Bron: peoplesdispatch 29 maart 2023 ~~~

Republikeinse politici willen Cuba op de lijst van Staatssponsoren van Terrorisme houden tenzij de Cubanen “zich losmaken van het Castro-regime”.

29 maart 2023 door Peoples Dispatch

Kinderen van de jongerenorganisatie José Martí Pioneers gaan vrijwillig naar de Cubaanse stembus tijdens de gemeenteraadsverkiezingen van november 2022.

Op 28 maart, slechts twee dagen nadat Cuba nationale verkiezingen had gehouden, hebben conservatieven in het Amerikaanse Congres met succes wetgeving doorgedrukt in de Commissie Buitenlandse Zaken van het Huis van Afgevaardigden waarmee de aanwijzing van Cuba als staatsponsor van terrorisme in de wet wordt vastgelegd. De “Fighting Oppression until the Reign of Castro Ends Act” (FORCE Act) werd ingediend door vertegenwoordiger Maria Salazar, een conservatief en dochter van Cubaanse ballingen uit Miami. Een senaatsversie van deze wet is ingediend door de senatoren Rick Scott, Marco Rubio en Ted Cruz. In de komende weken zal het hele Huis van Afgevaardigden over het wetsvoorstel stemmen.

Cuba werd in januari 2021, tijdens het ultraconservatieve presidentschap van Donald Trump, opgenomen op de zeer gepolitiseerde Amerikaanse lijst van staatsponsoren van terrorisme. Deze vermelding heeft het leven van de Cubaanse bevolking ernstig geschaad, aangezien veel bedrijven en financiële instellingen in andere landen weigeren zaken te doen met Cuba uit angst voor vergelding door de VS. Als gevolg daarvan blijft Cuba kampen met tekorten aan grondstoffen en dagelijkse levensbehoeften zoals medicijnen en brandstof. Op dit moment kan Biden Cuba met één pennenstreek van deze lijst schrappen. Als Salazar’s wetsvoorstel wordt aangenomen, wordt het bijna onmogelijk.

Salazar’s wetsvoorstel zou het onmogelijk maken voor Cuba om van de lijst van Staats Sponsors van Terrorisme verwijderd te worden, tenzij het land voldoet aan drie onmogelijke criteria: “alle politieke gevangenen vrijlaten en Cubaanse gevangenissen laten onderzoeken door internationale mensenrechtenorganisaties”, “het regime van Castro omvormen tot een systeem dat de rechten van het Cubaanse volk waarborgt om zich vrij te uiten” en “vrije en eerlijke verkiezingen houden”.

In wezen eist Salazar dat het Cubaanse volk zijn eigen regering omverwerpt en het Cubaanse politieke systeem opgeeft dat de afgelopen 60 jaar door en voor het volk is opgebouwd. De triomf van de Cubaanse revolutie in 1959 bracht aanzienlijke vooruitgang op het gebied van gezondheidszorg, sociale rechten en de materiële omstandigheden van de Cubaanse bevolking in het algemeen. Tot de omstandigheden van vóór de revolutie behoorden een hoge kindersterfte, 60% alfabetisering, armoedeziekten en seksuele uitbuiting en sexhandel.

Vertegenwoordiger Carlos Giménez van Florida, een voorstander van de FORCE Act, hekelde Cuba voor “het herbergen van voortvluchtigen van de Amerikaanse justitie en voor het onrechtmatig veroordelen van duizenden politieke gevangenen in kangoeroe-rechtbanken in de nasleep van de beweging van 11 juli 2021”. Maar de Verenigde Staten worden al tientallen jaren bekritiseerd voor hun detentie en marteling van diverse politieke gevangenen, van wie velen deel uitmaken van de zwarte bevrijdingsstrijd. Cuba verleende asiel aan één van die gevangenen, Assata Shakur, een zwarte bevrijdingsstrijder die gevangen werd genomen en bijna werd gedood door de Amerikaanse politie. Tot op heden eist de Amerikaanse regering, woedend over haar geslaagde ontsnapping, haar uitlevering.

Salazars implicatie dat Cubanen zich niet “vrijelijk kunnen uiten” gaat in tegen de ervaringen van velen op het eiland, vooral omdat het land onlangs de meest progressieve gezinswet ter wereld heeft aangenomen, waarmee de weg is vrijgemaakt voor de rechten van LGBTQ, ouderen, gehandicapten, vrouwen en kinderen. Het Cubaanse volk heeft niet alleen voor de nieuwe wet gestemd, maar heeft via de volksraadpleging een sleutelrol gespeeld bij de totstandkoming ervan.

Een centrale beschuldiging van de FORCE Act is dat Cuba nog geen “vrije en eerlijke verkiezingen” houdt. Cuba heeft op 26 maart nationale verkiezingen gehouden, waarbij meer dan 75% van de kiesgerechtigde bevolking is gaan stemmen. Een indrukwekkende prestatie in elke context, vooral omdat de opkomst voor de laatste Amerikaanse presidentsverkiezingen 66,2% bedroeg, wat als een record werd beschouwd. En toch werd in de berichtgeving over de Cubaanse verkiezingen in de Amerikaanse media alleen aandacht besteed aan de onthouding van 25%, ondanks het feit dat de opkomst hoger was dan in de twee voorgaande jaren omdat de pandemie een tol eiste van de opkomst.

Kritiek op het Cubaanse verkiezingsproces vanuit Washington of Miami wijst vaak op het gebrek aan campagne voeren of het feit dat kandidaten geen tegenstand krijgen, alsmede op beweringen dat de communistische partij het politieke systeem domineert. De cyclus van eindeloos campagne voeren in de Verenigde Staten zorgt er echter vaak voor dat alleen degenen met het meeste besteedbare inkomen slagen door hun boodschap zo luid te projecteren als het geld toelaat. “Geld in de politiek” is in de VS een heet hangijzer geworden, waarbij progressieven zoals Bernie Sanders initiatieven nemen tegen de flagrante ongelijkheid die inherent is aan de campagnecycli.

Kandidaten zijn alleen in het laatste deel van het verkiezingsproces onbestreden, maar ze worden in eerste instantie voorgedragen vanuit de gemeenschappen waar ze vandaan komen, of vanuit basisorganisaties van vrouwen, boeren, arbeiders en anderen. “Dat is het succes van onze stem,” vertelde Lázara Vivian Urrutia Nápoles, algemeen secretaris van de Federatie van Cubaanse Vrouwenblokken van District 80 Playa, tijdens de gemeenteraadsverkiezingen van november 2022 aan Peoples Dispatch. “Juist de eenheid die wordt gekozen vanuit de basis, vanuit de gemeenschap.” Met andere woorden, Cubaanse mensen stemmen niet zomaar op kandidaten in het allerlaatste deel van het verkiezingsproces, zoals in de VS. Cubanen zijn vanaf het begin betrokken bij het kiesstelsel door middel van het voordragen van kandidaten door gemeenschappen en organisaties.

Kiezers kunnen zo jong zijn als 16 jaar en de kandidaten zelf zo jong als 18 jaar. Kandidaten hoeven niet tot de communistische partij te behoren. Eenmaal gekozen, ontvangen de leden van de Nationale Vergadering geen salaris voor hun werk als politiek ambtenaar; zij moeten hun dagelijks leven voortzetten als arbeiders, naast de rest van de Cubaanse bevolking.

Dit jaar kende een record aan diversiteit van kandidaten, met het grootste aantal zwarten, vrouwen en jongeren in de Cubaanse geschiedenis. De meeste kandidaten zijn vrouwen, en 98 van de 470 zijn jonger dan 35 jaar. “Sinds Moncada hebben [Cubaanse revolutionairen vrouwen] mondiger gemaakt, en daarom zijn er vandaag zoveel vrouwen genomineerd op alle terreinen van de revolutie. In de hele economie van het land zijn vrouwen aanwezig,” zei Nápoles. “De revolutie heeft altijd rekening gehouden met kinderen en jongeren, en het is de jeugd die werkelijk alle processen leidt of de continuïteit van de processen die we hebben.”

Er is een campagne gestart door Amerikaanse vredesgroepen om gekozen functionarissen op te roepen zich te verzetten tegen de FORCE Act.