Bron: Ajit Singh
Analyse op de Grayzone 9 maart 2020

Ajit Singh rapporteert over de rechtse regime-veranderingsentiteit die zich voordoet als een grassroots mensenrechtennetwerk terwijl ze China probeert te destabiliseren.

De afgelopen jaren hebben weinig verhalen zoveel verontwaardiging in het Westen gegenereerd als de toestand van Oeigoerse moslims in China. Rapportage over de kwestie wordt meestal weergegeven door schijnbaar spontane informatielekken en uitingen van weerstand door Oeigoerse mensenrechtenactivisten die worstelen om gehoord te worden, tegenover een tirannieke Chinese regering.

Of het klopt of niet, bijna alles wat in de westerse media-accounts van de Oeigoerse moslims in China voorkomt, is het product van een zorgvuldig opgezette mediacampagne, gegenereerd door een apparaat van rechtse, anti-communistische Oeigoerse separatisten, gefinancierd en getraind door de Amerikaanse overheid.

Een centraal instrument in de nieuwe Koude Oorlog van Washington tegen China, dit netwerk heeft een lange geschiedenis van relaties met de Amerikaanse nationale veiligheidsstaat en extreem-rechtse ultra-nationalisten.

De kern van deze beweging is het World Uyghur Congress (WUC), een internationale organisatie van Uyghur die beweert betrokken te zijn bij een ‘vreedzame, geweldloze en democratische’ strijd voor ‘mensenrechten’. De WUC beschouwt de noordwestelijke Xinjiang-regio van China als Oost-Turkestan, en beschouwt zijn Oeigoerse moslimbewoners niet als Chinese burgers, maar in plaats daarvan als leden van een pan-Turks volk dat zich uitstrekt van Centraal-Azië tot Turkije.

Zoals uit dit onderzoek blijkt, is de WUC geen grassroots-beweging, maar een door de Amerikaanse overheid gesteunde paraplu voor verschillende in Washington gevestigde outfits die ook sterk afhankelijk zijn van Amerikaanse financiering en richting. Tegenwoordig is het het belangrijkste gezicht en de stem van een separatistische operatie gericht op het destabiliseren van de Xinjiang-regio van China en uiteindelijk het omverwerpen van de Chinese regering.

De WUC en haar uitlopers proberen een color-revolutie te orkestreren met als doel regime-change in Beijing, en hebben banden gesmeed met de Gray Wolves, een extreem-rechtse Turkse organisatie die actief betrokken is geweest bij sektarisch geweld van Syrië tot Oost-Azië.

Geen van deze verbindingen lijken de sponsoren van de WUC in Washington te hebben afgeschrokken. Ze hebben de slagkracht van het netwerk in elk geval versterkt door het te consolideren als een van de krachtigste politieke wapens die de VS hanteert in de nieuwe Koude Oorlog tegen China.

Aangeboden door US Regime Change Arm

De WUC promoot zichzelf als een ‘oppositiebeweging tegen de Chinese bezetting van Oost-Turkistan [sic]’ die ‘de collectieve belangen vertegenwoordigt’ en ‘de enige legitieme organisatie van de Oeigoerse bevolking is, zowel in Oost-Turkistan als in het buitenland’.

Het hoofdkantoor is gevestigd in München en de WUC is een internationale koepelorganisatie met een netwerk van 33 filialen in 18 landen over de hele wereld. De WUC en zijn filialen – met name de Uyghur American Association, Uyghur Human Rights Project en Campaign for Uyghurs – worden geciteerd in bijna elk westers mediabericht over de Oeigoerse moslims in China.

Vanaf het begin werd de WUC ondersteund door de National Endowment for Democracy (NED). Met miljoenen aan belastinggeld van de VS hebben de NED en haar dochterondernemingen oppositiepartijen, “maatschappelijke organisaties” en mediaorganisaties in landen die de VS aanvalt voor regimeverandering gesteund.

Philip Agee, de overleden klokkenluider van de CIA, beschreef het werk van de NED als een meer geavanceerde versie van de ouderwetse geheime operaties die Langley gebruikte om te engineeren. ‘Tegenwoordig,’ legde Agee uit, ‘in plaats van dat de CIA achter de schermen rondloopt en probeert het proces te manipuleren door hier geld in te voegen en in het geheim instructies te geven, enzovoort, hebben ze nu een sidekick, dit is dit National Endowment for Democracy, NED. ‘

De beoordeling van Agee werd bevestigd door Allen Weinstein, een voormalige trotskist en oprichter van de NED. Weinstein vertelde The Washington Post in 1991: “Veel van wat we vandaag doen, werd 25 jaar geleden heimelijk gedaan door de CIA.”

Toen de WUC in 2004 werd opgericht, prees Louisa Coan Greve, de toenmalige Aziatische programmamedewerker van de NED, dat als een “grote prestatie”.

De NED heeft de WUC miljoenen dollars aan financiering verstrekt, waaronder alleen al sinds 2016 $ 1.284.000 en miljoenen dollars aan extra financiering voor aan WUC gelieerde organisaties. De subsidies zijn bestemd voor het trainen van Oeigoerse activisten en jongeren in de media en lobbyen voor belangenbehartiging, “om de bekendheid met en de ondersteuning van de Oeigoerse mensenrechten te vergroten”, met speciale aandacht voor het Amerikaanse Congres, het Europees Parlement en de Verenigde Naties.

In 2018 voorzag de NED de WUC en zijn uitlopers van bijna $ 665.000, volgens de website van de voormalige organisatie.

De NED heeft een directe rol gespeeld bij het vormgeven van de richting en het beleid van de WUC. Naast geinfiltreerde WUC-gelieerde organisaties met NED-medewerkers zoals Coan Greve, heeft de NED sinds 2007 het jaarlijkse “Leadership Training Seminars” voor de WUC gesponsord en georganiseerd.

https://www.facebook.com/uyghurcongress/posts/1972612762773538

Veel vooraanstaande leden van de WUC hebben ook in hogere functies gewerkt voor Radio Free Asia (RFA) en Radio Free Europe / Radio Liberty (RFE / RL). Deze door de regering gerunde persagentschappen werden door de CIA opgericht tijdens de Koude Oorlog voor propaganda in China en de Sovjetunie en om oppositie tegen het communisme aan de grenzen van deze landen op te wekken.

Het is niet verwonderlijk dat de WUC nauw aansluit bij de agenda van het buitenlands beleid van Washington en de vijandige nieuwe strategie voor de Koude Oorlog, die de opkomst van China wil beheersen en belemmeren. De WUC ontmoet en lobbyt Amerikaanse en westerse politici regelmatig en spoort hen aan het isolement van, en ‘de druk op China te vergroten‘; economische sancties op te voeren; banden met China te beperken en westerse bedrijven uit de regio terug te trekken.

De WUC vierde de ondertekening van The Uighur Act van 2019 door het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden, in december 2019. Het wetsvoorstel, waarin de Trump-regering werd opgeroepen sancties tegen de Chinese regering in te stellen, was de laatste in een reeks anti-China-prestaties .

Dit regime-changeapparaat heeft zijn grootste impact via de media en biedt een constante bron van zelfbenoemde Uyghur-dissidenten en mensenrechten-horrorverhalen voor enthousiaste westerse verslaggevers. Het klankbord dat de WUC en zijn gelieerde ondernemingen ontvangen, reikt veel verder dan de platforms van bedrijfsmedia die bekend staan ​​voor het echoen van de woordvoerders van het het buitenlandbeleid van de VS; zelfs schijnbaar tegendraadse, progressieve en linkse media zoals The Intercept, Democracy Now! en Jacobin Magazine hebben hen een onkritisch platform geboden.

Terwijl ze de verhaallijn van de WUC overnemen, lijken deze zelfbenoemde alternatieve media nooit de nauwe banden te noemen die de organisatie en haar uitlopers hebben gesmeed met de Amerikaanse nationale veiligheidsstaat en rechtse etnisch-nationalistische bewegingen in het buitenland. Maar deze relaties zijn geen geheim. In feite lijken ze een bron van trots voor het WUC-leiderschap.

Far-Right Roots of ‘Human Rights’ Movement

De extreem-rechtse wortels van de Oeigoerse “mensenrechten”-beweging

Achter het zorgvuldig opgebouwde mensenrechtenimago is de Oeigoerse afscheidingsbeweging voortgekomen uit elementen in Xinjiang die het socialisme als “de vijand van de Islam” beschouwden en die van meet af aan de steun van Washington zochten en zich opwierpen als gretige voetsoldaten voor de Amerikaanse hegemonie.

De stichter van deze afscheidingsbeweging was Isa Yusuf Alptekin. Zijn zoon, Erkin Alptekin, richtte de WUC op en was de eerste voorzitter van de organisatie. De senior Alptekin wordt door het WUC en de huidige president Dolkun Isa “onze overleden leider” genoemd.

Alptekin werd geboren rond de eeuwwisseling van de 20e eeuw en was de zoon van een ambtenaar van de plaatselijke overheid in Xinjiang. Als jongeling kreeg hij een grotendeels islamitische opvoeding, omdat zijn familie de intentie had dat hij een godsdienstgeleerde zou worden.

Tijdens de Chinese burgeroorlog die van 1945 tot ’49 woedde tussen nationalisten en communisten, diende Alptekin onder de nationalistische Kuomintang (KMT) regering in Xinjiang. Gedurende deze periode ontving de KMT massale militaire en economische steun van de Verenigde Staten – waaronder miljarden dollars in contanten en militaire uitrusting, samen met de inzet van tienduizenden Amerikaanse mariniers – in een poging om de Chinese revolutie neer te slaan.

Tegelijkertijd, aldus historica Linda Benson, werd Alptekin “actiever in zowel de Guomindang [sic] als in de politiek op nationaal niveau … en ontmoette hij persoonlijk meermaals [KMT leider] Chiang Kai-shek.” Voor Alptekin en gelijkgezinden die Turkisch nationalisme en de uiteindelijke onafhankelijkheid van de regio nastreefden, “was het net zo belangrijk en noodzakelijk om het land dat zij Oost Turkestan noemden te beschermen tegen Sovjet en Chinees communisme, die beide werden gezien als reële en aanwezige gevaren voor de islamitische volkeren.”

Voor de KMT waren Oeigoerse activisten zoals Alptekin uitstekende kandidaten voor het provinciaal bestuur van Xinjiang. Zoals Benson verklaarde: “de essentiële kwalificatie voor dergelijke benoemingen… was dat zij anti-communistisch en anti-Sovjet moesten zijn”. In zijn memoires onthulde Alptekin dat hij “alle Russen en linksen in de regering wilde elimineren,” en zei dat “scholen ook werden aangemoedigd om religieus onderwijs in hun curriculum op te nemen.”

Als fervent tegenstander van rassenvermenging zette Alptekin zich in om vermenging tussen Han-Chinezen en Oeigoerse moslims te voorkomen. Tijdens zijn regeringsperiode vielen religieuze fundamentalisten “de huizen aan van Han-Chinezen die getrouwd waren met Moslim [sic] vrouwen […] De menigte ontvoerde de Moslim vrouwen, en in sommige gevallen werden de ongelukkige vrouwen gedwongen om met oude Moslim mannen te trouwen.” Hoewel het geweld talrijke Han-Chinezen het leven kostte, werd er tijdens Alptekin’s ambtstermijn niet tegen opgetreden.

Naarmate de burgeroorlog voortduurde, raakte Alptekin gefrustreerd over de afnemende macht van de nationalisten en had hij een ontmoeting met de Amerikaanse en Britse consuls in Xinjiang, waarbij hij de twee mogendheden verzocht hun interventie in China en de regio uit te breiden. Met de naderende overwinning van de Chinese Revolutie, ging Alptekin in 1949 in ballingschap.

Alptekin vestigde zich uiteindelijk in Turkije, waar hij zich ontpopte tot de leider bij uitstek van de Oeigoerse afscheidingsbeweging in de tweede helft van de 20e eeuw. Hij probeerde internationale steun te verwerven voor de onafhankelijkheid van Oost-Turkestan en zocht daartoe steun bij vooraanstaande Amerikaanse functionarissen en extreem-rechtse, neo-Ottomaanse ideologen in Turkije.

Alptekin, die een boek vasthoudt, leidt een demonstratie ter ondersteuning van het Oost-Turkestaanse separatisme in 1966. Alptekin staat voor een spandoek met de tekst: “Communisme is de vijand van de Islam.”

De Oeigoerse separatistenleider schreef verschillende malen aan de toenmalige Amerikaanse president Richard Nixon om hem te vragen het separatisme van Oost-Turkestan te steunen. In een missive aan de president in 1969, verklaarde Alptekin zijn volledige steun aan de Amerikaanse oorlog tegen Vietnam: “Wij zijn hoopvol en verheugd dat de VS, als een fort van vrijheid, gevangen naties beschermt,” verklaarde hij. Altepkin pleitte vervolgens bij zijn “Excellentie” Nixon en de VS, “de meest imminente beschermer van gevangen naties”, om de onafhankelijkheid van Oost-Turkestan te steunen.

Het jaar daarop schreef Alptekin Nixon om te waarschuwen voor het kwaad van “Rood China”. Hij noemde het land “een grote bedreiging waar de hele wereld onder leiding van de Verenigde Staten van Amerika mee te maken heeft. Deze bedreiging is nu bezig de aarde te overspoelen. Als het de de tijd krijgt, kan het de balans in de wereld verstoren ten nadele van de vrije naties.”

“De hele wereld heeft reden om beducht te zijn voor Rood China,” drong Alptekin er bij Nixon op aan, “want het is waarschijnlijk een onweerstaanbare [sic] bedreiging op aarde… China is vandaag de dag een van de grootste naties ter wereld waar de marxistische leer is doorgevoerd… China kan een grotere bedreiging blijken te zijn voor de hele wereld, en deze bedreiging zal waarschijnlijk een totale vernietiging aanrichten onder de vrije naties als zij niet voorzichtig en vooruitziend zijn.”

Alptekin adviseerde Nixon om de “Chinese oorlog van wereldverovering” te bestrijden door separatistische bewegingen te steunen, met name die van Oost-Turkestan nationalisten, en door “het proces van het uiteenvallen van het Chinese rijk te versnellen”.

Alptekin stelde een gedetailleerde strategie op voor de verandering van het regime in Washington en drong er bij de VS op aan steun te verwerven voor zijn zaak bij de “vrije wereld”, een academisch instituut op te richten om “elk aspect” te bestuderen van de minderheidsnationaliteiten die in China leven, propaganda te ontwikkelen voor minderheidsnationaliteiten door “een radionetwerk te exploiteren dat deze volkeren in hun respectieve talen bestraalt”; “een plan op te stellen om de medewerking te verkrijgen” van minderheidsnationaliteiten en “de kinderen van de niet-Chinese ballingen in het buitenland op te leiden”.

In 1970 reisde Alptekin naar Washington voor een ontmoeting met leden van het Amerikaanse Congres en om het Huis van Afgevaardigden toe te spreken.

Alptekin en andere Oost-Turkestaanse separatisten ontmoetten leden van het Amerikaanse Congres tijdens een reis naar Washington in 1970.

Banden smeden met fascistische, etnisch-supremacistische Turkse nationalisten

Terwijl hij Washington om steun vroeg, knoopte Alptekin sterke banden aan met extreem-rechts in Turkije. Hun banden berustten op een solide basis van anticommunistische ijver en pan-Turks, neo-Ottomaans nationalisme.

Bij talrijke gelegenheden ontmoette Alptekin Alparslan Türkeş, een fascistische ultranationalist die vurig geloofde in de Turkse etnische superioriteit over minderheden als Koerden en Armeniërs, en voor wie de uitroeiing van het communisme onder de Turkse bevolkingsgroepen van Sovjet-Centraal-Azië en Xinjiang “de droom was die hij het meest koesterde“.

Alparslan Türkeş en Isa Yusuf Alptekin

Türkeş was lange tijd leider van de extreem-rechtse Nationalistische Actie Partij (MHP) en haar paramilitaire arm, de Grijze Wolven. Volgens de Washington Post stond hij aan het hoofd van een moorddadige groep “rechtse terroristen” die “blind nationalistisch, fascistisch of zoiets zijn, en uit zijn op de uitroeiing van de communisten”. De fascistische militante groep vermoordde talrijke linkse activisten, studenten, Koerden, en deed een beruchte poging om Paus Johannes Paulus II te vermoorden.

Met militaire training van de VS was Türkeş een van de oprichters van de Turkse cel van Operatie Gladio, het door de VS en de NAVO gesteunde netwerk van “stay behind” anticommunistische paramilitaire groepen die talrijke terreurdaden en sabotages uitvoerden in heel Europa.

Alptekin lijkt de haatdragende politiek van Türkeş en extreem-rechts in Turkije te hebben gedeeld, en heeft vaak anti-Armeense standpunten verkondigd, waaronder ontkenning van de Armeense genocide en beweringen dat Armeniërs moordenaars waren van onschuldige Turken.

De Turkse rechtervleugel heeft de afscheidingsbeweging in Oost-Turkestan met open armen ontvangen, en heeft zich op hen beroepen als een belangrijke basis voor politieke steun. “De martelaren van Oost-Turkestan zijn onze martelaren,” verklaarde Recep Tayyip Erdoğan, toenmalig burgemeester van Istanbul, toen hij een park inwijdde dat ter ere van Alptekin was genoemd, na de dood van de Oeigoerse nationalist in 1995.

In de afgelopen decennia heeft de Oeigoerse afscheidingsbeweging haar banden met Washington en de Amerikaanse nationale veiligheidsstaat nauwer aangehaald. De WUC en de daarbij aangesloten organisaties – waaronder de Uyghur American Association, Uyghur Human Rights Project, en Campaign for Uyghurs – bestaan uit personen die directe banden hebben met de Amerikaanse regering, het leger en het regime-change establishment.

Geïnspireerd door de pro-vrijemarkt revoluties die de regering van de VS heeft ontketend in de voormalige Sovjet republieken van Centraal Azië, heeft het WUC’s regime change netwerk een duidelijk doel gesteld: China destabiliseren en de regering omverwerpen.

Tot zover voorlopig de vertaling van deze Onderzoeks-analyse van Ajit Singh. Lees de laatste helft op The Grayzone.com of Consortiumnws.com, vanaf :

Met de gelofte China te vernietigen, verdienen de leiders van de WUC bijval en steun van het Westen


De andere kant van deze al te vaak eenzijdig belichte west-chinees situatie is ook onderzocht en beschreven op counterpunch, voltairenetwerk, globalresearch, sputniknews, theGrayzone, 21stcenturywire en vele andere mediasites (Engelstalig):

2021