Bron: Lode vanOost, op dewereldmorgen.be 9 januari 2020 ~~~
Volgens alle mainstreammedia in binnen- en buitenland heeft het leger van Venezuela de herverkiezing van Juan Guaidó tot voorzitter van het parlement geblokkeerd. Of hoe met gerichte selectie van feitenmateriaal een verkeerde indruk wordt gecreëerd. In werkelijkheid deden interne verdeeldheid en corruptie van de rechtse oppositiepartijen tegen president Maduro én zijn eigen falen en blunderen Guaidó de das om. De chaos is compleet want ook de nieuwe parlementsvoorzitter Parra is onwettig verkozen.
Om te begrijpen wat de voorbije dagen in Venezuela gebeurde dient een jaar teruggespoeld te worden. In januari 2019 werdt Juan Guaidó door de rechtse meerderheid in het Venezolaanse parlement (1) verkozen tot voorzitter voor één jaar.
Die functie gebruikte hij vervolgens om zichzelf interim-president te verklaren op basis van een grondwetsartikel dat de parlementsvoorzitter interim-president maakt voor een periode van 90 dagen om nieuwe presidentsverkiezingen te organiseren. Hij wist zich voor dit initiatief verzekerd van de steun van de regering in de VS nadat hij enkele weken eerder overleg had gepleegd in de VS.
De parlementsvoorzitter wordt interim-president wanneer de zetelende president overleden is, onbekwaam om te regeren wegens ziekte, wegens ongrondwettelijk gedrag of wegens niet legitiem (her)verkozen. Meer dan 50 landen waaronder bijna alle lidstaten van de EU, de VS en Canada erkenden Guaidó bijna onmiddellijk als wettig president van Venezuela. De andere 145 landen erkennen Nicolás Maduro nog steeds als president.
Eén jaar ‘interimpresident’
Een jaar later is Guaidó nog altijd ‘interim-president’, ook al is zijn grondwettelijk mandaat van 90 dagen reeds lang overschreden en zetelt Maduro nog in het presidentieel paleis Miraflores. Om zijn mandaat als ‘interim-president’ desondanks te verlengen moest Guaidó in januari 2020 opnieuw herverkozen worden tot parlementsvoorzitter. Dat kon officieel nog wachten tot 23 januari, maar een en ander werd reeds deze week in gang gezet.
Guaidó’s pogingen tot de overname van de macht zijn vruchteloos gebleven. Hij maakte het Maduro gemakkelijk met voortdurende blunders, foutieve inschattingen, zelfoverschatting van zijn steun bij de bevolking én interne corruptie van de politieke partijen die hem steunden.
Het begon met het fiasco van de ‘humanitaire’ USAID-hulpkonvooien vanuit Colombia waar hij zich niet liet zien op het meest cruciale moment van die operatie, toen vrachtwagens de grens poogden over te steken. Een rockconcert met steun van Brits miljardair Richard Branson werd eveneens een pijnlijk gênante mislukking.
‘Nooit eerder vertoonde beelden’
Toen drie vrachtwagens tussen de Colombiaanse en Venezolaanse grensposten in brand vlogen werd dat door alle grote media in binnen- en buitenland onmiddellijk in de schoenen van de medestanders van Maduro gestoken. Live uitgezonden beelden op sociale media toonden echter onweerlegbaar dat de daders medestanders van Guaidó waren. Guaidó noch zijn medestanders lieten zich ondertussen in de buurt zien, slechts één parlementslid van de rechtse oppositie was bij deze eerste levering van ‘humanitaire hulp’ aanwezig (zie Beste VRT, ‘nooit eerder getoonde beelden’ Venezuela van 11 maart zijn al bekend sinds 24 februari).
Guaidó was bovendien zo onvoorzichtig om zich tijdens die periode te laten fotograferen aan de grens in het gezelschap van gezochte Colombiaanse en Venezolaanse drugssmokkelaars en leiders van extreemrechtse Colombiaanse paramilitaire doodseskaders, die hij bedankte dat ze hem over de grens naar Colombia hadden begeleid.
De ‘Obama van Venezuela’ doet het niet
De regering in Washington had kunnen weten dat de ‘Obama van Venezuela’ die ze al hun steun gaven niet meteen de meest intelligente en tactisch ervaren politicus van Venezuela was. Hij was geen bekend politiek boegbeeld en had zo al de reputatie regelmatig onverstandige verklaringen af te leggen in de media.
Tijdens de zware rellen van 2013-2014 gaf hij een interview over de dodelijke slachtoffers. In plaats van te zeggen wat elke tactisch onderlegde politicus zou doen, zei hij niet dat die slachtoffers de schuld waren van Maduro’s leger en politie, maar ontkende hij botweg dat die doden er waren. Niet gestoord door enige consequentie verklaarde hij tevens dat de dodelijke slachtoffers noodzakelijk waren in een sociale strijd. Bovendien gaf hij openlijk zijn goedkeuring voor de dood van politieagenten en soldaten tijdens die rellen, niet echt de beste aanpak om vijf jaar later het leger op te roepen tot een opstand tegen het ‘regime’.
Enkele maanden na zijn beëdiging tot interim-president maakte hij het nog bonter. Het geld dat internationaal was verzameld voor de ‘humanitaire hulp’ aan de bevolking van Venezuela bleek te zijn verbrast door de door hem persoonlijk benoemde Venezolaanse medewerkers in Colombia. Guaidó wist dat en heeft er tot vandaag niets aan gedaan (zie Gezanten Venezolaans “president” Guaidó verbrassen geld voor humanitaire hulp in Colombia).
Zijn oproepen tot nationale actie konden in de eerste weken nog heel wat volk op de been brengen. Openbare omroep VRT vergiste zich bij de verslagen over die eerste dagen wel, door beelden van tegenbetogingen te gebruiken als bewijs van de aanhang van Guaidó (zie Informatie over Venezuela is selectief en vooringenomen).
Dat kan een vergissing geweest zijn, maar het toont wel aan dat de Belgische en internationale media nauwelijks moeite doen om zelf informatie te vergaren over wat in Venezuela (en in Latijns-Amerika) gebeurt. Na de mislukte poging tot staatsgreep met enkele dissidente militairen in april 2019 verwaterden de oproepen van Guaidó voor nationale acties.
Grondig voorbereide plannen lukken niet altijd
Januari 2019, de maand waarin president Maduro de eed aflegde voor zijn nieuwe mandaat, werd gekozen als ogenblik voor de poging om hem af te zetten. Dat zou gebeuren met de hierboven al vermelde uitleg van onwettelijkheid van zijn verkiezing en de beëdiging van de parlementsvoorzitter tot interim-president.
Het Venezolaans parlement kiest elk jaar zijn voorzitter (en ondervoorzitters), zoals in de meeste parlementen (in België gebeurt dat begin oktober). De rechtse partijen hebben een meerderheid in het parlement en kiezen dus altijd iemand uit eigen rangen. Deze partijen zijn weliswaar verenigd in hun strijd tegen Maduro en zijn illustere voorganger Hugo Chávez, maar gunnen elkaar (ook binnen de partijen zelf) verder het licht in de ogen niet.
Zelfs Amerikaans minister van Buitenlandse Zaken Pompeo ergerde er zich openlijk over dat de rechtse Venezolaanse politici over elkaar heen vielen om zich bij hem aan te dienen als kandidaat-president ter vervanging van Guaidó. Het is ook de Amerikaanse ambassade die de rechtse partijen er toe dwong om vanaf 2012 met een kartellijst op te komen, de MUD (Mesa de la Unidad Democrática). De interne verdeeldheid van de rechtse oppositie speelde immers volledig in het voordeel van Chávez. Die vereniging van krachten boekte aanvankelijk succes. Eenheidskandidaat Henrique Capriles haalde bij de presidentsverkiezingen van 2013 bijna de helft van de stemmen.
Eveneens onder impuls van de Amerikaanse ambassade in Caracas spraken de rechtse partijen van de MUD af dat elk jaar een lid van een andere partij parlementsvoorzitter zou worden. In januari 2019 was het de beurt aan Voluntad Popular (VP, Volkswil), een van de kleinere rechtse partijen van de MUD2. Boegbeeld Leopoldo López, de echte leider van VP, kan niet zetelen, omdat hij onder huisarrest staat na een veroordeling tot aanstoken van gewelddadige rellen in 2013-2014 (waar hij later uit ontsnapte naar de ambassade van buurland Colombia).
Juan Guaidó?
Zo viel de keuze op een vrij onbekend politicus van de VP, een zekere Juan Guaidó (zie Onbekende Venezolaan wordt interim-president: Juan Guaidó?). Slechts één op acht Venezolanen had ooit van hem gehoord, volgens een peiling kort na zijn eedaflegging.
De rechtse partijen en hun Amerikaanse steungever hadden in hun plannen van januari 2019 niet voorzien dat Maduro en jaar later nog altijd president zou zijn. Bovenop Guaidó’s totale mislukking om voldoende steun te vinden bij de bevolking, het ‘Colombiaanse’ corruptieschandaal en de foto’s met paramilitaire bendeleiders, kwam nog de revelatie dat hij zonder overleg toch onderhandelingen had aangevat met Maduro, tegen alle eigen kordate verklaringen in (zie VS twijfelen over hun Venezolaans president Guaidó, laten hem toe te onderhandelen).
Een en ander maakt dat een jaar later Guaidó niet langer kon rekenen op een vlotte herverkiezing, niet alleen omdat hij met een eventuele herverkiezing het akkoord voor slechts één jaar voorzitterschap per partij zou verbreken. Hij heeft in die twaalf maanden zelfs bij de eigen partij veel krediet verloren. Een herverkiezing was dus allesbehalve gegarandeerd.
“Uiteindelijk mocht hij niet deelnemen aan de voorzittersverkiezingen, want het leger liet hem niet binnen in het parlementsgebouw. Hij poogde even over de afsluiting te kruipen”. Dat is in een notendop wat er recent gebeurd is volgens de mainstream berichtgeving. Om tot die voorstelling van zaken te komen was wel enige selectie van beeldmateriaal nodig.
Selectie, kadering, commentaar
Eerst en vooral is controle van de parlementaire pas bij de ingang door de politie (niet door het leger (3) ) in elk land een normale zaak, ook in Venezuela. Op sociale media werden beelden rechtstreeks uitgezonden waarop te zien en te horen is dat de politie Guaidó wil doorlaten, maar dat hij weigert.
Hij wil alleen binnengaan als ook vijf andere parlementsleden binnen mogen, die geschorst waren voor beschuldigingen van corruptie of deelname aan de poging tot staatsgreep van april 2019. “Allemaal of niemand”.
Daarnaast zijn er beelden van medestanders van Guaidó die ongehinderd binnengaan en beelden van vechtende parlementsleden in de plenaire zaal die de zitting willen uitstellen tot Guaidó er bij is.
Op deze beelden zijn de medestanders van Guaidó in de plenaire zaal aanwezig. Zij werden allen zonder problemen door de politie binnengelaten.
Guaidó deed daarop een halfslachtige poging om over de balustrade het parlementsgebouw binnen te gaan, beelden die wel door de internationale media werden overgenomen en verspreid. De versie dat hij het parlement niet binnen mocht werd ongewijzigd overgenomen van de Amerikaanse media en persagentschappen door (onder meer) Nieuwsblad, Standaard, De Morgen, VRT, Volkskrant, Trouw, Le Monde, France 24.
Een aantal van Guaidó’s medestanders bezetten de technische ruimte van de geluids- en beeldinstallatie van de plenaire zaal. In de plenaire zaal beslisten de aanwezige parlementsleden vervolgens over te gaan tot verkiezing met handopsteken. Luis Parra werd – volgens zijn medestanders – verkozen met 81 stemmen van de 140 aanwezigen, een meerderheid van aanwezigen, maar geen meerderheid van het volledige parlement van 167 parlementsleden (de vereiste meerderheid is 84). Bovendien werd een lid van Guaidó’s eigen partij VP verkozen tot tweede ondervoorzitter. Bij gebrek aan geluidsinstallatie verkondigde Parra vervolgens met een handmegafoon zijn verkiezing, die onmiddellijk door president Maduro werd erkend.
Het beeld van Parra met de megafoon veranderde in de internationale media in een ‘zelfverklaarde benoeming zonder stemming’. Ondanks deze foutieve berichtgeving is zijn ‘verkiezing’ niet correct verlopen want de stemknoppen in de plenaire zaal werkten niet en er was geen degelijke telling mogelijk van aanwezige parlementsleden.
Vervolgens ging Guaidó naar de redactielokalen van de krant El Nacional, een oppositiekrant, waar een zaal reeds in gereedheid was gebracht. Daar liet hij zich verkiezen met 100 stemmen door 38 aanwezige parlementsleden opgeteld met de stemmen van andere parlementsleden die volgens hem verhinderd werden aanwezig te zijn. Een niet bepaalde orthodoxe methode om stemmen te tellen. Bovendien: 100 voor hem en 81 voor Parra kon rekenkundig niet.
Twee onwettig verkozen parlementsvoorzitters
Guaidó’s ‘herverkiezing’ is duidelijk onwettig. Ze gebeurde niet in het parlement – hij deed het weliswaar enkele dagen later nog eens over in de plenaire zaal, nogmaals zonder voldoende aanwezige parlementsleden. De verkiezing van Parra is echter evenmin correct verlopen.
Het wordt allemaal nog meer kafkaiaans wanneer in de internationale media wordt beweerd dat Parra een rechts parlementslid is (correct) die nu ‘het kamp van Maduro’ zou hebben gekozen (niet correct). Niets is minder waar. Parra werd uit zijn eigen partij Primero Justicia gezet wegens verdenking van corruptie. Hij wordt verdacht geld voor de voedseldistributie door de overheid te hebben verduisterd. Hij had met andere woorden niet eens aan de voorzittersverkiezingen mogen deelnemen. Voor hem is deze ‘verkiezing’ een vlucht vooruit om gerechtelijke vervolging te vermijden. Hij kreeg echter niet alleen de stemmen achter zich van de aanwezige Maduro-getrouwen, ook meerdere rechtse opposanten van Maduro stemden voor hem.
De politie was selectief in wie ze wel en niet binnenliet, want andere parlementsleden waartegen ook een rechtszaak loopt werden wel tegengehouden – onder meer de vijf waarmee Guaidó het parlement wou betreden (zie hierboven). Maar de vijf die werden geweigerd zouden Guaidó toch niet een meerderheid van stemmen hebben gezorgd en in geen enkel geval hebben ze de toegang ontzegd aan Guaidó.
Kortom, dit is complete politieke chaos. Twee rechtse politici die zich parlementsvoorzitter noemen, een versplinterde oppositie tegen president Maduro, die versterkt uit deze crisis komt.
En Maduro?
Maakt dat van Maduro nu de democratische leider met voldoende politieke legitimiteit om zijn land te leiden? Verre van.
Volgens opiniepeilingen heeft hij nog de steun van een derde van de bevolking. Dat hij desondanks kan standhouden heeft hij aan drie zaken te danken: eerst en vooral heeft hij nog steeds de volledige steun van het leger, daarnaast staat hij tegenover een volledig versplinterde rechtse oppositie. Daarenboven zijn de andere twee derden van de bevolking allesbehalve volgers van die rechtse partijen, laat staan van Guaidó. Heel wat gedesillusioneerde voormalige kiezers van Hugo Chávez willen Maduro wel weg, maar zijn totaal niet te vinden voor een van de rechtse kandidaten.
Maduro maakt zelfs kans om nieuwe presidentsverkiezingen te winnen zonder een meerderheid van stemmen, door die verdeelde oppositie. Rechtse politici als Henrique Capriles en Henri Falcón halen veel hogere cijfers in de peilingen dan Leopoldo López (de echte baas van de VP, de partij van Juan Guaidó), maar zijn onaanvaardbaar voor de VS. Falcón is weliswaar een neoliberale antisociale politicus, maar is bereid om met Maduro te onderhandelen en is bovendien een openlijke tegenstander van een militaire invasie door de VS, die hij van politieke inmenging beschuldigt. Omdat Capriles en López aartsvijanden zijn, is Capriles eveneens onaanvaardbaar geworden als eenheidskandidaat omdat hij rechts nog meer zou verdelen. Het voorbije jaar werden Falcón en Capriles volledig genegeerd door de internationale media.
Er is heel wat mis met de regering van Maduro, maar zelfs met negatieve cijfers van slechts 30 procent steun bij de bevolking scoort hij nog steeds beter dan pakweg de Franse president Macron. Zijn beleid van de vorige jaren is een amalgaam van eigen slechte economische beslissingen en een vernietigende economische boycot door de VS. Zonder die boycot zou hij het nog steeds niet goed doen, maar in ieder geval niet slechter dan zijn collega’s in Chili, Ecuador, Paraguay of Brazilië.
Meer dan vier miljoen Venezolanen zijn gevlucht voor de economische chaos. Naar schatting drie miljoen Colombiaanse vluchtelingen in Venezuela blijven daarentegen wel in Venezuela, niet omdat ze het beter zouden hebben, maar omdat voor hen een terugkeer naar Colombia andere dodelijke risico’s inhoudt (het recentste VN-rapport klaagt de bloedige politieke repressie in Colombia aan als ‘genocide’, meer daarover in dit artikel). Maduro houdt ook stand omdat het de voorbije maanden vrij rustig was en er een lichte economische heropleving begint. Die rust is onder meer te danken aan de volledige versplintering van de rechtse oppositie.
Het probleem ten gronde is dat wat in zijn plaats zou komen niet zomaar een rechts beleid is. De rechtse partijen van de MUD willen in één klap alle sociale verworvenheden van 20 jaar Chavismo vernietigen – zoals nu gebeurt in Bolivia, eveneens met een onbekende politica van een kleine rechtse partij als interim-president. In Bolivia worden alle linkse politici, journalisten en vakbondsmensen opgepakt en beschuldigd van ‘terrorisme’ en ‘leegroven van de staat’, waarmee ze de overheidssubsidies voor basisvoedsel, onderwijs en gezondheidszorg van de voorbije jaren bedoelen. Dit staat de chavisten te wachten bij een eventuele machtsovername.
De berichtgeving in internationale en Belgische media is neutraal noch objectief. Wie deze aanpak bekritiseert is bijna vanzelfsprekend een ‘medestander van dictatuur’. De waarheid is zoals steeds heel wat genuanceerder. In het huidige mediaklimaat is nuance, context, achtergrond en geschiedenis echter niet langer relevant. Dit is ‘berichtgeving’ die ervan uitgaat dat het publiek niet zelf hoeft (of in staat is om) te oordelen.
Notes:
1. Er is geen Senaat. De Asamblea Nacional is het enige federale parlement.
2 . Op zijn website noemt de partij zich sociaal-democratisch. Uit de concrete politieke actie blijkt het omgekeerde. Officiële programma’s die niet overeenkomen met de politieke realiteit zijn geen uitzonderlijk fenomeen in Latijns-Amerika. De website van Voluntad Popular werd opgesteld door medewerkers van USAID, de VS-organisatie voor ontwikkelingssamenwerking.
3. In Venezuela is net als in de meeste andere Latijns-Amerikaanse landen de politie een onderdeel van het leger naast land-, lucht- en zeemacht. Zeggen dat ‘het leger’ het parlement bewaakt is strikt genomen dus correct. Overigens wordt ook het Belgisch Parlement door het leger bewaakt. De pascontrole wordt door het personeel van het parlement gedaan. Politieagenten zijn beschikbaar voor eventuele problemen.
Originele publicatie van Lode vanOost
was op dewereldmorgen.be, 9 januari 2020
Creative Commons