Bron: Mission Verdad, 12 september 2020 (SP) ~~~ 

In mei zijn de eerste van vijf Iraanse olietankers geladen met brandstof en materialen voor de raffinaderijen voor de Venezolaanse kust geland, waardoor de gevolgen van de Amerikaanse sancties tegen de Venezolaanse olie-industrie aanzienlijk zijn afgenomen.

Vanaf dat moment kondigden sommige media de reactivering van enkele raffinaderijen in het land aan, met name het opstarten van de Cardón-katalysatorinstallatie, die deel uitmaakt van het Paraguaná-raffinagecentrum (CRP), een van de grootste industriële olieverwerkingscomplexen ter wereld.

De heropleving van het raffinageproces van de olie-industrie van het land is echter complex en met veel moeilijkheden gepaard gegaan, aangezien elk onderdeel of stuk dat aan de infrastructuur van de Venezolaanse raffinaderijen wordt geassembleerd om ze 100% operationeel te maken, een Amerikaans octrooi heeft.

In die zin, en rekening houdend met de eenzijdige dwangmaatregelen van de Verenigde Staten, met name die welke in augustus 2017 zijn begonnen, zijn er duidelijke moeilijkheden voor het behoorlijke onderhoud van de raffinaderijen, waardoor hun activiteiten voortdurend worden belemmerd.

Daarom heeft de Venezolaanse regering gekozen voor de commerciële mogelijkheid om benzine in te voeren, ondanks van de voortdurende bedreiging en vervolging van de oliesector, die aktueel te kampen heeft met brandstoftekorten.

Op dit moment informeert de tanker tracking portal ‘Tanker Trackers’ zijn abonnees dat, onofficieel, Iraanse tankers Bos, Faxon en Fortune blijkbaar op weg zijn naar Venezuela via het Suezkanaal met brandstoftransporten.

Reële voorbeelden van de gevolgen van sancties voor de oliesector

De massamedia en woordvoerders die zich tegen de Venezolaanse regering verzetten, roepen dat de complicaties in de productie en de raffinage slechts veroorzaakt worden door een vermeende “desinvestering” en een algeheel “gebrek aan efficiëntie”, waarbij de effecten van eenzijdige sancties , die niet alleen de normale werking van het raffinaderijpark verhinderen, maar ook de dynamiek van de oliehandel verbieden, volledig worden genegeerd.

Venezuela is niet het enige olieproducerende land dat door de Verenigde Staten is gesanctioneerd, in feite is Iran de historische focus van deze sabotage, net als Syrië en alles wat bekend is over Libië.

In het geval van Syrië hebben de Verenigde Staten onder het bewind van Barack Obama sinds 2011 sancties opgelegd aan de Syrische scheepvaart- en verzekeringsactiviteiten die daarmee verband houden, waardoor elke commerciële activiteit of financiële steun voor chemische stoffen en olieproducten wordt verboden. Daarna is de productie van dit Arabische land abrupt gedaald.

Foto: OPEC

Zoals op een vergelijkbare manier met Syrie, werden tijdens de regering-Obama ook sancties opgelegd aan de oliesector.

In deze context was Iran een van de belangrijkste exporteurs van olie naar India en bood het land commercieel aantrekkelijke invoervoorwaarden. In 2012 hebben de sancties tegen Teheran India gedwongen de invoer van Iraanse olie te halveren. Dit maakte de weg vrij voor Saoedi-Arabië en Irak om de belangrijkste leveranciers van ruwe olie voor India te worden, om nog maar te zwijgen van de toenemende export van de VS naar dat land.

Dat wil zeggen, het veroveren van marktaandelen wordt bereikt dankzij dit waanzinnige spel van sancties, ondanks de onweerlegbare schade aan de olie-industrie.
Actueel heeft het Internationaal Energie Agentschap een grafiek gepubliceerd die de daling van de productie van Iran met de sancties laat zien.

Foto: IEA

De dreiging blijft.

Venezuela is geen uitzondering, het volledig negeren van de gevolgen van sancties is goedkope misleiding. De financiële sancties van 2017 waren het openingssalvo voor de beperking van de Venezolaanse overheidsfinanciering. De opvoering daarvan vond bijna gelijktijdig plaats met de zelfverklaring van Guaidó in 2019, waarbij dwang werd uitgeoefend op de transacties van PDVSA met welke (internationale) entiteit dan ook.

De dreiging voor de Venezolaanse staat komt van alle fronten, en is geneigd te intensiveren naarmate de verkiezingsdatum nadert; zowel van de presidentsverkiezingen in de Verenigde Staten als de Nationale Vergadering op 6 december in Venezuela. Natuurlijk blijft de communicatiesfeer niet achter om de psychologische oorlogsvoering te voeden.

Nog vers in het geheugen is het alarmerende en controversiële nieuws over de vermeende inbeslagname van Iraanse schepen die Venezolaanse benzine vervoeren, dat werd verspreid toen Amerikaanse federale ambtenaren zich haastten om de inbeslagname mee te delen, die later zou worden “bevestigd” door Donald Trump op een persconferentie.

Audra Wolfe’s boek ‘Freedom’s Laboratory: The Cold War Struggle for the Soul of Science’ legt in detail de rol uit van de Amerikaanse psychologische oorlogsvoering tijdens de Koude Oorlog, die vandaag de dag niet wezenlijk is veranderd. Daarnaast voegt Wolfe ook de NSC-gids 10/2 (National Security Council handboek) bij, waarin propaganda, economische oorlogsvoering, sabotage en subversie als onderdeel van het handboek van de Nationale Veiligheidsraad zijn opgenomen.

De aanval op Venezuela door de Verenigde Staten is veelvormig maar systematisch en probeert met geopolitieke macht de Venezolaanse olie-industrie te wurgen. De kwestie van de benzine is een van de vele misdaden die nog steeds tegen deze natie worden gepleegd.