protonmail.com.

De Wereld Morgen

Notes:

[1] Het sandinisme verwijst naar historisch revolutionair leider Augusto Sandino (1895-1934).

[2] USAID is officieel het agentschap van de Amerikaanse overheid voor ontwikkelingssamenwerking, in werkelijkheid is het een vehikel voor rechtstreekse politieke inmenging in de landen waar het actief is.

[3] PBS NewsHour is een Amerikaans avondnieuwsprogramma van de openbare overheidszender PBS dat zeven avonden per week wordt uitgezonden op meer dan 350 aangesloten stations .

[4] Crown was een belangrijke sponsor van Obama’s verkiezingscampagne, toen hij voorzitter was van de bank JPMorgan Chase. Tegen hem werd een crimineel onderzoek gestart nadat de bank 6,2 miljard dollar had verloren door handel in risicovolle kredietderivaten waar de overheidsregulator niets van afwist. Zie in dit verband Jeremy Kuzmarov, Obama’s Unending Wars: Fronting the Foreign Policy of the Permanent Warfare State (Atlanta: Clarity Press, 2019)