Bron: Ben Norton
geopoliticaleconomy 28 juni 2023 ~~~

37 jaar na een uitspraak van het Internationaal Gerechtshof uit 1986 weigeren de Verenigde Staten Nicaragua nog steeds de herstelbetalingen te doen die het land wettelijk verschuldigd is. Vandaag eist de Nicaraguaanse regering dat de Verenigde Naties actie ondernemen.

Het Internationaal Gerechtshof in Den Haag oordeelde in 1986 dat de Amerikaanse regering het internationaal recht had geschonden met haar aanvallen op Nicaragua en dat ze de Centraal-Amerikaanse natie herstelbetalingen verschuldigd was.

Op 27 juni 2023 was het 37 jaar geleden dat deze uitspraak werd gedaan en tot op de dag van vandaag weigert Washington Nicaragua het geld te betalen dat het wettelijk verschuldigd is.

Het Internationaal Gerechtshof is de gerechtelijke tak van de Verenigde Naties.

In 1986 bepaalde het hoogste VN-tribunaal dat de VS herhaaldelijk de internationale wetgeving overtraden door:

  • het trainen, bewapenen, uitrusten, financieren en bevoorraden van de Contra paramilitairen in Nicaragua;
  • het aanvallen van de Nicaraguaanse infrastructuur;
  • het plaatsen van mijnen in de havens van Nicaragua;
  • het opleggen van een embargo aan Nicaragua; en
  • het aanmoedigen van de Contra’s om wreedheden te begaan die in strijd zijn met het internationaal humanitair recht.

De huidige regering van Nicaragua heeft de VS publiekelijk opgeroepen om hun verplichtingen onder het internationaal recht na te komen.

Op 26 juni stuurde de president van Nicaragua, Daniel Ortega, een brief naar de secretaris-generaal van de VN, António Guterres, waarin hij eiste dat Washington herstelbetalingen zou doen.

“Er bestaat een historische schuld bij het Nicaraguaanse volk die 37 jaar later nog niet is vereffend door de Verenigde Staten”, zei Ortega. “Het is een verplichting die duidelijk is vastgelegd in een definitieve uitspraak van de hoogste internationale gerechtelijke instantie, het Internationaal Gerechtshof”.

schreef de Nicaraguaanse president:

De lijst van directe schade omvat menselijke schade, directe materiële schade, defensiekosten, verliezen veroorzaakt door het embargo. Ook andere schade zoals sociale verliezen op het gebied van onderwijs, gezondheid, werk, sociale zekerheid en potentiële verliezen voor ontwikkeling en productie.

Vanuit alle gezichtspunten werd het recht van de natie op ontwikkeling onherstelbaar aangetast.
De geschatte waarde van de schade in maart 1988, de datum waarop het rapport werd gepresenteerd met alle ondersteunende documentatie, werd geschat op 12 miljard dollar. Dit bedrag houdt geen rekening met de schade na deze datum, waarvan de gevolgen op dit moment verifieerbaar zijn.

Bijvoorbeeld, tot op de dag van vandaag betaalt het sociale zekerheidssysteem van het land pensioenen aan diegenen die gewond raakten in de oorlog en hun familieleden, inclusief diegenen die deel uitmaakten van de contrarevolutionaire strijdkrachten die illegaal gefinancierd werden door de Verenigde Staten, die nooit de sociale kosten van deze illegaliteit op zich hebben genomen.

Gecorrigeerd voor inflatie zou $12 miljard in 1988 meer dan $31 miljard zijn in 2023.

De Amerikaanse terreuroorlog tegen de Sandinistische regering van Nicaragua

Na de overwinning van de socialistische Sandinistische Revolutie in Nicaragua in 1979, creëerden de Verenigde Staten een extreem-rechts terreurleger dat de nieuwe revolutionaire regering met geweld omver moest werpen.

De CIA bewapende en trainde doodseskaders die bekend stonden als de Contra’s – een afkorting voor “Contrarevolutionairen”.

Met de steun van de VS gebruikten de Contra’s systematisch terrorisme om de Nicaraguaanse samenleving te destabiliseren.

Een voormalige Contra-leider uit een van de machtigste oligarchische families van het land, Edgar Chamorro, publiceerde in 1986 een open brief in de New York Times waarin hij toegaf dat “terreur het meest effectieve wapen van de Contra’s is”.

Het “was beleid met voorbedachten rade om niet-strijders te terroriseren om te voorkomen dat ze zouden samenwerken met de regering. Honderden moorden op burgers, verminkingen, martelingen en verkrachtingen werden gepleegd om dit beleid uit te voeren”, vertelde hij.

Chamorro verwees naar de Contra’s als “marionetten van de CIA” en “een leger onder controle van de Amerikaanse regering” en schreef dat “de ‘Contra’s’ scholen, huizen en gezondheidscentra platbranden net zo snel als de Sandinisten ze bouwen”.

Chamorro zei dat door de VS gesteunde Contra’s arme dorpen in beslag namen en vervolgens “burgers selecteerden waarvan ze vermoedden dat ze sympathiseerden met de regering en ze in koelen bloede doodschoten als les”.

VS-president Ronald Reagan met Contra-leider “Doctor Henry” buiten het Witte Huis

In 1984 diende de Nicaraguaanse regering een aanklacht in bij het gerechtelijk orgaan van de Verenigde Naties, het Internationaal Gerechtshof (ICJ), waarin ze juridische stappen eiste tegen de Verenigde Staten voor hun aanvallen.

De Amerikaanse regering weigerde zichzelf te vertegenwoordigen in de rechtszaal en boycotte de zaak. Daarmee weigerde Washington de legitimiteit van het door de VN gesteunde ICJ te erkennen en ondermijnde het de zogenaamde “op regels gebaseerde internationale orde” die de VS zegt te steunen.

De ICJ-zaak heette officieel “Militaire en paramilitaire activiteiten in en tegen Nicaragua (Nicaragua versus Verenigde Staten van Amerika)”.

De rechters schreven in 1986 dat het hof:

Besluit dat de Verenigde Staten van Amerika, door het trainen, bewapenen, uitrusten, financieren en bevoorraden van de contrastrijdkrachten of op andere wijze het aanmoedigen, ondersteunen en helpen van militaire en paramilitaire activiteiten in en tegen Nicaragua, hebben gehandeld tegen de Republiek Nicaragua, in strijd met hun verplichting onder het internationale gewoonterecht om zich niet te mengen in de aangelegenheden van een andere staat;

besluit dat de Verenigde Staten van Amerika, door bepaalde aanvallen op Nicaraguaans grondgebied in 1983-1984, namelijk aanvallen op Puerto Sandino op 13 september en 14 oktober 1983 ; een aanval op Corinto op 10 oktober 1983 ; een aanval op de marinebasis van Potosi op 4/5 januari 1984 ; een aanval op San Juan del Sur op 7 maart 1984 ; aanvallen op patrouilleboten bij Puerto Sandino op 28 en 30 maart 1984 ; en een aanval op San Juan del Norte op 9 april 1984 ; en voorts door die interventies bedoeld in punt 3, die het gebruik van geweld inhouden, tegen de Republiek Nicaragua heeft gehandeld in strijd met haar verplichting krachtens het internationale gewoonterecht om geen geweld tegen een andere Staat te gebruiken;

besluit dat de Verenigde Staten van Amerika, door in de eerste maanden van 1984 mijnen te leggen in de binnenlandse of territoriale wateren van de Republiek Nicaragua, jegens de Republiek Nicaragua hebben gehandeld in strijd met hun verplichtingen krachtens het internationale gewoonterecht om geen geweld te gebruiken tegen een andere staat, zich niet te mengen in diens aangelegenheden, zijn soevereiniteit niet te schenden en de vreedzame handel over zee niet te onderbreken;

stelt vast dat de Verenigde Staten van Amerika, door in 1983 een handboek getiteld Operaciones sicológicas [sic] en guerra de guerrilla’s samen te stellen en dit te verspreiden onder de contrare strijdkrachten, deze hebben aangemoedigd tot het begaan van handelingen die in strijd zijn met de algemene beginselen van het humanitair recht;

Besluit dat de Verenigde Staten van Amerika, door de aanvallen op Nicaraguaans grondgebied … en door het afkondigen van een algemeen embargo op de handel met Nicaragua op 1 mei 1985, daden hebben begaan die het Verdrag van Vriendschap, Handel en Scheepvaart tussen de partijen, ondertekend te Managua op 21 januari 1956, zijn inhoud en doel hebben ontnomen;

besluit dat de Verenigde Staten van Amerika de plicht hebben onmiddellijk een einde te maken aan en zich te onthouden van alle handelingen die een schending kunnen inhouden van de voornoemde wettelijke verplichtingen;

Besluit dat de Verenigde Staten van Amerika verplicht zijn de Republiek Nicaragua schadeloos te stellen voor alle schade die Nicaragua heeft geleden door de hierboven opgesomde schendingen van de verplichtingen uit hoofde van het internationale gewoonterecht;

De lange geschiedenis van invasies, aanvallen en economische blokkades van de VS in Nicaragua.

De uitspraak van het Internationaal Gerechtshof had alleen betrekking op de misdaden die Washington in de jaren ’80 tegen Nicaragua had begaan.

De Verenigde Staten zijn de Centraal-Amerikaanse natie meerdere keren binnengevallen en militair bezet.

Na tientallen jaren van militaire bezetting werden de Amerikaanse mariniers in 1933 uit Nicaragua verdreven vanwege een gewapende opstand onder leiding van de revolutionaire generaal Augusto Sandino.

Om de politieke en economische controle over het land te behouden, liet Washington een Nationale Garde achter onder leiding van Anastasio Somoza García. Somoza vermoordde Sandino voordat hij later met steun van de VS de staatsmacht naar zich toetrok.

De Somoza-dynastie regeerde over Nicaragua als een wrede rechtse dictatuur. De zoon van Somoza García, Anastasio Somoza Debayle, trad in de voetsporen van zijn vader en regeerde het land met ijzeren vuist, totdat hij werd omvergeworpen in de Sandinistische Revolutie van 1979.

VS-president Richard Nixon met de Nicaraguaanse dictator Anastasio Somoza Debayle in 1971

In de jaren 1980 leed de burgerbevolking van Nicaragua onder de verschrikkingen van de door de VS gesponsorde terreuroorlog, evenals onder een verwoestende economische blokkade, die hyperinflatie veroorzaakte en leidde tot een tekort aan veel goederen.

Het dreigement van Washington om door te gaan met het voeren van deze oorlog en het opleggen van de blokkade leidde ertoe dat de Nicaraguanen in de verkiezingen van 1990 stemden voor de rechtse presidentskandidate Violeta Chamorro, van de rijke oligarchische dynastie die er lang naar gestreefd heeft om het land te controleren (in samenwerking met de VS).

Chamorro’s verkiezingsoverwinning was het resultaat van massale Amerikaanse inmenging en manipulatie. De CIA en andere Amerikaanse overheidsinstellingen spendeerden miljoenen dollars aan het opzetten, ondersteunen en adviseren van Chamorro’s campagne.

Violeta Chamorro spreekt het Amerikaanse Congres toe in 1991

In 1991 vertelde de door de VS geïnstalleerde regering van Chamorro aan het ICJ dat ze niet van plan was door te gaan met de zaak tegen Washington.

Chamorro’s beslissing om de zaak te staken was echter een direct gevolg van dezelfde Amerikaanse schendingen van het internationaal recht en aanvallen op de Nicaraguaanse soevereiniteit waarover het ICJ in eerste instantie een uitspraak had gedaan.

De soevereine regering van Nicaragua heeft het recht om vandaag terug te komen op de zaak van het ICJ en te eisen dat de wettelijk bindende uitspraak wordt uitgevoerd.

In zijn brief aan de secretaris-generaal van de Verenigde Naties wees president Daniel Ortega erop dat de regering van Chamorro in 1991 “de procedure voor het Hof om het verschuldigde bedrag vast te stellen heeft stopgezet, maar op geen enkel moment afstand heeft gedaan van de betaling van de schuld, dat wil zeggen het recht om compensatie te ontvangen”.

De brief van Ortega maakte duidelijk dat de beslissing van Chamorro om de zaak niet verder te behandelen niets verandert aan de wettelijke verplichting van Washington om herstelbetalingen te doen.

De huidige Nicaraguaanse president schreef aan de VN:

Nicaragua heeft nooit iets gekregen waar het geen aanspraak op kon maken (zoals het recht om niet aangevallen te worden) in ruil voor het stopzetten van de rechtszaak voor het Hof.
In plaats van de compensatie te ontvangen die het moreel en juridisch toekomt, blijft Nicaragua het voorwerp van een nieuw soort agressie. Het is in deze context, waarin Nicaragua opnieuw het slachtoffer is geworden van aanvallen, die nu eufemistisch sancties worden genoemd, en het slachtoffer van een couppoging, dat het volk van Nicaragua zich de historische uitspraak van het Internationaal Gerechtshof blijft herinneren.

Nicaragua maakt van deze gelegenheid gebruik om eraan te herinneren dat de uitspraken van het Internationaal Gerechtshof definitief zijn en onontkoombaar moeten worden nageleefd, en dat de Verenigde Staten daarom wettelijk verplicht zijn om te voldoen aan de herstelbetalingen die zijn bevolen in het vonnis van 27 juni 1986.

Topfoto: Het Internationaal Gerechtshof van de Verenigde Naties (ICJ)


Gerelateerd (vberichten in dit archief):