Bron: GuidoDeSchrijver, 
dewereldmorgen.be  31 maart 2020 ~~~

Ons werk toont aan dat het grootste deel van de economische crisis die Venezuela doormaakt aan de blokkade ligt … en dat de totaliteit van de schuld bij de regering van Venezuela leggen overeenkomt met de excuses van de verkrachters die de schuld werpen op de lengte van de rokken.”
Latijns-Amerikaans Strategisch Centrum voor Geopolitiek (Celag)

“Elke oorlog is gebaseerd op bedrog,”
Sun Tzu in zijn de Kunst van de Oorlog.

Met de regelmaat van de klok stoten we in onze Westerse media op berichtgeving over Venezuela waarbij alle kwalen die het land meemaakt onversneden in de schoenen geschoven worden van de huidige regering. Die teneur krijgen we over ons heen vanuit de Verenigde Staten. Het gaat er mij in dit artikel niet om de dramatische situatie van het land te minimaliseren noch om fouten van de regering van Venezuela te verdonkeremanen.

Het gaat helemaal niet goed in de samenleving. Die is opgesplitst tussen twee grote bevolkingsgroepen die elkaar nauwelijks of niet kunnen luchten. Enerzijds de sectoren van de maatschappij die achter de regering van president Nicolás Maduro staan. En anderzijds de sectoren die de regering ten allen koste willen doen vallen, desnoods door een militaire invasie van aartsvijand de Verenigde Staten. Het probleem ligt hierin dat al die knelpunten met dikke verf op het schilderdoek geplamuurd worden. Terwijl sommige van de mistoestanden in andere Latijns-Amerikaanse landen soms veel erger zijn. Daar wordt in onze media geen woordje aan vuil gemaakt. Dan rijst de vraag: wat zit daar achter?

Schaarste en voedseltekorten

Die zijn een onomstootbaar feit. De Venezolaanse regering nodigde het Wereldvoedselprogramma van de Verenigde Naties uit (die met voedselhulp bijspringen) om een studie te maken over de problematiek van de voedselschaarste. Op basis van een enquête bij 8.375 gecontacteerden was het besluit dat 9,3 miljoen personen (ongeveer een derde van de bevolking) lijdt aan wat technisch een ‘gematigde of ernstige voedselonveiligheid’ wordt genoemd.

Maar eerlijkheidshalve is het niet voldoende een feit te constateren. Het is ook zaak te zoeken naar de oorzaken. Een van de voornaamste factoren is voorzeker het feit dat de opeenvolgende regeringen (te beginnen met die van vóór de periode van Hugo Chávez en Nicolás Maduro) te eenzijdig gemikt hebben op de voortbrengselen van de olie-industrie. Die kreeg een aantal jaren geleden danige klappen door de drastische daling van de prijzen van de ruwe olie wereldwijd. Maar daarbovenop hebben de VS zich door hun boycot tegen het land meester gemaakt van een deel van de olie-industrie van Venezuela. Daardoor wordt de regering deels de vleugels afgesneden om over voldoende middelen te beschikken. Onder andere voor voeding en medicijnen.

Het Latijns-Amerikaans Strategisch Centrum voor Geopolitiek (Celag) schrijft op 22 maart dit jaar in een uitgebreid en gedetailleerd document onder meer het volgende:

“De geschiedenis van Latijns-Amerika heeft aangetoond dat de crisissen beginnen en eindigen met een uit balans geraken in relatie met het buitenland. Hetzij door een val van de internationale prijzen van de grondstoffen, een massale vlucht van deviezen of een diskrediet van de financiering van de buitenlandse schuld. (…) We stellen in onze studie een schatting voor over het effect van de boycot vanuit de Verenigde Staten tegen Venezuela sinds 2013 – en met meer kracht sinds 2015 – wanneer de VS de toegang tot de kredietmarkt afsloot. Daardoor herhaalden ze de recepten om de economie en de samenleving van Cuba commercieel en economisch te boycotten. Cuba leeft al zestig jaar onder een blokkade op zijn buitenlandse sector’ (…) Ons werk toont aan dat het grootste deel van de economische crisis die Venezuela doormaakt aan de blokkade ligt … en dat de totaliteit van de schuld bij de regering van Venezuela leggen overeenkomt met de excuses van de verkrachters die de schuld werpen op de lengte van de rokken.”

In november 2017 werden in 23 financiële transfers 39 miljoen dollar, bestemd voor de aankoop van voeding en medicijnen, door de regering uitbetaald. De fondsen werden echter terug gestuurd naar af door het internationaal financieel systeem als onderdeel van de oorlog tegen het land. Iets waar trouwens de harde kern van de oppositie achterstaat.

Maar ook in het land zelf zit men niet stil. Het is bekend dat bepaalde Venezolaanse bedrijven voedselwaren achterhouden. Ofwel met de uitdrukkelijke bedoeling om de regering te boycotten of om speculatief woekerwinsten te maken. Een van de beleidslijnen van de regering om de bevolking te beschermen bestond er op een gegeven ogenblik in de prijs van vijfentwintig basisproducten, waaronder vlees, kip, eieren vast te leggen. Ook producten voor de hygiëne en de schoonmaak hoorden bij het lijstje. Dat was het startsein voor bepaalde producenten om producten te stockeren en achter te houden. Zo werden op 30 augustus 2018 ‘voor boycot tegen het economisch plan van de regering’ 131 personen aangehouden, waaronder de managers van grote commerciële ketens. Volgens procureur-generaal Tarek William Saab werden de aanhoudingen uitgevoerd op basis van “speculatie, hamsteren en herverkopen van basisproducten en destabilisering van de economie.”

Zo werden bijvoorbeeld in oktober 2018 in de regio van Zulia (waar de oppositie heel sterk staat) in volle centrum van de stad Maracaibo in het commercieel centrum Plaza Lago 70 ton voedselwaren in bulk ontdekt. Het ging over pasta, suiker, huishoudolie, meel, margarine en rijst, naast partijen cash geld.

Op 18 april 2018 werden meer dan 500 ton gestockeerde voedingswaren ontdekt. Daarnaast ook 11 ton kaas, worst, sausen, margarines en ander producten die reeds vervallen waren. De vondst werd gelokaliseerd in een loods van het handelshuis Arluy XXI in Quinta Crespo van het hoofdstedelijk district. De inbeslagname vond plaats in aanwezigheid van het gemeentebestuur van Caracas en van de Nationale Supervisor voor de Verdediging van de Sociaaleconomische Rechten (Sundde).

Geen ‘humanitaire crisis’

In februari 2018 waarschuwde de Amerikaanse advocaat en historicus Alfred Zayas, Onafhankelijk Expert voor de Verenigde Naties inzake de Promotie van een Internationale Democratische en Rechtvaardige Orde, voor het gebruik van de term ‘humanitaire crisis’ om te interveniëren in Venezuela en de regering omver te werpen. Hij bezocht Venezuela in november dat jaar. Voor de uitwerking van zijn rapport over de situatie in het land nam hij contact met sectoren van de oppositie, de belangrijkste organisaties van de bedrijven (Fedecámaras), slachtoffers van geweldpleging tegen de mensenrechten en van de geweldpleging door de zogenoemde guarimbas (de gewelddadige actievoerders van de oppositie), de civiele maatschappij en de kerk. Hij sprak bovendien met zestien ministers van de regering, bezocht de Sociale Programma’s (Misiones) van de regering en supermarkten om in acht dagen tijd een zo volledig mogelijke indruk te krijgen. Na zijn bezoek kwam hij tot het besluit dat Venezuela niet gebukt gaat onder een humanitaire crisis in tegenstelling tot landen in Afrika en Azië waar oorlogsconflicten en honger heersen.

“Ik heb de statistieken van Venezuela met die van andere landen vergeleken en er is geen humanitaire crisis. Weliswaar is er schaarste, onrust en gebrek aan leveringen, maar diegenen die gedurende tientallen jaren voor de Verenigde Naties gewerkt hebben en de situatie van landen als Azië, Afrika en enkele landen in het Amerikaanse continent kennen weten dat de situatie in Venezuela niet kan bestempeld worden als een humanitaire crisis.”

Dat zei hij omdat velen denken dat het land aan de rand van een ramp staat zoals de communicatiemedia in het buitenland het voorstellen. “Venezuela gaat gebukt onder een economische oorlog, een financiële blokkade, heeft af te rekenen met een hoog niveau van smokkel en heeft uiteraard nood aan internationale solidariteit om de problemen op te lossen.” Uitspraken als deze waren te horen op teleSUR.

Verder wijst hij erop dat het discours over een ‘humanitaire crisis’ gelanceerd wordt door woordvoerders van de Verenigde Staten. Maar die zijn volgens hem enkel uit op een verandering van regime in Venezuela en op het afschaffen van alle sociale wetten die tijdens de mandaten van president Hugo Chávez en Nicolás Maduro zijn verworven.

Tot zijn grote verbijstering stelde hij na de beëindiging van zijn rapport vast dat er geen rekening mee gehouden werd. Hij zei letterlijk: “Het is alsof ik in Venezuela niet geweest ben.” Daaruit besloot hij dat zijn oordeel niet interessant was voor de ‘dominante communicatiemedia’ en zij niet geïnteresseerd zijn in een totaalplaatje van de situatie van het land.

“Toen ik mijn bezoek aan Venezuela aankondigde kreeg ik beschimpende brieven toe.” Het kantoor van de Verenigde Naties kreeg vanuit het buitenland klachten over zijn bezoek en ze eisten inbreng in de punten die hij moest onderzoeken. “Ik beschouw dit als een inmenging in mijn onafhankelijkheid. Ik ben de rapporteur. Ik bepaal mijn programma en ik weet welke informatie pertinent is voor mijn rapport. Ik wil echter niet dat ze mijn rapport dicteren.”

Ondervoeding

Als we sommige uitspraken in onze media lezen is er ‘haast niets meer te vinden’ in het land. Geen voedsel, geen medicijnen, zelfs regelmatig geen elektriciteit. Feit is dat de situatie moeilijk kan onderschat worden. En dat de precaire situatie een ernstige impact zal hebben op de voeding van de bevolking.

Maar we lezen bijvoorbeeld ook in een studie van Icefi/Oxfam op basis van informatie van Ensmi (Nationale Enquêtes voor Moeders en Kinderen) 2014/2015 dat in Guatemala 48,8 procent van de kinderen onder de vijf jaar aan chronische ondervoeding lijdt (dat is bijna de helft!) en 14,9 procent aan extreme ondervoeding. Ik heb geen weet van een journalist van een grote krant die daar even veel aandacht aan besteed als aan de zaak in Venezuela. En dan rijst weer de vraag: waarom?

Lichtuitval

Ook hier stelt zich de vraag: hoe zou het komen dat de mensen zo dikwijls in het donker zitten? Venezuela kampt regelmatig met lichtuitval, zoals trouwens meerdere landen in Latijns-Amerika. Tussen 8 en 10 maart 2019 incasseerde het land een mega-lichtuitval. De ontregeling van de waterkrachtcentrale Guri zette 80% van de bevolking zonder elektriciteit. Tot op vandaag staan de meningen over de oorzaken diametraal tegenover elkaar. De regering van president Maduro spreekt over een cyberboycot vanuit de Verenigde Staten. Amerikaanse experten opperden dat het – althans technisch gezien – niet onmogelijk is. De oppositie heeft het dan weer over de nalatigheid van de overheid en deficiënte installaties.

Luis Motta Domínguez, minister van Elektrische Energie, meldde in juli 2017 dat een persoon in de staat Aragua stierf bij pogingen om de elektrische installaties te saboteren tijdens aanrakingen met lijnen van hoge voltage. Dit sterfgeval bracht het aantal slachtoffers die in de loop van het jaar stierven, tijdens sabotagepogingen vanuit de oppositie, op tweeëntwintig.

De regering meldde ondermeer nog dat “in april 2018 de elektrische voorzieningen in Zulia (een streek waar de oppositie een sterke meerderheid vormt, red.) uitvielen door een sabotageactie. Bij installaties van vijf elektrische onderstations in die streek werd daarbij brandstichting geconstateerd.”

Ongeziene blokkade door Washington

In 2017 legde de regering van Washington een serie economische sancties op tegen Venezuela. De belangrijkste component hierin was het verbod om nog financiële operaties op de Amerikaanse markt uit te voeren. Als resultaat kon Venezuela geen obligaties meer op die markt uitvoeren en kon het land ook zijn buitenlandse schuld niet herschikken. De schuld van het Venezolaanse oliestaatsbedrijf PDVSA werd wel opnieuw onderhandeld, maar de herstructurering werd onderbroken.

Het Venezolaanse bedrijf Citgo met meer dan 5000 pompstations in de VS werd verhinderd om de winsten naar Venezuela over te brengen. Rekeningen van Venezolaanse instellingen op banken en Amerikaanse financiële instanties werden gesloten. Kredietlijnen werden beëindigd. De onmogelijkheid om nog krediet op te nemen remde de onderhoudswerken, de aankoop van wisselstukken en de investeringen af die nodig zijn om de productie op peil te houden. Die maatregelen en de gevolgen daarvan lijken aan de publieke opinie voorbij te gaan. Vooral de val van de deviezeninkomsten trof de mogelijkheid om medicijnen en voedingswaren te kopen. En dit bracht op zijn beurt een verhoging van de inflatie teweeg.

Nog hardere sancties

Door de sancties van januari 2019 werden de financiële activa van het Venezolaanse staatsbedrijf PDVSA in de VS in beslag genomen. Washington sloot Caracas af van de belangrijkste oliemarkt. De VS kocht dagelijks een gemiddelde van 586.000 vaten ruwe olie in 2018. Maar vanaf 15 maart 2019 werd dit cijfer tot zero teruggebracht. En Washington oefende druk uit op andere landen en bedrijven om hun operaties met Venezuela op te schorten .

In Venezuela stortte de productie van ruwe olie in, omdat het land zijn product niet meer kon commercialiseren en omdat het niet beschikt over installaties om een gigantische stock op te slaan. Maar zowel CNN en de nieuwszender MSNBC als de New York Times en de Washington Post bleven maar herhalen dat de val van de productie van ruwe olie te wijten is aan de incompetentie van president Maduro en zijn regering.

De sancties van de VS brachten onder meer met zich mee dat ook het Verenigd Koninkrijk een embargo legde op de inkomsten van Venezuela. Bovendien werd het land de toegang tot het Internationaal Muntfonds ontzegd. Het gebrek aan deviezen maakt het de regering onmogelijk om medicijnen en vele basisartikelen in te kopen. Het Nationaal Onderzoek over de Levensomstandigheden (ENCOVI), dat door drie Venezolaanse universiteiten opgevolgd wordt, stelt vast dat tussen 2017 en 2018 de algemene sterftegevallen met 31 procent gestegen zijn. Dit schrijven ze toe als een direct gevolg van de economische oorlog tegen het land.

Totale financiële en commerciële blokkade

Op 5 augustus 2019 tekende de regering van de VS een uitvoerende order tegen de regering van Nicolás Maduro die de totale blokkade van alle Venezolaanse activa en handelsrelaties met andere naties van de wereld in het buitenland blokkeert om op die manier de economie van Venezuela te wurgen en zo een omverwerping van de huidige regering te provoceren. Zo werd bijvoorbeeld een schip met 25.000 ton sojameel bestemd voor de aanmaak van voedsel voor Venezuela op 7 augustus op bevel van de VS aan de ketting gelegd in de haven van Panama. De Venezolaanse uitvoerende vicepresident Delcy Rodríguez wist te melden dat het verzekeringsbedrijf van de vracht verhinderd werd om de goederen af te leveren in de haven van Venezuela. Zij betoogde met klem dat deze actie een geweldpleging betekent tegen de mensenrechten van de hele Venezolaanse bevolking door het recht op voeding te verhinderen. Delcy Rodríguez drong er bij de Verenigde Naties op aan om deze nieuwe agressie van de president van de VS tegen de Venezolaanse bevolking tegen te houden.

Venezuela hoeft ook niet te rekenen op leningen. Andere landen kunnen gerust beroep doen op die financiële ondersteuning. Bijvoorbeeld in een landje zoals Guatemala maakt de president zich vandaag zorgeloos op om groen licht te scoren in zijn Congres om 200 miljoen dollar te vragen aan de Wereldbank en nog eens 193 miljoen dollar aan de Centraal-Amerikaanse Bank voor Economische Integratie (BCIE) om zeven ziekenhuizen te bouwen en renovaties aan Gezondheidscentra door te voeren.

Onderwerpt de Europese Unie zich aan de Amerikaanse ‘Wereldheerser?’

De Europese Unie verwierp alvast de nieuwe sancties van de VS vanwege de gevolgen voor het volk van Venezuela.”Onze positie is genoegzaam bekend en bestaat erin dat wij ons verzetten tegen de extraterritoriale toepassing van eenzijdige maatregelen,” verklaarde een tijd geleden de woordvoerder van de Europese Commissie Carlos Martín Ruiz de Gordejuela. Hij voegde eraan toe dat de Europese Unie duidelijk maakt dat de Amerikaanse blokkades geenszins de economische situatie van de bevolking van Venezuela mogen beschadigen en dat de achtentwintig lidstaten van de Europese Unie bezig zijn de laatste maatregelen van Trump tegen de Venezolaanse bevolking en de gevolgen daarvan te analyseren.

Is de Europese Unie dan zo bezorgd om het lot van de Venezolaanse bevolking?

Federica Mogherini, Hoge vertegenwoordiger voor het buitenlands en defensiebeleid van de Europese Unie (tot 1 december 2019) zei begin 2018: “De EU kan niet toestaan dat Europese bedrijven schade ondervinden van dergelijke unilaterale maatregelen. De Europese landen zullen zich verder inzetten om hieraan een einde te stellen.”

Zo bevinden Europese bedrijven (met belangen in de VS) zich in een ‘juridische catch 22’: enerzijds worden zij door de VS verplicht om de sancties mee uit te voeren; anderzijds verbiedt de Europese Unie hieraan gevolg te geven. De Europese Commissie laat dan maar een achterpoortje open. Een Europees bedrijf kan onder meer een uitzondering aanvragen in geval van mogelijk ernstig economisch verlies of als het bedrijf een moeder- of dochteronderneming van een bedrijf is dat onder de sanctiewetten van de VS valt. Dus toch buigen voor de ‘Wereldheerser!’

Stoppen met op gelijk welk moment andere landen te bestoken

John Bolton, de Raadgever van de Nationale Veiligheid van het Witte Huis, had het lef om zelfs Peking en Moskou over te halen om samen met andere landen in de wereld geen handel meer te drijven met de regering van Nicolás Maduro, nadat president Donald Trump orders gaf om alle activa van de regering van Venezuela in de VS te bevriezen en transacties met de Venezolaanse regering te verbieden.

Hua Chunying, de woordvoerster van het Ministerie van Buitenlandse Zaken van China, reageerde in een publiek communiqué op internet op de verklaringen van Boltón dat die maatregelen “een gratuite inmenging zijn in de interne zaken van Venezuela.” China roept de VS op om “het volk van Venezuela te laten beslissen over zijn eigen toekomst en meteen te stoppen met alsmaar op gelijk welk moment andere landen te bestoken.”

De VS springen over hun eigen wetgeving heen. De Mexicaanse econoom en hoogleraar Alejandro Nadal stelt zich daaromtrent enkele pertinente vragen: “Zijn de sancties die de VS opleggen tegen de regering van Venezuela wettelijk?”

Het antwoord is: Neen! Want het Charter van de Organisatie van Amerikaanse Staten verbiedt in artikels 19 en 20 de tussenkomst in interne zaken van een ander land en het opleggen van dwangmaatregelen. De sancties zijn tevens illegaal vanuit een ander gezichtspunt. De Wet van Nationale Noodtoestand van de Verenigde Staten bepaalt dat om sancties op te leggen er zich een nationale noodtoestand in eigen land moet voordoen. Welnu, niets wat zich in Venezuela afspeelt heeft te maken met een noodtoestand in de VS.

“Het doel van de sancties tegen de regering van Caracas is niet het opstarten van onderhandelingen. Wat de oorlog van de VS beoogt is het volk straffen om de regering eronder te krijgen.”

Ondanks het feit dat sancties illegaal zijn

In juli 2017 weigert Citibank betalingen van Venezuela te aanvaarden voor de invoer van 300.000 dosissen insuline.

In oktober 2017 wordt de invoer van vaccins met vier maanden vertraagd daar de Amerikaanse blokkade betalingen aan de Zwitserse Bank UBS blokkeert.

In november 2017 blokkeerde de regering van buurland Colombia (trouwe bondgenoot van de VS) de verkoop aan Venezuela van medicijnen tegen malaria, die de bevolking van het zuiden van het land zwaar trof. Venezuela moest ze gaan halen helemaal in Indië.

In mei 2018 wordt een betaling van 9 miljoen dollar geblokkeerd voor het aankopen van materialen in verband met dialyses.

Het rijtje is eindeloos en te veel om op te sommen.

Corruptie viert hoogtij

Ik las in een krant het volgende:

“Daarenboven is het regime van Maduro compleet corrupt. (…) In de hele wereld is dergelijke magnitude van corruptie nog nooit gezien. (…) Het regime is de rijkdom van de Venezolaanse bodem aan het ontginnen via illegale mijnen. (…) Alsof dat nog niet erg genoeg is, hebben drugskartels op alle niveaus alle instellingen van Venezuela geïnfiltreerd en aangetast. (…) De regering van Venezuela reikt alle logistieke middelen aan om drugs te kunnen transporteren: havens, luchthaven, zelfs vliegtuigen en schepen.”

Van “nooit geziene corruptie” gesproken. Is er ook maar één Latijns-Amerikaans land waar de corruptie geen prioritair plaatsje krijgt? Een voorbeeld: De corruptie in Guatemala is zo verregaand dat er een akkoord tot stand kwam tussen de regering en de Verenigde Naties om een Internationale Commissie tegen de straffeloosheid (CICG) op te richten. Die kwam er in 2007. De Colombiaanse jurist Iván Velásquez was de laatste in dienst als voorzitter. In een interview voor Gerardo Lissardy (BBC News Mundo, Nueva York – 23 januari 2019) zei hij: “De corruptie in Guatemala is geen conjuncturele corruptie, ze zit geïnstalleerd in het systeem. Er is een kaping ontstaan van de staat door machtsgroepen die het hele openbare systeem controleren, tot en met het rechterlijk systeem.’”

In de loop van de jaren slaagde die VN-Commissie in samenwerking met het openbaar ministerie erin 60 misdadige systemen te identificeren en meer dan 300 veroordelingen uit te spreken. Tot en met ex-generaal en ex-president Otto Pérez Molina, zes ministers en verschillende volksvertegenwoordigers. Maar toen het onderzoek van de commissie te dicht op het corrupte vel van dienstdoend president Jimmy Morales zat, doekte hij in de loop van vorig jaar de commissie op, tegen de zin van het Grondwettelijk Hof en van de Verenigde Naties.

Weer stelt zich de vraag: Weet iemand in onze media iets over dit thema wat betreft Guatemala en bijvoorbeeld Honduras? En zo niet, waarom niet? En waarom wél over Venezuela?

Een besluit

Covid-19 is hier bij ons nog niet eens over de piek heen geraakt en we voelen nu al met zijn allen wat het betekent als we deels geboycot en van de buitenwereld afgesloten worden, weliswaar niet door het agressief bewind van de VS, maar door een virus. Onze economie en de samenleving kunnen dodelijk getroffen worden. Maar Venezuela lijdt al jaren onder quarantaine van de VS en in hun zog van de Europese Unie.

Topfoto: Socialist Appeal, Flickr / CC BY 2.0

Creative Commons