Bron: José Luis Granados Ceja (@GranadosCeja) 
kawsachunnews 26 juli 2021 ~~~

Zowel Republikeinse als Democratische regeringen zijn bereid samen te werken met extreem-rechtse actoren als onderdeel van de niet aflatende inspanning van de VS om de Cubaanse Revolutie en haar voorbeeld te doven.

Mexico Stad, Mexico – Onder de eerste groepen die de demonstraties in Miami tegen de Cubaanse Revolutie steunden, bevonden zich de extreem-rechtse Proud Boys. In Mexico-Stad trokken sympathisanten van de rechtse PAN – een partij waarvan de oprichters banden hadden met het nazisme – naar de Cubaanse ambassade, waar zij ambassadepersoneel mishandelden en racistische en homofobe uitlatingen deden.

Van moordpogingen tot het bombarderen van passagiersvliegtuigen, de tegenstanders van de Cubaanse Revolutie hebben hun toevlucht genomen tot de meest verachtelijke methoden om te trachten de revolutionaire regering in Cuba ten val te brengen. Het verband tussen fascisme en gusanos is reeds lang gelegd.

Aan de andere kant wordt de Cubaanse Revolutie sinds haar overwinning op een door de VS gesteunde dictatuur in 1959 verdedigd door de internationalistische linkerzijde.

Meer recentelijk, nadat contrarevolutionairen de protesten die op 11 juli in Cuba uitbraken probeerden te gebruiken om een regimewisseling te bevorderen, kwamen ook aanhangers van de Cubaanse Revolutie snel in actie, organiseerden demonstraties tegen de Amerikaanse interventie en riepen opnieuw op tot beëindiging van de blokkade.

Terwijl de Amerikaanse president Joe Biden nog meer unilaterale sancties aan het land oplegde, organiseerden solidariteitsactivisten transporten van broodnodige medische voorraden. In een paginagrote brief in de New York Times riepen groepen als The People’s Forum en de ANSWER Coalition Biden op om niet langer vast te houden aan hetzelfde beleid dat Donald Trump ten aanzien van Cuba voert en in plaats daarvan de blokkade te beëindigen.

Terwijl Cuba vandaag zijn Dag van de Nationale Opstand herdenkt, is de band tussen Cuba en zijn Latijns-Amerikaanse en Caribische buren alleen maar sterker geworden.

De Mexicaanse president Andrés Manuel López Obrador zei zelfs dat Cuba moet worden beschouwd als het “Erfgoed van de Mensheid” vanwege zijn voorbeeld van verzet en de verdediging van zijn soevereiniteit tegenover de imperialistische agressie van de VS.

Terwijl in de VS stemmen opgaan voor een expliciete militaire interventie in het Caribische land, bewijzen deze daden van solidariteit in hoge mate dat Cuba niet alleen staat in zijn strijd tegen de contrarevolutie en de fascistische bondgenoten.

De strijd voor de verdediging van de Cubaanse revolutie wordt echter zelden gezien als een anti-fascistische strijd. In werkelijkheid is de verdediging van de Cubaanse Revolutie absoluut een strijd tegen het fascisme en zijn ideologie van de dood.

Zoals geschiedenisprofessor Tyler Shipley uitlegt, kan fascisme “moeilijk ideologisch vast te pinnen zijn, omdat het zich in verschillende stadia anders gedraagt”, maar uiteindelijk is het enige dat fascisme definieert het anticommunisme.

“In de kern is fascisme een reactie tegen links – wat elke fascistische beweging gemeen heeft is een haat tegen diegenen die zij zien als communistisch links dat probeert de maatschappij te veranderen in het voordeel van gemarginaliseerde klassen van mensen,” vertelde Shipley aan Kawsachun News.

In Mexico-Stad hebben communisten zich wekenlang voor de Cubaanse ambassade opgesteld om deze te beschermen tegen contrarevolutionairen die regelmatig hebben geprobeerd de ambassade en haar personeel aan te vallen.

In Miami heeft een Youtuber, bekend onder de naam Alain Paparazzi Cubano, terwijl gusano’s zich voorbereidden om aan boord te gaan van een “flotilla” die zich net buiten Cuba zou positioneren, gewaarschuwd dat er “iets” zou kunnen gebeuren als Cuba zou proberen om een boot te stoppen die de Cubaanse wateren binnendringt.

Dit soort opzettelijke provocatie is geen nieuwe tactiek voor Cubaanse contrarevolutionairen. Halverwege de jaren negentig, toen Cuba en de VS midden in onderhandelingen zaten om de betrekkingen te normaliseren, voerde een groep die bekend stond onder de naam “Brothers to the Rescue” opzettelijk provocerende acties uit, waarbij ze illegaal het Cubaanse luchtruim binnenvlogen en naar verluidt plannen hadden voor gewelddadige acties binnen Cuba.

Fidel Castro, de toenmalige president, drong er bij de Verenigde Staten op aan meer te doen om deze illegale vluchten te stoppen, waarbij het land een reeks diplomatieke nota’s uitgaf waarin werd gewaarschuwd dat Cuba bereid was geweld te gebruiken om deze provocaties te stoppen.

Fidel kreeg van gezant Bill Richardson van president Clinton de verzekering dat de illegale invallen in het Cubaanse luchtruim zouden ophouden. Maar dat gebeurde niet. De Cubaanse luchtmacht had geen andere keuze en schoot op 24 februari 1996 twee vliegtuigen neer van “Brothers to the Rescue” en doodde alle vier de bemanningsleden.

De provocaties van de Cubaanse gusanos slaagden erin een internationaal incident uit te lokken. Het neerhalen van de vliegtuigen deed de onderhandelingen tussen Havana en Washington ontsporen. Clinton gebruikte het incident vervolgens om de Amerikaanse blokkade te versterken. Het Witte Huis, dat zich tot dan toe had verzet tegen de Helms-Burton Act die de blokkade in de wet vastlegde, begon actief aan te dringen op de goedkeuring ervan in de Senaat. Clinton ondertekende de wet daarna op 12 maart 1996.

Biden heeft laten zien dat hij niet geïnteresseerd is in het normaliseren van de betrekkingen met Cuba en in het nemen van stappen om de blokkade op te heffen die de Cubaanse economie opzettelijk wurgt en lijden veroorzaakt, ondanks het feit dat hij dit beleid steunde als vice-president van Barack Obama.

In plaats daarvan heeft Biden zijn anticommunistische logica uit het tijdperk van de Koude Oorlog herhaald en zelfs de perschef van het Witte Huis, Jen Psaki, gestuurd om dit standpunt te verdedigen, die vervolgens een anticommunistische tirade hield en de Cubaanse regering en haar “ideologie” de schuld gaf van de tekorten aan medische voorraden in het land.

De snelle reactie van het Witte Huis, en de coördinatie tussen verschillende departementen van de regering Biden, doet vermoeden dat de Democratische president reikhalzend uitkeek naar een gelegenheid om toe te slaan tegen Cuba en zijn regering.

Zoals Jeremy Scahill van The Intercept schreef na een diepe duik in Biden’s politieke staat van dienst, is de Amerikaanse president “een man die toegewijd is aan de VS als een imperium, die gelooft dat het behoud van de nationale belangen en het ‘prestige’ van de VS op het wereldtoneel zwaarder weegt dan overwegingen van moraliteit of soms zelfs de dood van onschuldige mensen.”

Met Amerikaanse politici als Biden in het Witte Huis en anderen als het Republikeinse Congreslid Mario Diaz-Balart in Miami, een nauwe bondgenoot van de Cubaanse contrarevolutionairen in Florida, die openlijk flirten met extreem-rechtse groeperingen als de Proud Boys, is het niet onredelijk om te denken dat liberalen als Biden in hun anticommunistische ijver opnieuw een gemeenschappelijke zaak zouden kunnen vinden met conservatieven als Diaz-Balart.

Of het nu gaat om Cuba, Venezuela, Bolivia of Nicaragua, niets verenigt liberalen en conservatieven in de Verenigde Staten meeer dan hun vurigheid voor imperialistische agressie. De niet aflatende pogingen van de VS om de Cubaanse Revolutie en haar voorbeeld in de kiem te smoren hebben weinig verschil gemaakt tussen Republikeinse en Democratische regeringen, waarbij beide zich bereid toonden samen te werken met extreem-rechtse actoren. Het was John F. Kennedy die de Varkensbaai invasie in 1961 goedkeurde, het was de CIA van Gerald Ford die samenwerkte met Luis Posada Carriles en hem hielp bij het uitvoeren van zijn verschillende terreurcomplotten, waaronder de bomaanslag op vlucht 455 van Cubana de Aviación.

Maar zoals Fidel Castro op 26 juli 1953 demonstreerde met de bestorming van de Moncada-kazerne, waarmee hij de Cubaanse revolutie inluidde, is het juist om weerstand te bieden en degenen die dat doen zullen er niet alleen voor staan.

Topfoto: Leden van de Nationale Federatie van Revolutionaire Studenten “Rafael Ramirez” demonstreren ter ondersteuning van de Cubaanse Revolutie en tegen het VS imperialisme voor de Cubaanse Ambassade in Mexico Stad, Mexico, 17 juli 2021. (José Luis Granados Ceja)