Bron: Al-haq, Al mezan, PHCR, A-lDameer.
Palestinian News Network (PNN) 4 maart 2021 ~~~

Ramallah/PNN/. Al-Haq, Al Mezan Centrum voor mensenrechten, het Palestijnse Centrum voor Mensenrechten, en Al Dameer associatie voor ondersteuning van gevangenen en mensenrechten (de Coalitie) erkennen en verwelkomen de aankondiging op 3 maart 2021 door het Bureau van de Aanklager van het Internationaal Strafhof (ICC) over het openen van een volledig strafrechtelijk onderzoek naar de Situatie in Palestina. Dit is een historische dag in de decennialange Palestijnse campagne voor internationale gerechtigheid en verantwoordingsplicht voor de klaarblijkelijke gruweldaden van Israël in de Palestijnse gebieden.

Het is absoluut noodzakelijk dat het ICC een volledig, grondig en alomvattend onderzoek instelt en degenen die verantwoordelijk zijn voor het begaan van internationale misdrijven, met inbegrip van oorlogsmisdrijven en misdrijven tegen de menselijkheid, in Palestina ter verantwoording roept. Wij dringen erop aan dat geen onnodige vertraging wordt opgelopen en dat de grootst mogelijke spoed wordt betracht. De bezetting van Palestijns grondgebied door Israël wordt gekenmerkt door de wijdverbreide schending van de mensenrechten van de Palestijnen, en het begaan van herhaalde en voortdurende klaarblijkelijke oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid, vergemakkelijkt door een klimaat van straffeloosheid.

Dit onderzoek is een uiterst belangrijke stap om een einde te maken aan de straffeloosheid en de internationale rechtsorde te handhaven, en tegelijkertijd de waardigheid te waarborgen van het Palestijnse volk, dat nog steeds het recht op zelfbeschikking wordt ontzegd en onderworpen is aan een misdadig regime van apartheid, gedwongen verplaatsing, overbrenging van bevolkingsgroepen, grootscheepse vernieling en toe-eigening van eigendommen, plundering, moedwillige moord en vervolging, naast andere misdrijven die onder de rechtsmacht van het Hof vallen.

Onderzoek naar oorlogsmisdaden in verband met de nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever, met inbegrip van Oost-Jeruzalem, alsook naar Israëls onderwerping van Palestijnse burgers in Gaza aan de onmenselijke afsluiting en brute militaire offensieven, en naar apartheid als misdaad tegen de menselijkheid, vereist dat het Hof zich zowel bezighoudt met het gedrag van individuele soldaten en militaire commandanten, als met de gehele militaire en civiele hiërarchie die is ingebed in de Israëlische bezetting en deze bevordert.

Onze coalitie herhaalt dat personen in Israël aan geen enkel onafhankelijk gerechtelijk onderzoek zijn onderworpen, zowel wat betreft leden van de Israëlische bezettingsmacht, alsook anderen die medeplichtig zijn aan en verantwoordelijk zijn voor het klaarblijkelijk voortduren van misdaden die onder het Statuut van Rome vallen. Israël heeft consequent nagelaten ook maar enige poging te ondernemen om personen, op welk niveau dan ook, verantwoordelijk te stellen voor oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid.
Als staat die partij is bij het Statuut van Rome van het ICC, heeft Palestina naar behoren en volledig ingestemd met de rechtsmacht van het Hof over alle internationale misdrijven die zijn begaan op het grondgebied van de staat Palestina, dat de Westelijke Jordaanoever, met inbegrip van Oost-Jeruzalem, en de Gazastrook omvat.

De beslissing van de Kamer van vooronderzoek van 5 februari 2021 bevestigde dat er voor het Hof geen juridische belemmering bestaat om die rechtsmacht uit te oefenen, en het is nu van essentieel belang dat alle staten die partij zijn bij het Statuut van Rome, alsook alle andere staten, het Hof hun volledige medewerking verlenen bij het verrichten van dit cruciale onderzoek. Voorts is het van essentieel belang dat het Hof over alle nodige middelen beschikt om zijn mandaat en plicht tot onderzoek en vervolging zo onafhankelijk en onpartijdig mogelijk uit te voeren.

Onze coalitie roept derde staten en de internationale gemeenschap op om, overeenkomstig de verplichtingen van artikel 86 van het Statuut van Rome en in overeenstemming met het Gemeenschappelijk Artikel 1 van de vier Verdragen van Genève en artikel 146 van het Vierde Verdrag van Genève, volledig samen te werken met het Bureau van de Aanklager, te zorgen voor de arrestatie en overbrenging naar Den Haag van personen tegen wie een onderzoek loopt en die worden beschuldigd van internationale misdrijven, en te voorkomen dat internationale misdrijven tegen het Palestijnse volk worden voortgezet.

Onze organisaties danken het Bureau van de Aanklager van het Internationaal Strafhof voor zijn krachtige optreden tegen de gezamenlijke aanvallen op het Hof, om ervoor te zorgen dat de stemmen van degenen die het meest gemarginaliseerd zijn en het zwijgen is opgelegd door de misdaden van Israël, eindelijk worden gehoord en dat hun fundamentele recht op toegang tot de rechter wordt geëerbiedigd.

Onze organisaties willen iedereen bedanken die het streven naar gerechtigheid heeft gesteund, die nooit de hoop heeft opgegeven dat gerechtigheid zou geschieden, en die geloofde in de integriteit van het internationale rechtsstelsel en zijn sterke instellingen.