Bron: Morningstaronline, 16 november 2022 ~~~

Al tien jaar lang keert JENNY KASSMAN terug naar de bezette Westelijke Jordaanoever om te getuigen van de steeds brutalere behandeling van autochtone dorpelingen door Israëlische kolonisten en soldaten – zonder internationale druk blijven de vooruitzichten somber.

Elke oktober, wanneer ik mensen vertel dat ik met een groep naar het dorp Burin in Palestina reis voor de olijvenoogst, zal iemand reageren – niet echt wetend wat anders te zeggen – met “oh, wat heerlijk! Het zal lekker warm weer zijn!”

In feite is het weer in het deel van Palestina waar wij verblijven – de bezette Westelijke Jordaanoever – in oktober wisselvallig, met bewolkte en regenachtige dagen, vooral in de tweede helft van de maand.

Onze groep uit Groot-Brittannië en Ierland voelt de hitte echter op andere manieren – de hitte die wordt veroorzaakt door het verbranden van olijfgaarden van Palestijnse boeren door Israëlische settlers (die ik liever kolonisten noem) die ook huizen in dorpen aanvallen.

Deze kolonisten worden aangestoken door hun obsessieve haat tegen Palestijnen die zij willen verdrijven in hun misleidende overtuiging dat de Joden een door God uitverkoren volk zijn, dat hun het land heeft beloofd dat zij bezetten.

Dit jaar was geen uitzondering.Op een vrijdag eind oktober gingen drie van ons Anwar steunen, een Palestijnse boer die olijven wilde oogsten in zijn boomgaard aan de rand van Burin.

Kort na een gezellige picknicklunch met Anwar en zijn jonge tienerzoon Hamoudi, vestigde Anwar onze aandacht op het toenemende aantal Israëlische kolonisten uit de illegale nederzetting Har Brakha, een van de drie nederzettingen – alle illegaal volgens het internationaal recht – op heuvels die uitkijken over Burin.

De kolonisten liepen naar een Palestijns huis halverwege een heuvel, vlakbij de nederzetting. Toen ze dichterbij kwamen, zagen we dat ze stenen naar het huis gooiden en de olijfgaarden in de buurt, waar boeren hun olijven aan het oogsten waren, in brand staken.

Ondertussen kwamen er Israëlische soldaten aan. We zagen de dichte witte dampen van traangas opstijgen tussen de olijfbomen en hoorden dat er met scherp werd geschoten op Palestijnen die probeerden te voorkomen dat de kolonisten het huis en de olijfgaarden zouden aanvallen.

Kort daarna zagen we meer kolonisten naar een tweede Palestijns huis aan de andere kant van de heuvel, vlakbij de olijfgaard van onze boer. Twee vrouwen verschenen op het dak en haastten zich naar binnen, doodsbang dat hun huis was uitgekozen als doelwit van een kolonistenaanval.

Het aantal kolonisten bleef toenemen terwijl ze over de heuvel naar het huis renden en stenen oppikten. Opnieuw werden ze beschermd door Israëlische soldaten die traangasgranaten gooiden naar het groeiende aantal Palestijnen dat vanuit het dorp aankwam om de kolonisten af te weren, maar die via onze olijfgaard naar de weg werden teruggedreven. Al die tijd hoorden we een loeiende sirene.

We haastten ons met Anwar en Hamoudi om het materiaal en de zakken olijven te verzamelen en liepen naar de tractor die langs de weg geparkeerd stond.

Plotseling werden we omgeven door een dikke witte wolk traangas, afkomstig van granaten die gegooid werden door de Israëlische soldaten die de weg hadden bereikt om ervoor te zorgen dat de kolonisten hun aanval zouden uitvoeren.

Mijn ogen deden pijn en waterden, wat een brandend gevoel op mijn wangen veroorzaakte. Tegelijkertijd had ik een scherpe brandende pijn in mijn keel, die erger werd als ik probeerde te ademen, dus trok ik mijn shirt over mijn hoofd om te proberen de impact van de dampen te verminderen.

Ik voelde hoe iemand me stevig bij de arm nam en me naar een plek leidde die verder van de dampen verwijderd was, waar ik moest hurken terwijl hij mijn gezicht besproeide en een gel op mijn hand deed.
Hij vroeg me voorzichtig of ik Hebreeuws of Engels sprak, waarop mijn maag zich omdraaide toen het me opviel dat de schadelijke dampen om ons heen wel eens van een Brits exportproduct afkomstig zouden kunnen zijn.

De heer legde uit dat ik de gel moest inhaleren, terwijl hij me ook een paar geïmpregneerde tissues overhandigde. Toen verdween hij voordat ik hem kon bedanken.

Toen de dampen waren opgetrokken, ging ik op zoek naar de tractor. Ik passeerde een man die met zijn gezicht naar beneden op de grond lag en naar adem snakte, terwijl ambulancepersoneel hem op de rug klopte.


Ik zag dat een andere man op een brancard naar een ambulance werd gebracht, die onmiddellijk wegreed. Er waren ook mensen die uit ervaring hadden geleerd om met traangas om te gaan, met hun gezichten bedekt met sjaals en uien snuivend. Ze bewogen zich doelgericht door de dampen om te proberen de soldaten af te weren die ons nog steeds aan het achtervolgen waren.

een doos die werd gevonden met traangasraketten

Uiteindelijk kwam onze groep bij elkaar en toen we ons klaarmaakten om te vertrekken, namen de soldaten afscheid door een traangasgranaat naar onze tractor te gooien.Ahmed, de eigenaar van het tweede huis dat door kolonisten is aangevallen. We voelden dat de tractor onbestuurbaar werd toen Anwar de dampen inademde, maar hij slaagde erin hem tot stilstand te brengen. In de trailer slaakte Hamoudi een kreet van pijn terwijl de rest van ons ons gezicht bedekte terwijl we hem probeerden te troosten.

Opnieuw werden we snel geholpen door het efficiënte en vriendelijke ambulancepersoneel, dat duidelijk goed geoefend was in de routine die in dergelijke situaties vereist is.

Ahmed, de eigenaar van het tweede huis dat door kolonisten is aangevallen

De volgende dag keerden we terug naar de olijfgaard om de oogst af te maken en vonden we de grond bezaaid met traangashulzen. We ontmoetten de eigenaar van het nabijgelegen huis dat de vorige dag was aangevallen, die ons een kopje thee bracht. Hij legde uit dat de aanval van de kolonisten een van de vele aanvallen was op zijn huis en talloze andere Palestijnse huizen en olijfgaarden overal op de bezette Westelijke Jordaanoever.

Op dezelfde dag als de aanval van de kolonisten bij de olijfgaard van Anwar, viel in de naburige stad Huwara een groep Israëlische kolonisten, bewaakt door soldaten, Palestijnse bewoners aan door stenen naar hen te gooien, waarbij ze hoofdwonden opliepen. Ook werden voertuigen en winkels aangevallen.

Sinds onze terugkeer in Groot-Brittannië zijn er meer aanvallen van kolonisten in Burin geweest: Op 3 november vielen kolonisten, zoals gewoonlijk beschermd door Israëlische soldaten, Palestijnse huizen in het dorp aan; vuurden zonder onderscheid te maken, sloegen ramen van huizen in en terroriseerden de bewoners.

Drie dagen later vielen Israëlische kolonisten uit Givat Ronen, opnieuw beschermd door soldaten, Palestijnse boeren aan die in de buurt van Burin op hun land werkten.

Jamila naast een van de olijfbomen die ‘s nachts zijn omgehakt

Diezelfde dag ging onze gastvrouw in Burin, Jamila, olijven oogsten in haar boomgaard in de buurt van Givat Ronen. Zij had dit jaar slechts twee dagen toegang gekregen tot haar bosje met één andere arbeider.

Veel bomen waren al vernield door kolonisten. Op de eerste dag gaven Israëlische soldaten haar het bevel om om 13.00 uur te vertrekken, vanwege voortdurend verbaal geweld van kolonisten – ook van hun kinderen. Jamila had slechts een halve zak gevuld van bomen die ze gedurende het jaar niet had kunnen verzorgen. De volgende dag kwam ze aan en ontdekte dat er 11 bomen waren omgehakt.

Volgens de laatste cijfers van het Internationale Comité van het Rode Kruis zijn tussen augustus 2020 en 2021 9.300 bomen op de Westelijke Jordaanoever vernietigd door kolonisten. Waarschijnlijk zal in 2021-22 een vergelijkbaar aantal, of meer, zijn vernield.

Terwijl kolonisten en soldaten hun brute gewelddaden plegen, bij gebrek aan concrete maatregelen van westerse regeringen, is het duidelijk dat de Israëlische staat zich volledig vrij voelt om alle vormen van geweld en schendingen van mensenrechten tegen Palestijnen goed te keuren. Alle betrokken kolonisten handelen volledig straffeloos.

Volgens de Israëlische wet hebben de Palestijnen geen recht op zelfbeschikking, en de bewoners van de Westelijke Jordaanoever vallen eerder onder het militaire dan onder het burgerlijk recht, hoewel zij volgens het internationaal recht recht hebben op volledige bescherming door hun bezetter.

In de tien jaar dat ik Palestina bezoek, ben ik getuige geweest van snel toenemend geweld, onrecht en vernietiging door kolonisten en het leger, waarover in de westerse media slechts zelden wordt bericht. Met de recente verkiezing van een uiterst rechtse regering in Israël zal de benarde situatie van de Palestijnen gegarandeerd nog verder verslechteren met meer doden, meer geweld, meer onteigening en meer vernietiging.

Ik schaam mij voor de onvoorwaardelijke steun aan Israël door de Britse regering en haar westerse bondgenoten, die zich terdege bewust zullen zijn van de vervolging, discriminatie, vernietiging en het geweld waaronder het Palestijnse volk te lijden heeft door toedoen van de Israëli’s, maar die ervoor kiezen hen de rug toe te keren in het belang van politieke allianties, militaire samenwerking en handelsbetrekkingen.

Sancties, het intrekken van handelsovereenkomsten en het stopzetten van militaire verkopen lijken alleen beschikbaar voor landen als Rusland, Iran en Myanmar.

Beschamend genoeg denk ik dat het op korte termijn moeilijk zal zijn om een mentaliteitsverandering in onze regering teweeg te brengen, hoe gewelddadig en onhoudbaar de situatie voor de Palestijnen ook wordt – maar op individueel en groepsniveau kunnen we wel een standpunt innemen.

Zolang de huidige situatie voortduurt, wil ik mensen op zijn minst oproepen de Palestijnse oproep tot boycot, desinvestering en sancties te steunen door te weigeren Israëlische goederen te kopen en niet te investeren in bedrijven die banden hebben met Israël.

Topfoto: Elke aanval van kolonisten wordt door Israelische soldaten, veelal met traangas, ondersteund

Jenny Kassman is lid van de Palestine Solidarity Campaign, Jewish Voice for Labour en de Labour Party.