Bron: Friedhelm Klinkhammer, Volker Breutigam
RT-oped 1 februari 2022 ~~~

Agenten van de geheime dienst en ex-politici die voor mediatoezichthouders werken, zijn erop gebrand om de Duitstalige zender RT-DE het zwijgen op te leggen, terwijl de Duitse minister van Buitenlandse Zaken Annalena Baerbock hen blindelings te hulp schiet. Blijkbaar is de enige waarheid altijd wat de Duitse regering zegt dat het is.

Tijdens haar officiële bezoek aan Moskou in januari bewees minister van Buitenlandse Zaken Baerbock (Groene Partij) opnieuw dat ze niet in staat is haar klep te houden wanneer dat nodig is. Haar Russische ambtgenoot Sergej Lavrov benadrukte tijdens een gezamenlijke mediaconferentie dat de belangrijkste uitdagingen in de bilaterale betrekkingen tot nu toe de moeilijkheden rond de Nord Stream 2-gaspijpleiding zijn en de situatie rond de Russische tv-zender RT-DE, die minder dan een week na zijn lancering in december van een satellietzender werd gehaald. Het kanaal was eerder al geblokkeerd door de Amerikaanse techgigant YouTube.

Het antwoord van Baerbock over de kwestie van de gaslevering door Rusland werd uitvoerig behandeld in het ARD-aktuell nieuws. Baerbocks uitspraken over RT-DE werden echter niet uitgezonden. In plaats daarvan gaf tagesschau.de later op de dag Silvia Stöber een platform om halve waarheden over de Russische concurrentie te spuien, waarbij het moeras van mediatoezichthouders volledig werd omzeild.

Naar aanleiding van het uit de lucht halen van de zender RT-DE zei Baerbock:

Ik benadruk nogmaals dat persvrijheid in ons land de afwezigheid van staatsinmenging in de sector betekent (sic!). Wij hebben een duidelijke grondwet die elke (sic!) staatsomroep in Duitsland verbiedt. Dit geldt voor Duitsland, de VS of Rusland. Daarom zullen wij in Duitsland handelen in overeenstemming met wat door de bevoegde autoriteiten is bepaald.

Hoogverraad: Zo erg als het maar kan

De flarden van Baerbocks zinnen staan bol van een onuitsprekelijke Duitse arrogantie (“Wij zijn niet alleen de beste in het verzekeren van vrede en eerbiediging van de mensenrechten, maar ook in het naleven van de persvrijheid en de vrijheid van meningsuiting”). Op dit punt wordt het duidelijk dat de minister het contact met de werkelijkheid verloren heeft. In feite verbiedt onze “duidelijke grondwet” geen staatsomroepen, noch is er sprake van een afwezigheid van “staatsoverschrijding” met betrekking tot de fundamentele vrijheden van pers en meningsuiting. Onlangs nog hebben de premiers van de Duitse Bondsstaten zich “bemoeid” met de openbare omroep. Zij plannen wettelijke “hervormingen” van de omroep, met inbegrip van diens mandaat inzake programma’s.

In tegenstelling tot wat Baerbock beweert, beschikt Duitsland over eigen en buitenlandse staats- of door de staat gefinancierde zenders. Deutsche Welle staat geregistreerd als een openbare instelling, maar de kosten ervan worden gedekt door de federale begroting. Over de hele wereld zendt de zender het door de staat voorgeschreven “officiële” beeld van Duitsland uit. Het zou niet verkeerd zijn om Bundeswehr-TV (Eutelsat 21 B) een “staatskanaal” te noemen. Tot de buitenlandse staatszenders die uitzenden vanuit, of beter gezegd voor, Duitsland behoren: het American Forces Network of AFN (Wiesbaden); British Forces Broadcasting Service of BFBS (Paderborn-Sennelager); Arte France, dat voor tweederde in handen is van de Franse regering; en het door de Amerikaanse regering gefinancierde radiostation Radio Free Europe, ook bekend onder de naam Radio Liberty.

Bovendien zijn er vaak klachten geweest over het feit dat ARD-aktuell herhaaldelijk de “algemeen erkende journalistieke ethiek en normen” heeft geschonden die in haar overheidscontract worden voorgeschreven. In wezen zou men kunnen zeggen dat de redactie wordt omgevormd tot een tak van de regering door haar weigering onafhankelijk onderzoek te verrichten, door het wegfilteren van tegengestelde politieke standpunten, door het onderdrukken en verdraaien van feiten. Verdere informatie is te vinden in het archief van de vereniging Ständige Publikumskonferenz öffentlich-rechtlicher Medien e.V.

Blokkeringsbeleid vanuit het oogpunt van de overheid

Het ontbreekt de besluitvormers van de Duitse TV-nieuwsdienst Tagesschau volledig aan het aloude inzicht dat “vrijheid altijd de vrijheid van afwijkende mening betekent”, of zelfs maar aan elementair fatsoen. Een ander bewijs hiervoor is de bewuste politieke maatregel om RT-DE, een rivaliserende tv-zender, te blokkeren.

De Russische Unie van Journalisten, die meer dan 80.000 leden telt, schreef aan Baerbock voorafgaand aan haar bezoek: “De sluiting van de zender RT-DE was in strijd met de vrijheid van informatie.” Dit was niet genoeg om de aandacht van ARD-aktuell te trekken. Ook Tagesschau & Co. berichtte niet over het feit dat de zender RT-DE op 22 december werd geblokkeerd.

Pas een maand later, op 18 januari, kreeg russofoob Sylvia Stöber de kans om haar mening te geven in een apart artikel voor Tagesschau.de met de titel “Russische buitenlandse zenders: Hoe RT-Deutsch op televisie wil komen”.

In termen van objectiviteit en feitelijke analyse waren er duidelijke contra-indicaties (om een medische term te lenen) voor het geven van een opdracht aan Stöber. In de sekseneutrale variant van het nieuwe Duits wordt het vertaald als “Een vos werd aanngesteld om op de ganzen te letten.” Zij heeft paragraaf 53, lid 3, van het nieuwe Medienstaatsvertrag uit de tekst geplukt, de rest bij de wortels uit elkaar gerukt en de resulterende halfverteerde troep uitgespuwd.

Deze moeilijk te verteren rommel is dan getiteld “Verlenen van vergunningen aan federaal georiënteerde televisie- en radio-omroepen” en er staat:

Een vergunning kan niet worden verleend aan rechtspersonen met een openbaar karakter (…), hun wettelijke vertegenwoordigers en hoge functionarissen, alsmede politieke partijen en verenigingen van kiezers. Hetzelfde geldt voor organisaties die verbonden zijn met de entiteiten van een verbonden onderneming als bedoeld in lid 1 in het kader van paragraaf 15 van de Wet op de naamloze vennootschappen. De leden 1 en 2 zijn dus van toepassing op buitenlandse overheidsinstellingen, respectievelijk staatsinstellingen.

De regelgevende instanties voor de staatsmedia mogen dus geen zendvergunningen afgeven aan alle aanvragers die als overheidsinstelling zijn opgericht (de zogenoemde “overheids- en staatsinstellingen”). Stöber concludeert:

Volgens § 53, lid 3, kan (…) geen toestemming worden verleend aan openbare en staatsinstellingen in binnen- en buitenland. Deze “niet-overheidsomroep” is gebaseerd op de ervaringen (sic!) van het nationaal-socialisme).

Deze verklaring geeft een verkeerde interpretatie van het doel van paragraaf 53. In werkelijkheid is het bedoeld om te voorkomen dat publieke omroepen en overheidsinstanties een door de toezichthouder afgegeven zendmachtiging gebruiken om zich in particuliere of commerciële omroepkringen te begeven.

Dit alles heeft absoluut niets te maken met de eis dat de omroep op afstand van de staat moet worden gehouden, na de verschrikkelijke ervaringen met de Groot-Duitse Omroep onder nazi-Duitsland. Het begrip “niet-overheidsomroep” komt in de overeenkomst helemaal niet voor. Het is slechts een door het Federale Constitutionele Hof gestandaardiseerd interpretatie-element.

Uiteindelijk hebben zelfs de meeste ervaren “gekwalificeerde journalisten” gefaald in het omgaan met elementaire grammatica, zoals we kunnen zien aan Stöber’s gemangelde genitief in “ervaringen van het nationaal-socialisme”.

‘Overheidsinstellingen’

Nog erger is dat Stöber indirect suggereert dat RT-DE een “overheidsinstantie” is (zoals een autoriteit) en daarom geen vergunning kan krijgen op grond van het staatsmediaverdrag. Als ze beter had gekeken, zou ze hebben ontdekt dat het televisienetwerk RT, winnaar van meerdere internationale prijzen, “een autonome, non-profitorganisatie is die door de federale begroting van de Russische Federatie wordt gefinancierd met overheidsgeld”, en dat het is opgericht volgens het privaatrecht. Dit geldt voor RT-DE. De insinuatie dat het een “Russische propaganda-omroep” is, is een typische psychologische projectie van ARD-aktuell (lees: ik schuif mijn schuld op jullie af).

RT-DE ontvangt slechts 32 miljoen euro, schrijft Stöber; de jaarlijkse begroting van het moederbedrijf RT bedraagt minder dan 100 miljoen euro. Onze 14 Duitse staatstoezichthouders voor de media ontvangen jaarlijks 125 miljoen euro, ook al zijn de bureaucraten die er werken alleen verantwoordelijk voor formaliteiten, zoals het afgeven van vergunningen aan particuliere omroepen of het controleren van hun programma’s (zij zijn verantwoordelijk voor de naleving van de reclame- en sponsoringsvoorschriften door de omroepen).

Wij zullen nagaan in welk zinkgat deze enorme som geld spoorloos verdwijnt. Stöber heeft daarvoor in haar ‘analyse’ niet de ruimte kunnen vinden. Het blijkt dat de Duitse publieke omroep en de staatstoezichthouders verstrengeld zijn in een hecht netwerk van partij- en regeringspolitici, medewerkers van de staatskanselarij, vertegenwoordigers van invloedrijke ‘waardige’ groeperingen en dubieuze syndicaten (pars pro toto Atlantic bridge of kerken). Beslissingen over belangrijke persoonlijke en politieke zaken worden achter gesloten deuren genomen. De regel over “non-state broadcasting” is een afleidingsmanoeuvre.

Tegelijkertijd is er de (uiteraard onbedoelde) verklaring van Stöber:

De federale regering beoordeelt RT-DEutsch en andere mediakanalen of gelieerde bedrijven als “hoofdrolspelers” in een complex systeem dat namens Russische staatsinstellingen zijn verhalen verspreidt, waarvan een van de doelen is om de politieke meningsvorming in Duitsland te beïnvloeden.

Met andere woorden, alleen onze regering heeft het recht de meningsvorming van de Duitse burgers te beïnvloeden.

Wat Baerbock in Moskou heeft beweerd over de niet-inmenging van overheidsinstanties in de aangelegenheden van RT-DE is pertinent onjuist. ARD-aktuell zwijgt hierover en over de intriges rond de pogingen om het Russische tv-kanaal in Duitsland te blokkeren.

Baerbocks verslag van de waarschijnlijk illegale poging van de regelgevende instanties om de nieuwe zender RT-DE te annuleren was even onvolledig en misleidend als de rest van haar warrige gebazel. In het jargon van restaurantcritici zou het betekenen: “Ze serveerde middelmatige frieten met jus, en de uienringen waren ook niet goed.”

De geheime politie zit op de zaak

RT-DE vroeg voor het eerst een Europese zendmachtiging aan in Luxemburg. Onder druk van Duitsland werd de aanvraag afgewezen. De krant Süddeutsche Zeitung berichtte over de vermetelheid van de federale regering op deze manier:

Daarom kwamen ambtenaren van Duitsland en Luxemburg eind mei in een besloten vergadering bijeen om de situatie te bespreken. Er kwamen steeds meer berichten dat dit wel eens op handen zou kunnen zijn. De Luxemburgse toezichthouder voor de media zat aan de onderhandelingstafel, evenals de diplomaten van beide landen en een vertegenwoordiger van de commissaris voor cultuur en media van de bondskanselarij (noot van de auteur: Monika Grutters is Duits staatsminister, Christen-Democratische Unie). Zelfs het Duitse bureau voor de bescherming van de grondwet was aanwezig met hun Luxemburgse collega’s (Service de Renseignement de l’État). Zij zorgden ervoor dat de lijn niet-afluisterbaar was.

De geheime politie is ook betrokken bij de strijd om de interpretatiesoevereiniteit van de Duitse staat en treedt op tegen de diversiteit van informatie. Wonderbaarlijk.

Op dit moment verhindert de Berlijns-Brandenburgse mediaregulator actief dat andere stemmen zich uitspreken tegen de Duitse televisiezenders, die allemaal hetzelfde liedje zingen. Directeur Dr. Eva Flecken zit, net als 13 directeuren van de andere staatsmedia-autoriteiten, in de Commissie voor Goedkeuring en Toezicht. Vermoedelijk zal deze “geheime club” begin februari weigeren een vergunning af te geven aan RT-DE omdat er naar verluidt “geen wettelijke basis is voor het afgeven van een vergunning”.

Briljante voorbeelden van partijcorruptie

De ‘geheime club’ verwijst naar politieke corruptie en fabelachtige verspilling. Om dit te illustreren volgt hier een fragment uit het rapport van de Accountantskamer:

De Berlijns-Brandenburgse staatsmediatoezichthouder (MABB) wordt al vele jaren aanzienlijk overgefinancierd… Een dergelijke niet op de vraag gerichte financiering van een openbare instelling is onverenigbaar met de beginselen van een efficiënt en zuinig begrotings- en economisch beheer. …

Wat de toezichthoudende autoriteit van Saksen betreft:

De aansprakelijkheid die ten grondslag ligt aan het beloningssysteem (in geval van 25 werknemers) is niet gedocumenteerd. Het bestuursniveau ontvangt een gedeeltelijke bezoldiging die boven het tarief ligt. De bezoldiging is in dat geval hoger dan de bezoldiging van het hoofd van de Saksische recherche, waar het aantal medewerkers 800 bedraagt.

De Commissie tot vaststelling van de financiële behoeften van de Publieke Omroep (KEF) heeft zich enkele jaren geleden aangesloten bij de kritiek van de Accountantskamers:

De Accountantskamers… constateren dat de financieringsvorm een oneconomische gang van zaken veroorzaakt bij de betrokken toezichthouders. De Commissie onderschrijft deze conclusies.

De 14 toezichthoudende autoriteiten van de deelstaten hebben 500 werknemers in dienst en ontvangen 1,9% van de inkomsten uit de omroepbijdragen, wat neerkomt op meer dan 7 miljard euro per jaar. Deze automatische verdeling van inkomsten is herhaaldelijk bekritiseerd door de Rekenkamers van de Staat en de deelstaten, alsmede door de Commissie voor de vaststelling van de financiële behoeften van de publieke omroep. Als zogenaamd “staatsonafhankelijke” instellingen ontvangt de mediabureaucratie niet alleen ongeveer 125 miljoen euro uit de verplichte bijdragen, maar mag zij ook boetes, administratieve vergoedingen, enz. innen. Dit is in feite het insigne van een “overheidsinstelling”.

De leidinggevenden van de staatsmedia-autoriteiten worden uitgekozen volgens ondoorzichtige criteria en op hun posten gehesen in vaak nogal duistere procedures. Krantenkoppen en andere: “Bedenkelijk personeel”. Het Staatsbureau voor Communicatie (ZAK) vertegenwoordigt de “eerbiedwaardige samenleving” van voormalige hoge politieke ambtenaren en functionarissen. Wolfgang Kreissig, de voorzitter, was zeven jaar lang hoofd van de afdeling mediabeleid van het deelstaatministerie van Baden-Württemberg. Zijn vertegenwoordiger, Torsten Schmiege, was net als zijn inmiddels gepensioneerde voorganger afkomstig van de staatskanselarij van Beieren. Martin Heine uit Saksen-Anhalt werkte jarenlang voor het “Trustamt” en het ministerie van Justitie van de overeenkomstige deelstaat.

Het draaideureffect is duidelijk waarneembaar: men verlaat de politiek, gaat de media in en keert dan terug, met handen gesmeerd en ruggen gekrabd,al die tijd. De sociale en politieke elite blijft op haar niveau. In dit opzicht begint men corruptie en wederzijdse verantwoordelijkheid te ruiken, ook al zijn de toezichthoudende instanties in de ARD-berichtgeving nog respectabele “objectieve” instanties. De tijd dat Der Spiegel eiste dat de toezichthouders voor de staatsmedia zouden worden afgeschaft, ligt nu ver achter ons.

Geen vrijheid voor andersdenkenden

Het door ARD-aktuell geleide opinie-oligopolie lijkt tevreden te zijn met het feit dat de staatstoezichthouders ook (orwelliaans) als gedachtenpolitie fungeren. Dit helpt het politieke prerogatief van de interpretatie te beschermen tegen de concurrentie van bepaalde media. Sinds februari 2021 treden de staatstoezichthouders op als censuurautoriteiten voor kritische media. Daarmee ondermijnen en overschrijven zij de door de grondwet afgekondigde vrijheden van meningsuiting.

Etikettering is alomtegenwoordig: “rechts-extremisme”, “samenzweringstheoretici”, enz. dienen als etiket en zijn tegelijkertijd een ongegeneerd vooroordeel over bevoegdheid. Sinds het nieuwe mediastaatsverdrag in werking is getreden, zijn in een ogenschijnlijk gecoördineerde actie al 13 online media onder de loep genomen wegens vermeend “nepnieuws”. Alsof de grondwettelijk gewaarborgde vrijheid van meningsuiting geen valse en met de werkelijkheid strijdige uitspraken omvat, die bijvoorbeeld door ARD-aktuell actief worden gebruikt… Het is moeilijk te voorzien welke omvang verdere pogingen tot censuur zullen krijgen.

Tenslotte: RT-DE zou het bredere publiek in staat stellen “ook naar de andere kant te luisteren” en zich als gevolg daarvan een gefundeerde mening te vormen. Dit zou bijdragen tot een breder sociaal-politiek welzijn, waaraan de gemeenschap dringend behoefte heeft, omdat de goedbedoelde dienst van Tagesschau veel zaken verhult die nuttig zouden zijn voor een goed gefundeerde meningsvorming.

Topfoto: RT-hoofdredacteur Margarita Simonyan in de hardwarekamer van RT-DE. © Sputnik / Vladimir Astapkovich

Friedhelm Klinkhammer, 1944, advocaat. Van 1975 tot 2008 was hij werknemer van de Noord-Duitse Radio Omroep (NDR) en bekleedde hij van tijd tot tijd de functie van voorzitter van de Algemene Personeelsraad van de Noord-Duitse Radio Omroep en van de Verenigde Vakbond van Werknemers in de publieke sector, alsmede van medewerker van de directie van het radiostation.

Volker Breutigam, 1941, redacteur. Van 1975 tot 1996 was hij medewerker van de Noord-Duitse Radio Omroep (NDR). Aanvankelijk, vanaf 1992, werkte hij in de redactie van de afdeling cultuur voor N3 in het tv-programma Tagesschau. Daarna werd hij docent aan de Katholieke Universiteit Furen in Taiwan.


Geef een reactie