Zal Joe Biden eindelijk luisteren naar de eensgezinde stem van de wereld?

Bron: Stephen Kimber en John Kirk 
canadiandimension 19 juni 2021 ~~~

Op 23 juni zal de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties stemmen om het zes decennia durende embargo van de Verenigde Staten tegen Cuba te veroordelen. Nogmaals.

De wereld doet dit al sinds 1992. In 2019 steunden 187 landen de motie, terwijl er slechts drie (de VS, Israël en Brazilië) tegen waren.

Wat de stemming van dit jaar urgenter en verontrustender maakt, is dat de Amerikaanse president Joe Biden – die tijdens de presidentscampagne van vorig jaar zwoer dat hij 240 maatregelen van de regering-Trump zou terugdraaien die “het Cubaanse volk schade berokkenden en [niets deden] om de democratie en de mensenrechten te bevorderen”- het leven van het Cubaanse volk nu erger maakt in plaats van beter.

In mei herhaalde Biden de vaststelling van Trump dat Cuba niet “volledig meewerkt” aan de Amerikaanse antiterrorisme-inspanningen. Het is een valse bewering die alles te maken heeft met de gunst van de kiezers in Zuid-Florida en niets met antiterrorisme of de realiteit.

Maar het brengt schade toe aan het Cubaanse volk door bedrijven en landen te straffen die handel durven te drijven met de socialistische eilandstaat.

De oorspronkelijke bedoeling van wat nu het langstdurende handelsembargo in de moderne geschiedenis is, was om een regimeverandering in Cuba af te dwingen. In 2018 berekenden de Verenigde Naties dat het embargo Cuba meer dan 130 miljard dollar had gekost.

De VS hebben hun ambitie om een regime te veranderen niet waargemaakt. Maar ze zijn er wel in geslaagd het leven van het Cubaanse volk steeds moeilijker te maken.

Cuba maakt bijzonder moeilijke tijden door. Het toerisme is opgedroogd. De COVID duurt voort. Het embargo verergert elke ontbering.

Kijk eens naar een paar voorbeelden.

Door het embargo moet Cuba zijn voorraden uit de hele wereld betrekken in plaats van uit zijn handigere (en goedkopere) buurland. Maar wereldwijde leveranciers, die zich zorgen maken over de extraterritoriale wetten van de VS, weigeren vaak handel te drijven met Cuba. Doen zij dat toch, dan leggen zij een grote marge op om hun risico te dekken. De Amerikaanse regering heeft ook sancties opgelegd aan tientallen bedrijven en financiële instellingen, alleen al omdat ze zaken doen met Havana.

Maar het meest verontrustende aspect van het escalerende embargo is misschien wel de toenemende invloed ervan op de gezondheid van de Cubanen.

In 1997 publiceerde de American Association for World Health een gedetailleerd rapport van 300 pagina’s, met als ondertitel “Denial of Food and Medicine”, waarin het “de facto embargo op medische voorraden“, dat “een ravage heeft aangericht” in het Cubaanse medische systeem, werd veroordeeld

Het is nu nog erger.

Toen bijvoorbeeld onlangs twee traditionele Europese leveranciers van ventilatoren voor Cubaanse ziekenhuizen -IMT Medical AG en Acutronic- werden overgenomen door een Amerikaans bedrijf, kondigden zij onmiddellijk aan niet langer aan Cuba te zullen verkopen.

Toen de Cubaanse regering vorig jaar trachtte de contracten met in de VS gevestigde farmaceutische bedrijven te actualiseren, weigerde farmaceut Eli Lilly nog langer commerciële betrekkingen met het eiland te onderhouden. Elders beweerde Bayer dat zijn licentie het niet langer toestond om zaken te doen met Cuba, en Pfizer en Merck Sharp namen niet eens de moeite om te reageren op verzoeken om broodnodige medicijnen te kopen.

Afgelopen maart, toen COVID zich over de hele wereld verspreidde, probeerde een Chinees bedrijf, Alibaba, hoognodige beademingsapparatuur, diagnostische kits en maskers aan Cuba te doneren. Maar de grootste aandeelhouder in de luchtvaartmaatschappij die het bedrijf inhuurde om deze medische benodigdheden te leveren, was Amerikaans. Uit vrees voor vergeldingsmaatregelen van de VS weigerde het deze goederen naar Cuba te vliegen.

In april weigerden verschillende Zwitserse banken (UBS, Banque Cler en Basler Kantonalbank), die ook bang waren voor sancties, geld over te maken zodat plaatselijke organisaties daar testapparatuur en persoonlijke beschermingsmiddelen voor Cuba konden kopen.

In januari drong Congreslid James McGovern – die de Amerikaanse inspanningen om humanitaire hulp aan Cuba te blokkeren een “schande” noemde – er bij Biden op aan “vroegtijdig, snel en uitvoerig” te handelen om alle door Trump ingestelde anti-Cuba-maatregelen terug te draaien en “onmiddellijk een einde te maken aan de toepassing van sancties tegen voedsel, medicijnen en andere humanitaire hulp aan Cuba”.

Dat heeft hij niet gedaan.

Evenmin heeft Biden gereageerd op een brief van maart, ondertekend door 80 Democraten in het Huis, waarin wordt opgeroepen tot onmiddellijke beëindiging van de beperkingen op reizen en transacties. “Met een pennestreek kunt u worstelende Cubaanse gezinnen helpen en een constructievere aanpak bevorderen”, schreven ze.

Toen Biden vicepresident was, zag zijn baas, Barack Obama, het voor de hand liggende in en verklaarde in 2014 de Amerikaanse inspanningen om Cuba te isoleren tot mislukking. “Het is tijd voor een nieuwe aanpak”, zei hij.

Dat is vandaag nog meer waar. De vraag is, zal Joe Biden eindelijk luisteren naar de eensgezinde stem van de wereld?

Stephen Kimber is hoogleraar journalistiek aan de University of King’s College en auteur van 11 boeken, waaronder het bekroonde What Lies Across the Water: The Real Story of the Cuban Five. John Kirk, emeritus hoogleraar Latijns-Amerikastudies aan Dalhousie University, is auteur of mede-redacteur van 18 boeken over Latijns-Amerika.

Plaza de la Revolución, Havana. Foto door Gilbert Sopakuwa/Flickr.