Bron: socialistchina.org 13 juni 2023 ~~~

In dit artikel voor MintPress News analyseert de Palestijnse journalist en auteur Ramzy Baroud China’s benadering van de Palestijnse kwestie, waarbij hij opmerkt dat hoewel China zijn standpunt altijd heeft gebaseerd op het internationaal recht en altijd is opgekomen voor de Palestijnse nationale rechten, het de afgelopen maanden opmerkelijk openhartiger is geweest. Baroud meldt dat China’s ambassadeur bij de Verenigde Naties, Geng Shuang, onlangs krachtige opmerkingen maakte over de noodzaak van een “alomvattende en rechtvaardige oplossing” op basis van het beëindigen van Israëls provocaties, en Tel Aviv opriep om “onmiddellijk te stoppen” met de “illegale uitbreiding van nederzettingen”. Geng bracht ook de benarde situatie van de Palestijnse vluchtelingen ter sprake – een onderwerp dat Israël en zijn bondgenoten in het Westen liever onbesproken laten.

Baroud concludeert dat China de Amerikaanse onverzettelijkheid (terecht) heeft aangewezen als de belangrijkste reden voor het gebrek aan vooruitgang in het ontwikkelen van een rechtvaardige oplossing voor de Palestijnse kwestie. Ondertussen, gezien China’s bloeiende relatie met de Arabische wereld, “hoe meer Palestina centraal komt te staan in het Arabische politieke discours, hoe meer nadruk de kwestie krijgt op China’s agenda voor buitenlands beleid.”

Nu de Palestijnse president Mahmoud Abbas vandaag (13 juni 2023) in Beijing aankomt, is er een goede gelegenheid voor China om zijn hulp te verlenen aan het project om een rechtvaardige en duurzame vrede in de regio op te bouwen.

De opmerkingen van de Chinese ambassadeur bij de Verenigde Naties, Geng Shuang, over de situatie in bezet Palestina op 24 mei waren lovenswaardig wat betreft hun consistentie met het internationaal recht.

Vergeleken met het standpunt van de Verenigde Staten, die de VN en in het bijzonder de Veiligheidsraad beschouwen als een slagveld om Israëlische belangen te verdedigen, weerspiegelt het Chinese politieke discours een juridisch standpunt dat gebaseerd is op een diep begrip van de realiteit ter plaatse.

Geng verwoordde de Chinese denkwijze tijdens een briefing van de VN-Veiligheidsraad over de situatie in het Midden-Oosten, inclusief de Palestijnse kwestie, en nam daarbij geen blad voor de mond. Hij sprak krachtig over de “onvervangbare” noodzaak van een “alomvattende en rechtvaardige oplossing” die gebaseerd is op het beëindigen van Israëls “provocaties” in Jeruzalem en het respecteren van het recht van “moslimaanbidders” en het “hoederecht van Jordanië” op de heilige plaatsen van de stad.

Geng verbreedde de context van de redenen achter het laatste geweld in Palestina en de Israëlische oorlog van 9 mei tegen Gaza en nam een standpunt in dat zowel Tel Aviv als Washington volstrekt verwerpelijk vinden. Hij veroordeelde onomwonden de “illegale uitbreiding van (Israëlische joodse) nederzettingen” in bezet Palestina en de “unilaterale actie” van Israël en drong er bij Tel Aviv op aan om “onmiddellijk te stoppen” met al zijn illegale activiteiten.

Geng ging verder met het bespreken van kwesties die relatief genegeerd zijn, waaronder “de benarde situatie van de Palestijnse vluchtelingen”.

Hiermee heeft Geng de politieke visie van zijn land met betrekking tot een rechtvaardige oplossing in Palestina uiteengezet, een oplossing die is gebaseerd op het beëindigen van de Israëlische bezetting, het stoppen van het expansionistische beleid van Tel Aviv en het respecteren van de rechten van het Palestijnse volk.

Maar is dit standpunt nieuw?

Hoewel het waar is dat China’s beleid ten aanzien van Palestina en Israël van oudsher in overeenstemming is met het internationaal recht, heeft China de afgelopen jaren geprobeerd een meer ‘evenwichtig’ standpunt in te nemen, een standpunt dat de groeiende Israëlisch-Chinese handel niet belemmert, met name op het gebied van geavanceerde microchiptechnologie.

De affiniteit tussen China en Israël werd echter door meer dan alleen handel ingegeven.

Sinds de officiële lancering is China’s Belt and Road Initiative (BRI) de hoeksteen van Pekings wereldwijde visie. Het enorme project omvat bijna 150 landen en heeft als doel Azië met Europa en Afrika te verbinden via land- en maritieme netwerken.

Door zijn ligging aan de Middellandse Zee is het strategisch belang van Israël voor China, dat al jaren toegang wil krijgen tot Israëlische zeehavens, verdubbeld.

Dergelijke ambities baren Washington, wiens marineschepen vaak aanmeren in de haven van Haifa, naar verwachting grote zorgen.

Washington heeft Tel Aviv herhaaldelijk gewaarschuwd voor de toenemende toenadering tot Beijing. De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Mike Pompeo, waarschuwde Israël in maart 2019 zelfs dat, zolang Tel Aviv zijn samenwerking met China niet heroverweegt, de VS “het delen van inlichtingen en de co-locatie van veiligheidsfaciliteiten” zou kunnen verminderen.

Israël is zich ten volle bewust van de huidige, maar ook van de potentiële wereldmacht van China en probeerde een evenwicht te vinden waardoor het zijn ‘speciale relatie’ met de VS zou kunnen behouden en tegelijkertijd financieel en strategisch zou kunnen profiteren van de nabijheid van China.

Israëls evenwichtsoefening moedigde China aan om zijn groeiende economische macht in het Midden-Oosten ook te vertalen in politieke en diplomatieke investeringen. In 2017 zette China bijvoorbeeld een vredesplan in gang dat oorspronkelijk in 2013 was geformuleerd en dat het Vierpuntenvoorstel werd genoemd. Het plan bood Chinese bemiddeling als vervanging voor de vooringenomenheid van de VS en het uiteindelijk mislukte ‘vredesproces’.

Het Palestijnse leiderschap verwelkomde de betrokkenheid van China, terwijl Israël weigerde mee te doen. Dit bracht een regering in verlegenheid die erop staat dat haar toenemende belang in elke arena wordt gerespecteerd en erkend.

Als evenwichtsoefeningen in de geopolitiek toen al mogelijk waren, dan maakte de oorlog tussen Rusland en Oekraïne daar plotseling een einde aan. De nieuwe geopolitieke realiteit kan worden uitgedrukt in de woorden van een voormalige Italiaanse diplomaat, Stefano Stefanini. De voormalige ambassadeur van Italië bij de NAVO schreef in een artikel in La Stampa dat het “internationale evenwichtsspel voorbij is” en “er geen vangnetten zijn”.

Ironisch genoeg verwees Stefanini hiermee naar de noodzaak voor Italië om te kiezen tussen het Westen en China. Dezelfde logica kan ook worden toegepast op Israël en China.

Kort nadat China er op 6 april in slaagde een mijlpaalakkoord te sluiten tussen Saoedi-Arabië en Iran, opperde het opnieuw het idee om vrede te bewerkstelligen tussen Palestina en Israël. China’s nieuwe minister van Buitenlandse Zaken, Qin Gang, overlegde naar verluidt met beide partijen over “stappen om de vredesbesprekingen te hervatten”. Opnieuw accepteerden de Palestijnen, terwijl Israël het onderwerp negeerde.

Dit verklaart deels China’s frustratie over Israël en ook over de VS. Als voormalig ambassadeur van China in Washington (2021-23) moet Qin bekend zijn met de inherente vooringenomenheid van de VS tegenover Israël. Deze kennis werd verwoord door de woordvoerder van het Chinese ministerie van Buitenlandse Zaken Hua Chunying tijdens de laatste Israëlische oorlog tegen Gaza.

“De Verenigde Staten moeten zich realiseren dat de levens van Palestijnse moslims even waardevol zijn,” zei Hua op 14 mei.

Een eenvoudige discoursanalyse van de Chinese woorden over de situatie in Palestina maakt duidelijk dat Peking een direct verband ziet tussen de VS en het voortdurende conflict of het falen om een rechtvaardige oplossing te vinden.

Deze bewering kan ook worden afgeleid uit de meest recente opmerkingen van ambassadeur Geng in de VN-Veiligheidsraad, waar hij kritiek uitte op “fragmentarisch crisisbeheer”, een directe verwijzing naar de Amerikaanse diplomatie in de regio, en een Chinees alternatief aanbood dat is gebaseerd op een “alomvattende en rechtvaardige oplossing”.

Even belangrijk is dat het Chinese standpunt onlosmakelijk verbonden lijkt te zijn met dat van de Arabische landen. Hoe meer Palestina centraal staat in het Arabische politieke discours, hoe meer nadruk de kwestie krijgt in China’s agenda voor buitenlands beleid.

Tijdens de recente Arabische top in Jeddah kwamen de Arabische regeringen overeen om Palestina als de centrale Arabische zaak te beschouwen. Bondgenoten zoals China, met grote en groeiende economische belangen in de regio, namen dit onmiddellijk in acht.

Dit alles mag niet suggereren dat China zijn banden met Israël zal verbreken, maar het geeft zeker aan dat China vasthoudt aan zijn principiële standpunt over Palestina, zoals het al tientallen jaren doet.

Binnenkort zal de relatie tussen China en Israël worden onderworpen aan de lakmoesproef van Amerikaanse druk en ultimatums. Gezien het ongeëvenaarde belang van Washington voor Israël aan de ene kant en het belang van de Arabisch-islamitische wereld voor China aan de andere kant, is de toekomst gemakkelijk te voorspellen.

Te oordelen naar China’s politieke discours over Palestina – gesitueerd binnen internationale en humanitaire wetten – lijkt het erop dat China zijn keuze al heeft gemaakt.


Gerelateerd (berichten in dit archief):