Bron: Carlos Fazio, 
op popularresistance.org 13 februari 2020, 
(Origineel spaanse publicatie: La Jornada) ~~~

De contrarevolutie in Bolivia verloopt volgens de parameters van een made-in-US hybride oorlog en met de zegeningen van de conservatieve hiërarchie van de plaatselijke katholieke kerk. In zijn huidige fase heeft het uitzonderingsregime van de zelfbenoemde president Jeanine Añez een open oorlog ontketend tegen de beweging voor socialisme (MAS) van de afgezette president Evo Morales, waarbij de wet ter handhaving wordt gebruikt als het belangrijkste wraakzuchtige wapen van de coup plegers.

De korte-termijn doelen van het staatsgreep-blok zijn: De massabeweging en de inheemse volkskrachten rond de MAS te ontmantelen en te elimineren; de terugkeer naar de regering in de verkiezingen van 3 mei te voorkomen; en een verdoemd conservatief restauratieproces dat in november begonnen is.

Na de slachtingen van Sacaba, in het departement Cochabamba en Senkata in El Alto, heeft de door Washington vorm gegeven overgangsregering het militaire politie-apparaat opnieuw geconfigureerd als steunpilaar van de sociale tegenbeweging, met behulp van de hegemonische media als belangrijkste instrument voor hun psychologische oorlog. De bevelhebbers van de Boliviaanse strijdkrachten hebben aan een organisatorische herformulering van het militaire instituut gewerkt, naast een ideologische afstemming met de inlichtingen- en nationale veiligheidsapparatuur van de Verenigde Staten en Israël, waarvan de meest zichtbare uitingen zijn, die van de oprichting van anti-terroristische inlichtingenorganen, preventieve anti-subversieve militarisering en patrouilleoperaties in steden en regio’s van het land.

Het is een feit, hoewel heimelijk, dat de strijdkrachten sinds de dagen van de staatsgreep een rol van toezicht, controle en beleidsbepaling over het gehele staatsapparaat hebben uitgeoefend, met de goedkeuring van het Zuidelijk Commando van het Pentagon. Het zichtbare repressieve gezicht van het feitelijke regime is echter de minister van Binnenlandse Zaken Arturo Murillo, die de sociale strijd heeft gecriminaliseerd en vervolgd, door het te beschuldigen van opruiing, terrorisme en corruptie, als een pretext om een ​​politieke jacht op MAS-leiders te verdoezelen.

Naarmate de tijd verstrijkt, zijn de namen van enkele exploitanten van de burgerlijke-politiek-militaire-media staatsgreep van 10 november, en hun externe links, aan het licht gekomen. In het bijzonder de voormalige opvolger van dictator Hugo Banzer, Jorge Tuto Quiroga, die zou hebben gediend als de interne speechvoorbereider van de haviken van de Trump-regering, met Mike Pompeo aan het hoofd, en de toenmalige rector van de ‘Universidad Mayor de San Andrés’, Waldo Albarracin , die aan de vooravond van de coup, de komst van de paramilitaire groepen van de Santa Cruz Youth Union (Union Juvenil Cruceñista) naar de stad La Paz organiseerde.

Volgens verklaringen van Albarracin zelf werd de beslissing om Jeanine Añez aan te wijzen als ongekozen staatshoofd, genomen tijdens een geheime bijeenkomst aan de Katholieke Universiteit. Naast Quiroga, Carlos Mesa en andere coup-plotters werd de bijeenkomst ook bijgewoond door een vertegenwoordiger van het regime van de Braziliaanse Jair Bolsonaro, wiens affiniteit met de zelfbenoemde president duidelijk is vanwege het neofascistische, racistische en religieuze extremisme van beide van hen. Volgens de plaatselijke krant La Razon eiste Añez tussen de $ 200.000 en $ 300.000, om haar te compenseren voor de risico’s die verbonden zijn aan het presidentschap in dergelijke omstandigheden.

Op dit moment wordt ook de aartsbisschop van Santa Cruz, Sergio Gualberti Calandrina geïdentificeerd als het gezicht van de CIA binnen de katholieke hiërarchie. Met grootse ideeën en een racistisch verhaal ten dienste van de oligarchie, door ideologische manipulatie van de haatdragende traditionele middenklasse, belichaamt Gualberti de heilige politieke kerk van Bolivia in haar taak om de menigte in toom te houden, die in de officiële toespraak van de zelfbenoemde president geïdentificeerd wordt als wilde indianen, satanisten en MAS-horden. Etniciteit als het slagveld van een formele democratie, gebruikt als een strategie om klassenprivileges te verdedigen in tijden van verkiezingscampagnes door een kerkvertegenwoordiger.

Net zoals de afgezette vice-president Alvaro Garcia Linera van Bolivia zegt: “In wezen is racisme een aanval op gelijkheid, dat wil zeggen op de democratie. Elk proces van sociale gelijkheid heeft als onvermijdelijke kosten, de afbraak van de privileges van de traditionele klassen. In het geval van Bolivia was haat volgens de voormalige vice-president de taal die werd gebruikt door een verachtelijke klasse, die niet aarzelde om “de inboorlingen te beschrijven als ‘wilden’ die hen verdringen”. Naar zijn mening leidt dit tot het ontstaan ​​van een soort rechts populisme en fascisme, aangemoedigd door de onvrede van de middenklasse, wat in het geval van Bolivia een soort neofascisme is dat zich onder religie verschuilt.

Het spreekt voor zich dat de frauduleuze ontwikkelingen ten gunste van het huidige staatsgreepblok en de reactionaire krachten – met justitie als verkiezingswapen tussen nu en 3 mei – aan het werk zijn. Er is geen garantie voor vrije en transparante verkiezingen in Bolivia. In de fase waarin de contrarevolutie de macht moet overgeven aan een regering, zullen degenen die bereid waren om straffeloos te doden met toestemming van de Trump-regering, niet aarzelen om de wil van de meerderheid tegen elke prijs te verweigeren.

topfoto: La Jornada