Bron: M. K. BHADRAKUMAR 
indianpunchline 8 mei 2023 ~~~

De ministers van Buitenlandse Zaken van de Arabische Liga hebben in een spoedvergadering besloten Syrië weer toe te laten, Caïro, 7 mei 2023.

Wanneer een simpel deelonderwerp van de ene op de andere dag leeft en een naam krijgt, wordt het boeiender dan het hoofdonderwerp zelf. De terugkeer van Syrië in de Arabische Liga na tien jaar uitsluiting kan worden beschouwd als een deelonderwerp van de door China bewerkstelligde toenadering tussen Saoedi-Arabië en Iran. Maar China en Iran zijn niet per se partij in het proces.

De terugkeer van Syrië naar de Arabische Liga wordt gezien als een Arabisch initiatief, maar het is bij uitstek een project dat Riyad in nauw overleg en coördinatie met Damascus tot stand heeft gebracht, zonder rekening te houden met enig rumoer van een aantal Arabische staten en duidelijk in weerwil van de scherpe oppositie van Washington.

Tegen de achtergrond van de baanbrekende strijd voor een nieuwe wereldorde, gekenmerkt door multipolariteit en verzet tegen de westerse hegemonie, moedigden Rusland en China Riyad stilletjes aan om die kant op te gaan.

Het besluit dat de ministers van Buitenlandse Zaken van de zeven landen van de Arabische Liga zondag tijdens de bijeenkomst in Caïro hebben genomen, komt bijzonder gelegen. Dit is namelijk de 80e verjaardag van de oprichting van de Ba’ath-partij in Damascus in 1943, die een ideologie van Arabische nationalistische en anti-imperialistische belangen omhelsde die de laatste tijd weer opduikt in de geopolitiek van West-Azië.

Syrië heeft een traditie van strategische autonomie. Het afgelopen decennium heeft het zich beziggehouden met het afweren van het door de VS gesponsorde regime change project, met hulp van Rusland en Iran. Nu het de bocht omgaat en zich stabiliseert, zal de strategische autonomie van Syrië steeds meer tot uiting komen. Dat is één ding.

De strategische betrekkingen met Rusland en Iran zullen echter bijzonder blijven en daarover mag geen misverstand bestaan. Maar Syrië is in staat met vindingrijkheid en diplomatiek inzicht ruimte voor zichzelf te creëren, nu de geopolitiek op de achtergrond raakt en Assad prioriteit geeft aan stabilisatie en wederopbouw van de economie, waarvoor regionale samenwerking nodig is.

Het recente bezoek van de Iraanse president Ebrahim Raisi aan Syrië getuigt van de “zachte diplomatie” van Teheran, die pragmatisme uitstraalt en enerzijds duidelijk maakt dat ondanks de recente toenadering tussen Damascus en de Arabische landen, de Syrisch-Iraanse banden nog steeds sterk zijn en benadrukte zelfs de rol van Syrië in het verzet tegen Israël – met Raisi die in Damascus een ontmoeting had met hoge Palestijnse functionarissen, waaronder leiders van Hamas en de Islamitische Jihad – terwijl anderzijds de onderhandelingen met het Syrische leiderschap grotendeels over economische samenwerking gingen.

Raisi zei dat Iran bereid is actief deel te nemen aan de wederopbouw van Syrië na de oorlog. Iran ondervindt concurrentie van de Golfstaten die over diepe zakken beschikken. Ondertussen staat ook de opwarming van de betrekkingen tussen Syrië en Turkije op de agenda, wat zeker zal leiden tot meer handel en een grotere investeringsstroom.

Om de zaken in perspectief te plaatsen: de uitvoer van Iran naar Syrië bedraagt momenteel een schamel bedrag van 243 miljoen dollar. Sinds het begin van het conflict in Syrië is Iran echter een belangrijke sponsor van de Syrische autoriteiten. In januari 2013 opende Teheran de eerste kredietlijn van 1 miljard dollar voor Damascus, dat onder internationale sancties stond, waarmee de regering geïmporteerd voedsel kon betalen. Daarna volgde een lening van 3,6 miljard dollar voor de aankoop van aardolieproducten. De derde lening van 1 miljard dollar werd in 2015 verlengd. Teheran wees Damascus ook fondsen toe om de salarissen van ambtenaren te betalen, wat hielp om de staatsinstellingen in stand te houden. In 2012 begon een vrijhandelsovereenkomst tussen de landen. Iran trekt ook miljarden uit om sjiitische milities in Syrië te financieren en van wapens te voorzien. Uiteraard wil Teheran een deel van deze investeringen terugverdienen.

Syrië schat terecht in dat normalisatie met de Arabische buurlanden en Turkije een ommekeer zal betekenen. Maar terwijl iedereen spreekt over Syrië’s ” wedertoelating tot de Arabische familie ” als een concessie, reageerde Damascus gematigd op het besluit van de Arabische Liga.

In de verklaring van het Syrische ministerie van Buitenlandse Zaken stond zondag: “Syrië volgt de positieve trends en interacties die momenteel plaatsvinden in de Arabische regio, en gelooft dat deze alle Arabische landen ten goede komen en de stabiliteit, de veiligheid en het welzijn van hun volkeren bevorderen”.

“Syrië heeft het besluit van de Raad van de Liga van Arabische Staten met belangstelling ontvangen. In de verklaring wordt voorts gewezen op het belang van dialoog en gezamenlijk optreden om de uitdagingen waarmee de Arabische landen worden geconfronteerd, het hoofd te bieden. Er werd aan herinnerd dat Syrië een stichtend lid van de Arabische Liga is en altijd een sterk standpunt heeft ingenomen ten gunste van versterking van het gezamenlijke Arabische optreden.

Het belangrijkste is dat de verklaring afsluit met de bevestiging dat de volgende fase “een doeltreffende en constructieve Arabische aanpak op bilateraal en collectief niveau op basis van dialoog, wederzijds respect en de gemeenschappelijke belangen van de Arabische natie” vereist.

Zo te zien was de verklaring van de Arabische Liga zelf een “consensusverklaring” die met grote gevoeligheid door Saudi-Arabië was opgesteld.

In een interview met Al-Mayadeen zei Raisi vóór zijn vertrek naar Damascus dat “Syrië altijd op de as van het verzet heeft gestaan… Wij steunen ondubbelzinnig alle fronten van de as van het verzet, en mijn bezoek aan Syrië past in het kader van deze steun, en wij werken aan de versterking van het verzetsfront, en wij zullen daarin niet aarzelen.” In feite viel Raisi’s aankomst in Syrië samen met verhoogde aanvallen van Israël op Iraanse militaire faciliteiten, waaronder op de luchthaven van Aleppo.

Zonder twijfel blijft Iran de belangrijkste bondgenoot van Syrië en is de Iraanse invloed in Damascus nog steeds sterk. Iran ziet Syrië als zijn strategisch gebied waardoor Teheran banden kan aanknopen met Libanon en Israël kan confronteren.

Wat hier in het voordeel van Syrië werkt is dat de Saoedisch-Iraanse toenadering gebaseerd is op een gemeenschappelijke opvatting in Riyad en Teheran dat zij in een of andere vorm naast elkaar moeten bestaan, aangezien hun vijandschap en regionale rivaliteit een “lose-lose” voorstel bleek te zijn dat hun regionale status niet verbeterde. Het volstaat te zeggen dat hun nationaal belang dat voortvloeit uit hun toenadering zwaarder weegt dan de rivaliteit uit het verleden. Syrië zal een proeftuin zijn waar elkaars ware bedoelingen en gedrag onder de loep zullen worden genomen.

Het goede deel is dat de Saudi’s hebben geconcludeerd dat president Assad stevig in het zadel zit, na de meest verwoestende oorlog sinds de Tweede Wereldoorlog te hebben doorstaan, en dat het herstellen van de betrekkingen met Damascus een “win-win” voor Riyad kan zijn.

Syrië is echter een strategisch knooppunt waar Riyad zijn strategische banden met de VS en zijn stilzwijgende banden met Israël in evenwicht zal moeten brengen. Maar de nieuwe strategische overweging van Saoedi-Arabië omvat ook China en Rusland. Met betrekking tot Syrië is Rusland een steunpilaar voor Assad, terwijl China de hele tijd aan de goede kant van de geschiedenis heeft gestaan.

De regering-Biden wordt in paniek gebracht door de wind van verandering die door de regio waait – de definitieve dood van de Arabische lente in Syrië, de golf van Arabisch nationalisme en het groeiende verzet tegen de westerse hegemonie die nieuwe eisen stellen aan het pan-Arabisme; de verborgen charmes van multipolariteit; de opkomst van China; de existentiële crisis in Israël; de dialectiek van traditie en moderniteit in de regionale staten temidden van de aspiraties van jonge samenlevingen, enz. Paradoxaal genoeg zouden de Saoedische kroonprins Mohammed bin Salman en Assad vandaag op veel van deze fronten gemeenschappelijke belangen hebben.

Biden, die zich als een gestrande walvis in het politieke landschap van West-Azië bevindt, heeft zijn nationale veiligheidsadviseur Jake Sullivan afgevaardigd om zich naar Saoedi-Arabië te spoeden, samen met zijn Indiase en Emiraatse collega’s om zijn gezicht te redden en het wrak van de regionale strategieën van de VS te herstellen!

Het is verstandig dat Washington de Saoedi’s (en de Emiraten en Indiërs) gebruikt om een lijntje naar Damascus te openen. Assad zal echter dezelfde niet-onderhandelbare voorwaarde aan Washington stellen voor normalisatie als waarop hij bij Turkije aandrong: beëindiging van de Amerikaanse bezetting. Daarbij komt natuurlijk Israëls annexatie van de Golanhoogte.


Gerelateerd (berichten in dit archief):