Bron:  Chandran Nair 
nationalinterest.org 8 juni 2023 (EN) 
hintergrund.de 13 juni 2023 (DE)

Vijf belangrijke trends illustreren hoe de wereld verandert

De post-westerse, multipolaire internationale orde is in opkomst. Terwijl de wereld worstelt met de gevolgen van deze machtsverschuiving, wordt de basis gelegd voor een grote afrekening.

Deze afrekening zal de lang gevestigde overtuigingen en structuren die de Westerse overheersing van de wereld de afgelopen paar honderd jaar in stand hebben gehouden, op de proef stellen en de aard van de veronderstelde aanspraak van het Westen op het leiderschap van de wereldorde blootleggen. Het eindresultaat zal een fundamentele herwaardering zijn van de internationale betrekkingen zoals we die kennen.

Deze grote afrekening wordt gedreven door vijf belangrijke trends die westerse landen dwingen om zich aan te passen aan een toekomst waarin de macht gedeeld moet worden met de rest in een multipolaire wereld. Als we deze trends niet onderkennen of ze met alle macht proberen tegen te houden, kan dat een aanzienlijk risico vormen, niet alleen voor het Westen zelf, maar ook voor de stabiliteit in de wereld. Toekomstige conflicten kunnen echter worden vermeden als deze periode van verandering wordt gezien als een kans om een rechtvaardiger wereld op te bouwen, in plaats van als een crisis die bevoorrechte en vastgeroeste privileges bedreigt.

Vijf trends om te overwegen

Welke toekomst het Westen te wachten staat – een soepele overgang naar multipolariteit of een periode van instabiliteit en potentiële conflicten – zal grotendeels afhangen van hoe beleidsmakers reageren op de volgende vijf trends.

Ten eerste wordt het voorgaande verhaal van de geschiedenis ontrafeld. Gedurende zijn koloniale geschiedenis heeft het Westen de selectieve interpretatie en vertelling van gebeurtenissen bedreven en geperfectioneerd, waarbij het zichzelf afschilderde als de grondlegger van de moderne beschaving en een welwillende leider. Dit is nu aan het veranderen; informatietechnologieën zoals het internet en sociale media hebben het monopolie op informatie en geschiedenis, dat ooit in handen was van westerse poortwachters (mediabedrijven, universiteiten, uitgevers van boeken, etc.), doorbroken. Als gevolg hiervan realiseren mensen over de hele wereld zich dat de geschiedenis niet langer beperkt is tot de westerse interpretatie – inclusief diens projectie van welwillendheid.

Een belangrijk onderdeel van deze ontwikkeling is het feit dat het Westen vaak zijn eigen onvolmaakte verleden niet erkent. Terwijl het de nadruk legt op de vermeende wandaden van anderen, zwijgt het over zijn eigen roemruchte momenten, zoals de vernietiging van inheemse culturen door de vroege Amerikaanse pioniers, de uitbuiting van het Afrikaanse continent door de Europeanen of de behandeling van de inheemse bevolking van Australië. In het reine komen met deze historische episodes is des te belangrijker omdat ze een impact hebben op het gedrag van vandaag; Westerse naties hebben ook problemen met het toegeven van huidige fouten en bedoelingen.

Niet-westerse naties kunnen nu duidelijk maken dat hun eigen landen en gemeenschappen een lange geschiedenis hebben die niet alleen tegengesteld is aan de westerse interpretatie, maar dat deze geschiedenis onderzocht, begrepen en verteld moet worden. Het Westen moet in het reine komen met deze trend en de implicaties ervan, in plaats van ze te blijven ontkennen en onderdrukken. Denk aan de voortdurende diplomatieke inspanningen van de Indiase regering om Groot-Brittannië te dwingen schatten terug te geven die van India zijn gestolen, waaronder enkele kroonjuwelen.

De tweede trend is de herwaardering van de “op regels gebaseerde” internationale orde. Beleidsmakers in Washington horen het misschien niet graag, maar het concept wordt wereldwijd belachelijk gemaakt en alom gezien als een instrument van het Westen om mondiale aangelegenheden te beheersen en de hegemonie te handhaven. In het licht van herhaalde schendingen van de eigen regels groeit de wrevel tegen westerse naties, wat betekent dat de legitimiteit van deze orde in twijfel wordt getrokken, ondanks de positieve facetten ervan.

Deze groeiende frustratie gaat gepaard met het feit dat de machtsverhoudingen tussen verschillende naties de huidige wereldorde veranderen en nieuwe kansen en uitdagingen creëren. China heeft een prominentere positie ingenomen en biedt wereldwijd collectieve diensten aan, zoals het stichten van vrede en het aanpakken van klimaatverandering op een manier die westerse naties niet willen of kunnen doen. India begint zich ook te laten gelden, net als verschillende andere landen zoals de Verenigde Arabische Emiraten en Indonesië.

Nu steeds meer landen hun eigen koers bepalen in de 21e eeuw, moet het Westen zich realiseren dat het internationale machtsevenwicht is verschoven. Het kan anderen niet langer zijn wil opleggen – de opkomst van China en andere landen is hiervan het bewijs. Het Westen moet in het reine komen met deze nieuwe realiteit en zich realiseren dat er een nieuwe, meer pragmatische en multipolaire aanpak nodig is, waarbij landen een buitenlands beleid voeren dat gericht is op coëxistentie en geleid wordt door hun nationale belangen in plaats van “de ene” of de andere kant te kiezen.

Het derde punt is de ontmaskering van de Westerse “vredeshandhaving”. Hoewel ze zichzelf afschilderen als hoeders van de veiligheid in de wereld, ziet een groot deel van de wereld de VS, en in mindere mate Europa, tegenwoordig meer als profiteurs van oorlog dan als geïnteresseerden in het bevorderen van echte vrede. Het Westerse militair-industriële complex – vooral dat van de VS – is zo machtig dat het bekend staat om zijn greep op het buitenlands beleid van de VS, in die mate dat het conflicten in stand houdt om te profiteren van oorlog.

Op dit moment zijn de VS en hun NAVO-bondgenoten de drijvende kracht achter de stijging van de wereldwijde militaire uitgaven, waarbij de VS meer uitgeeft aan defensie dan de volgende tien landen samen. Het is ook bekend dat elk jaar bijna de helft van het budget van het Pentagon naar particuliere aannemers gaat en dat het militair-industrieel complex miljoenen dollars doneert aan verkiezingen voor het Amerikaanse Congres, wat leidt tot regeringsverovering en aanzienlijke verhogingen van defensiebudgetten.

De rest van de wereld heeft zich gerealiseerd dat het Westen niet als enige in staat is om wereldwijde vredesinspanningen te leiden, vooral niet wanneer een aanzienlijk deel van de Westerse economie erop gericht is om te profiteren van conflicten. Tegen deze achtergrond vindt er een positieve verschuiving plaats: China bemiddelt in baanbrekende vredesakkoorden, bijvoorbeeld tussen Saoedi-Arabië en Iran, terwijl staatshoofden als Joko Widodo van Indonesië, Narendra Modi van India en Luiz Inácio Lula da Silva van Brazilië vreedzame oplossingen voor moderne conflicten promoten.

De vierde trend die zich aftekent, is de onttroning van de westerse financiële superstructuur. Het is geen groot geheim dat het Westen zijn financiële macht gebruikt voor geopolitieke voordelen en doeleinden – politici en geleerden hebben het openlijk over het ” wapeniseren van financiën” en het opleggen van sancties aan landen die zich niet houden aan westerse dictaten. Het vermogen van de Verenigde Staten en hun bondgenoten om de reserves van soevereine staten – Afghanistan, Venezuela, Rusland – te bevriezen en zelfs in beslag te nemen, heeft ook schokgolven door de wereld gestuurd.

Om deze reden en vanwege de reputatie van het Westen op het gebied van financiële hebzucht en wangedrag – die hebben geleid tot verwoestende crises zoals de financiële crisis van 2007-2008 en de recente ineenstorting van de Silicon Valley Bank, die wereldwijde gevolgen had – groeit het wantrouwen en de afwijzing van westerse financiële structuren.

Ondertussen worden er pogingen ondernomen om de exorbitante privileges die de Amerikaanse munt aan de VS toekent te verminderen. Het aandeel van de munt in de wereldwijde buitenlandse reserves is gedaald van 73 procent in 2001 tot 47 procent vorig jaar en de de-dollarisering is in volle gang. Bovendien zijn landen op zoek naar alternatieven voor het SWIFT-systeem, dat ook werd gebruikt om sancties door het Westen te ondersteunen, wat de wereldwijde meerderheid verontrustte.

Naarmate landen met stabiele munten aan invloed winnen, ontstaat er een multipolaire economische orde die geopolitieke allianties, economische diplomatie en het machtsevenwicht binnen internationale instellingen een nieuwe vorm geeft.

Deze verschuiving zou ontwikkelingslanden meer flexibiliteit kunnen geven bij het beheer van hun valuta en monetair beleid, en de mogelijkheden van het Westen om unilateraal sancties op te leggen beperken. Bovendien hebben de Brics-landen onlangs de G7-landen ingehaald in termen van BBP, wat wijst op een herverdeling van de economische macht en op toekomstige samenwerking op het gebied van handel, investeringen, infrastructuur en ontwikkelingshulp.

Ten vijfde en tot slot is de geloofwaardigheid van de westerse pers merkbaar afgenomen. Dit komt op een kritiek moment, aangezien herhaalde tekortkomingen in de afgelopen jaren wereldwijd het bewustzijn hebben vergroot van de rol van de westerse media in het bestendigen van de westerse voorkeursvisies van de huidige wereldorde – vaak ten nadele van andere landen.

Zo heeft het voortdurende afkraken van China in de westerse krantenkoppen geleid tot een onproductief en angst aanjagend beeld van Beijing als een bedreiging voor zijn eigen burgers en de wereld in het algemeen. De geopolitieke context van Hongkong en Taiwan, hoewel gecompliceerde kwesties, is bijzonder selectief herhaald om een “wij tegen zij”-verhaal te promoten in plaats van begrip tussen het Westen en China te bevorderen.

Ook de grotendeels eenzijdige berichtgeving over het conflict in Oekraïne gaat regelmatig voorbij aan de nationale en regionale geopolitieke complexiteit van de langdurige Russisch-Oekraïense betrekkingen en de geschiedenis van de NAVO-expansie in Europa. Het gebrek aan berichtgeving over de aanslag op Nord Stream, die volgens velen werd gepleegd door een Westerse natie – met passende verslaggeving om deze bewering te staven – is een opvallende omissie die heeft bijgedragen aan het gebrek aan vertrouwen in de Westerse media bij zowel niet-Westerse als Westerse lezers. Pas maanden later erkent de westerse pers mogelijke westerse schuld, of op zijn minst medeweten.

Bovendien heeft de inadequate en bevooroordeelde berichtgeving over niet-westerse conflicten zoals die in Jemen, Myanmar en Palestina wereldwijd geleid tot beschuldigingen van verwaarlozing, vooringenomenheid en zelfs racisme.

De tekens aan de wand

Westerse regeringen, die opereren in een echokamer van ontkenning, zouden hun vrienden over de hele wereld de hand moeten reiken en moeten erkennen wat voor iedereen duidelijk is, behalve voor henzelf: dat de wereld niet meer is zoals hij was in het tijdperk na de Koude Oorlog. Het oude is voorbij en het Westen heeft eenvoudigweg niet meer de politieke en financiële macht, laat staan de internationale legitimiteit die het ooit had.

Westerse naties moeten zich aanpassen aan deze veranderde internationale omgeving in plaats van koppig vast te houden aan “business as usual”. Doen ze dat niet, dan wordt de wereld nog gevaarlijker en zullen de geloofwaardigheid en invloed van het Westen nog verder afnemen.

Topfoto: Soepele overgang naar multipolariteit of een periode van instabiliteit en potentiële conflicten? Bron: clacso

Chandran Nair is oprichter en uitvoerend directeur van het Global Institute For Tomorrow (GIFT). Hij is de auteur van het boek Dismantling Global White Privilege: Equity for a Post-Western World.