Bron: Permanente missies van 8 staten bij de VN ~~~
No. 000051
De permanente missies van de Volksrepubliek China, de Republiek Cuba, de Democratische Volksrepubliek Korea, de Islamitische Republiek Iran, de Republiek Nicaragua, de Russische Federatie, de Arabische Republiek Syrië en de Bolivariaanse Republiek Venezuela bij de Verenigde Naties [Noot vertaler: Verder te noemen, de 8 ondertekenaars] bieden hun complimenten aan ter gelegenheid om te verwijzen naar de door COVID-19 veroorzaakte pandemie.
In dit verband delen De 8 ondertekenaars hierbij ter overweging een kopie van een gezamenlijke brief aan de secretaris-generaal van de Verenigde Naties over de wijze waarop de nationale inspanningen om de door de COVID-19 veroorzaakte pandemie aan te pakken momenteel worden ondermijnd als gevolg van de toepassing van illegale eenzijdige dwangmaatregelen.
Voorts zijn de 8 ondertekenaars verheugd uw geachte ambassadeur, Permanent Vertegenwoordiger bij de Verenigde Naties, uit te nodigen om zich bij dit initiatief aan te sluiten en verzoeken zij u bij dezen om uiterlijk vrijdag 27 maart 2020 om 18.00 uur ‘s avonds aan te geven dat zij bereid zijn de gezamenlijke brief waarnaar wordt verwezen te ondertekenen.
Voorts wordt de heer Joaquín A. Pérez-Ayestarán, ambassadeur, plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger van de Bolivariaanse Republiek Venezuela bij de Verenigde Naties, aangewezen als contactpunt voor de behandeling van alle vragen in verband met deze zaak, en kan hij worden bereikt via e-mail op japerez.un@gmail.com.
De 8 ondertekenaars maken van deze gelegenheid gebruik om de verzekering van hun hoogste achting en consideratie te hernieuwen.
Ter attentie van de eerwaardige permanente vertegenwoordigers van de Verenigde Naties
H.E.Mr. António Guterres
Secretaris-generaal
Verenigde Naties
New York.
Geachte Secretaris-generaal,
Op instructies van en namens onze respectieve ministers van Buitenlandse Zaken, en in antwoord op uw meest recente oproepen, richten wij ons tot Uwe Excellentie in de gelegenheid om te verwijzen naar een zaak van het grootste belang en de grootste urgentie, zoals de wereldwijde gezondheidscrisis als gevolg van de COVID-19, die onlangs door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) tot een pandemie is uitgeroepen.
De afgelopen maanden hebben we allemaal de ontwikkelingen met betrekking tot het coronavirus op de voet gevolgd, met inbegrip van de snelle verspreiding ervan en de grote menselijke tol die het tot nu toe heeft geëist, evenals de gevolgen die het heeft voor de getroffen landen, met name voor de meest kwetsbare sectoren van de samenleving. Dit is zonder twijfel de grootste noodsituatie op het gebied van de volksgezondheid van onze tijd, die weliswaar plaatsvindt op een moment dat het multilateralisme wordt aangevallen, maar die een unieke kans biedt om het multilateralisme te laten slagen en te versterken in deze tijd van wereldwijde crisis en onzekerheid.
Zoals u onlangs zei: “Meer dan ooit tevoren, hebben we behoefte aan solidariteit, hoop en de politieke wil om deze crisis samen door te komen”, als landen die werkelijk verenigd zijn. Om dit op doeltreffende wijze te kunnen doen, moeten wij echter onze krachten bundelen en op een collectieve, gecoördineerde en vastberaden manier optreden, als verantwoordelijke leden van de internationale gemeenschap. Het is onze gemeenschappelijke verantwoordelijkheid om niet alleen de volgende generaties te redden van de plaag van de oorlog, zoals wij ons bij de ondertekening van het oprichtingshandvest van de Verenigde Naties hebben voorgenomen, maar om ervoor te zorgen dat er tijdig beleid en strategieën worden aangenomen om onze eigen en huidige generatie te redden en om hun zowel hoop als geruststelling te geven voor hun welzijn, stabiliteit en welvaart.
In eigen land hebben onze nationale regeringen zich allemaal verantwoordelijk opgesteld, onder meer door het nemen van de noodzakelijke voorzorgsmaatregelen om de verspreiding van het coronavirus in te dammen en het te bestrijden. We hebben ook vooruitgang geboekt bij het opstellen van noodplannen om onder andere het functioneren van de basisdiensten en de noodhulpsystemen in de huidige situatie te waarborgen. Ook hebben we, zoals u weet, samengewerkt met andere partners om te leren van hun ervaringen en beste praktijken te delen. Ondanks dit alles erkennen we dat er nog veel moet worden gedaan om succesvol te zijn in deze strijd.
Excellentie, vandaag hebben we een gemeenschappelijke vijand: COVID-19. En, zoals u heeft erkend, is het tijd om “op te schakelen, op te voeren en op te schalen”. Onze nationale regeringen hebben de politieke en morele wil om in die richting te gaan; onze toegewijde en professionele artsen en medische zorgverleners zijn volledig in staat om in deze tijd van nood te dienen; en onze volkeren zijn bereid om hun steentje bij te dragen, want we zijn ons er allemaal van bewust dat deze historische tijd de grootste mate van solidariteit, gezamelijke aanpak en samenwerking met elkaar vereist.
We moeten echter erkennen dat dit een moeilijke – zo niet onmogelijke – daad is voor de landen die momenteel geconfronteerd worden met de toepassing van eenzijdige dwangmaatregelen, die onwettig zijn en flagrant in strijd met het internationaal recht en het Handvest van de Verenigde Naties. Het destructieve effect van deze maatregelen op nationaal niveau, plus hun extraterritoriale gevolgen, samen met de fenomenen van overcompliance en de angst voor “secundaire sancties”, die het vermogen van de nationale regeringen om onder meer regelmatig toegang te krijgen tot het internationale financiële stelsel of tot de vrije handel belemmeren; waardoor de huidige inspanningen van de nationale regeringen om de COVID-19 aan te vallen, worden ondermijnd, met name wat betreft de effectieve en tijdige aanschaf van medische apparatuur en benodigdheden, waaronder testkits en medicijnen, die van vitaal belang zijn voor het bijstaan en behandelen van patiënten, zoals recentelijk door de directeur-generaal van de WHO is erkend. Daarnaast hebben de sancties ook een directe negatieve invloed op onder andere het recht op leven, gezondheid en voedsel van de mensen die eraan worden onderworpen. Uiteindelijk hebben deze maatregelen ook gevolgen voor de essentiële samenwerking en solidariteit die tussen de naties zou moeten heersen.
Vandaag de dag, te midden van de wereldwijde pandemie die het gevolg is van het coronavirus, worden de genoemde negatieve gevolgen voor het welzijn van onze volkeren en landen nog verder verergerd en verveelvoudigd. Vandaar de dringende noodzaak voor de internationale gemeenschap, met inbegrip van de Verenigde Naties, om hun betrokkenheid bij het concept “Wij, de volkeren van de Verenigde Naties” opnieuw te bevestigen. Laten we niet vergeten dat, volgens de conclusies van de onafhankelijke deskundigen van de VN, de afkondiging en toepassing van eenzijdige dwangmaatregelen meer dan een derde van de mensheid treft.
In het licht van het bovenstaande dringen wij er met alle respect op aan dat u verzoekt om de volledige en onmiddellijke opheffing van dergelijke illegale, dwingende en willekeurige maatregelen van economische druk – in overeenstemming met het reeds lang bestaande en principiële standpunt van de Verenigde Naties om unilaterale dwangmaatregelen te verwerpen – om ervoor te zorgen dat alle leden van de internationale gemeenschap volledig, effectief en efficiënt op het coronavirus reageren en om ook de politisering van een dergelijke pandemie te verwerpen. Deze gezamenlijke oproep die wij vandaag doen en waarvan wij een positieve reactie van uw kant verwachten, wordt, zoals u weet, ondersteund door de bepalingen van een belangrijk aantal relevante resoluties van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties; daarmee wordt een solide basis gelegd voor elke actie van uw kant.
Zoals u weet, leven we in een onderling verbonden wereld; in de context van een wereldwijde pandemie geldt, “het belemmeren van medische inspanningen in één land, verhoogt het risico voor ons allemaal”, en daarom moeten we – zoals onlangs is erkend door de Hoge Commissaris voor de mensenrechten van de VN – de ineenstorting van het medische en gezondheidsstelsel van elk land als gevolg van de toepassing van illegale sancties voorkomen. Daarom mogen we niet toestaan dat politieke berekeningen het redden van mensenlevens in de weg staan. Dit is een tijd, zoals u keer op keer hebt verklaard, niet voor het bevorderen van chaos, maar voor wereldwijde solidariteit, samenwerking en voorzichtigheid; voor het bundelen van de inspanningen op nationaal, regionaal en internationaal niveau, zonder enige vorm van discriminatie, als we deze complexe menselijke crisis en de economische gevolgen ervan echt willen overwinnen; en ook voor het feit dat we ons opnieuw inzetten voor de agenda voor duurzame ontwikkeling voor 2030 en onze belofte om niemand achter te laten.
Op dezelfde manier moeten we ook de noodzaak benadrukken om in de huidige situatie de nationale economieën te versterken op een manier die de nationale regeringen en de publieke en private sector de mogelijkheid biedt om de noodzakelijke plannen en strategieën te ondersteunen en te financieren om de verspreiding van de COVID-19 in te dammen. In dit verband zijn wij het ermee eens dat, zoals u onlangs hebt verklaard, “de regeringen meer dan ooit moeten samenwerken om de economieën nieuw leven in te blazen, de overheidsinvesteringen uit te breiden, de handel te stimuleren en te zorgen voor gerichte steun aan de mensen en gemeenschappen die het meest door de ziekte worden getroffen of die het meest kwetsbaar zijn voor de negatieve economische gevolgen” en dat er dringend maatregelen moeten worden genomen om “de schuldenlast van de meest kwetsbare landen te verlichten (…) en te zorgen voor adequate financiële faciliteiten om landen die in moeilijkheden verkeren te ondersteunen”. Dit is met name van het grootste belang voor landen die niet alleen nu met het coronavirus te maken hebben, maar ook met andere uitzonderlijke omstandigheden, zoals de negatieve gevolgen van eenzijdige dwangmaatregelen.
Bovendien grijpen wij deze gelegenheid aan om Uwe Excellentie onze waardering uit te spreken voor het werk dat momenteel door het systeem van de Verenigde Naties wordt verricht en voor de zeer waardevolle steun die aan onze naties wordt verleend, met name door de WHO, nu wij reageren op deze wereldwijde crisis, die wij in het volste vertrouwen samen zullen overwinnen en sterker uit de strijd zullen komen.
Tot slot verzoeken wij u met alle respect om deze brief te verspreiden als officieel document van de Algemene Vergadering, onder de agendapunten 83 en 126, respectievelijk “De rechtsstaat op nationaal en internationaal niveau” en “Mondiale gezondheidszorg en buitenlands beleid”, en van de Veiligheidsraad.
Wij vertrouwen erop dat u de nodige aandacht zult besteden aan de ernstige bezorgdheid die hierbij wordt geuit en maken van deze gelegenheid gebruik om Uwe Excellentie de verzekering van onze hoogste achting en consideratie te hernieuwen.
H.E. Mr. Zhang Jun
Ambassador, Permanent Representative of the People’s Republic of China to the United Nations
H.E. Mrs. Ana Silvia Rodríguez Abascal
Ambassador, Chargé d’affaires, a.i. of the Permanent Mission of the Republic of Cuba to the United Nations
H.E. Mr. Kim Song
Ambassador, Permanent Representative of the Democratic People’s Republic of Korea to the United Nations
H.E. Mr. Majid Takht Ravanchi
Ambassador, Permanent Representative of the Islamic Republic of Iran to the United Nations
H.E. Mr. Jaime Hermida Castillo
Ambassador, Permanent Representative of the Republic of Nicaragua to the United Nations
H.E. Mr. Vassily A. Nebenzia
Ambassador, Permanent Representative of the Russian Federation to the United Nations
H.E. Mr. Bashar Ja’afari
Ambassador, Permanent Representative of the Syrian Arab Republic to the United Nations
H.E. Mr. Samuel Moncada
Ambassador, Permanent Representative of the Bolivarian Republic of Venezuela to the United Nations
C.C.
H.E. Dr. Tedros Adhanom Ghebreyesus
Director-General
World Health Organization
Geneva.-
H.E. Ms. Michelle Bachelet Jeria
High Commissioner for Human Rights
United Nations