Bron: Chris Hedges scheerpost 9 juli 2023 ~~~

Washington DC – (Scheerpost) – De vervolging van Julian Assange, samen met het klimaat van angst, grootschalige overheidssurveillance en het gebruik van de Spionagewet om klokkenluiders te vervolgen, heeft de onderzoeksjournalistiek lamgelegd. De pers is er niet alleen niet in geslaagd om een duurzame campagne op te zetten om Julian te steunen, wiens uitlevering op handen lijkt, maar probeert ook niet langer het binnenste van de macht te belichten. Dit falen is niet alleen onvergeeflijk maar ook onheilspellend.

De Amerikaanse overheid, vooral het leger en agentschappen zoals de CIA, de FBI, de NSA en Homeland Security, zijn niet van plan om te stoppen met Julian, die 170 jaar gevangenisstraf kan krijgen als hij schuldig wordt bevonden aan het schenden van 17 aanklachten bij de Spionage Act. Ze verstevigen de mechanismen van draconische staatscensuur, waarvan sommige kenmerken door Matt Taibbi werden onthuld in de Twitter Files, om een dystopische corporatieve totalitaire staat te construeren.

De VS en het Verenigd Koninkrijk hebben schaamteloos een reeks gerechtelijke normen en diplomatieke protocollen geschonden om Julian zeven jaar gevangen te houden in de Ecuadoriaanse ambassade nadat hij politiek asiel had gekregen van Ecuador. De CIA, via het Spaanse beveiligingsbedrijf UC Global, maakte opnames van Julians ontmoetingen met zijn advocaten, wat op zichzelf al de uitleveringszaak ongeldig zou moeten maken.

Julian wordt al meer dan vier jaar vastgehouden in de beruchte zwaarbeveiligde Belmarsh-gevangenis sinds de Britse Metropolitan Police hem op 11 april 2019 uit de ambassade sleepte. De ambassade zou het soevereine grondgebied van Ecuador zijn. Julian is in deze zaak niet veroordeeld voor een misdrijf. Hij wordt aangeklaagd onder de Spionage Act, hoewel hij geen Amerikaans staatsburger is en WikiLeaks geen in de VS gevestigde publicatie is. De rechtbanken in het Verenigd Koninkrijk, die bezig zijn geweest met wat alleen kan worden omschreven als een showproces, lijken klaar om hem uit te leveren aan de VS zodra zijn laatste beroep, zoals we verwachten, wordt afgewezen. Dit zou binnen enkele dagen of weken kunnen gebeuren.

Op woensdagavond op de School of Oriental and African Studies, University of London, onderzochten Stella Assange, een advocaat die getrouwd is met Julian; Matt Kennard, medeoprichter en hoofdonderzoeker van Declassified UK, en ik de ineenstorting van de pers, vooral met betrekking tot Julians zaak.

Je kunt onze discussie hier bekijken

“Ik heb het gevoel dat ik in 1984 leef,” zei Matt. “Dit is een journalist die meer misdaden van de supermacht van de wereld heeft onthuld dan wie dan ook in de geschiedenis. Hij zit in een zwaarbeveiligde gevangenis in Londen. De staat die hem naar dat land wil brengen om hem voor de rest van zijn leven in de gevangenis te stoppen, staat te boek als bespioneerder van zijn vertrouwelijke gesprekken met zijn advocaten. Ze staan bekend om hun plannen om hem te vermoorden. Als je tegen iemand uit een andere tijd zou zeggen: Ja, dit is er gebeurd en hij is toch gestuurd en dat niet alleen, de media hebben er helemaal geen aandacht aan besteed. Het is echt eng. Als ze dat met Assange kunnen doen, als het maatschappelijk middenveld het kan laten afweten en de media het kunnen laten afweten, dan kunnen ze dat met ieder van ons doen.”

Toen Julian en WikiLeaks de geheime diplomatieke kabels en logboeken over de oorlog in Irak vrijgaven, die talrijke Amerikaanse oorlogsmisdaden onthulden, waaronder marteling en de moord op burgers, corruptie, diplomatieke schandalen, leugens en spionage door de Amerikaanse regering, hadden de commerciële media geen andere keuze dan de informatie te melden. Julian en WikiLeaks hebben hen uitgedaagd om hun werk te doen. Maar zelfs terwijl ze met Julian werkten, waren organisaties als The New York Times en The Guardian vastbesloten om hem te vernietigen. Hij bedreigde hun journalistieke model en legde hun samenwerking met de machtscentra bloot.

“Ze haatten hem,” zei Matt over de verslaggevers en redacteuren van de mainstream media. “Ze raakten meteen met hem in oorlog na die onthullingen. Ik werkte eind 2010 voor The Financial Times in Washington toen die berichten werden vrijgegeven. De reactie van het kantoor bij The Financial Times was een van de belangrijkste redenen waarom ik gedesillusioneerd raakte over de mainstream media.”

Julian veranderde van een journalistieke collega in een paria zodra de informatie die hij aan deze nieuwsorganisaties verstrekte werd gepubliceerd. Hij onderging, in de woorden van Nils Melzer, op dat moment de speciale VN-rapporteur voor foltering, “een niet aflatende en ongebreidelde campagne van publieke pesterijen, intimidatie en laster.” Deze aanvallen bestonden uit “collectieve spot, beledigingen en vernederingen, tot het openlijk aanzetten tot geweld en zelfs herhaalde oproepen tot zijn moord”.

Julian werd gebrandmerkt als hacker, hoewel alle informatie die hij publiceerde naar hem was gelekt door anderen. Hij werd afgeschilderd als een seksueel roofdier en een Russische spion, een narcist genoemd en beschuldigd van onhygiënisch en slonzig gedrag. Door de onophoudelijke karaktermoord, versterkt door een vijandige media, werd hij in de steek gelaten door velen die hem als held hadden beschouwd.

“Toen hij eenmaal ontmenselijkt was door isolatie, spot en schande, net als de heksen die we vroeger op de brandstapel zetten, was het makkelijk om hem zijn meest fundamentele rechten te ontnemen zonder wereldwijd publieke verontwaardiging te veroorzaken,” concludeerde Melzer.

The New York Times, The Guardian, Le Monde, El Pais en Der Spiegel, die allemaal WikiLeaks-documenten publiceerden die door Julian waren verstrekt, publiceerden een gezamenlijke open brief op 28 november 2022 waarin ze de Amerikaanse regering opriepen om “een einde te maken aan de vervolging van Julian Assange voor het publiceren van geheimen”.

Maar de demonisering van Julian, waar deze publicaties aan bijdroegen, was al bereikt.

“Het was vrijwel een onmiddellijke verschuiving,” herinnert Stella zich. “Hoewel de mediapartners wisten dat Julian nog steeds explosief materiaal had dat nog vrijgegeven moest worden, waren ze partners. Zodra ze hadden wat ze van hem wilden, draaiden ze zich om en vielen ze hem aan. Je moet je verplaatsen in de situatie waarin de pers zich bevond in 2010 toen deze verhalen uitkwamen. Ze worstelden voor een financieel model om te overleven. Ze hadden zich nog niet echt aangepast aan het internettijdperk. Julian kwam binnen met een compleet nieuw model van journalistiek.”

Er volgde een WikiLeaks-isering van Amerikaanse mediakanalen zoals The New York Times, die de innovaties van WikiLeaks overnamen, waaronder het aanbieden van beveiligde kanalen voor klokkenluiders om documenten te lekken.

“Julian was een superster,” zei Stella. “Hij kwam van buiten het ‘old boys’ netwerk. Hij sprak over hoe deze onthullingen zouden moeten leiden tot hervormingen en hoe de Collateral Murder video onthult dat dit een oorlogsmisdaad is.”

Julian was woedend toen hij in kranten als The Guardian de ernstige bewerkingen zag van de informatie die hij aan het licht bracht. Hij bekritiseerde deze publicaties voor zelfcensuur om hun adverteerders en de machtigen gunstig te stemmen.

Hij ontmaskerde deze nieuwsorganisaties, zoals Stella zei, “voor hun eigen hypocrisie, voor hun eigen slechte journalistiek.”

“Ik vind het heel ironisch dat je al dit gepraat over desinformatie hebt, dat is gewoon een dekmantel voor censuur,” zei Stella. “Er zijn allemaal nieuwe organisaties die gesubsidieerd worden om verkeerde informatie te vinden. Het is gewoon een manier om het verhaal te controleren. Als dit hele desinformatie-tijdperk de waarheid echt serieus zou nemen, dan zouden al deze desinformatie-organisaties WikiLeaks als voorbeeld stellen, toch? Julians model van journalistiek was wat hij noemde wetenschappelijke journalistiek. Het zou verifieerbaar moeten zijn. Je kunt een analyse van een nieuwsbericht schrijven, maar je moet laten zien waar je het op baseert. De cables zijn hier het perfecte voorbeeld van. Je schrijft een analyse van iets dat gebeurd is en je verwijst naar de kabels en waar je je nieuwsverhaal ook op baseert.”

“Dit was een compleet nieuw model van journalistiek,” vervolgde ze. “Het is er een [dat] journalisten die zichzelf zagen als poortwachters haatten. Ze hielden niet van het WikiLeaks model. WikiLeaks werd volledig gefinancierd door lezers. De lezers waren wereldwijd en reageerden enthousiast. Daarom begonnen PayPal, MasterCard, Visa en Bank of America de bankblokkade in december 2010. Dit is een gestandaardiseerd model van censuur geworden om te demoniseren, om kanalen af te snijden van hun lezerspubliek en hun achterban. De allereerste keer dat dit gebeurde was in 2010 tegen WikiLeaks, binnen twee of drie dagen nadat de cables (telegram-teksten) van het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse Zaken waren gepubliceerd.”

Terwijl Visa WikiLeaks afsloot, merkte Stella op, ging het door met het verwerken van donaties aan de Ku Klux Klan.

Julians “boodschap was dat journalistiek kan leiden tot hervormingen, het kan leiden tot gerechtigheid, het kan slachtoffers helpen, het kan gebruikt worden in de rechtszaal en het is gebruikt in de rechtszaal in het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, zelfs in het Hooggerechtshof van het Verenigd Koninkrijk in de Chagos-zaak hier,” zei ze. “Het is gebruikt als bewijs. Dit is een compleet nieuwe benadering van journalistiek. WikiLeaks is groter dan journalistiek omdat het authentieke, officiële documenten zijn. Het is het openbaar maken van interne geschiedenis voor het publiek en slachtoffers van door de staat gesponsorde misdaad. Voor het eerst konden we deze documenten gebruiken om gerechtigheid te krijgen, bijvoorbeeld in het geval van de Duitse burger Khalid El-Masri, die ontvoerd en gemarteld werd door de CIA. Hij kon WikiLeaks-kabels gebruiken bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens toen hij Macedonië aanklaagde voor de uitlevering. Het was een compleet nieuwe benadering. Het bracht de journalistiek tot haar maximale potentieel.”

De beweringen van objectiviteit en neutraliteit die door de mainstream media worden gepropageerd, zijn een mechanisme om te voorkomen dat journalistiek wordt gebruikt om onrecht aan te vechten of corrupte instellingen te hervormen.

“Het idee dat je journalistiek zou kunnen gebruiken als een middel om de wereld te verbeteren en mensen te informeren over wat er gebeurt, is compleet vreemd,” zei Matt. “Voor hen is het een carrière. Het is een statussymbool. Ik heb nooit een gewetenscrisis gehad omdat ik nooit journalist had willen worden als ik dat niet zou kunnen doen.”

” Waar gaan mensen naartoe die van de universiteit of de journalistieke school komen?” vroeg hij. “Mensen krijgen een hypotheek. Ze hebben kinderen. Ze willen een normaal leven… Je komt in het systeem terecht. Langzaam worden al je ruwe kantjes eraf geschoren. Je wordt onderdeel van de eenheidsgedachte. Ik zag het expliciet bij The Financial Times.”

“Het is een heel verraderlijk systeem,” ging Matt verder. “Journalisten kunnen tegen zichzelf zeggen ‘ik kan schrijven wat ik wil’, maar dat kunnen ze natuurlijk niet. Ik denk dat het heel interessant is om met Mark Curtis bij Declassified te beginnen, in de zin dat journalisten niet weten hoe ze op ons moeten reageren. We hebben een complete black-out in de reguliere media.”

“Er is iets heel sinisters gebeurd in de afgelopen twintig jaar, vooral bij The Guardian,” zei hij. “The Guardian is gewoon aan de staat gelieerde media. De vroege WikiLeaks releases in 2010 werden gedaan met The Guardian. Ik herinner me 2010 toen die publicaties plaatsvonden bij The Guardian en The New York Times. Ik las dezelfde cables in The Guardian en The New York Times en ik dacht altijd ‘Wow, we hebben geluk dat we The Guardian hebben, want The New York Times nam een veel meer pro-Amerikaanse pro-regeringspositie in’. Dat is nu omgedraaid. Ik lees veel liever The New York Times die dit soort dingen verslaat. En ik zeg niet dat het perfect is. Geen van beide was perfect, maar er was een verschil. Ik denk dat wat er gebeurd is, slimme staatsrepressie is.”

Het D-notice comité, legde hij uit, bestaat uit journalisten en staatsveiligheidsbeambten in het Verenigd Koninkrijk die elke zes maanden samenkomen. Ze bespreken wat journalisten wel en niet kunnen publiceren. De commissie stuurt regelmatig adviezen uit.

The Guardian negeerde de adviezen om de onthullingen van Edward Snowden over illegale massasurveillance niet te publiceren. Uiteindelijk stemde The Guardian er onder zware druk, waaronder dreigementen van de regering om de krant te sluiten, mee in dat twee functionarissen van het Government Communication Headquarters (GCHQ) toezagen op de vernietiging van de harde schijven en geheugenapparaten die materiaal van Snowden bevatten. De GCHQ-medewerkers filmden op 20 juli 2013 drie Guardian-redacteuren terwijl ze laptops vernietigden met haakse slijpers en boormachines. De adjunct-hoofdredacteur van The Guardian, Paul Johnson – die in de kelder was tijdens de vernietiging van de laptops – werd benoemd in de D-notice commissie. Hij zat vier jaar in de D-notice commissie. In zijn laatste commissievergadering werd Johnson bedankt voor het “herstellen van de banden” tussen de commissie en The Guardian. De tegendraadse berichtgeving van de krant was toen geneutraliseerd.

“De staat realiseerde zich na de oorlog in Irak dat ze de vrijheid in de Britse media aan banden moesten leggen,” zei Matt. “The Daily Mirror onder Piers Morgan… Ik weet niet of iemand zich 2003 nog kan herinneren, en ik weet dat hij een controversieel figuur is en dat veel mensen hem haten, waaronder ik, maar hij was redacteur bij The Daily Mirror. Het was een zeldzame opening van wat een grote tabloidkrant kan doen als het goede journalistiek bedrijft tegen de oorlog, een illegale oorlog. Hij liet krantenkoppen maken van logo’s van oliemaatschappijen. Hij liet Bush en Blair zien met bloed aan hun handen, verbazingwekkende dingen, maandenlang elke dag. Hij had John Pilger op de voorpagina, dingen die je nu nooit meer zou zien. Er was een grote straatbeweging tegen de oorlog. De staat dacht ‘Shit, dit is niet goed, we moeten een tandje bijzetten’.”

Dit was de aanleiding voor de overheidscampagne om de pers monddood te maken.

“Ik kan niet zeggen dat we een goed functionerende media hebben wat betreft de kranten,” zei hij.

“Dit gaat niet alleen over Assange,” vervolgde Matt. “Dit gaat over onze toekomst, de toekomst van onze kinderen en kleinkinderen. De dingen die ons dierbaar zijn, democratie, vrijheid van meningsuiting, persvrijheid, ze zijn heel erg kwetsbaar, veel kwetsbaarder dan we ons realiseren. Dat is blootgelegd door Assange. Als ze Assange te pakken krijgen, is het hek van de dam. Het is niet zo dat ze zullen stoppen. Zo werkt macht niet. Ze pakken niet één persoon en zeggen dat we het nu voor gezien houden. Ze zullen die middelen gebruiken om achter iedereen aan te gaan die hen wil ontmaskeren.”

“Als je in een omgeving in Londen werkt waar een journalist gevangen zit omdat hij oorlogsmisdaden aan de kaak heeft gesteld, misschien niet bewust maar ergens [weet je] dat je dat niet zou moeten doen, zei Matt “Je moet macht niet in twijfel trekken. Je moet geen vraagtekens zetten bij mensen die in het geheim misdaden begaan omdat je niet weet wat er gaat gebeuren… De Britse regering probeert wetten in te voeren die het expliciet maken dat je [hun misdaden] niet mag publiceren. Ze willen formaliseren wat ze met Assange hebben gedaan en het een misdaad maken om oorlogsmisdaden en andere dingen te onthullen. Als je wetten hebt en een maatschappij-brede psyche dat je de macht niet in twijfel kunt trekken, wanneer ze je vertellen wat in jouw belang is, dan is dat fascisme.”

Feature photo | Illustratie door Mr. Fish

Chris Hedges is een Pulitzer Prize-winnende journalist die vijftien jaar lang buitenlandcorrespondent was voor The New York Times, waar hij het Bureauhoofd Midden-Oosten en het Bureauhoofd Balkan was. Daarvoor werkte hij in het buitenland voor The Dallas Morning News, The Christian Science Monitor en NPR. Hij is de gastheer van de show The Chris Hedges Report.


Gerelateerd (berichten in dit archief):