Bron: Dan Cohen 
Uncaptured Media 26 oktober 2022 ~~~

Amerikaanse desinformatiecampagne biedt voorwendsel voor dreigende militaire interventie door VN

Een exclusief onderzoek van Uncaptured Media onthult de rol van het desinformatie-apparaat van Washington in Haïti’s “ergste bloedbad in tien jaar”.

Terwijl een volksopstand Haïti overspoelt en het door de VS gesteunde regime van de feitelijke premier Ariel Henry ten val dreigt te brengen, probeert Washington een militaire macht in te zetten om de figuur in het centrum van de storm, Jimmy Cherizier, bijgenaamd “Barbecue”, aan te vallen.

Cherizier is de leider van een federatie van gewapende groepen genaamd de Revolutionaire Strijdkrachten van de G9 Familie en Bondgenoten, of FRG9. Sinds 19 september blokkeren Cherizier en de FRG9 met loopgraven en lege vrachtwagencontainers de gasterminal van Varreux, waar Haïti ongeveer 70 procent van zijn brandstofbevoorrading vandaan haalt. Troepen van de Haïtiaanse Nationale Politie (HNP) hebben de FRG9 aangevallen in een poging de strijders te verdrijven, maar dit is niet gelukt. Deze barricade, die slechts één van de honderden is in de hoofdstad en in Haïti in het algemeen, vormt vandaag het excuus voor Henry om buitenlandse militaire interventie aan te vragen.

Terwijl de massa’s demonstranten het aftreden van Henry eisen en zijn verzoek afkeuren, is het de blokkade van de terminal door de G9 die de ernstigste bedreiging vormt voor Henry’s voortdurende greep op het land.

Op 21 oktober keurde de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties unaniem Resolutie 2653 goed, opgesteld door de Verenigde Staten en Mexico, waarin internationale sancties worden opgelegd aan de leiders van de “bende” en hun financiële en politieke sponsors. Er werd echter maar één leider genoemd: Cherizier. Dit volgt op de Amerikaanse Magnitsky-sancties tegen Cherizier in december 2020.

“Deze resolutie is een eerste antwoord op de roep om hulp van het Haïtiaanse volk,” merkte de Amerikaanse ambassadeur bij de VN Linda Thomas-Greenfield op. “De goedkeuring van deze resolutie vandaag is slechts de eerste stap. We hebben nog veel meer werk te doen.

Haïti wordt geteisterd door criminele gewapende groepen zoals de 400 Mawozo en de Bende van Vijf Seconden, die zich allemaal verzetten tegen de FRG9 in de G-Pép confederatie, die banden heeft met machtige oligarchen die nauwe banden hebben met de VS. De Haïtianen hebben er nota van genomen dat Cherizier, een antimisdadiger, de enige figuur is tegen wie de resolutie is gericht, waarin wordt beweerd dat hij “handelingen heeft verricht die de vrede, de veiligheid en de stabiliteit van Haïti bedreigen” en dat de brandstofblokkade “rechtstreeks heeft bijgedragen tot de economische verlamming en de humanitaire crisis in Haïti”.

“Ironisch genoeg hebben alleen al de sancties van de VN-Veiligheidsraad tegen Cherizier zijn imago bij de Haïtiaanse massa versterkt,” merkte een gemeenschapsleider van Cité Soleil op, die om anonimiteit vroeg.

FRG9-leider Jimmy Cherizier spreekt een menigte supporters toe in de wijk La Saline in Port-au-Prince. Beeld: John Wesley Amady

De resolutie activeert ook de gewapende interventieclausule van het VN-Handvest, opgenomen in hoofdstuk 7, die werd gebruikt om de VN-vredesmissies in Haïti van 1994 tot 2000 en van 2004 tot 2019 te legitimeren.

Washington dringt inderdaad aan op goedkeuring door de VN-Veiligheidsraad om een VN-lidstaat te machtigen een militaire interventie uit te voeren, wat aansluit bij de Amerikaanse Global Fragility Act, een wet uit 2019 die geheime militaire operaties in bepaalde landen toestaat, met Haïti als testcase.

Secretaris-generaal António Guterres kwam op 8 oktober met een voorstel voor een buitenlandse militaire interventie in Haïti, waarin hij opriep tot een “snelle interventiemacht” die zou bestaan uit “speciale strijdkrachten die door één of meer lidstaten ter beschikking worden gesteld, waarbij één lidstaat de leiding van de operatie op zich neemt, ook wat betreft de planning, het opstarten, het commando en de leiding van de operaties”.

Dit zou worden gevolgd door een “multinationale politietaakgroep” om een HNP-hitploeg op te leiden en te adviseren, of om een “speciale troepenmacht” op te richten die naast het HNP opereert bij de “aanpak van bendes, onder meer door gezamenlijke aanvallen, isolatie- en insluitingsoperaties”.

Greenfield-Thompson, mede-indiener van het ontwerp, vertelde de raad in een debat op 17 oktober dat “deze resolutie een beperkte, zorgvuldig opgezette, niet-VN-missie voorstelt, geleid door een partnerland met de nodige ervaring die nodig is om een dergelijke inspanning doeltreffend te laten zijn.”

Het voorstel van Guterres was terug te vinden in een eerder ontwerp van de resolutie met een paragraaf die opriep tot “onmiddellijke inzet van een multinationale snelle interventiemacht”, maar die werd tijdens de onderhandelingen uit de resolutie geschrapt.

Voorbereiding op oorlog

Cherizier is zich terdege bewust van de mogelijkheid dat het Amerikaanse leger probeert hem te vermoorden. “We weten dat de Amerikaanse troepen zich voorbereiden om soevereine Haïtiaanse bodem te vertrappen,” vertelde hij aan Haïti Liberté, “We bedenken onze strategieën en tactieken om hen aan te pakken.”

Dit vizier van de VS en haar bondgenoten op Cherizier volgt op een veelzijdige desinformatiecampagne. Cherizier zou in de sloppenwijken van Port-au-Prince meerdere bloedbaden hebben aangericht namens de regerende Haïtiaanse Kaalkoppartij (PHTK). Deze beschuldigingen zijn opgenomen in de jaarlijkse mensenrechtenverslagen van het State Department en werden aangehaald als rechtvaardiging voor Amerikaanse sancties tegen Cherizier, die de enige Haïtiaanse “bendeleider” blijft die als zodanig wordt aangemerkt.

De ontwerpresolutie van de VN-Veiligheidsraad bevat soortgelijke bewoordingen en stelt dat Cherizier “de dodelijke aanval van november 2018 op burgers in de wijk La Saline in Port-au-Prince heeft gepland en eraan heeft deelgenomen.”

Maar zoals dit onderzoek, gebaseerd op bezoeken aan La Saline, interviews met bewoners en lokale functionarissen, een Amerikaanse functionaris, en zorgvuldig onderzoek van media en mensenrechtenrapporten, zal aantonen, is er geen bewijs van betrokkenheid van Cherizier bij een bloedbad in La Saline, of dat er zelfs een bloedbad heeft plaatsgevonden. De gebeurtenissen van 1-13 november 2018 zijn verkeerd beschreven, als onderdeel van een desinformatiecampagne van het State Department en de National Endowment for Democracy, die de weg heeft vrijgemaakt voor de huidige drang naar een militaire interventie in Haïti. De beschuldigingen van bloedbaden geven een schijn van bezorgdheid over de mensenrechten voor agressie tegen de ontluikende revolutionairen van de G9 en de handhaving van Haïti als een neokolonie van het Amerikaanse imperium.

Amerikaanse desinformatiemachine in actie

Volgens meerdere interviews die we in Haïti hebben afgenomen, begonnen op 1 november 2018 twee gewapende groepen te vechten op de Croix des Bossales-markt (slavenmarkt) in de sloppenwijk La Saline in Port-au-Prince, de plek waar Franse slavendrijvers gevangen genomen Afrikanen verkochten totdat de revolutie van Haïti (1791-1804) de ondergang van de westerse slaveneconomie inluidde. Het conflict culmineerde in een hevig vuurgevecht op 13 november 2018.

Croix des Bossales markt. Afbeelding door Dan Cohen

Tegen de tijd dat de gevechten afnamen, werden stapels dode lichamen uitgestrooid op stapels afval, aangevreten door wilde varkens en achtergelaten om te rotten onder de Caribische zon.

Deze uitbarsting van geweld, en de strijd van 13 november, zou het centrale punt worden in de desinformatiecampagne tegen Cherizier. Toch zijn er weinig vaststaande feiten over wat er precies is gebeurd in La Saline, en er bestaan verschillende, vaak tegenstrijdige, verhalen tussen verschillende politieke sectoren en stromingen die beweren dat er een bloedbad heeft plaatsgevonden.

Er bestaan in totaal zeven rapporten over de gebeurtenissen in La Saline.

Het meest geciteerde rapport is gepubliceerd door het Haïtiaanse Nationale Netwerk voor Mensenrechten (RNDDH), dat wordt gefinancierd door de National Endowment for Democracy, Open Society Foundation en American Jewish World Service (waarvan de Schmidt Family Foundation van de voormalige Google CEO Eric Schmidt de belangrijkste donor is). De RNDDH wordt geleid door Pierre Espérance, een nauwe medewerker van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken.

Pierre Espérance’s prijs van de Amerikaanse ambassade. Afbeelding door Dan Cohen

Espérance’s kantoor in Port-au-Prince is versierd met een onderscheiding van de Amerikaanse ambassade uit 2002, de periode waarin zijn vorige werkgever, de National Coalition for Haitian RIghts (NCHR), een desinformatiecampagne leidde in de aanloop naar de door de VS gesteunde staatsgreep tegen president Jean Bertrand Aristide in 2004, waarbij hij hem beschuldigde van het plegen van een “misdaad tegen de menselijkheid” en “genocide”.

Espérance en de NCHR onderhielden nauwe banden met de coupregering van Gerard Latortue toen staats- en paramilitaire troepen zonder aanklacht voormalige regeringsfunctionarissen van Aristide oppakten en gevangen zetten, en 8.000 Lavalas-activisten gevangen zetten en vermoordden. Het NCHR-rapport dat werd gebruikt om de vervolging van voormalige Aristide-functionarissen en Lavalas-activisten te rechtvaardigen, werd later in twijfel getrokken. Speciaal Rapporteur Thierry Faggart van de Verenigde Naties noemde het optreden van het NHCR “een echte mislukking” waaruit een “gebrek aan verantwoordelijkheid” bleek.

Espérance, nu hoofd van de RNDDH, is banden blijven ontwikkelen met de VS en wordt gesteund door enkele van ‘s werelds machtigste oligarchen.

Amerikaanse ambassade Haïti @USEmbassyHaiti
Ambassadeur Sison had op 3 mei een ontmoeting met uitvoerend directeur Pierre Esperance van het Nationaal Netwerk voor de verdediging van de mensenrechten (RNDDH) om het laatste rapport van het RNDDH te bespreken. (1/2)

9:00 PM ∙ 6 mei 2019

Volgens één verslag in het rapport van de RNDDH over de gebeurtenissen van november, 2018 van La Saline, riep Cherizier enkele dagen van tevoren een vergadering bijeen met overheidsfunctionarissen in zijn wijk Delmas 6 om het te plannen en wapens te verdelen. Het rapport beweert dat Cherizier en Serge “Ti Junior” Alectis, wiens gewapende groep later een oorspronkelijk onderdeel van de FRG9 zou worden, op rooftocht gingen, mensen vermoordden, huizen vernielden en menselijke resten aan varkens voerden.

Ondanks het totale gebrek aan bewijs in het rapport, zouden latere rapporten over de gebeurtenissen in La Saline de versie van het rapport aanhalen en gebruiken.

Een ander rapport, geschreven door de voormalige rechterhand van Pierre Espérance, Marie Yolene Gilles, die nu aan het hoofd staat van de Open Ogen Stichting (FJKL), werd slechts twee dagen na het La Saline incident uitgebracht. Het beschrijft voornamelijk een conflict tussen voorheen geallieerde gewapende groepen om de controle over de markt van Croix de Bossales, maar voegt aan het eind het woord “bloedbad” toe, zonder dat deze bewering wordt gestaafd.

In een derde rapport van het National Lawyers Guild en het Haitian Action Committee uit Californië wordt, in scherpe tegenstelling tot de rapporten van de RNDDH en de FJKL, benadrukt dat het verhaal van een conflict tussen gewapende groepen een dekmantel was voor een door de staat gesteunde massamoord waarbij La Saline werd “gestraft en vernietigd” vanwege haar historische steun aan de Lavalas-beweging. Ondanks de tegenovergestelde conclusie van het FJKL-rapport, beweert ook dit rapport dat Jimmy Cherizier deelnam aan het geweld, maar het beweert niet dat hij toezicht hield op of deelnam aan een bloedbad, zoals de RNDDH en de FJKL beweren. In plaats daarvan wordt beweerd dat hij de slachtoffers van het bloedbad heeft belet naar zijn wijk in Delmas te vluchten. Deze bewering is gebaseerd op een interview met een link die niet meer werkt. Cherizier heeft echter publiekelijk verklaard dat hij, samen met bewoners en andere politieagenten uit zijn buurt, steegjes blokkeerde om te voorkomen dat criminelen van de beruchte 117 bende, die zij eerder hadden verdreven, terugkeerden. De botsingen van Cherizier met deze gewapende groep zijn gemeld door de RNDDH zelf, waarvan het rapport van 3 mei 2019 stelt: “Nadat hij heeft vernomen dat enkele leden van basis 117 zich hebben aangesloten bij de bende van Pablo in Nan Tokyo, heeft Jimmy CHERIZIER alias Barbecue besloten oorlog tegen hen te voeren.”

Het rapport beweert dat de verklaring van Cherizier over het blokkeren van de steegjes “de getuigenissen bevestigt van overlevenden in Lasalin die hem en andere politieagenten beschuldigen van deelname aan het bloedbad.” In de getuigenissen in het rapport wordt Cherizier echter nooit genoemd.

Deze slordige en valse bewering is kenmerkend voor het NLG/HAC-rapport. Het rapport stelt ook dat Cherizier lid is van de PHTK, maar geeft geen bewijs voor deze bewering. Vermoedelijk is het gebaseerd op twee foto’s die op sociale media circuleren waarop Cherizier een PHTK-armband draagt. Cherizier heeft verklaard dat hij de campagne van Espwa-kandidaat Jude Célestin heeft geholpen en de foto’s waren van een evenement enkele jaren geleden waarbij armbanden werden uitgedeeld waarbij hij en andere politieagenten voor de beveiliging zorgden. Dit was vóór zijn ontslag in 2018 bij de Haïtiaanse Nationale Politie en zijn ideologische transformatie tot revolutionair leider. Of men Cherizier nu gelooft of niet, foto’s van enkele jaren oud zijn onvoldoende bewijs om aan te tonen dat hij lid is van de PHTK, en druisen in tegen alle indirecte bewijzen.

De Harvard Law School’s International Human Rights Clinic publiceerde een rapport waarin het incident als een “door de staat gesanctioneerde massamoord” werd bestempeld. De auteurs baseerden zich sterk op de RNDDH en deden geen veldwerk.

Het in Port-au-Prince gevestigde Center for Analysis and Research of Human Rights heeft een rapport gepubliceerd waarin het incident van La Saline wordt afgeschilderd als een bloedbad te midden van bendegeweld, maar in tegenstelling tot andere rapporten wordt Jimmy Cherizier daarin niet genoemd en wordt de staat slechts beschuldigd van “medeplichtig stilzwijgen”.

Een rapport van de Verenigde Naties is het meest omzichtig van allemaal, en nuanceert herhaaldelijk zijn beweringen tegen Cherizier. “De vermeende aanwezigheid van de departementale afgevaardigde en agenten van de nationale politie suggereert een mogelijke betrokkenheid van deze staatsambtenaren,” luidt het rapport.

De Organisatie van Amerikaanse Staten – berucht om haar ondermijning van de democratie in Haïti, bracht op 31 december 2019 een rapport uit. Het vijf pagina’s tellende document gebruikt zorgvuldig en genuanceerd taalgebruik. De woorden “vermeend”, “suggereert” en “verondersteld” komen 25 keer voor. Het rapport maakt geen definitieve bewering, noch noemt het Cherizier. Een instantie die bekend staat als het Comité van Slachtoffers van La Saline deed een beroep op de OAS, maar zelfs dit kon de omzichtigheid van de instantie niet overwinnen.

Wat alle verhalen verbloemt is het grote verschil in dodental, variërend van 15 tot 71. Het NLG/HAC-rapport geeft toe dat “het moeilijk was om een nauwkeurig aantal doden te bepalen”.

Uiteindelijk levert geen van de tegenstrijdige rapporten concreet bewijs voor de betrokkenheid van Jimmy Cherizier, of dat er zelfs een bloedbad heeft plaatsgevonden.

selecteren van getuigenissen en negeren van slachtoffers

Volgens Jean Renel Félix, directeur van de Croix des Bossalles markt, was het incident in La Saline geen bloedbad, maar een gevecht tussen twee gewapende groepen waarbij onschuldige burgers in het kruisvuur kunnen zijn gedood.

Jean Renel Félix, directeur van de markt van Croix des Bossalles. Beeld door John Wesley Amady

“Om een bloedbad te hebben, zou je vreedzame, onschuldige burgers moeten hebben die door een andere groep worden aangevallen, daar zou ik kunnen spreken van een bloedbad. Maar als het twee gewapende groepen zijn die elkaar in hetzelfde blok te lijf gaan, vielen er aan beide kanten slachtoffers. Dat betekende dat ook de burgerbevolking slachtoffer was.”

Félix’ beschrijving van een gevecht om de controle over het gebied wordt ondersteund door de rapporten van de RNDDH, Open Eyes Foundation, CARDH en VN over het incident.

Cherizier houdt vol dat hij tijdens de gebeurtenissen in La Saline nooit zijn wijk Lower Delmas heeft verlaten en herinnert zich dat Ti Junior hem op 1 november voorafgaand aan de slag belde om hem te informeren dat de criminelen die hij eerder uit zijn wijk Lower Delmas had verjaagd, zouden proberen terug te keren, wat hem en andere buurtbewoners ertoe aanzette om drie steegjes te blokkeren.

“Wij, de wijkagenten, namen samen met de lokale bevolking maatregelen zodat deze jongens niet konden terugkeren in Lower Delmas,” herinnerde Cherizier zich. “Met andere woorden, het was de eerste keer dat ik Ti Junior sprak, aan de telefoon nog wel. Maar ik had Ti Junior nooit persoonlijk ontmoet, laat staan dat ik voor hem zou gaan vechten, laat staan een bloedbad aanrichten.”

De in Haïti geboren Amerikaan en inwoner van Delmas 6, Mario Brunache, herinnert zich dat hij op de radio hoorde dat Cherizier een bloedbad aan het aanrichten was in La Saline.

“Het was ongeveer 6 of 7 uur ‘s avonds, ik hoorde via de radio dat Barbecue in La Saline op mensen aan het schieten was,” zei Brunache. “Ik was in mijn huis en zei ‘Godverdomme, wat is er aan de hand? Wat doet hij in La Saline?’

Brunache zegt dat hij zijn huis uit rende om buren te vragen waarom Cherizier in La Saline was, en vond hem slapend op de vloer.

“Ik maakte hem wakker en zei: ‘Ze zeggen dat je in La Saline mensen neerschiet.’ Hij zei, ‘Huh?'”

Brunache zei dat hij getuigde tegen de politie en tegen een voormalige collega van de rechtenfaculteit die onderzoeker is voor de FJKL, die het eerste rapport over het La Saline-incident schreef. Zijn versie van de gebeurtenissen staat echter niet in het rapport.

Haiti Liberté journalist Kim Ives nam contact op met FJKL mededirecteur Sameul Madistin om te vragen naar de verslaggeving van zijn organisatie over de gebeurtenissen in La Saline.

Madistin is de advocaat van Reginald Boulos, een oligarch die een belangrijke aanhanger is van het regime van Ariel Henry. Amerikaanse diplomatieke kabels van Wikileaks en Haiti Liberté onthulden dat Boulos de Haïtiaanse Nationale Politie had betaald als een particuliere veiligheidsdienst. Hij zat ook in de Interim Haiti Recovery Commission (IHRC) van de voormalige Amerikaanse president Bill Clinton, die besliste voor welke projecten de 13 miljard dollar die na de aardbeving van 2010 voor de wederopbouw van Haïti werd geschonken, bestemd was.

De FJKL sloot niet alleen Brunache’s versie van de gebeurtenissen uit, maar de auteurs deden ook geen poging om Cherizier’s getuigenis over zijn verblijfplaats tijdens het La Saline incident te verkrijgen. Madistin hield vol dat hij niet wist in welke buurt Cherizier woonde, en dat zijn buurt te gevaarlijk was om te bezoeken.

“Dus ze wisten niet waar hij was of ze waren bang?” vroeg Ives.

“Beide,” antwoordde Madistin. “We wisten niet waar we hem konden vinden. Het was ook geen gebied dat toegankelijk was voor een onderzoeker om contact met hem te leggen… Er is geen onderzoeker die het gebied zou kunnen betreden en zeggen dat ze op onderzoek gaan en dan Barbecue vinden. Het is een wetteloze buurt.

Cherizier zegt dat deze mensenrechtengroepen een politieke agenda hebben.

“De mensenrechtenorganisaties in Haïti, vooral de twee meest invloedrijke, hebben zich omgevormd tot politieke partijen,” zei hij, verwijzend naar de RNDDH en FJKL. “Ze doen hun werk niet eerlijk. Ze zijn erg partijdig. Ze vernietigen de ene kant en beschermen de andere. Ze maken mij kapot en ze beschermen degenen waar ik het tegen opneem.”

“Of het nu RNDDH of FKJL is, ze hebben geen tastbaar bewijs,” merkte Félix op. “Ik daag ze uit, om te bewijzen wat ze in hun rapporten zeggen.”

Félix beweert dat deze mensenrechtengroepen in hun rapporten zowel mensen die al veel eerder waren gestorven als bendeleden die tijdens de gevechten zijn gedood als onschuldige slachtoffers van een bloedbad beschrijven.

“Ze plaatsen foto’s van mensen die lang geleden zijn gestorven en ze hebben nooit de familie van die slachtoffers gevraagd of een bepaalde persoon een slachtoffer was. Veel mensen van wie ze foto’s plaatsen hadden wapens en vochten.”

De “politieke hand” achter het bloedbad

“De reden waarom ze zeggen dat er een bloedbad was, is omdat er een politieke hand achter de schermen zat,” vervolgde Félix. “Er is een politieke hand die voor is, en [een andere] die tegen is. De politieke hand die voor is,… ik geef een voorbeeld.

De oppositie, die er volgens hen was, …omdat die oppositie samenwerkte met de mensen van de mensenrechtenorganisaties om jongeren in de arme wijken te vernietigen.”

Een voormalige Amerikaanse functionaris vertelde me dat het aannemelijk is dat de oppositie beschuldigingen van bloedbaden zou verzinnen om politieke redenen.

“Ik zie Jovenel’s oppositie zeker met dat verhaal komen. Absoluut,” zei de ambtenaar.

In 2019 heeft het IMF de brandstofprijzen verhoogd, wat leidde tot een protestronde die bekend staat als “Peyi Lòk”, of Nationale Vergrendeling. Ongeveer twee maanden lang sloten demonstranten en barricades de straten van de stad af. Protesten veranderden in rellen toen bedrijven in brand werden gestoken en geplunderd.

Cherizier mobiliseerde wederom de bewoners van Laag Delmas om de plunderingen in hun wijk tegen te houden. Dit leverde hem de aandacht op van meerdere oppositiefiguren, die hem binnenhaalden in de overtuiging dat hij als huurmoordenaar zou optreden.

“In die tijd boden ze me veel geld”, herinnert Cherizier zich. “Een andere militant genaamd Fernando Duclerc bood me 80.000 Haïtiaanse gourdes (1.114 USD) en twee militaire Galil-vuurwapens om te schieten op de autocolonne van president Jovenel Moïse als die naar Point Rouge kwam.”

Met tegenzin bezocht Cherizier een prominente oppositieleider en voormalig schoolvriend, genaamd Rony Timothée, hem op 18 november 2018, de dag van een grote demonstratie tegen Jovenel Moïse.

Cherizier beweert dat Timothée hem opnieuw probeerde te overtuigen om zich bij de oppositie aan te sluiten. Deze keer deelde hij een aanbod van Pierre Espérance mee om de naam van Cherizier te laten verwijderen uit het komende rapport van de RNDDH over La Saline in ruil voor steun aan hun poging om Jovenel Moïse omver te werpen.

Zijn succes in het beschermen van zijn buurt bracht hem de aandacht van oligarch Réginald Boulos.

Na protesten tegen brandstofprijsverhogingen in juli 2018 zegt Cherizier dat Boulos, wiens Nissan autohandel tijdens de opstand werd afgebrand, geld begon bij te dragen aan zijn buurtvereniging en hem benaderde om de concurrerende Toyota-dealer aan de overkant van zijn Delmas 6-buurt in brand te steken.

“Daar zou ik nooit mee instemmen”, zegt Cherizier, die uitlegt dat hij aanvankelijk werd gezien als een huurmoordenaar.

“In het begin, toen mensen spraken over ‘Barbecue, Barbecue, Barbecue’, dachten veel mensen dat ik het hoofd was van een bende of van bandieten die mensen gingen vermoorden en bedrijven in brand staken. Daarom stelde Boulos me dat voor.”

Nadat hij de verzoeken van Réginald Boulos en Pierre Espérance had afgewezen, kwam Cherizier in conflict met zowel de regering Jovenel Moisë als de burgerlijke oppositie. Zo werd hij genoemd als dader van een bloedbad in La Saline.

Propageren van het “bloedbad”-verhaal door de gevestigde media

Dit verhaal is geaccepteerd door vrijwel alle gevestigde politieke sectoren en is terug te vinden in nieuwsberichten over het incident. Een artikel van Associated Press van 14 januari 2019 was het eerste dat de bewering van de RNDDH over de betrokkenheid van Cherizier bij een vermeend bloedbad in La Saline in de media bracht. Dezelfde dag publiceerde Voice of America een artikel gebaseerd op het rapport van de AP. De beweringen verschenen vervolgens in vrijwel alle belangrijke artikelen, waaronder de New York Times, Washington Post, Al Jazeera, Miami Herald, Vice, PBS, USAID-funded Insight Crime, en de NED-funded Ayibo Post, hoewel velen ze kwalificeren als “vermeend”.

Westerse regeringen en VN-organen hebben deze rapporten gebruikt om hun oproepen om Cherizier te straffen kracht bij te zetten.

  • Op 13 november 2019 riep de Commissie Buitenlandse Zaken van het Huis op tot wetgeving om de “daders van het bloedbad van La Saline ter verantwoording te roepen”.
  • Op 14 november 2019 drong de Amerikaanse ambassade er bij de Haïtiaanse regering en de Inter-Amerikaanse Commissie voor de Mensenrechten op aan om een onderzoek in te stellen naar wat zij het “La Saline-geweld” noemde. Zij beschouwde het incident niet als een bloedbad.
  • In augustus 2020 eiste het geïntegreerde bureau van de Verenigde Naties in Haïti (BINUH), onder leiding van Helen La Lime, een voormalig ambtenaar van het ministerie van Buitenlandse Zaken, de arrestatie van Cherizier, hoewel zijn betrokkenheid bij bloedbaden als “vermeend” werd gekwalificeerd.
  • In november 2020 riep de Amerikaanse ambassade op tot “versnelling en intensivering van de inspanningen” om de revolutionaire leider te straffen.
  • In februari 2021 riep Nathalie Broadhurst, plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger van Frankrijk bij de Verenigde Naties, op om Cherizier achter de tralies te zetten. “Ik stel deze vraag ronduit: hoe is het mogelijk dat Jimmy Cherizier vandaag nog vrij rondloopt? Degenen die verantwoordelijk zijn voor de massamoorden in La Saline en Bel Air moeten voor het gerecht worden gebracht,” zei ze.
  • In januari 2022 keurde de Amerikaanse Senaat de Haiti Development, Accountability, and Institutional Transparency Initiative Act (S. 1104) goed, geschreven door de Senatoren Ben Cardin (D-Maryland) en Marco Rubio (R-Florida), waarin ook wordt opgeroepen om “de daders van het bloedbad van La Saline ter verantwoording te roepen”.

Kortom, de demoniseringscampagne tegen Jimmy Cherizier en de FRG9 begon lang geleden als voorbereiding op dit precieze historische moment. Het doel is om een duidelijk afgebakende en vervloekte stroman te creëren om anti-interventie gevoelens te overwinnen en invloedrijke sectoren van het liberale en progressieve “links” te misleiden, zowel in Haïti als daarbuiten. Nu de VN-Veiligheidsraad internationale sancties tegen Cherizier heeft goedgekeurd, zal binnenkort een andere resolutie circuleren waarin wordt opgeroepen tot militair ingrijpen. Opnieuw bevindt Haïti zich in het vizier van het Amerikaanse imperium.

Topfoto: Jimmy ‘Barbecue’ Cherizier spreekt met een gewonde inwoner van de Bostonwijk van Cité Soleil in Port-au-Prince. Beeld: John Wesley Amady