Bron:  Misión Verdad 19 juli (SP)
orinocotribune 20 juli 2021 (EN) ~~~

In de loop van vele jaren van diplomatieke aanvallen op Chavismo, hebben verschillende landen duidelijk het historische proces ondermijnd dat heeft geleid tot internationale verdragen over het recht op politiek asiel, en hebben dit gemanipuleerd voor opportunistische doeleinden om de alomvattende veiligheid van Venezuela aan te tasten.

Dit moet worden begrepen in de context van de beschuldigingen die Venezuela heeft geuit in verscheidene op ruime schaal gerapporteerde gevallen waarin Venezolaanse oppositieleden via diverse besluiten onderdak hebben gekregen van buitenlandse regeringen. Bovendien zijn deze actoren, onder wettelijke of quasi-wettelijke voorwaarden van bescherming, doorgegaan met het bevorderen van de destabilisatie van Venezuela.

De gevallen zijn even divers als de destabilisatiemechanismen waaraan de actoren hebben deelgenomen. Laten we de belangrijkste voorbeelden eens bekijken:
(Opm: alle hyperlinks verwijzen naar spaanstalige informatie)

Julio Borges. In 2018 werd Julio Borges door de Venezolaanse regering geïdentificeerd als een van de meesterbreinen van de mislukte drone-moord op president Nicolás Maduro en het politiek-militaire oppercommando. Na een internationale tournee als lobbyist voor de eenzijdige dwangmaatregelen die vandaag de Venezolaanse bevolking onderdrukken, speelde Borges een rol in de planning van de moordaanslag, in Colombia.

In 2018 gaf het Hooggerechtshof toestemming voor Borges’ uitleveringsverzoek met Colombia om hem voor deze beschuldigingen te berechten, maar president Iván Duque weigerde, en verklaarde aan de pers dat “we Julio Borges niet gaan uitleveren. We gaan geen politiek vervolgde [persoon] uitleveren opdat een dictatuur zijn mensenrechten schendt”.

De Colombiaanse regering verleende Borges de status van diplomatiek asiel, op grond waarvan hij bevoorrechte voorwaarden geniet, waaronder privileges die verder gaan dan de internationale normen, zoals reizen buiten Colombia, en zijn deelname aan “politiek werk”. Borges blijft zich actief inzetten voor belangen tegen de Venezolaanse economie, zoals het faciliteren van de diefstal van Venezolaans goud dat was gedeponeerd bij de Bank of England van het Verenigd Koninkrijk, een daad die volgens de Venezolaanse wetgeving een daad van verraad is.

Antonio Ledezma. Nadat hij in 2017 ontsnapt was aan het huisarrest dat hij genoot, maakte Ledezma een reis naar Colombia en vervolgens naar Spanje, waar hij uiteindelijk politiek asiel aanvroeg. Ledezma werd onderzocht voor zijn betrokkenheid bij de zogenaamde “Blauwe staatsgreep,” ook bekend als Operatie Jericó, verijdeld in 2015.

Ledezma nam deel aan een complot met verschillende officieren van de Bolivariaanse Luchtmacht (de naam van de operatie is afgeleid van de blauwe kleur van het uniform van de vliegeniers), waaronder de voormalige generaal Oswaldo Hernández, om belangrijke punten in Caracas aan te vallen met behulp van een Tucano-aanvalsvliegtuig.

Sedert zijn asiel in Spanje heeft Ledezma deelgenomen aan verschillende politieke operaties tegen de Venezolaanse regering. Ledezma plaatste zichzelf in een positie als woordvoerder voor Venezolanen uit het buitenland en lobbyde voor de Amerikaanse blokkade tegen de Venezolaanse economie. Hij speelde zelfs de hoofdrol in het mislukte experiment van “president in charge” (‘feitelijke’ president), voorafgaand aan de invoering van de parallelle regering van Juan Guaidó. Ledezma stelde al lang voor Guaidó voor om Venezuela’s soevereine bezittingen in het buitenland in handen te krijgen, maar kreeg daarvoor niet de steun.

Julio Borges, Antonio Ledezma en Carlos Vecchio: van voortvluchtigen voor justitie tot internationale lobbyisten van het “Guaidó-project” (Foto: AFP)

Momenteel handhaaft hij een politiek actieve positie, maar zonder voet aan de grond te krijgen in de binnenlandse politiek van Venezuela. Ledezma’s asielstatus is er een van privileges. Mensen uit zijn naaste familiekring zijn door de Spaanse rechtbanken vervolgd voor corruptie en witwassen, maar Ledezma gaat door zonder dat er een openlijk onderzoek tegen hem is ingesteld, en blijft stevig op zijn plaats als Venezolaanse steunpilaar in Spanje.

De zaak van de Chileense Ambassade in Caracas. Het diplomatieke hoofdkwartier van de Republiek Chili in Caracas is opnieuw in het nieuws geweest omdat zij Emilio Graterón als “gast” hebben verwelkomd.

Graterón wordt door de Venezolaanse autoriteiten beschuldigd van het vormen van netwerken met gewapende criminele groepen uit Cota 905 en andere Caracas-gemeenten om aan te zetten tot politiek gemotiveerde gewapende confrontaties in de hoofdstad.

Graterón voegt zich bij de lijst van voortvluchtige anti-Chavistas die de Chileense ambassade zijn binnengedrongen, naast Manuel Avendaño, een andere leider van de Popular Will partij, die al bijna twee jaar in het diplomatieke hoofdkwartier verblijft.

De leider van de COPEI-partij, Roberto Enríquez, verblijft daar ook al vier jaar. Daarnaast is ook Freddy Guevara drie jaar lang als gast opgevangen, om uiteindelijk in september 2020 te vertrekken nadat hij gratie had gekregen van Miraflores.

Anti-Chavistas met de status van “gast” op de Chileense ambassade in Caracas hebben zich niet buiten politieke aangelegenheden gehouden. Het geval van Freddy Guevara is het meest opmerkelijk, aangezien Guevara gebruik maakte van het diplomatieke hoofdkwartier om berichten op sociale-medianetwerken te versturen en bijeenkomsten met andere politieke actoren te organiseren.

In feite heeft de Chileense ambassade in Caracas alle kenmerken van een hotel voor anti-Chávez actoren die zijn beschuldigd van ernstige misdrijven, terwijl het bewijs tegen hen door de Chileense diplomatie wordt genegeerd toen zij deze asylees ontving.

Luisa Ortega Díaz. Na jarenlang als procureur-generaal van Venezuela te hebben gediend, nam Luisa Ortega Díaz deel aan de staatsgreepoperaties die in 2017 werden ingezet, in het kader van een nieuwe cyclus van guarimbas en georkestreerd politiek geweld in Venezuela (kleurenrevolutie). Ortega werd door de Venezolaanse autoriteiten in de gaten gehouden wegens vermeende corruptie, en werd vervolgens vervolgd. Bij een huiszoeking in haar huis werden kunstwerken van miljoenen dollars en andere voorwerpen van grote waarde gevonden.

Ortega Díaz werd door de Nationale Grondwetgevende Vergadering uit haar ambt ontzet en vluchtte naar Colombia. Van daaruit, onder asielvoorwaarden in het bevoorrechte hoofdkwartier van het Congres van de Republiek Colombia, met nepmagistraten in ballingschap uit Venezuela, speelde zij de rol van aanklager in een “proces” tegen president Maduro in 2018.

Ortega Díaz pochte over de vermeende schuld van president Maduro op basis van een “Odebrecht-zaak” een setup die in Bogotá was uitgevoerd. Zij hebben zelfs een vermeende verdediger van de Venezolaanse president naar voren geschoven, wiens werk resulteerde in een klinkende “nederlaag” voor Maduro’s zaak. Volgens het vonnis van dit opperste kangoeroehof in Bogotá, werd president Maduro “veroordeeld” tot 18 jaar gevangenisstraf.

De Colombiaanse regering stond Ortega Díaz toe om in ballingschap functies als “procureur-generaal” uit te oefenen, en probeerde haar administratieve uitspraken af te dwingen, hoewel dit volledig in strijd is met de politieke rechten die ten gunste van de asielzoekers zijn vastgelegd, en zonder dat Ortega’s eigen uitspraken enige macht hebben volgens de Venezolaanse wetten, aangezien deze de uitoefening van de functies van het bureau van de procureur-generaal alleen toestaan binnen het Venezolaanse grondgebied.

Luisa Ortega Díaz, optredend als “procureur in ballingschap” in het hoofdkwartier van het Colombiaanse Congres, in het vermeende proces tegen Maduro (Foto: Caracol Radio).

De absurditeit ging echter nog verder: gebruikmakend van de in ongenade gevallen Ortega Díaz om een valse zaak tegen president Maduro op te zetten met dit “proces” in het hoofdkwartier van het Colombiaanse Congres, pleitten zij voor de internationale uitvaardiging van een arrestatiebevel voor de Venezolaanse president, hetzelfde voorwendsel dat werd gebruikt voor Operatie Gideon in 2020.

Rafael Ramírez. Tegen de voormalige president van de staatsoliemaatschappij PDVSA en voormalig minister van Energie en Aardolie is in Venezuela een onderzoek wegens corruptie ingesteld. Ramírez is vervolgens het land ontvlucht, kort na zijn ontslag uit de laatste functie die hij voor de republiek bekleedde, namelijk optreden als diplomaat bij de Verenigde Naties. Na zijn ontsnapping is het precieze verloop van zijn internationale reis onduidelijk gebleven.

Na een verblijf in de Verenigde Staten zonder dat zijn immigratiestatus werd opgehelderd, wezen verschillende bronnen erop dat Ramírez als informant met Amerikaanse agentschappen zou hebben samengewerkt. Vervolgens werd echter melding gemaakt van zijn aanwezigheid in Italië, waar hij luxueuze villa’s heeft gekocht, als de zoveelste voortvluchtige voor de Venezolaanse justitie die een leven van privileges leidt.

Ramírez is door de Spaanse en Venezolaanse autoriteiten beschuldigd van het witwassen van geld met de openbare bank van Andorra, met gelden die hij illegaal in Venezuela heeft verkregen. Hoewel de kwestie van de corruptie van Chavistische politici op grote schaal is gebruikt om de leiding van het Chavismo aan te vallen, is Ramírez er als voortvluchtige op de een of andere manier in geslaagd zonder al te veel problemen door Europa te komen.

Ramírez zou nu een veel geraffineerdere rol kunnen spelen als internationale voortvluchtige en vijand van de Venezolaanse regering. Ramírez zou verantwoordelijk kunnen zijn voor de financiering, de propaganda en de ontwikkeling van een agenda om het Chavismo van binnenuit te ontmantelen, gebruik makend van oude structuren die hij in zijn hoedanigheid van minister heeft gebruikt. Ramírez zou optreden als netwerker voor actoren en belangen om Chavismo aan te vallen vanuit een “kritisch” en “links” oppositiefront.

Deze operaties zouden volledig in overeenstemming zijn met de gebruikelijke tactieken van de Central Intelligence Agency (CIA) en zijn gebaseerd op de mogelijke rol van Ramírez als een huidige VS-contact.

Hoewel een hof van beroep in Rome onlangs de uitlevering van Ramírez op verzoek van Venezuela ontvankelijk heeft verklaard, is er nog steeds geen uitsluitsel over de voorgeleiding van de voormalige ambtenaar aan de Venezolaanse rechtbanken.

Leopoldo López. De recidivist en openlijk beleden Venezolaanse couppleger Leopoldo López geniet vandaag de asielstatus van de regering in het Koninkrijk Spanje.

Op 30 april 2019 leidde Leopoldo López samen met Juan Guaidó een mislukte militaire opstand. López ontvluchtte zijn huisarrest waar hij een straf uitzat voor misdaden begaan in 2014, en ging over tot het aanzetten van een militaire staatsgreep en het leiden van een muiterij georkestreerd met verschillende Venezolaanse officieren in de zogenaamde ‘Operatie Vrijheid’.

López verscheen aan de zijde van de rebellerende soldaten aan de rand van de luchtmachtbasis La Carlota in Caracas, op de Altamira-brug, maar de operatie mislukte. De Venezolaanse inlichtingendienst slaagde erin, door infiltratie in de samenzwering, de aanval te ontmantelen, waarbij López en Elliott Abram – een ambtenaar van de Trump-administratie gedelegeerd om Venezuela te destabiliseren – werden ontmaskerd, die toegaven dat ze met coup-plegers in Venezuela spraken en dat ze “niet meer reageerden op hun telefoontjes”.

Daarop zocht López 18 maanden lang zijn toevlucht als gast in de Spaanse ambassade en deed hij een beroep op de nationaliteit van zijn vader om als Spanjaard behandeld te worden. Van daaruit legde hij contacten om de mislukte huurlingeninvasie Operatie Gideon in 2020 te organiseren.

Vervolgens profiteerde hij van de hulp van de Spaanse ambassadeur Jesús Silva om naar Spanje te ontsnappen, wat duidelijk in strijd was met internationale verdragen.

In Spanje heeft López vrijheid van politieke activiteit en beweging gehad. Hij is naar Colombia gereisd voor een ontmoeting met Álvaro Uribe, en naar de Verenigde Staten voor een ontmoeting met Amerikaanse functionarissen. Nu is hij opnieuw opgedoken als intellectueel auteur en organisator in nieuwe verijdelde operaties in Venezuela, ditmaal in verband met de terroristische acties van criminele bendes uit Cota 905 (Caracas).

Volgens artikel 16 van het Verdrag inzake Internationaal Strafrecht (1889) en over de voorwaarde van asielzoekers, “heeft de natie van toevlucht de plicht te voorkomen dat asielzoekers op haar grondgebied handelingen verrichten die de openbare vrede in gevaar brengen van de natie waartegen zij misdrijven hebben begaan”, en het is slechts door een grote nalatigheid van Spanje dat Leopoldo López heeft geprofiteerd van uitzonderlijke omstandigheden van waaruit hij de aanvallen op de stabiliteit van Venezuela kan voortzetten.

Venezuela zal Spanje om de uitlevering van deze gevaarlijke terrorist verzoeken en daartoe zullen bewijzen tegen López aan de Spaanse autoriteiten worden toegezonden. De kans dat de uitlevering niet doorgaat is echter zeer groot, aangezien López een hoofdrolspeler is in de “regime”-wisselingsoperatie die verscheidene landen tegen Caracas hebben opgezet.

Instrumenteel gebruik van het diplomatieke front als risicofactor

Het gebruik van diplomatieke bevoegdheden door sommige landen, met name de Verenigde Staten, Colombia en Spanje, is eëvolueerd door praktijken die op verschillende gebieden ongunstig zijn voor de veiligheid van Venezuela.

Wat het westelijk halfrond betreft, gaat het onder meer om het Verdrag van Havana van 1928, het Verdrag inzake politiek asiel van Montevideo van 1933, het Verdrag inzake politiek asiel en toevlucht in Montevideo van 1939, het Verdrag inzake internationaal strafrecht in Montevideo van 1940, het Verdrag inzake territoriaal asiel in Caracas van 1954 en het Verdrag inzake diplomatiek asiel in Caracas van 1954, alsmede om soortgelijke bepalingen in artikel 14 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens.

Al deze rechtsinstrumenten bevestigen bijna steeds de beginselen inzake de stabiliteit van de landen van herkomst van de asielzoekers, dat wil zeggen dat zij het criterium bevestigen dat aan een persoon slechts asiel kan worden verleend op voorwaarden dat hij de stabiliteit van zijn land van herkomst niet ondermijnt.

Gebruikmakend van zijn privileges reisde Leopoldo López naar Colombia en had hij een ontmoeting met Álvaro Uribe, mogelijk om gewapende acties in Venezuela te organiseren (Foto: Archief)

In de praktijk en in het geval van Venezuela vormen deze feiten echter duidelijke schendingen van de normen, van het vergelijkend recht, en van de Venezolaanse normen zelf, zoals gelden voor de landen van bestemming van de asylees. Zoals gezegd worden verschillende actoren uit de Venezolaanse politiek, op de vlucht en in asiel, beschuldigd van misdaden die zij vóór en tijdens hun asielperiode hebben begaan, en in de meeste gevallen gaat het om daden die erop gericht zijn de stabiliteit en de veiligheid van Venezuela te ondermijnen.

Dit illegale gebruik van diplomatiek asiel om deze actoren te verhullen en te beschermen ligt is lijn met de strategische rol die ditzelfde front heeft gespeeld in de grootschalige operatie van “regime”-verandering die tegen Venezuela is georkestreerd door middel van hybride mechanismen, waaronder het opleggen van illegale sancties tegen de Venezolaanse economie, het uitroepen van Venezuela tot “schurkenstaat”, de opbouw van de “parallelle regering” van Juan Guaidó, en de ontwikkeling van isolatiemechanismen voor de politieke en diplomatieke verstikking van het land.

In dit specifieke kader komen de veronachtzaming van de normen van de internationale betrekkingen en van het doeltreffend gebruik van juridische mechanismen samen, alsmede de feitelijke vernietiging van internationale instellingen die disfunctioneel door acties die doelbewust zijn gepland door antidemocratische krachten.

Vanwege hun bijzondere kenmerken is het van essentieel belang te erkennen dat deze verderfelijke manipulaties van diplomatieke bepalingen bestaan uit processen van opzettelijke en selectieve afbraak van de basisbeginselen van de diplomatie, tot het punt waarop deze praktijken nieuwe risico-factoren worden. Het destructieve potentieel van deze uit Venezuela gevluchte personen en de bescherming en het voorrecht die zij op buitenlands grondgebied genieten, vergroten alleen maar hun vermogen om kwaadwillig te werk te gaan.

Het beeld is ernstiger als we in deze illegale “diplomatieke” praktijken een kader herkennen waarin de diensten voor buitenlandse betrekkingen opereren onder de discretionaire bevoegdheid van de veiligheidsorganen en andere factoren die de politieke macht in Venezuela trachten te saboteren.

Dit zou kunnen bestaan uit een tweedeling waarbij onder theoretisch diplomatieke praktijken tolerantie bestaat voor het orkestreren van onmenselijke economische blokkades, het organiseren van moordaanslagen, het plannen van “gewapende oplossingen” en internationale sponsoring van nieuwe vormen van terrorisme op het westelijk halfrond als een mechanisme om regeringen omver te werpen, dit alles onder heimelijke gestalten, institutionele vormen en regeringsbescherming.

Wat Venezuela betreft, bestaat deze verklaring niet uit een mogelijkheid, maar is zij gebaseerd op feiten en bewijzen die het illegale gebruik van diplomatiek asiel blootleggen door sommige naties die optreden als wapens van een internationaal institutioneel apparaat dat zijn pogingen voortzet om soevereine naties te onderwerpen. Alle wegen leiden naar Washington.

Topfoto: Leopoldo López, ontvangen in Spanje door President Pedro Sánchez, na zijn ontsnapping uit Caracas met de medeplichtigheid van de Spaanse ambassadeur (Foto: ABC).