Guido De Schrijver levert een waardevolle analyse van de situatie in Venezuela. Het Zuid-Amerikaanse land dat vanwege het succes van de hervormingen van Hugo Chavez, nog geen 10 jaar geleden haar inwoners alles bood waar ze voorheen alleen maar van durfden dromen: Het hoogste BDP, het hoogste minimumloon en de beste sociale voorzieningen van het continent, waaronder gratis onderwijs en gezondheidszorg, sociale huisvestingprogramma’s en goed openbaar vervoer.
Door de financieel economische sabotage van de VS en haar Neo-liberale bondgenoten verkeert Venezuela nu in een keiharde overlevingsstrijd. De sociale verworvenheden van het Chavismo, die ook voor westerse landen een reel alternatief voor het Neo-liberalisme zouden kunnen zijn, staan nu op het spel.

Venezuela, een tweekoppig creatuur, met dank aan de VS

Bron: Guido De Schrijver, op deWereldMorgen, 7 oktober 2019

Historische opfrissing

Tijdens de verkiezingen van 2015 onder president Nicolás Maduro haalde de oppositie een ruime meerderheid in de Nationale Vergadering (Congres of Parlement). Maar het Hooggerechtshof, hoofdzakelijk bemand door regeringsgezinde magistraten) schortte vier volksvertegenwoordigers (drie van de oppositie en een regeringsgezinde) van de deelstaat Amazonas op vanwege onregelmatigheden. Daardoor zag de oppositie zijn aantal van 113 gereduceerd tot 109 leden en verloor daarmee nipt zijn twee derde meerderheid. Die meerderheid had hen de mogelijkheid gegeven om hervormingen te kunnen doorvoeren op de bestaande wetten, de rechterlijke en electorale macht, de grondwet en de grondwetgevende vergadering.

De oppositie nam het niet en ging op eigen houtje door met vergaderen naast de regeringsgezinde volksvertegenwoordigers. Zo zijn er twee naast elkaar bestaande Nationale Vergaderingen in werking. De officiële Nationale Grondwetgevende Vergadering. En de Nationale Vergadering ‘zonder naleving van de wetten’ zoals de regering hen noemt. Daarnaast zijn ook twee procureurs-generaal in functie, één van de oppositie en de regeringsgetrouwe.

In 2017 brak een algehele crisis uit in het land met massale straatprotesten en heel wat dodelijke slachtoffers aan beide kanten. Dat was het startsein om een parallel Hooggerechtshof te creëren. Meer dan 30 magistraten, die niet akkoord gingen met bepaalde praktijken van de regering of die overstapten naar de politieke oppositie of die van corruptie beschuldigd werden, weken uit. Begin 2018 installeerden zij in Washington een nieuw Hooggerechtshof. Sommigen onder hen resideren in Panama, Chili en Colombia. Ze vergaderen digitaal.

En de eerste dagen van oktober dit jaar stichtte een groep Venezolaanse officieren in Florida, Verenigde Staten een militaire Generale Staf. Met de bedoeling een overgangsregering op te richten. Onder hen zijn politieke opposanten, maar ook deserteurs, gepensioneerde militairen, of gedegradeerden vanwege onder andere relaties met drugshandel of corruptie. Of nog anderen die gevangen gezet werden, vrijkwamen en uitweken.

Ondertussen was er ook al de zelfverklaarde tweede president, namelijk Juan Guaidó. Inmiddels werden pogingen ondernomen om het ambassadepersoneel van de regering van Nicolás Maduro overal ter wereld te vervangen door leden van de oppositie. En last but not least. Pogingen worden ondernomen door de oppositie om zich meester te maken van de financiële tegoeden die door de VS geblokkeerd werden.

Twee presidenten, twee Nationale Vergaderingen, twee procureurs-generaal, twee Hooggerechtshoven, twee maal een militaire Generale Staf, haast twee diplomatieke netwerken in het buitenland en pogingen om een tweede staatskist in het leven te roepen door de officiële leeg te roven.

Steun vanuit het westen

Heel deze operatie voor de creatie van een ‘parallel’ Venezuela naast het officiële zou niet zo’n vaart lopen zonder de steun van vooral de VS en in hun zog West Europa. Ook sommige Latijns-Amerikaanse regeringen laten zich door de VS verplichten om zich tegen Venezuela te keren. Niet alleen politieke steun, ook financiële. Op 25 september kondigde het Agentschap van de VS voor Internationale Ontwikkeling (Usaid) dat $ 52 miljoen verleend worden aan de oppositie en bestemd zijn voor ‘onafhankelijke’ instanties, de civiele maatschappij, de gezondheidssector en de Nationale Vergadering van de oppositie. Usaid staat wel bekend als een van de belangrijkste civiele armen van de VS om ‘zachte staatsgrepen’ te veroorzaken in bepaalde landen met als gevolg opstanden en opflakkeringen van geweld en chaos. (kijken we maar naar de afschuwelijke chaos in landen van het Midden Oosten na Amerikaanse – en West-Europese – interventies).

Dat zelfverklaarde president Guaidó op veel buitenlandse steun kan rekenen, bewijst nog maar eens zijn succes in de Organisatie van Amerikaanse staten (OAS). Daar verzocht hij de lidstaten over te gaan om het Internationaal Verdrag voor Wederzijdse Bijstand (TIAR) toe te passen op Venezuela. Dat verdrag werd ondertekend in Rio de Janeiro in Brazilië in 1947. Wanneer een van de Amerikaanse staten bedreigd wordt door een andere staat, zullen alle anderen de bedreigde staat ter hulp snellen. Dit is alweer een creatie van de VS. Met dat instrument beogen ze een Latijns-Amerikaanse staat die niet in de pas (hun pas) loopt als een gevaar voor de VS te beschouwen. Daardoor kunnen ze eventueel een buurland of buurlanden zo ver krijgen dat ze het bewuste land aanvallen.

In 1954 bij voorbeeld werd de toenmalige sociaaldemocratische regering van Guatemala een zogezegde ‘bedreiging’ voor de VS. Honduras leende er zich toe om uitgeweken Guatemalteekse militairen en opposanten op het grondgebied aan de grens toe te laten, waar ze zich bewapenden. Achteraf staken ze de grens over en vielen Guatemala binnen, terwijl de VS de hoofdstad bombardeerden. De regering moest aftreden. Maar in 2012 stapten Venezuela, Bolivië, Ecuador en Nicaragua uit de TIAR.

Hallucinante toestanden

Guaidó, de zelfverklaarde president van Venezuela, vindt dat zijn eigen land best door de andere landen van de TIAR aangepakt wordt als zijnde een militaire dreiging. Tegen wie? Dat zou dan eventueel buurland Colombia kunnen zijn. Maar waarom? Bovendien kan noch hij noch de eigenlijke president Maduro een dergelijk verzoek richten tot de OEA niet eens tegen een derde land, laat staan tegen zichzelf (sic), daar Venezuela in 2012 uit het Verdrag stapte. Het verzoek werd tijdens de sessie in New York, jawel, goedgekeurd.

Maar nog eens. Voor wie kan Venezuela een militaire bedreiging zijn? Het is net andersom. De VS proberen samen met Colombia vijandigheid en provocaties te creëren aan de grens met de bedoeling Venezuela valse stappen te doen zetten, die achteraf kunnen geïnterpreteerd worden als een agressie tegen Colombia. Daardoor kan Venezuela door een of meerdere lidstaten van TIAR met behulp van de VS militair aangevallen worden.

Je zou van minder. Uruguay kreeg het blijkbaar op de heupen en trok zich onlangs ook al terug uit het TIAR-verdrag.

Internationale kentering in zicht?

Op het eerste gezicht valt er een voorzichtige verandering te bespeuren in de houding van internationale actoren tegenover Venezuela. Nin Nova, buitenlandminister van Uruguay veroordeelde einde september tijdens de 74ste sessie van de Algemene Vergadering van de VN in New York de agressie, de economische, commerciële en financiële blokkade en de weigering van internationale samenwerking door de VS tegen Venezuela en Cuba. Hij verdedigde daarbij het internationaal recht, de vrede, de democratie en de zelfbeschikking van de volkeren.

“We worden sterk gealarmeerd door de extreme ideologieën die proberen met geweld andere landen aan te vallen, waarbij de stem van regionale organismen geweld wordt aangedaan en waarbij crisissituaties en geweld ontstaan en dat als een excuus om hun doctrines langs de gewapende weg op te leggen.”

Tenslotte verwierp hij de toepassing van buitenlandse machten “als voorwendsel voor het verdedigen van de democratie.” Tot voor kort schreven de internationale media in hun commentaren en reacties de toestand in Venezuela toe aan de onbevoegdheid, de corruptie, enzovoort van de regering van Nicolás Maduro. Buitenlandse factoren, zeg maar de Amerikaanse interventie, kwamen er nauwelijks of niet aan te pas. Maar op 1 september greep de 42ste gewone periode van de Raad voor de Mensenrechten van de VN plaats in Genève. In die raad zitten nogal wat niet-westerse landen. De leden keurden een resolutie goed waarbij ze de eenzijdige ingrepen van de VS tegen Venezuela veroordelen. Ze gingen voor een vreedzame, democratische en grondwettelijke oplossing voor de situatie door de Venezolanen zelf zonder enige buitenlandse inmenging.

Juan Guaidó stond ondertussen niet stil. De man plande een Eerste Mondiale Parlementaire Bijeenkomst in Venezuela voor 3 oktober om de ‘humanitaire crisis’ in het land te bespreken. Hij spoorde de parlementariërs van de oppositie aan om hem massaal te steunen bij zijn initiatief. Achteraf bleek de reactie te mager om ermee door te gaan. Voorlopig heeft hij het internationaal gebeuren doorgeschoven naar 26 november.

En inmiddels gaat president Nicolás Maduro resoluut door met pogingen om op basis van een ‘dialoog voor de vrede’ een oplossing voor de crisis te vinden. Noorwegen biedt zich vanouds als gastland aan voor de nodige ontmoetingen. Aan de Nationale Conferentietafel voor de Dialoog nemen reeds drie ex-kandidaten voor het presidentschap deel en zeven politieke Partijen. Die zouden volgens enquêtes alvast 40% van de oppositie vertegenwoordigen. Indien de meer extreme oppositie aan tafel wil, zal volgens president Maduro het voornaamste punt van de agenda zijn “ons te verenigen om de stopzetting van de sancties tegen Venezuela te eisen.”

Deze publicatie van Guido De Schrijver, heeft dewereldmorgen.be als Creative Commons beschikbaar gesteld