Bron: Kit Klarenberg 
substack 4 augustus 2025 ~~~

In een opmerkelijke ontwikkeling heeft de Nationale Coördinator voor Veiligheid en Terrorismebestrijding (NCTV) in Amsterdam de zionistische entiteit aangemerkt als een ‘staatsdreiging’. De jaarlijkse beoordeling van ‘dreigingsactoren’ voor 2025 door het agentschap richt zich op de kwaadaardige ‘pogingen om de Nederlandse politiek en samenleving te beïnvloeden’ door de Israëlische regering en haar lokale lobbyapparaat. Het is voor het eerst dat een westerse inlichtingendienst het ernstige gevaar erkent dat uitgaat van het wereldwijde Hasbara-netwerk van Tel Aviv. Zullen anderen nu het voorbeeld van de NCTV volgen?

Het rapport van het agentschap richt zich op de “pogingen van Israël om de politieke en publieke opinie te beïnvloeden” rond de rellen die Amsterdam in november 2024 overspoelden, voor en na een UEFA Europa League-voetbalwedstrijd tussen de Israëlische club Maccabi Tel Aviv en de Nederlandse club AFC Ajax. Aanvankelijk veroordeelden lokale en internationale media en politici de confrontaties als ongeprovoceerde aanvallen op Israëli’s en joden. De burgemeester van de stad, Femke Halsema, beschreef het incident als een herinnering aan “nazipogroms”. Benjamin Netanyahu vergeleek het geweld op vergelijkbare wijze met de Kristallnacht.

Al snel werd echter duidelijk dat gewelddadige, extreemrechtse supporters van Maccabi opzettelijk hadden geprobeerd om zoveel mogelijk chaos te veroorzaken. Bij hun aankomst in Amsterdam scheurden ze Palestijnse vlaggen van particuliere huizen, scandeerden ze weerzinwekkende slogans als “dood aan Arabieren”, vielen moslimbewoners van de stad aan – waaronder vrouwen – en vernielden staats- en openbare eigendommen. Ondanks dat de camerabeelden van deze incidenten op mysterieuze wijze werden gewist en westerse media de misdaden van Israëlische fans opzettelijk verzwegen, werden publieke personen die aanvankelijk “antisemitisme” hadden geroepen over de onrust, gedwongen om gênante rectificaties te publiceren.

Hooligans van Maccabi Tel Aviv bereiden zich voor op problemen

Het NCTV-rapport stelt dat de verderfelijke invloed van de zionistische entiteit in Nederland wordt “geïllustreerd” door de manipulatieve, bedrieglijke manier waarop Tel Aviv de media en de politieke berichtgeving over de rellen in Amsterdam heeft gekleurd. Vrijwel direct na het uitbreken van de rellen verspreidde het Israëlische ministerie van Diaspora en Bestrijding van Antisemitisme een rapport “rechtstreeks aan specifieke politici en journalisten”. Daarin werd lasterlijk beweerd dat de onrust was aangewakkerd door personen en organisaties met antisemitische motieven, die Hamas steunden. De eerste impact was ernstig.

Onder de ontvangers bevonden zich Nederlandse wetgevers die een parlementaire zitting bijwoonden waarin de rellen werden besproken. Daar diende een parlementslid een motie in om de in het rapport genoemde Nederlandse instanties aan te merken als terroristische organisaties en hen dienovereenkomstig te sanctioneren. Gelukkig is dit niet doorgegaan, maar personen die door de Israëlische autoriteiten zijn genoemd – waaronder prominente vredesactivisten – hebben doodsbedreigingen ontvangen. In de beoordeling van het NCTV staat dan ook:

“De Nederlandse ministers van Justitie en Veiligheid en Buitenlandse Zaken achtten de verspreidingsmethode ongebruikelijk en, vanwege de mogelijke negatieve gevolgen voor Nederlandse burgers, ongewenst. De genoemde personen zouden bijvoorbeeld geïntimideerd of bedreigd kunnen worden, of in het ergste geval aangevallen.”

De beeldvorming rond de rellen in Amsterdam in november 2024 is relatief onbeduidend. Toch blijft de beoordeling van het NCTV ingrijpend.

Het volgt op het feit dat de Nederlandse autoriteiten – die van oudsher zeer sympathiek staan tegenover Tel Aviv – het voortouw hebben genomen om de EU op te roepen haar relatie met Israël te herzien en misstanden tijdens de genocide in Gaza te onderzoeken, terwijl ze de ministers van Netanyahu de toegang tot hun grondgebied hebben ontzegd. Gezien de centrale rol van Amsterdam in het pan-Europese invloedssysteem van Israël, zou het feit dat het NCTV de entiteit als een “staatsdreiging” bestempelt, het begin kunnen zijn van het ontrafelen van een meedogenloze zionistische samenzwering die het hele continent bedreigt.

‘Gangbare tactieken’

Al decennialang probeert de Nederlandse Israëlische lobby – bestaande uit ngo’s en geloofsorganisaties, en vele media, ‘denktanks’ en politieke partijen die hen versterken – systematisch een vijandige omgeving te creëren voor solidariteit met Palestina in Nederland. Daarbij zijn intimidatietactieken, waaronder lastercampagnes, vexatoire rechtszaken en fysieke bedreigingen, op grote schaal ingezet met verwoestende gevolgen voor afwijkende burgers, academici, journalisten, politici en mensenrechtenorganisaties. Talloze carrières, bestaansmiddelen en reputaties zijn in dit proces bedreigd of zelfs vernietigd.

Demonstranten voor solidariteit met Palestina in Amsterdam

Nederland is in dit opzicht verre van een geïsoleerd geval, maar het is een land van enorme geopolitieke betekenis voor Tel Aviv, dat al lang fungeert als een belangrijke spil voor de lobby-inspanningen van de entiteit in Europa en daarbuiten. Den Haag is de thuisbasis van een groot aantal machtige EU-, NAVO- en VN-instellingen, en een ‘vriendelijk’ politiek klimaat ter plaatse geeft Israël potentiële toegang tot en invloed op al deze instellingen. Dit omvat ook het Internationaal Strafhof en het Internationaal Gerechtshof.

In de beoordeling van het NCTV wordt opgemerkt dat “internationale instellingen die in Nederland aanwezig zijn” “bekende doelwitten zijn van staatsinmenging” door de zionistische entiteit en haar Anglo-Amerikaanse meesters. Wanneer “informatie verstrekt wordt aan dergelijke instellingen”, kan het vervolgens “via clandestiene kanalen staatsactoren bereiken”. Het is dan ook niet verwonderlijk dat Tel Aviv ernaar streeft om alle oppositie in de buurt volledig te neutraliseren. Een rapport van het European Legal Support Center uit 2021 documenteert in detail de standaardstrategieën die door Nederlandse lobbyorganisaties worden ingezet om kritiek op Israëlische acties en solidariteit met Palestina te smoren.

ELSC constateerde dat tussen 2015 en 2020 bijna 60 Nederlandse organisaties en groepen, en 23 individuen, in het vizier van de Israëlische lobby terechtkwamen. Er werden negen ‘veelgebruikte tactieken’ geïdentificeerd om ‘voorvechters van Palestijnse rechten in Nederland het zwijgen op te leggen’, waarvan ‘lastercampagnes’ de meest voorkomende zijn. Deze nemen doorgaans de vorm aan van ‘opruiende en ongegronde beschuldigingen van antisemitisme of steun aan terrorisme’. Ook ministers zijn hier het slachtoffer van geworden. Pogingen om organisaties die solidair zijn met Palestina te ontdoen van hun financiering, door ‘druk’ uit te oefenen op hun donateurs, of hen het gebruik van openbare ruimtes voor evenementen te ontzeggen, zijn eveneens schering en inslag.

ELSC heeft ook enkele gelukkig geïsoleerde, maar niettemin zeer verontrustende incidenten vastgesteld waarbij personen met criminele middelen werden aangevallen. Zo heeft de Nederlands-Palestijnse Ismail Ziada in maart 2018 een baanbrekende rechtszaak aangespannen tegen hoge Israëlische militairen wegens de moord op zijn familieleden in Gaza vier jaar eerder. De zaak kreeg wereldwijde media-aandacht. Minder bekend is dat Ziada vervolgens ontdekte dat de remleiding van zijn gezinsauto was doorgesneden terwijl het voertuig voor hun huis geparkeerd stond. De lokale politie stelde een onderzoek in, maar de dader werd nooit gevonden.

Ondertussen ontving een Nederlandse activiste die zich al jaren inzet tegen apartheid en voor solidariteit met Palestina een reeks doodsbedreigingen, waarna ze het slachtoffer werd van een reeks cyberaanvallen. Eerst werd haar e-mail gehackt, waarna “honderden valse e-mails” naar haar contacten werden gestuurd vanaf haar adres. Vervolgens werd ingebroken in haar Facebook- en LinkedIn-accounts. Hoewel de Nederlandse autoriteiten een formeel onderzoek instelden, beweerden ze dat ze niet over voldoende middelen beschikten om de daders op te sporen. Ook deze misdaden blijven onopgelost, hoewel het spoor, gezien de expertise van de zionistische entiteit op het gebied van cyberoorlogvoering, wel eens naar Israël zou kunnen leiden.

‘At Odds’ ELSC ontdekte dat het in Nederland gevestigde Centrum voor Informatie en Documentatie Israël (CIDI) verantwoordelijk was voor maar liefst 60% van de aanvallen op Nederlandse solidariteit met Palestina die het in kaart had gebracht. Ook het Israëlische Ministerie van Strategische Zaken en de aan de zionistische bezettingsmacht gelieerde, in Tel Aviv gevestigde NGO Monitor speelden een belangrijke rol. Deze laatste heeft een uitgebreide, betreurenswaardige geschiedenis van het voortdurend verspreiden van lasterlijke beschuldigingen tegen alle westerse organisaties – waaronder de populaire Amnesty International en Human Rights Watch – als die ook maar enigszins kritisch zijn over Israël, en eist dat ze door de overheid worden gekort op hun financiering, zo niet volledig worden gesloten.

Nederlandse functionarissen zijn zich terdege bewust van het gebrek aan geloofwaardigheid van NGO Monitor. In januari 2020 reageerde de toenmalige minister van Buitenlandse Zaken Stef Blok op een parlementaire vraag door te verwijzen naar onderzoek van Policy Working Group – een organisatie onder leiding van voormalige Israëlische diplomaten – waarin werd geconcludeerd dat de beschuldigingen van NGO Monitor “gebaseerd zijn op selectieve citaten, halve waarheden en insinuaties”. Deze valse beschuldigingen zouden bijdragen “aan een klimaat waarin mensenrechtenorganisaties onder toenemende druk komen te staan”. Blok voegde hieraan toe: “NGO Monitor … richt zich uitsluitend op organisaties en donateurs die kritisch staan tegenover het Israëlische beleid.”

Ondanks dit hoge niveau van bewustzijn, slaagden NGO Monitor en mede-zionistische lobbyist UK Lawyers for Israel er later dat jaar in om Amsterdam onder druk te zetten om de financiering van de Union of Agricultural Work Committees stop te zetten. Deze organisatie, opgericht in 1986, helpt Palestijnse boeren in Gaza en de Westelijke Jordaanoever om hun land te bewerken en te behouden, hun producten lokaal en internationaal op de markt te brengen en waterinfrastructuur te ontwikkelen. Nederland was een van de vele buitenlandse donoren die al tientallen jaren bijdroegen aan de activiteiten van de UAWC.

De Union vormt een hinderlijke barrière voor de roofzuchtige, illegale uitbreiding van de zionistische entiteit en staat daarom sinds haar oprichting in het vizier van Tel Aviv. Jarenlang zijn beschuldigingen dat de UAWC op de een of andere manier banden heeft met verboden militante groeperingen wijdverspreid via een groep Israëlische lobbyisten, een goed geoliede manoeuvre die de toegang tot online betalingsplatforms en andere financieringsbronnen voor meerdere Palestijnse belangenorganisaties wereldwijd heeft afgesneden. CIDI, NGO Monitor en UKLFI hebben precies dezelfde truc uitgehaald in Nederland, met rampzalige gevolgen.

In juli 2020 kondigde het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken aan dat het een subsidie van 1 miljoen dollar aan de UAWC zou bevriezen, in afwachting van een onderzoek dat waarschijnlijk “enkele maanden” zou duren. Anderhalf jaar later heeft Den Haag alle financiering voor de Unie definitief stopgezet. Ondertussen werden de activiteiten van UAWC ernstig verstoord, met honderden ontslagen werknemers, tientallen boeren die hun basiswerkzaamheden niet meer konden uitvoeren en grote delen van het Palestijnse land die dreigden te worden geconfisqueerd door zionistische autoriteiten en kolonisten.

Leden van UAWC tonen een bord met de tekst: “[Wij] zullen een trouwe verdediger en beschermheer blijven van ons land, onze boeren, onze vissers en hun rechten, en zullen niet terugdeinzen.”

Aangezien de autoriteiten in Nederland er geen twijfel over hadden dat NGO Monitor niet te vertrouwen was, rijst de voor de hand liggende vraag waarom de regering toegegeven heeft aan de eisen van de organisatie. Een voor de hand liggend antwoord is dat bepaalde door lobbyisten beïnvloede ambtenaren in den Haag een voorwendsel wilden om namens Tel Aviv de financiering van UAWC te beëindigen, en NGO Monitor et al. boden daarvoor een handige dekmantel. Een identiek verhaal speelde zich af in Groot-Brittannië met betrekking tot Palestine Action, een burgerlijke ongehoorzaamheidsbeweging die op 1 juli door Londen als terroristische groepering werd verboden.

Sinds de oprichting van PA in 2020 hadden de Britse autoriteiten in het geheim nauw contact onderhouden met Elbit Systems – een grote Israëlische wapenfabrikant die PA wilde vernielen – en de ambassade van Tel Aviv in Londen over de vernielingscampagne van de groep, die de winst en het publieke imago van Elbit ernstig schaadde. Tijdens geheime bijeenkomsten betreurden Britse ambtenaren dat PA volgens de Britse wetgeving niet “voldaan had aan de criteria voor verbod” als terroristische groepering. Het recente verbod op de groep was naar eigen zeggen geïnspireerd door “onderzoek” van de lokale zionistische lobbygroep We Believe In Israel.

Het verbod is door de mensenrechtenchef van de VN veroordeeld als “in strijd met de verplichtingen van het Verenigd Koninkrijk op grond van het internationaal recht inzake de mensenrechten”. Uit interne documenten blijkt dat Britse functionarissen en veiligheidsdiensten moeite hadden om enige juridische grond te vinden om de groep te verbieden, en dat er momenteel een gerechtelijke toetsing van deze maatregel gaande is. Londen lijkt nog niet te beseffen dat een wereldwijde meerderheid Israël als de echte bedreiging beschouwt – zoals het NCTV, en bij uitbreiding de Nederlandse regering, nu eindelijk heeft erkend.


Gerelateerd (berichten in dit archief):

Externe mediakanalen (november 2024):