Bron: Thierry Meyssan 
Voltaire Netwerk, Paris 17 januari 2023 ~~~

Zowel in tijden van vrede als in tijden van oorlog wordt de westerse overheersing over de rest van de wereld, evenals die van de Verenigde Staten over hun bondgenoten, verwezenlijkt met het recht als instrument. Internationale tribunalen zijn er dus niet op uit om recht te doen, maar om de wereldorde te bevestigen en degenen die haar aanvechten te straffen. Het Amerikaanse recht en het Europese recht dienen ook om de rest van de wereld te dwingen zich te schikken naar het beleid van Washington en Brussel. Dit systeem begint te verbleken.

Ook in de talen: عربي Deutsch ελληνικά 
English français italiano Português русский

Sinds het uiteenvallen van de Sovjet-Unie heeft het Westen internationale rechtbanken en het Amerikaanse rechtssysteem gebruikt om zijn recht op te leggen. Ze veroordelen degenen die ze bestrijden en berechten nooit hun eigen criminelen. Dit concept van rechtvaardigheid is de belichaming geworden van hun dubbele moraal. Maar de verzwakking van de westerse overheersing sinds de overwinning van Rusland in Syrië en nog meer sinds de oorlog in Oekraïne begint gevolgen te hebben voor dit systeem.

Het einde van de westerse dominantie begon in 2016

Op 5 mei 2016 proclameerde president Vladimir Poetin de overwinning van de beschaving op de barbarij, d.w.z. van Syrië en Rusland op de door het Westen bewapende en gesteunde jihadisten. Hij organiseerde een op televisie uitgezonden symfonieconcert in de ruïnes van Palmyra, de oude stad waar koningin Zenobia alle religies in harmonie had laten samenleven. Dit concert van het Mariinsky Orkest van St. Petersburg had als symbolische titel: “Gebed voor vrede”. De heer Poetin sprak via een videoconferentie.

In het Westen werd niet begrepen wat er gebeurde, omdat men niet wist dat de jihadisten slechts marionetten van hun geheime diensten waren. In hun ogen, en vooral sinds de aanslagen van 11 september, waren zij hun vijanden. Zij begrepen niet dat de schade die jihadi’s in eigen land en in de rest van de wereld aanrichten, bij lange na niet hetzelfde is. Bij de aanslagen van 11 september bijvoorbeeld – tegen alle logica in toegeschreven aan jihadisten – kwamen 2.977 mensen om het leven, terwijl Daesh honderdduizenden Arabieren en Afrikanen vermoordde.

Het einde van de instrumentaliteit van de internationale justitie

Het proces dat in 2011 in Den Haag begon tegen een door het Westen omvergeworpen Afrikaanse leider veranderde van sfeer na het Palmyra-concert. Laten we de feiten in herinnering brengen: in 2000 werd Laurent Gbagbo verkozen tot president van Ivoorkust. De man is de kandidaat van de Verenigde Staten. Hij zette aanvankelijk een autoritair regime op dat bepaalde etnische groepen bevoordeelde ten koste van andere. Totdat hij besefte dat hij alleen maar rijker werd dankzij zijn bondgenoot en besloot zijn land te dienen. Onmiddellijk hebben de Verenigde Staten en Frankrijk een opstand tegen hem aangemoedigd, vanwege de fouten die ze hem hadden laten maken. Uiteindelijk heeft het Franse leger, na tussenkomst van de VN, in 2011 president Gbagbo ten val gebracht en president Alassane Ouattara geïnstalleerd, een persoonlijke vriend van de Franse president Nicolas Sarkozy. De afgezette Gbagbo werd gearresteerd om door het Internationaal Strafhof te worden berecht voor “genocide”. Het Hof, dat het internationale tij zag keren, is er echter nooit in geslaagd dat feitelijk vast te stellen. Het spreekt Laurent Gbagbo vrij in 2019, daarna in hoger beroep in 2020. Sindsdien hebben we de Franse aanwezigheid in Afrika onverbiddelijk zien afnemen.

Het Internationaal Strafhof was, in tegenstelling tot het ontwerp van zijn oprichters, een instrument van overheersing geworden dat alleen Afrikaanse nationalisten veroordeelde. Zij heeft nooit de misdaden van Amerikaanse presidenten, Britse premiers of Franse presidenten onderzocht. Haar vooringenomenheid in dienst van het imperialisme bleek duidelijk toen haar aanklager, Luis Moreno Ocampo, ten onrechte beweerde Saif al-Islam Kadhafi te willen vasthouden om de Libiërs ervan te weerhouden zich tegen de illegale NAVO-oorlog te verzetten.

Het begin van gelijke internationale gerechtigheid voor iedereen

Evenzo heeft de Algemene Vergadering van de VN op 30 december 2022 een resolutie aangenomen waarin het Internationaal Gerechtshof, het interne VN-gerechtshof, wordt gevraagd te oordelen over de Israëlische bezetting van Palestina. Dit is een spectaculaire omkering van de regel, aangezien de bezetting al… 75 jaar duurt. Het lijdt geen twijfel dat het Hof Israël zal veroordelen en de 195 VN-lidstaten zal dwingen de consequenties te trekken.

De westelijke staten proberen nu een nieuwe rechtbank op te richten, omdat de bestaande rechtbank hen in de steek laat. De initiatiefnemers willen “Vladimir Poetin veroordelen voor Russische misdaden in Oekraïne”. Men probeert zodoende de verantwoordelijkheid van de Duitse bondskanselier Angela Merkel en de Franse president François Hollande te verdoezelen, die de akkoorden van Minsk mede hebben ondertekend, zonder ooit van plan te zijn geweest ze toe te passen, en de moord op 20.000 Oekraïners hebben toegestaan. Zij ontkennen ook dat de Russische president Vladimir Poetin op grond van de verantwoordelijkheid om te beschermen militair heeft ingegrepen om deze overeenkomsten, die bij Resolutie 2202 van de Veiligheidsraad zijn bekrachtigd, af te dwingen.

Elke militaire operatie maakt slachtoffers. Vaak onrechtvaardig. Dit is de aard van oorlogen, in contrast met politionele acties. De kwestie is niet om degenen die oorlogen voeren te veroordelen, maar om het toepassen van oorlog te voorkomen.
Het internationale strafrecht moet niet degenen straffen die voor de verdediging van hun vaderland slachtoffers moeten maken, maar degenen die conflicten kunstmatig creëren en zonder reden doden. Dit is absoluut niét hetzelfde.

Het einde van de instrumentaliteit van de westerse justitie

De Verenigde Staten en de Europese Unie kennen een extra-territorialiteit aan hun lokale wetten toe. Volledig in strijd met het VN-Handvest schenden zij de soevereiniteit van andere staten uitgaande van hun nationale recht.

Sinds 1942 hebben de Verenigde Staten talrijke extraterritoriale wetten aangenomen: Trading with the Enemy Act (1942), Foreign Corrupt Practices Act (1977), Cuban Liberty and Democratic Solidarity Act (bekend als Helms-Burton) (1996), Iran and Libya Sanctions Act (bekend als Amato-Kennedy) (1996), USA PATRIOT Act (2001), Public Company Accounting Reform and Investor Protection Act (bekend als Sarbanes-Oxley of SarbOx) (2002), Foreign Account Tax Compliance Act (FACTA) (2010), CLOUD Act (2018).

In dit systeem gaan de Amerikaanse justitie en de Amerikaanse geheime diensten hand in hand. Volgens de DGSI (Franse contraspionage) “vertaalt extraterritorialiteit zich in een grote verscheidenheid van wetten en juridische mechanismen die de Amerikaanse autoriteiten de mogelijkheid geven om buitenlandse bedrijven aan hun normen te onderwerpen, maar ook om de expertise van Nord Stream 2 te veroveren, de ontwikkelingsinspanningen van concurrenten van Amerikaanse bedrijven te belemmeren, en lastige of begeerde buitenlandse bedrijven te controleren of te bemachtigen en zo aanzienlijke financiële inkomsten te genereren” [1].

De regeling ontmoedigt buitenlandse bedrijven die overal in de VS werken of Amerikaanse dollars gebruiken om het beleid van Washington te overtreden. Het legaliseert ook economische oorlogsvoering, valselijk bestempeld als “sancties”, hoewel deze bepalingen in strijd zijn met het VN-Handvest omdat zij niet door de Veiligheidsraad worden bekrachtigd. Het is machtig genoeg om bijvoorbeeld een staat volledig te isoleren en de bevolking uit te hongeren, zoals in Irak met Bill Clinton, en nu in Syrië met Joe Biden.

Naar Amerikaans voorbeeld ontwikkelt de Europese Unie geleidelijk haar eigen extraterritoriale wetten. In 2014 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie (bekend als het Hof van Luxemburg) het Amerikaanse moederbedrijf van een Spaanse zoekmachine schuldig bevonden aan het schenden van Europese wetten door deze dochteronderneming.

Ook dit westerse model staat op instorten. De economische oorlog die het Westen voert tegen Iran, naar aanleiding van de westerse agressie in Syrië door proxy-jihadisten, en tegen Rusland, naar aanleiding van de uitvoering van Resolutie 2202 door Moskou, is te omvangrijk om te kunnen worden toegepast.

Olietankers deinzen er niet langer voor terug om Iraanse of Russische olie op zee over te laden. Iedereen weet dit, maar ze doen alsof ze het niet zien. Hoewel het Pentagon niet aarzelt om schepen voor de kust van Syrië tot zinken te brengen, durft het dit niet te doen voor de kust van de Europese Unie na het saboteren van de Nord Stream 1– en Nord Stream 2-pijpleidingen. Ditmaal zijn niet meer de “vijanden” maar de “bondgenoten” de daders. Deze economische oorlogen zijn pas impopulair in het Westen wanneer de Europeanen de exorbitante prijs beginnen te betalen.

Thierry Meyssan

[1] « Espionnage : les modes opératoires des États-Unis », Le Figaro, 13 novembre 2018.


Gerelateerd (berichten in dit archief):