Bron: Ingrid Jaradat, Bethlehem, 
EU-observer 11 november 2021 ~~~

De Europese Unie heeft onlangs een financiering van 100 miljoen euro aan Cyprus goedgekeurd voor de aanleg van de EuroAsia Interconnector om het elektriciteitsnet van Europa te verbinden met dat van Israël en zijn illegale nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever.


Als het project doorgaat, zal het de reeds verregaande medeplichtigheid van de EU aan Israëls koloniale nederzettingenonderneming in de bezette Palestijnse gebieden (OPT) verankeren.

De interconnector werd in 2012 ontworpen door de regeringen van Cyprus, Griekenland en Israël in het kader van een evoluerende militaire en economische alliantie tussen de drie landen van het oostelijke Middellandse Zeegebied.

De 1 208 km lange onderzeese kabel wordt op de markt gebracht met als doel een einde te maken aan het “energie-isolement” van Cyprus en wordt gepromoot samen met een veel groter project, de EastMed-gaspijplijn, die op 6 miljard euro wordt geraamd.

Beide projecten zijn erop gericht munt te slaan uit de uitgebreide gasvoorraden in het oostelijke Middellandse Zeegebied, die de spanningen tussen de landen in de regiohebben doen oplaaien.

Zonder aarzelen heeft de Europese Commissie beide projecten, de EuroAzië-interconnector en de EastMed-gaspijpleiding, de status van project van gemeenschappelijk belang (Project of Common Interrest – PCI) verleend, wat betekent dat zij van strategisch belang zijn voor de energiezekerheid van de Unie en daarom in aanmerking komen voor versnelde vergunningverlening en financiering.

Terwijl de aanleg van de EastMed-pijpleiding nog steeds twijfelachtig is, gezien de bredere regionale dynamiek, heeft de EuroAzië-interconnector minder controverse uitgelokt, behalve in 2019, toen UNICEF zich distantieerde van het project vanwege de associatie met de illegale nederzettingen van Israël.

Hoewel de EuroAsia Interconnector ogenschijnlijk een elektriciteitskabel is die in overeenstemming is met de doelstellingen van de Europese Green Deal, is het in feite een verborgen project voor fossiele brandstoffen. Het doel ervan is Cyprus en Israël in staat te stellen elektriciteit die afkomstig is van hun betwiste en zeer vervuilende gasexploraties, naar de EU te exporteren.

In een tijd waarin de gaslobby aardgas probeert te verkopen als “overgangsbrandstof“, ondanks het bewijs dat lekken bij de gaswinning aardgas vervuilender maken dan steenkool, vertegenwoordigt de EuroAzië-interconnector de verwezenlijking van deze anti-klimaatagenda.

Om dit te bereiken kreeg Cyprus tot teleurstelling van actievoerders een uitzondering op de TEN-E-verordening van de EU, zodat het miljoenen aan EU-subsidies kon blijven ontvangen voor zijn projecten met fossiele brandstoffen.

‘Trojaans paard’

Aardgas- en aanverwante projecten zoals de EuroAzië Interconnector zijn Trojaanse paarden om Europa’s klimaatverbintenissen in het kader van de Overeenkomst van Parijs te ondermijnen.

Bovendien draagt het project bij tot het aanwakkeren van conflicten in een regio die al turbulent is, en moedigt het met name Israël aan om in strijd met het internationaal recht land en natuurlijke hulpbronnen in te pikken.

Een groot deel van Israëls gaswinning, waarvoor de EU de belangrijkste exportmarkt moet worden, is het resultaat van plundering, met name van enorme gasvelden voor de kust van de door Israël bezette en belegerde Gazastrook.

De Palestijnse Autoriteit heeft onlangs haar aanspraken op de Exclusieve Economische Zone (EEZ) bij de VN gedeponeerd, die overlappen met belangrijke gasvelden die Israël momenteel exploiteert.

Voorts is Israël begonnen met gasboringen in de betwiste wateren met Libanon, hetgeen tot protesten en veroordelingen heeft geleid.

Als klap op de vuurpijl heeft Israël onderzeeërs en korvetten van Duitse makelij met atoomaandrijving ingezet bij betwiste gasvelden die de facto geannexeerd zijn.

De EU knijpt niet alleen een oogje dicht voor Israëls oorlogszuchtige en illegale gaswinning, maar werkt ronduit mee door dure infrastructuurprojecten te financieren en anderszins te steunen om de vruchten van deze plundering te plukken. De huidige gascrisis die de EU treft, is geen excuus voor dit gedrag.

De EU en de VN-Veiligheidsraad beschouwen de Israëlische nederzettingen op de bezette Westelijke Jordaanoever als illegaal en een flagrante schending van het internationaal recht.

In 2013 heeft de EU richtlijnen vastgesteld voor de niet-erkenning van de Israëlische soevereiniteit in de OPT, die EU-financiering van Israëls illegale nederzettingen verbieden. Dit standpunt en de richtsnoeren zijn echter slechts halfslachtig en met gebrekkig toezicht of handhaving ten uitvoer gelegd.

De Euro-Azië Interconnector is een uitstekend voorbeeld van het feit dat de EU zich niet houdt aan haar eigen wettelijke verplichtingen en verbintenissen.

Uit een juridische studie van de Palestinian Human Rights Organizations Council (PHROC) is gebleken dat de steun van de EU en de lidstaten voor het interconnectorproject in strijd is met hun verplichtingen uit hoofde van het internationaal recht en het EU-recht in verband met de illegale nederzettingen van Israël, met name het verbod op erkenning en het verlenen van bijstand.

De EU-instellingen schenden ook het verbod op EU-financiering van Israëlische entiteiten en activiteiten in de OPT op grond van de richtsnoeren van 2013.

Uit de PHROC-studie blijkt dat het elektriciteitsnet van Israël de illegale nederzettingen omvat – met opzet en in overeenstemming met Israëls aanspraak op soevereiniteit in de OPT en de uitbreiding van de Israëlische jurisdictie tot de illegale nederzettingen, wat een daad van de facto annexatie is.

Puur commercieel?

Geconfronteerd met de studie heeft de EU-Commissie geantwoord dat de EU-financiering van de EuroAzië Interconnector beperkt is tot het gedeelte Cyprus-Griekenland, en beweert zij dat het gedeelte Israël-Cyprus een commerciële onderneming is.

Als dat zo is, waarom presenteert de EU het project dan op haar websites en op de PCI-lijsten met het traject Israël-Cyprus erbij? Bovendien, zelfs als de Commissie het traject Israël-Cyprus behandelt als een commercieel project dat geen recht heeft op EU-financiering, zullen de EU en de lidstaten dan de nodige maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat bedrijven en investeerders het internationaal humanitair recht en de mensenrechten eerbiedigen en afzien van de uitvoering van dit project dat Israëls illegale nederzettingenonderneming zal stimuleren?

De EU heeft gelijk dat zij een einde wil maken aan het energie-isolement van Cyprus door het aan te sluiten op het elektriciteitsnet van Europa, maar zij heeft ongelijk dat zij steun verleent aan een energieproject dat de klimaatverbintenissen van de EU ondermijnt, conflicten in de regio aanwakkert en bijdraagt tot de instandhouding en uitbreiding van de illegale Israëlische nederzettingen en de systematische schending van de mensenrechten van het Palestijnse volk, waaronder het recht op zelfbeschikking.

De EU moet, samen met de lidstaten Cyprus en Griekenland, op zijn minst het Israël-Cyprus traject van de EuroAzië Interconnector schrappen.

Topfoto: Als het Israëlisch-Cyprische deel een “commerciële onderneming” is, waarom presenteert de EU het project dan op haar websites en op de PCI-lijsten met het Israëlisch-Cyprische deel inbegrepen? (Foto: Wikimedia)

Ingrid Jaradat is co-auteur van een juridische studie over de Euro-Azië interconnector voor de Palestinian Human Rights Organisations Council (PHROC).