Bron:  Kit Klarenberg
substack 1 juli 2022 ~~~

Duidelijke voorbeelden van geheime CIA-acties in het buitenland zijn tegenwoordig moeilijk te vinden, afgezien van een incidentele erkende ramp, zoals de langdurige miljardenonderneming om de regering van Syrië omver te werpen door barbaarse jihadistische groepen te financieren, op te leiden en te bewapenen.

Ten dele is dit het gevolg van de uitbesteding van veel van de traditionele verantwoordelijkheden en activiteiten van de CIA aan “open” organisaties, met name de National Endowment for Democracy (NED).

Toenmalig CIA-directeur William Casey werd in november 1983 aangesteld en stond centraal bij de oprichting van NED. Hij trachtte een publiek mechanisme op te bouwen ter ondersteuning van oppositiegroepen, activistische bewegingen en media in het buitenland die zich zouden bezighouden met propaganda en politiek activisme om “vijandige” regimes te ontwrichten, te destabiliseren en uiteindelijk te verdrijven. Bedrog met een menselijk gezicht, om het zo te zeggen.

Allen Weinstein, een hooggeplaatste NED-functionaris, onderstreepte de verraderlijke ware aard van de Foundation door in een artikel in de Washington Post uit 1991, waarin hij opschepte over zijn succes bij het omverwerpen van het communisme in Oost-Europa, toe te geven: “Veel van wat we vandaag de dag doen werd 25 jaar geleden heimelijk gedaan door de CIA”.

Het begint

In september 2013 schreef Carl Gershman, hoofd van de NED vanaf de oprichting tot de zomer van 2021, een commentaar voor de Washington Post waarin hij uiteenzette hoe zijn organisatie hard aan het werk was om landen in het nabije buitenland van Rusland – de voormalige Sovjetrepublieken en Warschaupactstaten – weg te worstelen uit de invloedssfeer van Moskou.

Daarin beschreef hij Oekraïne als “de grootste prijs” in de regio en suggereerde hij dat de toetreding van Kiev tot Europa “de ondergang” van de Russische president Vladimir Poetin zou “bespoedigen”. Zes maanden later werd de regering van de verkozen president van Oekraïne, Viktor Janoekovitsj, door een gewelddadige staatsgreep omvergeworpen.

Onderzoeksjournalist Robert Parry schreef kort daarvoor in Consortium News hoe NED vorig jaar 65 projecten in Oekraïne had gefinancierd, voor een totaalbedrag van meer dan 20 miljoen dollar. Dit kwam neer op wat de inmiddels overleden journalist “een schaduwpolitieke structuur van media en activistische groepen noemde, die kon worden ingezet om onrust te stoken als de Oekraïense regering niet handelde zoals zij wenste”.

De centrale rol van de NED in het afzetten van Janoekovitsj kan als onbetwistbaar worden beschouwd, een duidelijk feit – ondanks dat dit nooit erkend wordt in de mainstream pers, en Westerse journalisten het idee agressief van de hand wijzen en de weinigen die de gevestigde orthodoxie van de Amerikaanse onschuld in twijfel durven trekken, venijnig aanvallen.

Om dit bedrog te ondersteunen heeft de NED in de jaren na de staatsgreep veel items van zijn website verwijderd die duidelijk zijn rol bij de omverwerping van Janoekovitsj onderstrepen.

Op 3 februari 2014 bijvoorbeeld, minder dan drie weken voordat de politie zich uit Kiev terugtrok, waardoor de stad feitelijk werd overgedragen aan gewapende demonstranten en Janoekovitsj het land moest ontvluchten, organiseerde NED een evenement , Ukraine Lessons Learned: from the Orange Revolution to Euromaidan .

De bijeenkomst werd voorgezeten door de Oekraïense journalist Sergii Leshchenko, die op dat moment een door de NED gesponsorde Reagan-Fascell Democracy Fellowship in Washington DC aan het afronden was.

Naast hem zat Nadia Diuk, toenmalig NED’s senior adviseur voor Europa en Eurazië en afgestudeerd aan het St Antony’s College in Oxford, een prestigieus Brits wervingsinstituut voor inlichtingendiensten dat is opgericht door voormalige spionnen. Kort voor haar dood in januari 2019 werd zij onderscheiden met de Orde van Prinses Olga, een van de hoogste onderscheidingen van Kiev, een bijzonder tastbaar voorbeeld van de nauwe en duurzame relatie tussen NED en de Oekraïense regering.

Hoewel de online vermelding van het evenement vandaag nog steeds bestaat, werden gekoppelde ondersteunende documenten – waaronder PowerPoint-dia’s die Lesjtsjenko’s toespraak vergezelden en een samenvatting van “hoogtepunten van het evenement” – verwijderd.

Wat de aanleiding voor de verwijdering was, is niet duidelijk, maar het kan veelzeggend zijn dat Lesjtsjenko’s toespraak een duidelijke blauwdruk bevatte om te garanderen dat de mislukking van de Oranje Revolutie van 2004 – ook een door de NED georkestreerde staatsgreep – niet zou worden herhaald en dat het land na Maidan in handen zou blijven van westerse financiële, politieke en ideologische belangen. Het was een stappenplan dat NED vervolgens tot op de letter heeft gevolgd.

Lesjtsjenko heeft daarbij uitdrukkelijk gewezen op het belang van de financiering van NGO’s, het gebruik van internet en sociale media als “alternatieve [bronnen] van informatie” en het risico van een “niet-hervormde staatstelevisie”.

Op 19 maart bijvoorbeeld hebben vertegenwoordigers van de extreemrechtse partij Svoboda – die in verband wordt gebracht met een vals bloedbad onder betogers op 20 februari, een gebeurtenis die de val van de regering van Janoekovitsj tot een voldongen feit heeft gemaakt – ingebroken in het kantoor van Oleksandr Panteleymonov, hoofd van de Oekraïense staatsomroep, en hem op het hoofd geslagen tot hij een ontslagbrief ondertekende.

Dit schokkende incident, naar aanleiding van de uitzending door de zender van een ceremonie in het Kremlin waarbij Vladimir Poetin een wet ondertekende om de Krim formeel bij Rusland te voegen, was een van de vele livestreams van demonstranten die online wijd en zijd werden verspreid.

Niettegenstaande de brute verwijdering van het hoofd van de Oekraïense staatstelevisie, diende een groot deel van deze livestreamuitzendingen om het buitenlandse publiek een sterk geromantiseerd verhaal over de demonstraties en hun deelnemers voor te schotelen dat weinig of niets met de werkelijkheid te maken had.

De revolutie op de televisie

logo van het NL/US/Soros initiatief: Hromadske.TV (wikipedia)

In juli van dat jaar besprak Leshchenko in NED’s driemaandelijkse wetenschappelijke publicatie Journal of Democracy uitvoerig de rol van de media in het succes van de Maidan-coup, waarbij hij in het bijzonder de aandacht vestigde op de fundamentele rol van “online journalist” Mustafa Nayyem.

Hij startte de protesten in november 2013, toen hij honderden van zijn Facebook-volgelingen bijeenbracht om te protesteren op het Onafhankelijkheidsplein in Kiev – nu de Maidan – nadat Janoekovitsj de Oekraïens-Europese associatieovereenkomst had laten vallen ten gunste van een gunstiger akkoord met Moskou.

Nayyem was geen gewone “online journalist”. In oktober 2012 was hij een van de zes Oekraïners die door Meridian International, een aan het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken gelieerde organisatie die toekomstige buitenlandse leiders identificeert en opleidt, naar Washington DC werden gehaald om de presidentsverkiezingen van dat jaar “waar te nemen en mee te maken”.

Gefinancierd door de Amerikaanse ambassade in Kiev, kregen zij gedurende een periode van 10 dagen “een beter inzicht in het Amerikaanse verkiezingsproces”, waarbij zij kandidaten en verkiezingsfunctionarissen ontmoetten en stemfaciliteiten bezichtigden. Zij werden ook uitgenodigd om “de vorderingen van Oekraïne op weg naar een eerlijker en transparanter verkiezingsproces” te bespreken met “even curieuze” vertegenwoordigers van Amerikaanse overheidsinstanties.

Het is niet bekend met wie het sextet een ontmoeting heeft gehad, hoewel op promotiefoto’s te zien is hoe Nayyem een persoonlijke ontmoeting met John McCain op zijn smartphone filmt. De video is geplaatst op zijn persoonlijke YouTube-kanaal – daarin vraagt Nayyem de bekende oorlogshavik naar zijn gedachten over Oekraïne, waarop hij antwoordt: “Ik maak me zorgen over de invloed van Rusland.”

Dit is opmerkelijk omdat McCain in december 2013 naar Kiev vloog om Maidan-demonstranten toe te spreken, geflankeerd door de bekende neonazi Oleh Tyahnybok. De toenmalige ambtenaar van het ministerie van Buitenlandse Zaken, Victoria Nuland, was berucht om het uitdelen van motiverende koekjes aan de deelnemers.

Op 4 februari 2014, de dag na Lesjtsjenko’s NED-presentatie, lekte een onderschepte opname uit van een telefoongesprek tussen Nuland – nu onderstaatssecretaris voor politieke zaken – en de Amerikaanse ambassadeur in Oekraïne, Geoffrey Pyatt, waarin de twee bespraken hoe Washington’s “bemiddeling” Janoekovitsj ten val zou moeten brengen en na de coup verschillende zelfgekozen personen zou moeten benoemen, evenals het hoofd van de regering.

Of de invloedrijke Amerikaanse contacten van Nayyem op enigerlei wijze de aanleiding vormden voor zijn besluit om in november 2013 de Maidan-demonstraties aan te zwengelen, is niet zeker. Veel duidelijker is de cruciale rol die hij heeft gespeeld bij de wereldwijde promotie van de protesten, aangezien hij een van de belangrijkste oprichters was van het digitale kanaal Hromadske TV

In zijn artikel in het Journal of Democracy meldt Leshchenko dat Hromadske nog niet eens officieel van start was gegaan toen het de Maidan-demonstraties live begon uit te zenden, op het letterlijke moment dat ze op bevel van Nayyem werden gestart.

Terwijl Leshchenko verlegen verklaart dat Hromadske “het grootste deel van zijn bescheiden financiering van internationale organisaties en donaties van Oekraïense burgers” ontving, ontving het in werkelijkheid ruim honderdduizend dollars aan financiering uit een verscheidenheid van twijfelachtige bronnen, met inbegrip van de Nederlandse en Amerikaanse ambassades in Oekraïne, het inlichtingenfront USAID, George Soros’ International Renaissance Foundation, en de Amerikaanse oligarch Pierre Omidyar en – natuurlijk – de NED .

Uit het 2013-kasboek van Hromadske.TV blijkt dat de oprichting van deze nep-ngo hoofdzakelijk gefinancieerd werd door de Nederlandse ambassade in Kiev, onder verantwoording van Minister Timmermans. | Bron: Hromadske.TV. Een Oekraiense hryvnia was toen nog 10 eurocent waard.

Hromadske’s publiek breidde zich vervolgens snel uit, zowel binnen als buiten Oekraïne, en zijn voorgeschreven berichten werd gretig gerecycled door talloze mainstream nieuwskanalen, wat betekende dat westerse kijkers één enkel, partijdig perspectief op de protesten kregen voorgeschoteld – en dan nog een zeer misleidend perspectief.

Op basis van de verslaggeving van Hromadske zou het kijkers in het buitenland volledig zijn vergeven te concluderen dat de protesten uitsluitend werden gedreven door bezorgdheid over mensenrechten en democratie en dat zij overweldigend – zo niet universeel – populair waren.

In een representatief essay in februari 2014, waarin hij het aantoonbare feit dat zowel de Maidan-demonstranten als hun leiders vergeven waren van neonazi’s, afdeed als Russische propaganda, verklaarde Andreas Umland, academicus en medewerker van Journal of Democracy, botweg dat “de beweging in haar geheel … een afspiegeling is van de hele Oekraïense bevolking, jong en oud.”

Niets was verder van de waarheid. Een buitengewoon inzichtelijk commentaar van de Noord-Amerikaanse academici Keith Darden en Lucan Way in de Washington Post, dat dezelfde maand verscheen, ontkrachte dit verhaal, dat desondanks sindsdien alleen maar is voortgezet – en steeds heftiger werd.

Het tweetal bracht forensisch aan het licht dat minder dan 20% van de betogers zei dat zij gedreven werden door “schendingen van de democratie of de dreiging van een dictatuur”, dat slechts 40-45% van de Oekraïners voorstander was van Europese integratie, dat Janoekovitsj “de populairste politieke figuur in het land” bleef, en dat uit geen enkele tot dusver uitgevoerde opiniepeiling ooit was gebleken dat de opstand de steun van een meerderheid had gekregen.

In feite “verzetten vrij grote meerderheden zich tegen overnames van regionale regeringen door de oppositie,” en de bevolking bleef bitter verdeeld over de toekomst van Oekraïne, schreven Darden en Way. Deze vijandigheid kwam voort uit “anti-Russische retoriek en de iconografie van West-Oekraïens nationalisme” die onder de demonstranten overheersten en “niet goed vielen bij de Oekraïense meerderheid”.

De 50% van de Oekraïense bevolking die in regio’s woont die zich meer dan twee eeuwen lang “sterk met Rusland hadden geïdentificeerd”, “waren bijna allen vreemd van de anti-Russische retoriek en symbolen”.

“Anti-Russische vormen van Oekraïens nationalisme die op de Maidan tot uiting kwamen, zijn zeker niet representatief voor de algemene opinie van de Oekraïners. De steun van de kiezers voor deze standpunten en voor de politieke partijen die ze vertegenwoordigen is altijd beperkt geweest,” concludeerden Darden en Way. “Hun aanwezigheid en invloed in de protestbeweging overtreft ruimschoots het aandeel dat ze feitelijk in de Oekraïense politiek hadden, en hun steun reikt geografisch nauwelijks verder dan enkele westelijke provincies.”

“Pro-Oekraïense agenda”

Ondanks – of misschien wel dankzij – deze scheve berichtgeving is Hromadske als gevolg daarvan steeds sterker geworden. Volgens Lesjtsjenko was de stijgende populariteit zo groot dat zelfs de Oekraïense staatsomroep “een deal sloot” om zijn uitzendingen te ondersteunen, “waardoor dit kleine ‘garage’-webcastbedrijf een miljoenenpubliek kreeg”. Daarbij werden de Oekraïners – en de wereld – goed geïnformeerd over het valse verhaal van de omverwerping van Janoekovitsj door de stem van het volk.

Het waarnemingspotentieel van Hromadske is andere westerse regeringen blijkbaar niet ontgaan. In 2015 heeft het ministerie van Buitenlandse Zaken van het Verenigd Koninkrijk aanzienlijke financiële middelen verstrekt voor de ontwikkeling van “omroep”-initiatieven in de Russische meerderheidsregio’s Donetsk en Luhansk voor een project met de naam “Donbas Calling”. Het jaar daarop verstrekte Londen verdere financiering voor nieuwsbedrijf om te dienen als een plaatselijke “informatieverstrekker” voor een “publiek van maximaal een miljoen mensen”.

In 2017 ontving Hromadske opnieuw honderdduizenden ponden om nog verder uit te breiden naar de afgescheiden regio’s. Het VK steunde onder meer de installatie van “16 FM-zenders in de door Oekraïne gecontroleerde gebieden langs de contactlijn en de ‘grijze zone’ in het oosten”, wat betekent dat de zender c.a. twee miljoen burgers met mogelijk separatistische perspectieven zou kunnen bereiken.

Tegelijkertijd steeg ook het publieke profiel van Leshchenko en Nayyem exponentieel. Bij de Oekraïense verkiezingen van oktober 2014 werden beiden in het parlement gekozen als lid van Petro Porosjenko’s blok, de eerste als lid van zijn anticorruptiecommissie, de tweede van een commissie voor Europese integratie, wat leidde tot lovende recensies in de westerse media. Ondertussen hield NED hun vorderingen nauwlettend in de gaten en bejubelde het tweetal als emblemen van het nieuwe, bevrijde Oekraïne dat opbloeide in de nasleep van de Maidan.

Toch werd Lesjtsjenko’s persoonlijke inzet voor de democratie in augustus 2016 behoorlijk ondermijnd toen via hem en Artem Sytnyk, hoofd van het nationale anticorruptiebureau van Kyiv, documenten gelekt werden – “het zwarte grootboek” genoemd – waarin betalingen aan Donald Trump’s toenmalige campagnemanager Paul Manafort door de Partij van de Regio’s van Janoekovitsj aan de Amerikaanse media onthuld werden.

Lesjtsjenko sprak de “hoop” uit dat de onthulling de verkiezingskansen van Trump zou schaden en “de laatste nagel in Manaforts doodskistdeksel” zou zijn, aangezien “een presidentschap van Trump de pro-Oekraïense agenda in het Amerikaanse buitenlands beleid zou veranderen”. Hij was een van de prominente politici in Kiev die “in ongekende mate betrokken waren bij het verzwakken van de Trump-beweging”, zoals de propagandatak van de NAVO, de Atlantic Council, destijds toegaf.

Manafort diende zijn ontslag in en de RussiaGate-affaire barstte los – een berusting die er in zekere zin toe bijdroeg dat de “pro-Oekraïense agenda in het Amerikaanse buitenlands beleid” geen enkel gevaar meer liep.

De ambtstermijn van Trump werd gekenmerkt door een steeds toenemende vijandigheid tussen Washington en Moskou, waarbij de president gevaarlijke stappen zette waar zijn voorganger consequent van had afgezien en de meest reactionaire en gewelddadige elementen van de Oekraïense strijdkrachten, waaronder het beruchte neonazistische Azov Bataljon, bewapende en verzilverde, en wapenbeheersingsverdragen uit de Koude Oorlog verscheurde, tot grote ergernis van Moskou.

In december 2018 oordeelde een Oekraïense rechtbank dat de publicatie van het “zwarte grootboek” door Leshchenko en Sytnyk illegaal was en neerkwam op “inmenging in de verkiezingsprocessen van de VS” die “de belangen van Oekraïne als staat schaadde”.

In mei van het volgende jaar werd een corruptieonderzoek gestart nadat Lesjtsjenko een flat van 300.000 dollar in het centrum van Kiev had gekocht, een bedrag dat ver boven zijn kennelijke vermogen lag. Twee maanden later werd hij uit het parlement gestemd, waarna Selenskij’s kandidaat van de partij Dienaren van het Volk zijn zetel met een ruime meerderheid veroverde. Zijn vriend en medewerker Nayyem verkoos zich gewoon niet verkiesbaar te stellen om een regeringspost te zoeken “die verband houdt met de Donbas”.

Hoewel Lesjtsjenko geen deel meer uitmaakt van de wetgevende macht, oefent hij nog steeds aanzienlijke invloed uit op de Oekraïense regering en adviseert hij Selenskij tot op de dag van vandaag rechtstreeks over “Russische desinformatie”.

Welke directe invloed de NED nog op hem – en dus op de president van Oekraïne – uitoefent, is niet zeker. Enkele dagen voor het begin van de Russische invasie noemde Lesjtsjenko in een interview met The Guardian de akkoorden van Minsk – die Selenskij op een zeker niveau wilde uitvoeren – “giftig” en impliceerde hij dat de leider zijn land zou “verraden” door vast te houden aan deze toezeggingen, die onder meer het verlenen van autonomie aan Donetsk en Luhansk inhielden.

Dit weerspiegelt het standpunt van de NED – op 14 februari van dit jaar publiceerde zdiens Journal of Democracy een artikel waarin de overeenkomsten “een slecht idee voor het Westen en een ernstige bedreiging voor de Oekraïense democratie en stabiliteit” werden genoemd, niet in de laatste plaats omdat ze “stilzwijgend” Ruslands “valse verhaal over het Donbass-conflict” zouden accepteren – namelijk dat het conflict “is veroorzaakt door de door het Westen georkestreerde ‘staatsgreep’ in 2014”.

Met andere woorden, een objectieve analyse van wat er feitelijk is gebeurd en waarom is volledig de kern van NED. Toch hoefde de organisatie uiteindelijk niet alleen op Lesjtsjenko te rekenen om de afspraken van Minsk onderuit te halen. Zijn uitgebreide netwerk van agenten in het land en de duistere alliantie van Washington met extreem-rechts in Oekraïne waren meer dan voldoende om ervoor te zorgen dat Selenskyj’s overweldigend populaire missie om de betrekkingen met Rusland te herstellen nooit zou worden volbracht.

Solidariteit

In de uren nadat Rusland Oekraïne was binnengevallen, haastte de NED zich om alle sporen van zijn financiering van organisaties in Oekraïne van zijn website te verwijderen.

Een zoekopdracht in de NED-subsidiedatabase voor Oekraïne levert vandaag “geen resultaten” op, maar een momentopname van de pagina op 25 februari laat zien dat aan in totaal 334 projecten in het land sinds 2014 een ongelooflijke 22,4 miljoen dollar is toegekend. NED-voorzitter Duane Wilson schat dat Kiev de op drie na grootste ontvanger van financiering ter wereld is.

Een archief van NED-financiering in Oekraïne in de loop van 2021 – nu vervangen door een verklaring “in solidariteit” met Kiev – biedt uitgebreide details over de exacte projecten die door het CIA-front in deze cruciale periode van 12 maanden werden gesteund.

Het wijst op een overweldigende aandacht voor vermeende Russische wandaden in Oost-Oekraïne. Een subsidie van 58.000 dollar werd toegekend aan de NGO Truth Hounds om “schendingen van de mensenrechten” en “oorlogsmisdaden” in de regio’s Donetsk en Luhansk te monitoren, te documenteren en aan de kaak te stellen.

Een ander bedrag van 48.000 US dollar werd gegeven aan het Oorlogsmuseum van Oekraïne om “het Oekraïense publiek voor te lichten over de gevolgen van oorlog door middel van een reeks openbare evenementen”. Een andere ontvangst van de liefdadigheidsinstelling East-SOS had tot doel “het publiek bewust te maken” van “het Russische beleid van vervolging en kolonisatie in de regio, en illustratieve gevallen te documenteren,” waarbij de bevindingen werden doorgegeven aan de Mensenrechtenraad van de VN, de Europese Hoven voor de Rechten van de Mens en het Internationaal Gerechtshof.

Er waren geen aanwijzingen dat deze bron zou worden gebruikt om misbruiken door de Oekraïense regeringstroepen te documenteren. Uit VN-onderzoek blijkt dat tussen 2018 en 2021 meer dan 80 procent van de burgerslachtoffers viel aan de Donbass-zijde. Intussen blijkt uit verslagen van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa dat de beschietingen van burgergebieden in de afgescheiden regio’s in de weken voor 24 februari dramatisch zijn toegenomen, mogelijk als voorbode van een volledig militair offensief.

Als zodanig beschermt NED’s verwijdering van gegevens die zijn rol onthullen in het aanwakkeren en veroorzaken van de gruwel die zich nu ontvouwt in Zuidoost-Oekraïne niet alleen de facto CIA-agenten ter plaatse. Het versterkt en legitimeert ook het grote, frauduleuze verhaal van de regering-Biden, dat eindeloos en kritiekloos in de westerse media wordt herhaald, namelijk dat de invasie van Rusland volkomen ongeprovoceerd en ongerechtvaardigd was.

De Oekraïners leven nu met de erbarmelijke erfenis van die roekeloze, nooit toegegeven inmenging op de meest meedogenloze manier die men zich kan voorstellen. Het is goed mogelijk dat ze dat nog vele jaren zullen moeten doen. Intussen zitten de mannen en vrouwen die dit hebben georkestreerd comfortabel in Washington DC, geïsoleerd van elke vorm van toezicht of consequentie, elke dag nieuwe plannen uit te broeden om lastige buitenlandse leiders te ondermijnen en ten val te brengen, waarbij ze door de mainstream-pers bij elke stap worden bejubeld als voorvechters van de vrijheid.

Topfoto: Orange Revolution in Ukraine, 2004.