Francesco Rocca deed de onderfinanciering van hulpprogramma’s af als een probleem van ‘politieke wil’.
Bron: Ricardo Vaz op venezuelanalysis.com 4 december 2019 ~~~
De president van de Internationale Federatie van het Rode Kruis (IFRC) heeft kritiek geuit op de “onaanvaardbare” politisering van humanitaire hulp aan Venezuela.
Francesco Rocca sprak maandag tijdens een persconferentie in Genève en stelde een gebrek aan financiering voor de programma’s van de organisatie in Venezuela aan de kaak.
“Dit gaat niet over middelen, dit gaat over politieke wil”, zei hij tegen verslaggevers, eraan toevoegend dat minder dan tien procent van het verzoek in september van het IFRC om US $ 50 miljoen noodhulp was vervuld.
Rocca verklaarde verder dat hulpprogramma’s van VN-agentschappen en andere internationale actoren in Venezuela eveneens ondergefinancierd werden, en deed de privatisering van hulp af “als een middel om het land te destabiliseren”.
De chef van het Rode Kruis trok vergelijkingen met andere landen en wees erop dat de financieringsaanvraag van $ 12 miljoen voor de Bahama’s na een orkaan in september binnen tien dagen met $ 8 miljoen werd overtroffen. Hij voegde eraan toe dat “het gemakkelijker is om fondsen te ontvangen voor Syrië of voor Jemen.”
“Ik kan me geen andere verklaring voorstellen dan de politieke wil om deze situatie moedwillig te creëren”, concludeerde hij, terwijl hij ook het idee van de hand wees, dat de Venezolaanse regering de toegang tot hulp blokkeert.
Het Rode Kruis heeft een groot aantal programma’s in samenwerking met de Venezolaanse regering. De activiteiten werden in april uitgebreid met het doel tegemoet te komen aan de onmiddellijke voedsel- en medicijnbehoeften van 650.000 mensen. Volgens IFRC-cijfers zijn er volgens de IFRC echter slechts ongeveer 50.000 Venezolanen bereikt.
De organisatie veroordeelde eerder de “politisering” van hulpacties toen de VS en de Venezolaanse oppositie op 23 februari probeerden zogenaamde “humanitaire hulp” over een gesloten Venezolaans-Colombiaanse grens te dwingen. De inspanningen waren uiteindelijk niet succesvol.
Oppositieleider Juan Guaido riep zichzelf in januari uit tot ‘interim-president’ en werd onmiddellijk erkend door Washington en regionale bondgenoten. Sindsdien heeft hij geprobeerd de Maduro-regering te verdrijven, onder meer via een mislukte putsch-poging op 30 april. Van hun kant hebben de VS internationale inspanningen geleverd om Venezuela te omsingelen, waaronder de activering van het militaire TIAR-pact.
Venezuela is de afgelopen jaren verstrikt geraakt in een diepe economische crisis die ernstig is verergerd door Amerikaanse sancties. Na opeenvolgende rondes van maatregelen gericht op de olie-industrie en andere vitale economische sectoren, legde Washington in augustus een algemeen embargo op, waarbij alle transacties met de Venezolaanse regering en staatsentiteiten verboden en secundaire sancties tegen externe actoren geauthoriseerd werden.
Sancties van de VS hebben geleid tot een drastische daling van de olieproductie – voorheen de bron van ongeveer 95 procent van de exportinkomsten -, waardoor het vermogen van de overheid om voor de invoer van voedsel, medicijnen en andere essentiële goederen te betalen werd beperkt.
Een rapport van het in Washington DC gevestigde Centrum voor Economisch en Beleidsonderzoek (CEPR) wees uit dat Amerikaanse maatregelen sinds 2017 verantwoordelijk zijn voor ten minste 40.000 doden, waarbij honderdduizenden meer risico lopen.
Topfoto: Het Rode Kruis heeft kritiek geuit op het gebrek aan steun voor zijn programma’s in Venezuela. (AVN)