Bron:  Mickey Z. 
dissidentvoice  5 augustus, 2022 ~~~

Hiroshima en Nagasaki: 77 jaar later

Het is een atoombom. Het is het geweldigste in de geschiedenis. – President Harry S. Truman (6 augustus 1945)

Een van de schijnbaar eindeloze mythes over de Goede [sic] Oorlog gaat ongeveer als volgt:

“De VS hadden geen andere keus dan atoombommen te gooien op de burgers van Hiroshima en Nagasaki. Hadden ze dat niet gedaan, dan hadden de fanatieke Japanners zich nooit overgegeven. Ontelbare miljoenen dappere Amerikaanse soldaten zouden zijn omgekomen bij de opeenvolgende invasies van de Japanse eilanden.”

Nu we de 77e verjaardag vieren van het opzettelijke gebruik van kernwapens op burgers, zal ik nogmaals de vraag beantwoorden: Waarom werd de bom gebruikt?

De vijand is nooit het fascisme geweest

Alvorens de ontketening van de bom onder ogen te zien, moet eerst een minder bekende mythe uit de wereld worden geholpen: de wedloop op leven en dood met Duitse wetenschappers.

“Werkend in Los Alamos, New Mexico, dachten atoomgeleerden, waaronder veel vluchtelingen uit Hitler’s Europa, dat ze een wedstrijd uitvochten tegen Duitsers die een ‘nazi-bom’ aan het ontwikkelen waren”, schrijft historicus Kenneth C. Davis.

Als het voor het toppunt van het kwaad mogelijk zou zijn om zo’n wapen te produceren, dan zou het toch zeker de verantwoordelijkheid van de goeden zijn om der Führer voor te zijn met het plutonium. Hoewel zo’n wanhopige race een uitstekend melodrama oplevert, blijkt de Duitse poging om een bom te maken weinig succes te hebben gehad.

Dankzij de vrijgave van belangrijke documenten hebben we nu toegang tot “onweerlegbaar bewijs dat de wedloop met de Nazi’s een fictie was,” zegt auteur Stewart Udall, die eraan toevoegt: “Volgens de officiële geschiedenis van de Britse Geheime Inlichtingendienst (SIS) onderhielden die agenten ‘contacten met wetenschappers in neutrale landen’.”

Deze contacten leverden medio 1943 genoeg bewijs op om de SIS ervan te overtuigen dat het Duitse bommenprogramma gewoon niet bestond.

Ondanks deze bevindingen kreeg de Amerikaanse generaal Leslie Groves, militair commandant van het Manhattan Project, in de herfst van 1943 toestemming om een geheime spionagemissie te beginnen, bekend onder de naam Alsos (Grieks voor “Groves,” snap je?). De missie hield in dat Groves’ mannen de legers van de Geallieerden door heel Europa volgden met het doel Duitse wetenschappers te vangen die betrokken waren bij de fabricage van atoomwapens.

Hoewel de door Alsos ontdekte gegevens de eerdere berichten dat het Derde Rijk geen nucleair programma nastreefde alleen maar bevestigden, was Groves in staat om genoeg geheimhouding in stand te houden om zijn project in leven te houden. In de onvoorwaardelijke religie van het anticommunisme was de vijand van de ‘Goede Oorlog’ nooit het fascisme.

Trumans dochter, Margaret, merkte over zijn eerste presidentiële inspanningen na de dood van FDR in april 1945 op: “Mijn vaders grootste zorg in deze eerste weken was ons beleid ten opzichte van Rusland.”

Miljoenen levens gered

De meest genoemde rechtvaardiging voor het werpen van atoombommen op Japan was het “redden van levens”. Laten we eerst erkennen dat honderdduizenden Japanse levens verloren gingen in Hiroshima en Nagasaki. (De levens die het redden waard waren, waren natuurlijk Amerikaanse, maar we weten van een paar Amerikaanse soldaten die tussen wal en schip vielen. Ongeveer een dozijn of meer Amerikaanse krijgsgevangenen werden gedood in Hiroshima, een waarheid die zo’n 30 jaar verborgen bleef).

Het hypothetische aantal Amerikaanse doden varieert van “duizenden” tot “miljoenen”. In een verklaring van 9 augustus 1945 aan “de mannen en vrouwen van het Manhattan Project”, sprak President Truman de hoop uit dat “dit nieuwe wapen zal resulteren in het redden van duizenden Amerikaanse levens”.

“De aanvankelijke formulering van de president van ‘duizenden’ was echter duidelijk niet zijn definitieve verklaring over de zaak, op zijn zachtst gezegd,” merkt historicus Gar Alperovitz op. In zijn boek, The Decision to Use the Atomic Bomb and the Architecture of an American Myth, documenteert Alperovitz slechts een paar van Trumans openbare ramingen door de jaren heen:

-15 december 1945: “Het kwam bij me op dat een kwart miljoen van onze jonge mannen een paar Japanse steden waard waren.”

-Eind 1946: “Een jaar minder oorlog betekent het leven voor driehonderdduizend – misschien een half miljoen – van Amerika’s beste jongeren.”

-Oktober 1948: “Op de lange termijn zouden we een kwart miljoen jonge Amerikanen kunnen redden van de dood, en zouden we een gelijk aantal Japanse jonge mannen redden van de dood.

-6 april 1949: “Ik dacht dat 200.000 van onze jonge mannen gered zouden worden.”

-November 1949: Truman citeert legerchef George S. Marshall die de kosten van een geallieerde invasie van Japan schat op “een half miljoen slachtoffers”.

-12 januari 1953: Nog steeds Marshall citerend, verhoogt Truman de schatting tot “minimaal een kwart miljoen” en misschien “wel een miljoen, alleen al aan de Amerikaanse kant, met een gelijk aantal van de vijand.”

-Tenslotte, op 28 april 1959, concludeerde Truman: “Het laten vallen van de bommen heeft miljoenen levens gered.”

Gelukkig zijn we niet zonder het voordeel van officiële schattingen.

In juni 1945 gaf Truman het Amerikaanse leger opdracht de kosten van Amerikaanse levens te berekenen voor een geplande aanval op Japan. Als gevolg daarvan stelde het Joint War Plans Committee een rapport op voor de Chiefs of Staff, gedateerd 15 juni 1945, wat het dichtst in de buurt komt van “accuraat”: 40.000 gesneuvelde Amerikaanse soldaten, 150.000 gewonden en 3.500 vermisten.

Hoewel het werkelijke aantal slachtoffers onbekend blijft, was het in die tijd algemeen bekend dat Japan al maanden voor de atoombombardementen had geprobeerd zich over te geven. Een telegram van 5 mei 1945 – onderschept en gedecodeerd door de V.S. – “ontkrachtte elke mogelijke twijfel dat de Japanners stonden te popelen om vrede te eisen”.

De U.S. Strategic Bombing Survey rapporteerde kort na de oorlog dat Japan zich “naar alle waarschijnlijkheid” zou hebben overgegeven vóór de veelbesproken geallieerde invasie van het thuisland op 1 november 1945.

Truman zelf noteerde in zijn dagboek welsprekend dat Stalin “op 15 augustus in de Jappenoorlog zou zijn. Fini [sic] Jappen als het zover is.”

Vertaling:

  • De V.S. wisten dat de Japanners zich liever wilden overgeven dan een Sovjet bezetting te riskeren.
  • In het onwaarschijnlijke geval van een Amerikaanse invasie van Japan eind 1945, lijkt het verwachte aantal doden meer politiek dan wetenschappelijk te zijn.

Toch werd 60 procent van Hiroshima, een stad met ongeveer 343.000 inwoners, op 6 augustus 1945 vernietigd door het ” geweldigste ding uit de geschiedenis”. Het resulterende bloedbad was afschuwelijk.

“Alligator volk”

In een radio-uitzending in Tokio, twee dagen nadat de bom Hiroshima trof, werd beschreven hoe “de inslag van de bom zo verschrikkelijk was dat praktisch alle levende wezens, mens en dier, doodgeschroeid werden door de enorme hitte en druk die de ontploffing teweegbracht.”

De radio in Tokio noemde Hiroshima verder een stad met lijken “te talrijk om te tellen… letterlijk doodgeschroeid.” Het was onmogelijk om onderscheid te maken tussen mannen en vrouwen. De Associated Press bracht het eerste ooggetuigenverslag: een Japanse soldaat die de slachtoffers beschreef als “opgeblazen en verschroeid – hun benen en lichamen ontdaan van kleren en verbrand met een enorme blaar.”

Dan waren er nog de ” als mieren lopende alligators.” Zo noemden ooggetuigen degenen die de pech hadden de eerste ontploffing te overleven. In een ooggetuigenverslag staat:

De huid was van hun schedels geschroeid, waardoor alleen een zwarte, leerachtige substantie overbleef zonder ogen of gelaatstrekken. Alles wat overbleef was een rood gat waar ooit hun mond had gezeten. Ze wankelden door de buitenwijken van Hiroshima, gemeden door andere overlevenden – maar de echte verschrikking was het geluid dat ze maakten.

In zijn boek, Laatste trein naar Hiroshima, schreef Charles Pellegrino:

De alligator mensen schreeuwden niet. Hun monden konden de geluiden niet vormen. Het geluid dat ze maakten was erger dan schreeuwen. Ze slaakten een ononderbroken gemurmel – als sprinkhanen in een midzomernacht. Een man, wankelend op verkoolde stompjes van benen, droeg een dode baby ondersteboven.

“De mensheid was gedwongen getuige te zijn van enorme vernietiging gedurende de hele Tweede Wereldoorlog,” verklaarde Michael C.C. Adams, in The Best War Ever: Amerika en de Tweede Wereldoorlog. “In 1945 had het moorden zulke enorme proporties aangenomen dat het bombarderen van nog een stad niet het aspect van morele afschuw had dat het nu zou kunnen hebben. In zo’n tijd van dood, was het onvoorstelbare aanvaardbaar geworden.”

Drie dagen later zou meer van het nu aanvaardbare onvoorstelbare worden losgelaten op een andere stad vol met burgers.

“De Slager van Azië”

Uit het idee van strategisch bombarderen hebben alle ontwikkelingen – nacht, patroon, verzadiging, gebied, willekeurig – rechtstreeks naar Hiroshima geleid, en Hiroshima was, en was bedoeld, bijna pure Schrecklichkeit [terreurbombardementen]. – Life magazine, een samenvatting van de geallieerde bombardementstactiek (augustus 1945)

Om 11 uur in de ochtend van 9 augustus 1945, vertelde premier Kintaro Suzuki het Japanse kabinet dat het “enige alternatief” voor Japan was om de geallieerde vredesvoorwaarden te accepteren en “de oorlog te beëindigen”.

Minuten later wierp het Huis van de Dapperen™ een tweede atoombom op de Japanse stad Nagasaki.

Daarna noemde de romanschrijfster Zora Neale Hurston Truman een “monster” en voegde eraan toe: “Ik kan hem als niets anders zien dan de Slager van Azië”, en zelfs de Amerikaanse admiraal William D. Leahy karakteriseerde de atoombommen als “een onmenselijk wapen om te gebruiken op een volk dat al verslagen was en klaar was om zich over te geven”.

Als het bombardement op Hiroshima pure Schrecklichkeit was, wie zou dan het doel kunnen verklaren van het bombardement op Nagasaki drie dagen later?

“Ik vond dat ons land moest vermijden de wereldopinie te shockeren door het gebruik van een wapen waarvan ik dacht dat het niet langer noodzakelijk was als maatregel om Amerikaanse levens te redden,” zei Generaal Dwight D. Eisenhower.

“Was het omdat dit een plutonium bom was terwijl de Hiroshima bom een uranium bom was?” vroeg historicus Howard Zinn. “Waren de dode en bestraalde Nagasaki-slachtoffers een wetenschappelijk experiment?”

Misschien was het de koude logica van de Koude Oorlog die de bombardementen op burgers motiveerde.

Reeds in mei 1945 berichtte een Venezolaanse diplomaat over de bezorgdheid van de regering van de Verenigde Staten over de houding van Rusland.

De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken James F. Byrnes leek het daarmee eens te zijn toen hij de ongerustheid nog verder opvoerde door uit te leggen hoe “ons bezit en het demonstreren van de bom Rusland in het Oosten meer beheersbaar zou maken… Het demonstreren van de bom zou Rusland kunnen imponeren van Amerika’s militaire macht.”

Generaal Leslie Groves was minder cryptisch: “Vanaf ongeveer twee weken dat ik de leiding over dit project kreeg, heb ik nooit enige illusie gehad dan dat Rusland onze vijand was, en het project werd op die basis uitgevoerd.

In dezelfde periode merkte president Truman op dat minister van Oorlog Henry Stimson “minstens zo bezorgd was over de rol van de atoombom in de beeldvorming van de geschiedenis als over zijn vermogen om de oorlog te bekorten”.

Wat voor soort beeldvorming Stimson in gedachten had, kan worden afgeleid uit zijn commentaar van 11 september 1945 aan de president: “Ik beschouw het probleem van onze tevredenstellende betrekkingen met Rusland niet alleen als verbonden, maar als praktisch bepaald door het onderwerp van de atoombom.”

Stimson noemde de bom een “diplomatiek wapen” en legde uit dat “Amerikaanse staatslieden graag wilden dat hun land de Russen de duimschroeven aandraaide met de bom nogal ostentatief op onze heup.”

“Het psychologische effect [van Hiroshima en Nagasaki] op Stalin was tweeledig,” stelt historicus Charles L. Mee, Jr. voor. “De Amerikanen hadden niet alleen een doomsday machine gebruikt; ze hadden hem zelfs gebruikt toen dat, zoals Stalin wist, militair gezien niet nodig was [nadruk toegevoegd]. Het was dit laatste huiveringwekkende feit dat ongetwijfeld de meeste indruk maakte op de Russen.”

Het maakte ook indruk op J. Robert Oppenheimer, de wetenschappelijk directeur van het Los Alamos National Laboratory. Nadat hij had vernomen van de vernietiging van Japan, begon hij te twijfelen en nam hij ontslag in oktober 1945.

In maart van het volgende jaar zei Oppenheimer tegen Truman: “Mr. President, ik heb bloed aan mijn handen.”

Trumans antwoord: “Het komt er wel uit in de was.”

Later zei de president tegen een adjudant: “Breng die vent niet meer in mijn buurt.”

De leiders en helden [sic] die Amerika’s nucleaire “experiment” op Japanse burgers bedachten en uitvoerden worden over het algemeen beschouwd als deel uitmakend van de ” geweldigste generatie” (van mannen) van dit land. Volgens elke redelijke definitie is wat ik zojuist heb beschreven nucleair terrorisme.

Hou dit in gedachten als je je afvraagt tegen wie en wat we het vandaag moeten opnemen.

Topfoto: Een gebombardeerde tempel in Nagasaki ; Archieffoto

Mickey Z. is de maker van een podcast genaamd Post-Woke. U kunt zich hier abonneren. Hij is ook de oprichter van Helping Homeless Women – NYC, dat directe hulp biedt aan vrouwen in de straten van New York City. Verspreid het woord. Lees andere artikelen van Mickey.