Bron: Ted Snider 
AntiWar 6 december 2021 ~~~

Wat is er veranderd in Venezuela en Cuba sinds Biden president is geworden? Niets. Maar terwijl het buitenlandse beleid van de VS ten aanzien van die twee grote bedreigingen voor Amerika naadloos doorgaat van het presidentschap van Trump naar het presidentschap van Biden, is er iets waarvan het Witte Huis en de media niet willen dat u het weet.

Venezuela

Hoewel je het nauwelijks zou zeggen van de media, zijn er in Venezuela net belangrijke verkiezingen geweest. Hoewel het geen presidentsverkiezingen waren, waren de regionale verkiezingen belangrijk omdat de oppositie voor het eerst in jaren volledig meedeed en de verkiezingen dus een duidelijk referendum waren over Maduro’s presidentschap.

Als je naar de persverklaringen van het Witte Huis of de media luistert, had de uitslag duidelijk moeten zijn. Onderdrukte Venezolanen die onder een onwettige dictatuur leven, hadden eindelijk de kans om te stemmen voor de regering die zij echt willen. Als de oppositie had gewonnen, zouden de media vol hebben gestaan met voorpaginanieuws over de afzetting van Nicolás Maduro en de partij van Hugo Chavez.

Maar de oppositie won niet. Dus hielden de media het geheim.

In de overtuiging dat de partij van Chavez en Maduro zou winnen terwijl de VS dat niet wilden, oefenden de VS druk uit op de oppositie om eerdere verkiezingen te boycotten om de onverteerbare verkiezingen onwettig te laten lijken. Het volk koos Maduro en steunde zijn regering. Toen dat niet werkte, zette de VS de oppositiepartijen onder druk in de hoop Maduro te verslaan. Maar het volk heeft de partij van Maduro gekozen.

Er is niets veranderd door de generaties van VS regeringen in Venezuela. De VS schakelt Chavez uit in een staatsgreep, het volk van Venezuela zet hem weer aan het bewind. De VS zet de oppositie onder druk om de verkiezingen te boycotten; het volk van Venezuela zet Maduro aan de macht. De staat zet de oppositie onder druk om mee te doen aan de verkiezingen; het volk van Venezuela zet de partij van Maduro aan de macht. Wanneer de oppositie boycot, zeggen de VS dat de verkiezing onwettig is; wanneer de oppositie deelneemt, zeggen de VS dat de verkiezing onwettig is.

Maar ondanks de Amerikaanse inmenging en de poging om opnieuw een Venezolaanse verkiezing omver te werpen door middel van een stille staatsgreep, waren de verkiezingen niet onwettig. Een delegatie van verkiezingswaarnemers van onder meer een Amerikaanse juridische groepering zei dat de verkiezingen “evenwichtig en transparant” waren. Niet alleen Maduro-aanhangers, maar ook “kiezers die zich achter oppositiepartijen scharen, hebben vertrouwen in het stemsysteem uitgesproken.”

Verkiezingswaarnemers van de Europese Unie zeiden: “Het verkiezingsproces toonde het voortbestaan van structurele tekortkomingen, hoewel de verkiezingsomstandigheden verbeterden in vergelijking met de drie vorige nationale verkiezingen.” Verbetering ten opzichte van vorige verkiezingen is niet slecht, aangezien internationale waarnemers de Venezolaanse verkiezingen steeds als eerlijk hebben bestempeld, en het Carter Center het verkiezingsproces van Venezuela “het beste ter wereld” heeft genoemd.

De eerlijk vertegenwoordigde en betwiste verkiezingen leverden hetzelfde resultaat op als eerdere verkiezingen. Chavez en Maduro’s Verenigde Socialistische Partij van Venezuela wonnen 20 van de 23 gouverneurschappen. Zij wonnen ook de overgrote meerderheid van de burgemeestersverkiezingen.

Dat is niet het resultaat dat de VS wilden. Ondanks de eerlijkheid en transparantie van de verkiezingen gaf minister Blinken een verklaring uit waarin hij aanvoerde dat “het Maduro-regime de Venezolanen opnieuw het recht heeft ontnomen om deel te nemen aan een vrij en eerlijk verkiezingsproces, tijdens de regionale en lokale verkiezingen van 21 november”.

De Amerikaanse verkiezingswaarnemers antwoordden daarop dat zij “de onjuiste karakterisering van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken dat de Venezolanen “hun recht op deelname aan een vrij en eerlijk verkiezingsproces” werd ontzegd, verwerpen.

De VS blijven de stem van het Venezolaanse volk negeren en opnieuw, ondanks de duidelijke verkiezingsuitslag, verwijst de verklaring van het State Department hardnekkig naar Juan Guaidó als de “interim-president”.

De regering van de VS en de mainstream media willen u doen geloven dat het volk van Venezuela nooit een keuze heeft gehad en dat hen een ongewenste dictatuur is opgedrongen. Het verhaal dat de media u niet willen laten horen is dat de Amerikaanse presidentskeuze, Juan Guaidó, een coalitie vertegenwoordigt die grotendeels in diskrediet is geraakt, niet de steun van het volk geniet en zelfs niet de steun van de gematigde oppositie geniet. Wanneer het volk de kans krijgt om te stemmen, of de oppositie nu boycot of deelneemt, kiest het consequent voor de partij van Chavez en Maduro.

Cuba

Volgens de Amerikaanse regering en de media zal de volgende reeks grote straatprotesten volstaan om een kwetsbare Cubaanse regering ten val te brengen die zich ternauwernood aan de macht weet te houden. Dat is het verhaal dat ze al zeventig jaar vertellen.

En dat is het verhaal dat ze onlangs opnieuw hebben verteld. De protestactiviteiten waren maandenlang zorgvuldig gepland. De landelijke “Marches for Change” waren gepland voor 15 november. De regering-Biden steunde de demonstraties. Het Congres ook: op 3 november stemde het Huis van Afgevaardigden met 382-40 – en u dacht dat ze het nergens over eens konden worden – voor een resolutie waarin “sterke solidariteit” werd betuigd met “moedige Cubaanse mannen, vrouwen en jongeren die de straat op gaan in steden en dorpen in het hele land”.

Wat de media en de regering u niet willen vertellen is dat, nogmaals, het niet gebeurd is. Stephen Kinzer meldt dat “Anti-regeringsprotesten die het land midden november zouden overspoelen, veel kleiner bleken te zijn dan hun promotors in Washington hoopten.” En, natuurlijk, de regering is nog lang niet gevallen.

Het valse verhaal is mislukt ondanks Amerikaanse pogingen om in te grijpen en het te steunen. In oktober beschuldigde de Cubaanse president Miguel Diaz-Canel de Amerikaanse ambassade ervan “een actieve rol te spelen in pogingen om de interne orde in ons land te ondermijnen”. Dat is niet alleen retoriek of hyperbool. Cuba-deskundige William LeoGrande meldt dat de Amerikaanse ambassade in Havana “een leidende rol op zich heeft genomen bij het steunen van dissidente activisten, en daarbij de grenzen heeft verlegd van wat normaal is toegestaan onder het Verdrag van Wenen inzake diplomatieke betrekkingen.” De Cubaanse journaliste Rosa Miriam Elizalde meldt dat “in september de Amerikaanse Organisatie voor Internationale Ontwikkeling (USAID) 6.669.000 dollar aan subsidies heeft gegeven voor projecten gericht op ‘regime change’ in Cuba.” Juan Gonzalez, de senior directeur voor het Westelijk Halfrond bij de Nationale Veiligheidsraad zei onlangs dat de regering Biden “zich volledig inzet om de stem van het Cubaanse volk die verandering wil, te steunen, te ondersteunen en te versterken.” LeoGrande zegt dat “De Verenigde Staten en Cuba op ramkoers liggen over de steun van Amerikaanse diplomaten aan programma’s ter bevordering van “democratie”.”

Zowel in Venezuela als in Cuba hebben de VS agressief ingegrepen in een poging een gewenst en ingebeeld complot waar te maken. In beide landen is die poging mislukt. Maar in beide gevallen heeft dat de VS er niet van weerhouden dat verhaal te vertellen.

Ted Snider is afgestudeerd in filosofie en schrijft over het analyseren van patronen in het buitenlands beleid en de geschiedenis van de VS.