Bron: Uriel Araujo,  Southfront  30 september2022  ~~~

Nu de Nord Stream pijpleiding mogelijk is gesaboteerd door Washington, zoals beloofd door de Amerikaanse president Joe Biden op 7 januari, en mogelijk voor altijd weg is (volgens de Duitse autoriteiten), is het tijd om de mogelijke gevolgen te overwegen.

De energiecrisis in de EU is altijd onder druk gezet door Amerikaanse belangen. Bovendien voeren de VS al te lang economische oorlogsvoering en gebruiken de dollar als wapen, maar het is al maanden duidelijk dat hun huidige economische en financiële oorlog tegen Rusland een averechtse uitwerking heeft – en opnieuw vooral op Europa. Dergelijke economische oorlogen kunnen namelijk gevaarlijk uit de hand lopen, en worden beschouwd als een van de oorzaken van de crisis van 1929 in de wereld na Versailles.

Philip Pilkington, een Ierse econoom die werkzaam is in de investeringsfinanciering en beroemd is om zijn bijdragen over de empirische schatting van algemeen evenwicht en andere gebieden, heeft zeer interessante observaties gemaakt van de mogelijke deïndustrialisatie van Europa als gevolg van economische oorlogsvoering. Hij merkt op hoe in de post-pandemische wereld de schulden in het Westen zich hebben opgestapeld en hoe het huidige conflict in Oekraïne bovendien extra energiekosten met zich meebrengt.

Nadat het conflict is beëindigd – of een “bevroren conflict” is geworden – of nadat de goede diplomatie is hersteld, zou Rusland weer gewoon gas aan Europa kunnen gaan leveren – zo redeneerden veel analisten. Maar nu de pijpleidingen weg zijn, zal de energieprijs op het continent de komende jaren enorm hoog blijven. Nu de blijvend hoge energieprijzen de productie economisch niet meer rendabel maken (waardoor de Europese koopkracht daalt), valt te verwachten dat het blok de export zal uitschakelen om een niet-competitieve industrie weer op gang te brengen en tegelijkertijd de investeringen in energie te verhogen.

Pilkington stelt dat de hoge energiekosten de Europese industrie grotendeels niet-concurrerend zullen maken omdat fabrikanten geen andere keuze zullen hebben dan ook de prijs van de goederen te verhogen, die op hun beurt niet zullen kunnen concurreren met goedkopere buitenlandse goederen. De econoom stelt verder dat in dit scenario, waarbij veel fabrikanten failliet gaan, het resultaat zal zijn dat belangrijke banen verloren gaan, minder mensen in loondienst die geld zullen uitgeven en een nieuwe economische depressie zal ontstaan.

Pilkington redeneert dat de Verenigde Staten niet lang in staat zullen zijn om de Europese productie te “reshoren” omdat er op het continent eenvoudigweg niemand zal zijn om de producten te kopen die de VS naar de Europese kusten verscheept. Deze crisis zal dus ook de Amerikanen treffen, want als de export naar Europa daalt, verliezen ook de Amerikaanse werknemers hun baan. Wat kunnen de EU-landen in een dergelijk scenario doen? De Ierse econoom schrijft heel overtuigend dat een tariefoplossing het meest voor de hand ligt: door de tarieven te verhogen kunnen deze landen “de internationale producten even duur maken als de binnenlandse producten die lijden onder de inflatie van de energiekosten”.

Het resultaat daarvan kan alleen maar meer economische chaos voor het Westen zijn, terwijl Europa zich “afsluit” en een soort “zwart gat” wordt, in een herhaling van de gebeurtenissen van 1920 die tot de Grote Depressie leidden, schrijft Philip Pilkington.

De mondiale situatie is vandaag echter sterk veranderd, met de BRICS+ alliantie, die blijkbaar gericht is op “ontkoppeling van de westerse economie”. De stijging van de grondstoffenprijzen is een tijdlang gezien als een gevolg van het westerse sanctiebeleid, en dit heeft het mondiale zuiden gedwongen op zoek te gaan naar parallelle mechanismen en alternatieven. Daarom hebben deze opkomende machten het potentieel om een “afzonderlijk economisch blok” te vormen, wat betekent dat het Westen het meest zou lijden onder de economische chaos, aangezien BRICS+ “een relatief gezonde economie heeft”.

Dit alles is een vrij waarschijnlijk scenario en er moet ook rekening worden gehouden met de politieke gevolgen. De economische crisis zal naar alle waarschijnlijkheid het protectionisme terugbrengen, en dat zou gepaard kunnen gaan met een politiek klimaat als dat van 1930. Dit kan het populistische kamp in Europa alleen maar versterken. Populistische en zogenaamde “extreem-rechtse” tendensen groeien al jaren op het continent en de tijd lijkt ideaal te zijn om dit fenomeen te versnellen.

Zo heeft de verslagen Franse presidentskandidaat Marine Le Pen tijdens de verkiezingen van dit jaar beloofd Frankrijk uit de NAVO te halen. Ondertussen had Hongarije in augustus opnieuw de laagste energieprijzen in de EU. Er zijn meer dan 8.700 sancties opgelegd aan Moskou, maar die hebben Europa meer pijn gedaan dan Rusland, terwijl de Hongaarse premier Viktor Orban een groot tegenstander was van dergelijke sancties. Of men de man nu mag of niet, hij was vaak de stem van de rede in het blok. Nu richt de Duitse eurosceptische politieke partij Alternative für Deutschland (AfD) zich sterk op het aanvallen van Europese elites en op het verzet tegen de sancties van de Duitse regering tegen Rusland. Deze trend doet zich overal in de EU voor.

Het wordt tijd dat Europa zijn soevereiniteit laat gelden, maar een dergelijk politiek standpunt is in het continent grotendeels gemarginaliseerd. Dus hoewel een Europese populistische golf het scepticisme over de NAVO en de EU zelf zou moeten vergroten, zal het ook de politieke instabiliteit en onrust vergroten. Kortom, in het slechtste post-Nord Stream scenario kan men dan een gedeïndustrialiseerd en geïsoleerd Europa verwachten dat een ernstige politieke en economische crisis doormaakt.

Uriel Araujo, is een onderzoeker met een focus op internationale en etnische conflicten