Bron: Vanessa Beeley, beeley.substack.com 18 okt 2022 ~~~
Onlangs (inmiddels alweer een jaar geleden -Red) zijn er twee artikelen gepubliceerd in Haaretz. Omdat ze beide achter een paywall staan zal ik veel van de informatie hier delen en wat verdere context toevoegen.
Het eerste is getiteld ‘Israëls geheime vergiftigingen in 1948’:
Een nieuw artikel van Benny Morris en Benjamin Kedar geeft aan dat ruim voor de mislukte moordaanslag op Meshal van Hamas 25 jaar geleden, Israël al massavergiftigingen heeft geprobeerd uit te voeren tijdens de oorlog in 1948.
Op 25 september 1997 – ‘Mossad-agenten van de speciale troepeneenheid Kidon (Hebreeuws voor bajonet) vergiftigden Khaled Meshal, de voorzitter van het politieke bureau van Hamas, in Amman, Jordanië. Een van de agenten hield een klein buisje vast en besproeide Meshal’s oor met het materiaal.’
Een vrouwelijke arts, vergezeld door Mishka Ben David, één van de inlichtingenofficieren van de Mossad, werd gekozen voor de missie in Jordanië. Ze deden zich voor als een Israëlisch koppel op vakantie in een hotel in Amman. De dokter en Ben David bezaten een tegengif dat het gif zou neutraliseren als het zou lekken en de agenten per ongeluk zouden verwonden. Israël bewaarde een reserve tegengif op een andere locatie in Amman.
De missie mislukte.Mossad-agenten met valse Canadese paspoorten werden gearresteerd en vier andere vluchtten naar de Israëlische ambassade in Jordanië.
De Jordaanse koning Hoessein dreigde de ambassade te bestormen en de agenten te executeren. Om de koning te sussen stemde Israël in met de vrijlating van sjeik Ahmed Yassin, de oprichter en spiritueel leider van Hamas, en met het redden van Meshal’s leven. De arts en Ben David gaven één van de tegengiffen aan een Jordaanse inlichtingenofficier, die het doorstuurde naar een Jordaanse arts. Israël redde het leven van Meshal.
Als gevolg van de mislukte moordpoging moest Israël toegeven dat het gif had gebruikt – een vorm van biologische oorlogsvoering.
Het Protocol van Genève uit 1925 verbiedt het gebruik van biologische wapens. Vijftig jaar later werd er nog een internationale overeenkomst getekend: Het Verdrag inzake het verbod op de ontwikkeling, productie en aanleg van voorraden van bacteriologische (biologische) en toxinewapens en inzake de vernietiging van deze wapens, beter bekend als het Verdrag inzake biologische wapens.
Echter, terwijl 183 staten het verdrag hebben geratificeerd, heeft Israël, samen met Egypte, Somalië, Eritrea en de Comoren, geweigerd om toe te treden.
Er wordt algemeen aangenomen en gerapporteerd dat de verschillende vergiftigingsmaterialen die door de Mossad werden gebruikt voor de reeds gepubliceerde gevallen, en nog enkele andere die geheim zijn gebleven, werden gefabriceerd in het Israel Institute for Biological Research in Nes Ziona, 20 kilometer ten zuiden van Tel Aviv.
Het instituut, dat gezamenlijk toebehoort aan het kantoor van de premier en het ministerie van Defensie, werd in 1952 opgericht ter vervanging van het Wetenschappelijk Korps van het leger. De eerste directeur was Alexander Keynan.
Deze eenheid is nu betrokken bij het gebruik van biologische oorlogsvoering tijdens de Nakba 1948 – de door de Britten gesteunde etnische zuivering van Palestina door zionisten. Twee historici – Benny Morris, emeritus hoogleraar aan de Ben-Gurion Universiteit in Be’er Sheva, en emeritus hoogleraar Benjamin Ze’ev Kedar van de Hebreeuwse Universiteit in Jeruzalem – schreven Cast thy bread: Israëlische biologische oorlogsvoering tijdens de oorlog van 1948 (gepubliceerd door Middle Eastern Studies).
Volgens Haaretz werd het artikel onderzocht en gepubliceerd tegen de wil van het Israëlische veiligheidsapparaat, dat consequent historische documenten heeft geblokkeerd die getuigen van oorlogsmisdaden tegen Palestijnen – waaronder executies van gevangenen, marteling, etnische zuivering, vernietiging van dorpen en apartheid. Het artikel is gebaseerd op originele documenten die zijn opgeslagen in het staatsarchief van Israël en andere gerelateerde archieven.
Het volgende komt uit de samenvatting van het artikel van Morris en Kedar:
Dit artikel beschrijft de bacteriologische oorlogscampagne van Israël tijdens de eerste Arabisch-Israëlische oorlog van 1948 [Nakba]. In de decennia na die oorlog deden geruchten de ronde dat Israël bacteriën had gebruikt, naast conventionele wapens, in zijn strijd tegen de Palestijnse Arabieren en de omliggende Arabische staten. De declassificatie van dossiers in de Israëlische militaire archieven, onze ontdekking van een cruciale brief in particuliere handen en de publicatie van een handvol memoires met betrekking tot 1948 hebben ons in staat gesteld om de kloof tussen geruchten en feiten te overbruggen; om de oorsprong van de campagne te verklaren; om de fasen ervan te reconstrueren, beginnend in april 1948; om vast te stellen wie erbij betrokken waren – waaronder de premier van Israël, David Ben-Gurion en de feitelijke chef-staf van het Israëlische leger, Yigael Yadin, evenals vooraanstaande Israëlische wetenschappers – en wie er actief tegen waren.
De codenaam voor de operatie was “Cast Thy Bread” (ontleend aan een vers in het boek Prediker 11:1). Volgens het onderzoek waren wetenschappers van het Wetenschappelijk Korps in samenwerking met militaire eenheden “betrokken bij een systematische campagne om waterputten te vergiftigen” met tyfusbacteriën om de Palestijnse bevolking effectief etnisch te zuiveren en hen bang te maken zodat ze hun land zouden verlaten.
Het bevel om de tyfusbesmetting te gebruiken werd gegeven of goedgekeurd door de stichter van de ‘Joodse staat’ – David Ben-Gurion. Ben-Gurion overlegde met eminente wetenschappers waaronder Prof. David Erenst Bergman die beschouwd wordt als de bedenker van het Israëlische nucleaire programma. Ook Prof. Ephrain Katzir en Prof. Alex Keynan werden geraadpleegd.
Het volgende komt uit het tweede Haaretz artikel:
Op 1 april 1948 schreef David Ben-Gurion in zijn dagboek over “de ontwikkeling van de wetenschap en het versnellen van de toepassing ervan in oorlogsvoering.” Anderhalve maand later schreef hij over “biologische materialen” die werden gekocht voor $2000.
Ben-Gurion zette zich in voor de etnische zuivering van Palestina om de ‘Joodse staat’ op te bouwen.
Op 12 juli 1937 schreef Ben-Gurion in zijn dagboek over de voordelen van de verplichte volksverhuizing (die was voorgesteld door de Britse Peel Commissie):
“De verplichte overdracht van de [Palestijnse] Arabieren uit de valleien van de voorgestelde Joodse staat zou ons iets kunnen geven wat we nooit hadden, zelfs niet toen we op onszelf stonden tijdens de dagen van de eerste en tweede Tempel. . . We krijgen een kans waarvan we in onze wildste verbeelding nooit durfden dromen. Dit is MEER dan een staat, regering en soevereiniteit—-dit is nationale consolidatie in een vrij thuisland.” (Righteous Victims, p. 142)
“Met verplichte overdracht [zouden] we een uitgestrekt gebied [voor nederzettingen] hebben. Ik ben voorstander van verplichte overdracht. Ik zie er niets immoreels in.” (Righteous Victims, p. 144)
Tot de militaire topmensen die op de hoogte waren van de operatie behoorden de generaals Yohanan Ratner en Yigal Yadin en Lt.Kol. Moshe Dayan. Het was Dayan’s taak om de tyfus testbuisjes af te leveren aan zijn ondergeschikten met de instructies om ze te verdelen over waterputten in de buurt van Jericho en in dorpen op het platteland van Jeruzalem. Het is de moeite waard om te vermelden dat het Jordaanse leger ook in deze gebieden was ingezet.
Het volgende komt uit Haaretz :
Dayan – die zichzelf nu, in code, “Moshe Neptune” noemde – stuurde een telegram naar Yadin: “Cast Thy Bread zal worden geactiveerd door Nahshon [bedoeld wordt Operatie Nahshon strijdkrachten, waartoe ook de Harel Brigade behoorde] op maandag of dinsdag. Ik kom halverwege de week met al het materiaal.”
Yadin instrueerde senior IDF-commandanten: “Er is een onmiddellijke noodzaak om in jullie hoofdkwartier een speciale officier aan te stellen voor Cast Thy Bread zaken. De zaak is van het grootste belang en moet door u in het grootste geheim worden gehouden.”
In een andere kabel schrijft Yadin: “Plaats in de putten materiaal van het Cast Thy Bread type.” En in een ander telegram: “Is er toestemming om B [de Hebreeuwse letter Bet] te gebruiken in de gebieden die door ons [d.w.z. Israël] geëvacueerd zullen worden?”
Moshe Dayan in een toespraak voor het Technion (Israëlisch Instituut voor Technologie), Haifa in 1969:
“Joodse dorpen werden gebouwd op de plaats van Arabische dorpen. Jullie kennen niet eens de namen van deze Arabische dorpen, en ik neem het jullie niet kwalijk, want aardrijkskundeboeken bestaan niet meer, niet alleen bestaan de boeken niet meer, de Arabische dorpen zijn er ook niet meer. Nahlal ontstond in de plaats van Mahlul; Kibboets Gvat in de plaats van Jibta; Kibboets Sarid in de plaats van Huneifis; en Kefar Yehushu’a in de plaats van Tal al-Shuman. Er is geen enkele plaats in dit land gebouwd die geen vroegere Arabische bevolking had.”
Het is vermeldenswaard dat Illan Pappe de historicus en auteur van The Ethnic Cleansing of Palestine al vóór de recente onthullingen naar deze operatie verwees en door de zionistische lobby aan de schandpaal werd genageld voor zijn beweringen:
Lokale linkse commandanten aan het zuidelijke front weigerden deel te nemen aan de biologische oorlogsvoering.
Het artikel van Morris en Kedar werpt ook licht op nog een paar gevallen waarin Israëlische soldaten met het gif naar Akko en het Galileïsche dorp Ilabun werden gestuurd. Volgens documenten van de Britse Arabieren en het Rode Kruis werden tientallen inwoners van Akko vergiftigd en ernstig ziek. Een onbekend aantal van hen stierf.
“De operatie richtte zich aanvankelijk op het gebied tussen Jeruzalem en Tel Aviv en breidde zich later uit naar Akko in het noorden en Gaza in het zuiden. Het bewijsmateriaal geeft aan dat het later ook andere gemeenschappen omvatte – hetzij in de planning of in de praktijk – zoals Jericho, Be’er Sheva, Ilaboun, Bidu, Beit Suriq, Beit Mahsir en Har-Tuv (nadat de Joden waren geëvacueerd). De mogelijkheid om doelen buiten Israël toe te voegen, zoals Caïro en Beiroet, werd ook voorgesteld, maar daar kwam niets van terecht. Het idee daarachter was om de opmars van de Arabische legers te hinderen. [Egypte en Jordanië].”
In mei 1948 deden twee Hagana soldaten zich voor als Arabieren en gingen Gaza binnen met de bedoeling om de waterbronnen te vergiftigen. Ze werden gearresteerd en ter dood veroordeeld door een Egyptische militaire rechtbank.
Morris vond dramatisch bewijs over de operatie in de archieven van Kibboets Na’an, in getuigenissen die in 1988 werden afgelegd door een lid van de kibboets, de archeoloog Shemarya Guttman, die een Palmah-commandant en een hoge inlichtingenofficier van de IDF was. Guttman vertelde hoe generaal Yohanan Ratner, de senior commandant die door Ben-Gurion was aangesteld om de operatie te leiden, hem informeerde over het sturen van “twee mensen naar de Egyptische grens om deze klus [met betrekking tot] waterputten te klaren”. De twee waren David Mizrahi en Ezra Horin (Afgin), die op 22 mei 1948 op weg gingen naar de missie in Gaza, maar werden opgepakt en berecht in een Egyptische militaire rechtbank voor het vergiftigen van waterputten met bacteriën, en later geëxecuteerd.
Guttman vertelt dat hij fel gekant was tegen de operatie op morele gronden en waarschuwde ook dat het vergiftigen van het water ook de Joden zou kunnen schaden. “Kijk, we kunnen morgen ook dit gebied veroveren en van dit water drinken, en heel ons leger zal ook ziek zijn van tyfus of dysenterie,” zei hij tegen Ratner. Toen hij vroeg om het bevel op schrift te krijgen, werd zijn verzoek afgewezen. “[Ratner] zei tegen me: ‘Ik zal zoiets nooit [schriftelijk] geven.'” Guttman rapporteert verder dat hij vroeg “over wat voor soort materiaal ze het hadden – ‘vloeistof of poeder … en hij besloot toen dat het poeder zou zijn”. Hij merkt ook op dat “de twee op heterdaad betrapt werden”.
Een andere getuigenis die Morris en Kedar vonden, zat verborgen in een interview dat voormalig ambassadeur Asher Ben-Natan gaf aan historicus Nir Mann in 2008. Ben-Natan beschreef een andere fase van de operatie: een poging om waterputten in Caïro te vergiftigen. In de zomer van 1948 was Ben-Natan in Parijs als onderdeel van zijn functie bij de operationele inlichtingendienst. Inlichtingenofficier Binyamin Gibli ontmoette hem daar en gaf hem “een capsule om waterputten in Caïro mee te vergiftigen”. Maar het plan werd geschrapt en, zei Ben-Natan, “ik bleef achter met de gifcapsule en uiteindelijk heb ik die vernietigd in het riool.” Morris en Kedar vonden ook bewijs hiervan in de IDF archieven, in een document uit september 1948, waarin Yadin schrijft: “Bel alstublieft snel … met betrekking tot de activering van Cast Thy Bread in het buitenland.”
De documenten laten zien dat Ben-Gurion aan de top van de piramide stond. Onder hem stond Yadin, die toezicht hield op de militaire kant van de operatie. De operatie werd geleid door Yohanan Ratner. Aanvankelijk was Dayan de topman van de groep, die later stafchef en minister van Defensie van de IDF werd. De documenten geven aan dat Dayan diende als de smokkelaar die de bacteriën van het Science Corps naar verschillende punten in het land bracht.
David Shaltiel, commandant van de Etzioni Brigade in Jeruzalem, was ook betrokken bij de operatie. Inlichtingenofficier Ezra Helmer (later Omer, hoofd van de Inlichtingendienst van de Generale Staf van de Haganah) sloot zich in een later stadium ook aan. De identiteit van een andere persoon die betrokken was bij de operatie blijft onzeker. In kabels wordt hij “Mizrahi” genoemd.
The ethnic cleansing of Palestinian (Tantura) women to Jordan in 1948.
Topfoto: Krijgsgevangenen in Ramla 1948 – Benny Morris: “We ontcijferden de ontwikkeling van de operatie en de stadia ervan, we ontdekten wie de operatie goedkeurde, organiseerde en gecontroleerde, en hoe deze in het veld werd uitgevoerd.” © Rothenberg