Bron:Bahia Halawi, al mayadeen 28 september 2022 ~~~

De desinformatiecampagne in de media over de dood van Mahsa Amini en de versterking van de reactie in de straten van Iran zijn terug te voeren op verschillende platforms, met bovenaan Twitter en TikTok.

In een tijd waarin de wereld een enorme sprong heeft gemaakt in communicatietechnologie en de mogelijkheid om binnen enkele ogenblikken een groot aantal foto’s en video’s te delen, haastten veel politieke partijen in de wereld en hun media-armen zich om deze ontwikkeling uit te buiten om hun agenda te dienen.

Nadat de zogenaamde “Arabische Lente” 10 jaar was verstreken, werd het duidelijk dat het mogelijk is om destabilisatie, gepresenteerd in gefabriceerde foto’s en verouderde video’s in de virtuele realiteit, direct door te sturen naar de echte wereld. Het is ook duidelijk geworden dat bepaalde mediakanalen erop gericht zijn om elke gebeurtenis in bijvoorbeeld Rusland, China en Venezuela te verslaan, om deze landen te verergeren en veranderingen teweeg te brengen.

Iran, vanwege zijn onafhankelijke karakter – een door Westerse regimes als ongewenst bestempelde eigenschap – is niet ver verwijderd van dit soort targeting. De door de media veroorzaakte campagne betreffende de dood van de jonge Iraanse vrouw Mahsa Amini is slechts één voorbeeld. Het verloop van de desinformatie over de gebeurtenis zelf en de mediaversterking van wat er in de straten van Iran gebeurt, kan worden herleid tot een aantal platforms, met bovenaan Twitter, dat wordt gekenmerkt door een relatief gerichte verspreiding van politieke inhoud.

Twitter: Overdrijving en verzinsels

Bij het zoeken naar de naam van Mahsa Amini tijdens de eerste dagen van de protesten, en op basis van de resultaten van Talkwalker, kan men vaststellen dat het aantal tweets over deze gebeurtenis in de miljoenen liep, maar dat het engagement in vergelijking daarmee echter relatief laag was.

Opmerkelijker is echter dat het aantal accounts dat over het onderwerp zelf tweette volgens Talkwalker niet boven de 450.000 uitkwam. Dit wijst erop dat specifieke partijen probeerden de gebeurtenis te versterken en ervoor te zorgen dat er op grote schaal op werd gereageerd, zowel virtueel als in de echte wereld.

Bij het analyseren van deze gegevens blijkt dat de accounts die verantwoordelijk waren voor de promotie meestal nieuw opgerichte accounts waren en geen eerdere activiteit op Twitter hadden. Dit suggereert dat de accounts uitsluitend waren gericht op wat er in Iran gebeurde, of misschien kort daarvoor waren aangemaakt, ter voorbereiding op iets dergelijks. Bij bestudering van 60.000 steekproeftweets bleek dat 8.343 accounts pas in september waren aangemaakt.

Evenzo werden duizenden accounts uit diezelfde steekproef aangemaakt in augustus (ongeveer 3.453 accounts). Het doel van deze accounts kon worden herleid tot het feit dat ze nul tweets hadden vóór de recente gebeurtenissen in Iran.

De vloedgolf van desinformatie op Twitter berustte op een aantal herhaalde patronen, waaronder het zich richten op activisten van de oppositie die zich buiten Iran bevinden om een soort “geloofwaardigheid” te krijgen in het perspectief van het westerse oog. Hun Perzische taal diende ook om een grote hoeveelheid inhoud toe te schrijven aan Iraniërs, door te beweren dat het Iraanse accounts waren die vanuit Iran twitterden, terwijl ze een aantal oude video’s publiceerden, wetende dat hun publiek de oorspronkelijke publicatiedatum niet zal kunnen verifiëren.

Met als doel de gebeurtenis te versterken en te vervalsen voor politieke doeleinden, heeft een aantal media niet eens het minimale verificatieproces uitgevoerd om de authenticiteit van de inhoud te controleren. Misschien deden ze dat wel met de uitdrukkelijke bedoeling de inhoud te vervalsen. Sommige media deelden bijvoorbeeld nieuws over protesten in 50 Iraanse provincies, maar er zijn slechts 31 provincies in Iran!

Een ander voorbeeld is de video die werd verspreid en gepromoot als zijnde het moment waarop de jonge vrouw Mahsa Amini werd gearresteerd, wat een oude video bleek te zijn die afgelopen mei werd gepubliceerd. Om de term in het bewustzijn van de ontvangers te verankeren, probeerden de westerse media ook de term “oostelijk Koerdistan” te promoten, in een poging om conflicten tussen verschillende partijen binnen de Iraanse samenleving te bevorderen en opruiing uit te lokken. Dit is niet anders dan wat dezelfde media deden in Soedan, en ook in de Koerdische regio’s van Syrië en Irak, met dezelfde tactiek.

Een ander opvallend voorbeeld is het gebruik van landkaarten door een aantal accounts om te suggereren dat de protesten een groter geografisch gebied bestrijken dan in werkelijkheid het geval is, vergelijkbaar met de landkaarten die werden verspreid tijdens de oorlog tegen Syrië en werden gebruikt om territoriale controle door terroristische organisaties weer te geven, als onderdeel van de psychologische oorlog tegen het Syrische leger en ook tegen Syrische burgers. Door deze kaarten op deze manier te publiceren worden indrukken overgebracht in plaats van echte informatie, vooral voor het westerse publiek dat ze behandelt als een bron van informatie, en niet als bewust geplaatst materiaal.

De accounts die werden beheerd door specifieke partijen, in combinatie met de media-activiteiten van grote westerse media, probeerden de dood van Mahsa Amini te gebruiken als de vonk van wat zij omschreven als een “revolutie”, alsof zij probeerden het beeld van Bouazizi in Tunesië te reproduceren. Dit was hetzelfde beeld dat zij probeerden te bestendigen met Navalny in Rusland, aangezien in nieuwsartikelen herhaaldelijk termen als grote protesten en massale demonstraties worden gebruikt.

Anderzijds verspreidden Israëlische accounts snel misleidende berichten waarin werd beweerd dat Hezbollah-leden naar Iran gingen om “de demonstranten te onderdrukken”. Deze misleidende propaganda is ongeveer hetzelfde als Hezbollah die het Russische leger in de oorlog in Oekraïne zou steunen en ermee zou samenwerken, op basis van misleidende informatie en valse foto’s en video’s.

Deze Israëlische accounts proberen tegelijkertijd het beeld van Hezbollah en de Islamitische Republiek te vervormen, zoals blijkt uit het gebruik van oude video’s die niets te maken hebben met de Islamitische Republiek, maar met Libanon. Er kan ook worden vastgesteld dat een groot aantal Israëlische accounts aanraadde bepaalde accounts en activisten te volgen die beweren Iraans te zijn op socialemediaplatforms, en volgelingen uit te nodigen om op hen te vertrouwen voor hun nieuws en informatie.

Met de campagne op Twitter, het meest politiek geladen social media platform, vergeleken was Tiktok niet anders, hoewel sommigen menen dat het niet interessant is voor degenen die zich met dit soort desinformatie bezighouden.

TikTok: Gericht op tieners en het uitbuiten van de afwezigheid van een nieuwsbron

In de afgelopen jaren kon men de populariteit van TikTok onder de jeugd waarnemen. Dit platform is de primaire zoekmachine geworden voor zoomers bij de toegang tot inhoud en nieuws. De inhoud is voornamelijk gerelateerd aan uitdagingen die tieners motiveren om bepaalde taken uit te voeren en “op de trend te springen”. Dit werd ook uitgebuit om de jonge generatie op te hitsen tegen Iran door middel van video’s vermengd met liedjes en slogans, zonder enige verwijzing naar een bepaalde specifieke bron, en vertrouwend op het hergebruik van deze video’s en hun snelle verspreiding.

Op TikTok vertrouwden ze vooral op westerse influencers die vijandig staan tegenover Iran en niets te maken hebben met de wereld van nieuws en inhoud; het meeste wat ze publiceren is gerelateerd aan de wereld van mode en cosmetica.

Ze maakten ook het meest gebruik van influencers in verschillende genres om een groter publiek te bereiken zonder in de eigenlijke bron te duiken. Zo wist een modepagina 200.000 likes te vergaren voor een post waarin activisten werden opgeroepen hun haar te knippen en hun hijab af te doen, “uit solidariteit” met de verzonnen gebeurtenissen in Iran.

Onder de triggerende video’s die op grote schaal werden verspreid door belangrijke nieuwszenders in de Verenigde Staten, bevonden zich een aantal filmpjes van Iraanse oppositieactivisten, wier foto’s met Mike Pompeo werden gepubliceerd op officiële Amerikaanse websites. In een verdere preview van de door de activisten gebruikte termen kan men een reeks zinnen opsommen die vooringenomenheid en het opleggen van een eenzijdig verhaal illustreren terwijl het andere wordt verdoezeld, waarbij de kwestie uitsluitend in verband wordt gebracht met de Iraanse “moraalpolitie”.

Daarom kunnen we spreken van echte desinformatie, omdat de video’s die op dit platform circuleren de gebruikers niet in staat stellen te begrijpen wat er is gebeurd; er is geen context, geen nieuws uit echte bronnen, zelfs geen documentatie die helpt begrijpen wat er gebeurt.

Westerse media… Verlangen naar een moment van onrust in Iran

Het is geen geheim dat de westerse media over het algemeen wachten op een moment of een gebeurtenis in Iran die politiek kan worden uitgebuit en kan worden omgezet in een “beslissend moment”. Volgens de door Spike gegenereerde resultaten kan men de aanzienlijke hoeveelheid gepubliceerde inhoud met betrekking tot de dood van de jonge vrouw Mahsa Amini vaststellen; in slechts één week werden in de Verenigde Staten 1.504 artikelen gepubliceerd. Alleen al CNN publiceerde binnen enkele dagen 15 artikelen.

Het geval was niet anders in het Verenigd Koninkrijk, waar binnen 9 dagen 720 artikelen waren gepubliceerd. Een artikel getiteld “Iranian woman dies after being beaten by morality police over hijab law”, gepubliceerd door The Guardian, oogstte 15.200 views en impressies, ondanks de online verspreiding van een video die documenteert dat Mahsa niet fysiek werd mishandeld.

De artikelen en nieuwsstukken in de westerse media werden overspoeld met desinformatie, maar gewoonlijk vermijden zij in hun campagnes om valse informatie te verspreiden en kiezen zij voor meer geavanceerde middelen, zoals het verwisselen van alinea’s in teksten en het verdoezelen van bepaalde ideeën, feiten en informatie. In het geval van Iran heeft hun allesoverheersende verlangen om onrust te zaaien de pers echter tot deze methode aangezet, onder meer door te spreken over de moord op 50 vrouwen op de achtste dag van de protesten en door de oorspronkelijke aard van de protesten om te buigen in oproepen tegen de islamitische wet zelf.

Wat de landen van de Europese Unie betreft, is het aantal tussen 16 en 24 september gepubliceerde artikelen per land als volgt: Duitsland: 830, Frankrijk: 655, Spanje: 297, Italië: 497 en Nederland: 134. Opmerkelijk is dat het aantal gepubliceerde artikelen waarin de volgende termen voorkomen: “Iraanse vrouw/vrouwen” of “vrouwenrechten in Iran” gedurende de afgelopen week meer dan 8.000 bedroeg in de Verenigde Staten en de Europese Unie.

Hierbij ging het uitsluitend om artikelen. Het grootste effect werd echter bereikt door de uitvergrote inhoud en eenzijdige relaas in verhalen te verwerken die op sociale platforms werden verspreid om jongere generaties te bereiken die gewoonlijk afhankelijk zijn van die sociale mediaplatforms om hun nieuwsupdates te krijgen.

Bij de aanpak van de Iraanse kwestie proberen de westerse media een mix van desinformatie en dubbele standaarden. Terwijl ze desinformatie verspreiden over de dood van Amini, worden echte gevallen in andere landen verdoezeld, alleen omdat de andere gevallen de agenda van de VS niet dienen of het imago van de VS of van hun bondgenoten schade berokkenen.

Media en vergeten vrouwen

Terwijl de anti-Iraanse media massaal en intensief verslag deden en enorme hoeveelheden geld besteedden aan speciale inhoud om hun beleid te dienen, kozen zij er bewust voor geen verslag te doen van de massale demonstraties ter ondersteuning van de Islamitische Republiek die zich over de meeste provincies van het land verspreidden.

Aan de andere kant zouden we niet verbaasd zijn geweest over dit gedrag van de westerse media en de manier waarop zij deze gebeurtenis hebben aangepakt, als we de manier waarop zij bij soortgelijke gebeurtenissen te werk zijn gegaan nauwlettend bestuderen, bijvoorbeeld:

  • Zainab Al-Khazali, die werd doodgeschoten door Amerikaanse troepen in Irak: er zijn minder dan 100 artikelen over haar geschreven (waaronder artikelen van sommige Arabische websites die het nieuws gebruikten om de Iraakse facties aan te vallen en hen ervan te beschuldigen de gebeurtenis uit te buiten zonder zelfs maar een onderzoek te eisen).
  • Zahra Kaddi: een Iraanse voetbalster die wereldwijd massaal werd gepest op sociale media. Negentig dagen na het incident bereikte zij minder dan 1000 Arabische en internationale nieuwsberichten (waarvan de meeste ophitsend waren tegen Iran en haar ervan beschuldigden illegale methoden te gebruiken volgens de voetbalwetten).
  • Khamis Mushait weeskinderen: Slechts 86 nieuwsberichten in de Arabische taal en 20 in het Engels besteedden aandacht aan het misbruik van meisjes die in een weeshuis in Saoedi-Arabië wonen (die pas verschenen nadat het publiek van deze outlets hen ter verantwoording had geroepen).

Corporate collusie van Wikipedia tot sociale mediaplatforms

Deskundigen en onderzoekers begrijpen dat de op Wikipedia gepubliceerde informatie noch wetenschappelijk noch accuraat is, en dat er niet op vertrouwd kan worden zonder bevestiging van officiële bronnen met een hogere geloofwaardigheid. Ondanks dit feit blijft het platform echter een van de primaire bronnen voor toegang tot informatie, vooral voor millennials.

Veel gebruikers van sociale media wier tijdlijnen werden overspoeld met inhoud met betrekking tot Iran, werden getriggerd om de realiteit van wat er gebeurt te begrijpen of vragen te stellen om hen te helpen de context te begrijpen van het materiaal dat ze bekijken.

Bij elke normale Google-zoekopdracht verschijnt Wikipedia bovenaan de resultatenpagina, en is dus een bron voor de gebruiker om een mening te vormen, gebaseerd op een systematisch verhaal gericht tegen Iran.

Wikipedia heeft op zijn website onmiddellijk een pagina aan het incident gewijd, met als titel: “de moord op Mahsa Amini”. De pagina vermeldde dat “de moord op Mahsa Amini een incident was dat plaatsvond op 16 september 2022 in de Iraanse hoofdstad Teheran, toen een jonge Iraanse vrouw genaamd Mahsa Amini stierf na te zijn gearresteerd door de zedenpolitie van de Iraanse regering.”

De op Wikipedia gepubliceerde informatie voedt andere platforms waarop de moderne generatie haar toevlucht neemt zonder de authenticiteit ervan te verifiëren bij andere bronnen of bij mensen die op de hoogte zijn van het onderwerp of van het feitelijke verhaal. Hier kunnen we de dynamiek begrijpen om de verhalen te beheersen en de geesten te bezitten en de publieke opinie op een zachte en subtiele manier te sturen.

Aan de andere kant zien we dat mediaplatforms – die periodiek verslag uitbrengen over het publicatiebeleid en de bestrijding van desinformatie en gewelddadige inhoud – de promotie toestaan van alles wat vijandig staat tegenover Iran en tot doel heeft het imago van Iran te vervormen, zelfs als het tegen het publicatiebeleid is. Naast dit traject van desinformatie blokkeren deze platforms, via hun propagandacampagnes, inhoud die de belangen van deze toepassingen niet dient, zoals de inhoud gepubliceerd door of ter promotie van anti-US-imperialistische verzetsbewegingen.

De verklaringen van de Amerikaanse miljardair Elon Musk, die onlangs aanbood Twitter te kopen, bevestigen deze associatie tussen het Amerikaanse establishment en de grote technologiebedrijven. Musk wilde de Iraniërs “helpen” door internetdiensten via de satelliet aan te bieden.

Het kan Musk niet schelen dat meer dan een derde van de wereldbevolking geen toegang heeft tot internet. Ook kon het hem en zijn collega’s niet schelen dat de Amerikaanse blokkade van Iran, nog maar een paar maanden geleden, miljoenen Iraniërs de toegang ontzegde tot elementaire en vitale medische apparatuur om de pandemie te bestrijden.

Iran en de systematische veronachtzaming van gegevens

De westerse media gaan zelden in op het onderwerp ontwikkeling en vooruitgang in Iran, vooral als het gaat om de deelname van vrouwen in de politieke, sociale en culturele arena’s. Dit komt tot uiting in het achterhouden van statistieken die de toename van het aantal vrouwen op scholen en universiteiten onthullen – of het opzettelijk uitstellen van de publicatie van dergelijk nieuws voor het geval het ooit gepubliceerd zou worden – evenals het niet ter sprake brengen van de toename van de deelname van vrouwen op verschillende gebieden en de vooruitgang van Iran op wereldniveau in sommige industrieën en gebieden.

De westerse media wilden de dood van Mahsa Amini aangrijpen om onrust te stoken in Iran door de ingebeelde gebeurtenis in virtuele realiteit te vertalen naar de straten van Iran. De westerse media willen Iran afschilderen als een samenleving waarin de bijdrage van vrouwen niet bestaat; dit zou echter kunnen worden bestreden met vele betrouwbare statistieken.

Echte statistieken worden weergegeven in de Iraanse media en in de Perzische taal, wat in de westerse media wordt verdoezeld, Ook al zijn er honderden websites gespecialiseerd in het bijhouden van statistieken en cijfers uit de hele wereld, die ruimte bieden voor specifieke onderwerpen op maat. Zij behandelen echter geen onderwerpen en dossiers die hun belangen, beleid en projecten kunnen schaden. De verhalen die aan hun publiek worden gepromoot blijven exclusief, vooral omdat het westerse publiek moeilijk toegang heeft tot Iraanse inhoud.

Hieronder volgen enkele gedocumenteerde gegevens die de omvang van de impact van de rol van vrouwen in de Iraanse samenleving aantonen: 60% van de studenten in het land zijn vrouwen. In 2015 was 70% van de studenten wetenschap en techniek vrouw. In 2016 was 49% van de artsen in Iran vrouw, en het aantal vrouwen in het parlement overtrof datzelfde jaar het aantal religieuze geleerden.

Vandaag zijn 8.000 auteurs en schrijfsters Iraanse vrouwen, met 712 uitgevers, tegenover 0 vóór de islamitische revolutie. Iraanse vrouwen hebben 160 internationale medailles gewonnen bij internationale en wereldwedstrijden en hebben 35.000 sportcoaches, met 143 soorten vrouwensporten.

Ook zijn vrouwen assistenten van de presidenten van de republiek, leden van de Shura-raad en het comité voor nationale veiligheid en buitenlands beleid. De aanwezigheid van vrouwen in het corps diplomatique en in regeringsfuncties is aanzienlijk, evenals hun opmerkelijke aanwezigheid in de veiligheidsinstellingen en de strijdkrachten.

Conclusie – Samenvatting

De desinformatiecampagne, waarvan de verzinselen kunnen worden waargenomen wanneer over Iran wordt gesproken, is terugkerend en kan bijna dagelijks worden waargenomen.

We kunnen veel voorbeelden van deze desinformatiecampagne zien in de door de NAVO en de VS geleide strijd tegen Rusland door dagelijks “Russofobie” te pompen. We hebben het ook gezien in de zogenaamde “Arabische lente”, waar een groot aantal gebruikers van sociale media de prijs voor hebben betaald. Het is ook helemaal niet vreemd om deze desinformatiecampagne ingezet te zien in Venezuela en Bolivia. En ongetwijfeld zijn we er ook in Palestina elk moment getuige van.

Er worden periodiek systematische campagnes voorbereid voor politieke doeleinden, waarbij gebruik wordt gemaakt van nepaccounts en bots om inhoud te repliceren en te versterken. Dit wordt gedaan door te suggereren dat wat er gebeurt een revolutie en een staatsgreep is en door de jonge generatie – die haar informatie niet dubbel controleert – aan te sporen om deel te nemen en de zogenaamde “revolutie” te steunen onder het mom van vrijheden en rechten.

De media, die hun online aanwezigheid gebruiken via hun websites en sociale media accounts, hebben deze desinformatie agressie tegen Iran aangewakkerd en gevoed door één enkel verhaal aan te nemen dat veel versterking en verzinsels bevat. Dit is duidelijk gebleken door de methoden tegen Iran te vergelijken met die in andere kwesties, waarin niet dezelfde aanpak werd gevolgd en niet dezelfde valse zorg en medeleven werd getoond.

Dit kan ook worden afgeleid uit de afwezigheid van dezelfde media bij de verslaggeving over de populaire pro-Islamitische marsen en de nauwe band tussen de Iraniërs en hun vermoorde leiders. Evenals uit de totale veronachtzaming van de gedocumenteerde statistieken met betrekking tot Iran, waarin zichtbaar wordt wat er werkelijk in de wereld gebeurt.

========================================

https://english.almayadeen.net/articles/analysis/disinformation-campaign-targeting-iran-over-mahsa-aminis-dea

Desinformatiecampagne tegen Iran over de dood van Mahsa Amini

De desinformatiecampagne in de media over de dood van Mahsa Amini en de versterking van de reactie in de straten van Iran zijn terug te voeren op verschillende platforms, met daarbovenop Twitter en TikTok.

In een tijd waarin de wereld een enorme sprong heeft gemaakt in communicatietechnologie en de mogelijkheid om binnen enkele ogenblikken een groot aantal foto’s en video’s te delen, haastten veel politieke partijen in de wereld en hun media-armen zich om deze ontwikkeling uit te buiten om hun agenda te dienen.

Nadat de zogenaamde “Arabische Lente” 10 jaar was verstreken, werd het duidelijk dat het mogelijk is om destabilisatie, gepresenteerd in gefabriceerde foto’s en verouderde video’s in de virtuele realiteit, direct door te sturen naar de echte wereld. Het is ook duidelijk geworden dat bepaalde mediakanalen erop gericht zijn om elke gebeurtenis in bijvoorbeeld Rusland, China en Venezuela te verslaan, om deze landen te verergeren en veranderingen teweeg te brengen.

Iran, vanwege zijn onafhankelijke karakter – een ongewenste eigenschap die door westerse regimes wordt genoemd – is niet ver verwijderd van dit soort doelwitten. De door de media veroorzaakte campagne betreffende de dood van de jonge Iraanse vrouw Mahsa Amini is slechts één voorbeeld. Het verloop van de desinformatie over de gebeurtenis zelf en de mediaversterking van wat er in de straten van Iran gebeurt, kan worden herleid tot een aantal platforms, met daarbovenop Twitter, dat wordt gekenmerkt door een relatief gerichte storting van politieke inhoud.
Twitter: Overdrijving en verzinsels

Bij het zoeken naar de naam van Mahsa Amini tijdens de eerste dagen van de protesten, en op basis van de resultaten van Talkwalker, kan men vaststellen dat het aantal tweets over deze gebeurtenis in de miljoenen liep, maar dat het engagement in vergelijking daarmee echter relatief laag was.

Opmerkelijker is echter dat het aantal accounts dat over het onderwerp zelf tweette volgens Talkwalker niet boven de 450.000 uitkwam. Dit wijst erop dat specifieke partijen probeerden de gebeurtenis te versterken en ervoor te zorgen dat er op grote schaal op werd gereageerd, zowel virtueel als in de echte wereld.

Bij het analyseren van deze gegevens blijkt dat de accounts die verantwoordelijk waren voor de promotie meestal nieuw opgerichte accounts waren en geen eerdere activiteit op Twitter hadden. Dit suggereert dat de accounts uitsluitend waren gericht op wat er in Iran gebeurde, of misschien kort daarvoor waren aangemaakt, ter voorbereiding op iets dergelijks. Bij bestudering van 60.000 voorbeeldtweets bleek dat 8.343 accounts pas in september waren aangemaakt.

Evenzo werden duizenden accounts uit diezelfde steekproef aangemaakt in augustus (ongeveer 3.453 accounts). Het doel van deze accounts kon worden herleid tot het feit dat ze nul tweets hadden vóór de recente gebeurtenissen in Iran.

De vloedgolf van desinformatie op Twitter berustte op een aantal herhaalde patronen, waaronder het focussen op activisten van de oppositie die zich buiten Iran bevinden om een soort “geloofwaardigheid” te krijgen in het perspectief van het westerse oog. Hun Perzische taal diende ook om een grote hoeveelheid inhoud toe te schrijven aan Iraniërs, door te beweren dat het Iraanse accounts waren die vanuit Iran twitterden, terwijl ze een aantal oude video’s publiceerden, wetende dat hun publiek de oorspronkelijke publicatiedatum niet zal kunnen verifiëren.

Met als doel de gebeurtenis te versterken en te vervalsen voor politieke doeleinden, heeft een aantal media niet eens het minimale verificatieproces uitgevoerd om de authenticiteit van de inhoud te controleren. Misschien deden ze dat wel met de volledige en doelbewuste intentie om te fabriceren. Sommige media deelden bijvoorbeeld nieuws over protesten in 50 Iraanse provincies, maar er zijn slechts 31 provincies in Iran!

Een ander voorbeeld is de video die werd verspreid en gepromoot als zijnde het moment waarop de jonge vrouw Mahsa Amini werd gearresteerd, wat een oude video bleek te zijn die afgelopen mei werd gepubliceerd. Om de term in het bewustzijn van de ontvangers te verankeren, probeerden de westerse media ook de term “oostelijk Koerdistan” te promoten, in een poging om conflicten tussen verschillende partijen binnen de Iraanse samenleving te bevorderen en opruiing uit te lokken. Dit is niet anders dan wat dezelfde media deden in Soedan, en ook in de Koerdische regio’s van Syrië en Irak, met dezelfde tactiek.

Een ander opvallend voorbeeld is het gebruik van kaarten door een aantal accounts om te suggereren dat de protesten een groter geografisch gebied bestrijken dan in werkelijkheid het geval is, vergelijkbaar met de kaarten die tijdens de oorlog tegen Syrië werden verspreid en werden gebruikt om territoriale controle door terroristische organisaties weer te geven, als onderdeel van de psychologische oorlog tegen het Syrische leger en ook tegen Syrische burgers. Door deze kaarten op deze manier te publiceren worden indrukken overgebracht in plaats van echte informatie, vooral voor het westerse publiek dat ze behandelt als een bron van informatie, en niet als bewust geplaatst materiaal.

Bahia Halawi is data- en bedrijfswetenschapper, en als onderzoeker verbonden aan de universiteit te Beirut. Bahia is online Director van Al Mayadeen.