Bron: Thierry Meyssan   Sous nos Yeux
Voltaire Netwerk 27 juli 2021 (FR) ~~~

We gaan verder met de publicatie van Thierry Meyssan’s boek “Sous nos yeux”. In deze aflevering, beschrijft hij hoe de terroristische MoslimBroederschap-organisatie verbonden raakte met het Pentagon. Het werd opgenomen in het anti-Sovjet netwerk dat tijdens de Koude Oorlog werd opgebouwd met voormalige Nazi’s.

Voltaire Netwerk | Damascus (Syrië) | 27 juli 2021
عربيDeutschEnglishEspañolfrançaisitalianoPortuguêsromânăTürkçe

Dit artikel is een fragment uit het boek Sous nos Yeux (Fake wars and big lies). Zie hier de inhoudsopgave.

5 – De Islamisten in de armen gesloten door het Pentagon

In het begin van de jaren negentig besluit het Pentagon de islamisten, die tot dan toe alleen door de CIA werden gecontroleerd, in zijn operaties op te nemen. Dit is Operatie Gladio B, – een verwijzing naar de inlichtingendiensten van de NAVO in Europa (Gladio A [1]).

Gedurende een decennium reizen alle islamitische leiders – waaronder Osama bin Laden en Aiman al-Zawahiri – aan boord van vliegtuigen van de Amerikaanse luchtmacht. Groot-Brittannië, Turkije en Azerbajdzjan nemen deel aan de onderneming [2]. Hierdoor worden de islamisten, die tot dan toe schaduwstrijders waren, “openlijk” in de NAVO-strijdkrachten geïntegreerd.

Saudi-Arabië – tegelijkertijd een staat en prive-eigendom van het Huis Saud – wordt officieel de organisatie die belast is met het beheer van het wereldwijde islamisme. In 1992 vaardigt de koning een basiswet uit die zegt: “De staat beschermt de islamitische wet en past de sharia toe. Het moedigt het goede aan en bestrijdt het kwade. Het vervult de plichten van de Islam (…) De verdediging van het Islamisme, de samenleving en het Moslim vaderland zijn de plichten van iedere onderdaan van de Koning.”

In 1993 plaatst Charles, Prins van Wales, het Oxford Centre for Islamic Studies onder zijn beschermheerschap, terwijl het hoofd van de Saoedische inlichtingendienst, Prins Turki, de leiding ervan op zich neemt.

Londen wordt openlijk het centrum van Gladio B in die mate dat er sprake is van “Londonistan” [3]. Onder de paraplu van de Wereld Islamitische Liga richten de Arabische Moslim Broederschap en de Pakistaanse Jamaat-e-Islami massa’s culturele en cultische verenigingen op rond de moskee van Finsbury Park. Dit systeem maakt het mogelijk talrijke zelfmoordenaars te rekruteren, van degenen die de aanslag pleegden op de Russische school in Beslan tot Richard Reid, de “schoenbommenlegger”. Londenistan omvat vooral talrijke media, uitgeverijen, tijdschriften (al-Hayat en Asharq al-Awsat – beide gerund door kinderen van de huidige koning Salman van Arabië) en televisiezenders (de MBC-groep van prins Walid bin Talal zendt uit op een twintigtal kanalen), die niet bestemd zijn voor de moslimdiaspora van Groot-Brittannië, maar uitzenden naar de Arabische wereld; het verdag tussen de islamisten en Saudi-Arabië is uitgebreid tot Groot-Brittannië – volledige vrijheid van handelen, maar een verbod op inmenging in de binnenlandse politiek. Dit apparaat heeft duizenden mensen in dienst en draait op gigantische sommen geld. Het zal publiekelijk blijven bestaan tot de aanslagen van 11 september 2001, wanneer het voor de Britten onmogelijk wordt om het te blijven rechtvaardigen.

Abu Musab “de Syriër” (hier met Osama bin Laden) had een theorie in islamitische termen over de “strategie van de spanning” . Hij heeft openlijk een bureau in Madrid en Londen opgericht om toezicht te houden op de aanslagen in Europa.

Abu Musab “de Syriër” – een overlevende van de mislukte staatsgreep van Hama, daarna verbindingsofficier tussen Bin Laden en de Algerijnse Groupe Islamique Armé (GIA) – lag theoretisch aan de basis van de “gedecentraliseerde jihad” [4]. In zijn boek The Call for a Global Islamic Resistance zet hij in islamitische terminologie de doctrine uiteen die welbekend is van de “strategie van de spanning”. De bedoeling is de machthebbers te provoceren tot harde represailles, waardoor het volk tegen hen in opstand komt. Deze theorie is reeds gebruikt door de Gladio-netwerken van de CIA/Nato toen zij extreem links in Europa manipuleerden in de jaren 1970-80 (Baader-Meinhof bende, Rode Brigades, Action directe). Natuurlijk was succes van deze strategie uitgesloten, de CIA en de Nato wisten dat het geen kans had om te winnen – het was nooit overwinnend, waar dan ook – maar het kon de repressieve tegenreactie van de staat gebruiken om de eigen mensen aan de macht te brengen. “De Syriër” wijst Europa – en geenszins de Verenigde Staten – aan als het volgende slagveld van de islamisten. Na de aanslagen van 1995 vluchtte hij uit Frankrijk. Twee jaar later richt hij in Madrid en in Londen het Bureau voor Islamitische Conflictstudies op, naar het voorbeeld van Aginter Press, dat de CIA in de jaren ’60-’70 in Lissabon had opgericht. Beide structuren zijn uitstekend in het organiseren van “false flag”-moorden (van die toegeschreven aan de extreem linkse Piazza Fontana in 1969 tot die aan de moslims toegeschreven in Londen in 2005).

Communicatieadviseur van de Moslimbroederschap Mahmud Jibril el-Warfally traint moslimdictators in het spreken van de taal van de democratie. Hij reorganiseert Al-Jazeera, wordt verantwoordelijk voor het binnenhalen van Amerikaanse bedrijven in Libië tijdens de regering van Kadhafi, en leidt uiteindelijk de omverwerping van diezelfde Kadhafi.

Terzelfder tijd werkt de Moslim Broederschap aan een uitgebreid opleidingsprogramma voor VS-vriendelijke Arabische leiders. Mahmud Jibril el-Warfally, een Libische professor aan de Universiteit van Pittsburg, leert hen om “politiek correct” te spreken. Zo onderwijst hij de emirs en generaals van Saoedi-Arabië, Bahrein, Egypte, de Emiraten, Jordanië, Koeweit, Marokko en Tunesië (maar ook Singapore). Door de leidende beginselen van public relations te combineren met de bestudering van de verslagen van de Wereldbank, kunnen de ergste dictators voortaan zonder te lachen hun democratische idealen en hun diep respect voor de mensenrechten bespreken.

De oorlog tegen Algerije breidt zich uit naar Frankrijk. Jacques Chirac en zijn minister van Binnenlandse Zaken Charles Pasqua schorten de steun van Parijs aan de Moslimbroederschap op en laten zelfs de boeken van Yusuf al-Qaradâwî (de prediker van de Broederschap) verbieden. Voor hen gaat het erom de aanwezigheid van Frankrijk in de Maghreb, die de Britten van de kaart willen vegen, te handhaven. De gewapende islamitische groepering (GIA) gijzelt de passagiers van de vlucht Air France Algiers-Parijs (1994), laat bommen ontploffen in de metro en op een Parijse trein (1995), en beraamt een gigantische aanslag – die zal worden verijdeld – tijdens het wereldkampioenschap voetbal (1998), waarbij onder meer een vliegtuig op een kerncentrale zou neerstorten. Elke keer vinden de verdachten die erin slagen te ontsnappen asiel in Londenistan.

Parade van het “Arabische Legioen” van Osama bin Laden voor president Alija Izetbegović in Bosnië-Herzegovina.

De oorlog in Bosnië-Herzegovina begint in 1992 [5]. Op bevel van Washington sturen de Pakistaanse inlichtingendiensten (ISI), die nog steeds financieel gesteund worden door Saoedi-Arabië, 90.000 man om daar deel te nemen tegen de Serviërs (Die gesteund werden door Moskou). Osama bin Laden krijgt een Bosnisch diplomatiek paspoort en wordt militair adviseur van president Alija Izetbegović (wiens diplomatiek adviseur de Amerikaan Richard Perle is en wiens persadviseur de Fransman Bernard-Henri Lévy). Hij bouwt het Arabische Legioen op met voormalige strijders uit Afghanistan en verschaft hen de financiële middelen van de Islamitische Wereldliga. Vanuit een ondoordacht gemeenschapsgevoel of uit concurrentie met Saoedi-Arabië schiet ook de Islamitische Republiek Iran de moslims in Bosnië te hulp. In goede verstandhouding met het Pentagon stuurt het een paar honderd Revolutionaire Gardisten en een eenheid van de Libanese Hezbollah. Bovenal levert zij het essentiële deel van de wapens die door het Bosnische leger worden gebruikt.

De Russische inlichtingendiensten, die het kamp van Bin Laden binnendringen, ontdekken dat de hele bureaucratie van het Arabische Legioen in het Engels is geschreven en dat het Legioen zijn orders rechtstreeks van de NAVO krijgt. Na de oorlog wordt er een speciaal internationaal tribunaal opgericht. Zij vervolgt talrijke strijders voor oorlogsmisdaden, maar geen enkel lid van het Arabisch Legioen.

De Egyptenaar Muhammad al-Zawahiri nam samen met zijn broer Aiman (thans hoofd van Al Qaida) deel aan de moordaanslag op president Sadat. Hij nam ook aan de zijde van de NAVO deel aan de oorlogen in Bosnië-Herzegovina en Kosovo, waar hij aan het hoofd stond van een eenheid van het UÇK (Bevrijdingsleger van Kosovo).

Na drie jaar vrede begint de oorlog tussen moslims en orthodoxen in voormalig Joegoslavië opnieuw, ditmaal in Kosovo. Het Kosovobevrijdingsleger (UÇK) is gevormd uit maffia-achtige groepen die door de Duitse speciale strijdkrachten (KSK) op de Turkse basis in Incirlik zijn opgeleid. De Albanezen en de Moslim Joegoslaven hebben een Naqshbandi cultuur. Het toekomstige hoofd van de Turkse inlichtingendienst Hakan Fidan is de verbindingsofficier tussen de NAVO en Turkije. De alumni van het Arabische Legioen sluiten zich aan bij het UÇK, waarvan één brigade onder bevel staat van één van de broers van Aiman al-Zawahiri. Het vernietigt systematisch kerken en orthodoxe kloosters en jaagt op christenen.

Voortbordurend op de traditie van politieke moorden, probeert Osama bin Laden in 1995 de Egyptische president Husni Mubarak uit te schakelen. Het jaar daarop doet hij het opnieuw tegen de Libische leider Muammar Kadhafi. Deze tweede moord wordt voor 100.000 pond gefinancierd door de Britse inlichtingendiensten, die de Libische steun aan het Ierse verzet willen sanctioneren [6]. De onderneming faalt echter. Verschillende Libische officieren vluchten naar het Verenigd Koninkrijk. Onder hen is Ramadan Abidi, wiens zoon jaren later wordt ingehuurd – nog steeds door de Britse inlichtingendienst – om een aanslag in Manchester te plegen. Libië overhandigt bewijzen aan Interpol en vaardigt het eerste internationale arrestatiebevel uit tegen Osama bin Laden zelf, die nog steeds een public relations-kantoor in Londenistan heeft.

In 1998 wordt in Parijs de Arabische Commissie voor Mensenrechten opgericht. Het wordt gefinancierd door de NED. De voorzitter is de Tunesiër Moncef Marzouki en de woordvoerder de Syriër Haytham Manna. Het doel is de verdediging van de Moslimbroederschap, die in verschillende Arabische landen gevangen zit wegens terroristische activiteiten. Marzouki is een links georiënteerde arts die lang met hen heeft samengewerkt. Manna is een schrijver die de activa van Hasan al-Turabi en de Soedanese Moslimbroederschap in Europa beheert. Als Manna met pensioen gaat, blijft zijn levenspartner voorzitter van de vereniging. Manna wordt vervangen door de Algerijn Rachid Mesli, die zijn advocaat is, overigens ook die van Abassi Madani en de Algerijnse Moslimbroeders.

Recep Tayyip Erdoğan (rechts), de geestelijke zoon van de Turkse islamist Necmettin Erbakan (midden), stond aan het hoofd van zijn geheime actiegroep, de Millî Görüş. Hij organiseerde de aankoop van wapens voor Tsjetsjenië en ontving belangrijke anti-Russische emirs in Istanbul.

In 1999 (d.w.z. na de oorlog in Kosovo en de overname van Grozny door de islamisten), richtten Zbigniew Brzezinski en een groep neoconservatieven het Amerikaans Comité voor de Vrede in Tsjetsjenië op. Was de eerste Tsjetsjeense oorlog een interne Russische aangelegenheid waarbij enkele islamisten betrokken waren, de tweede is bedoeld om het islamitische emiraat van Ichkeria te vestigen. Brzezinski, die deze ondernemingen al enkele jaren voorbereidt, probeert het Afghaanse experiment te herhalen. De Tsjetsjeense jihadisten zoals Shamil Basayev werden niet in Sudan door Bin Laden opgeleid, maar in Afghanistan door de Taliban. Tijdens de gehele oorlog profiteren zij van de “humanitaire” hulp van de Turkse Millî Görüş van Necmettin Erbakan en Recep Tayyip Erdoğan en van de “IHH – Mensenrechten en Vrijheden”. Deze Turkse vereniging is in Duitsland opgericht onder de naam Internationale Humanitäre Hilfe (IHH). Vervolgens organiseren deze jihadisten verscheidene grootschalige operaties: met name tegen het theater van Moskou (2002, 170 doden, 700 gewonden), tegen een school in Beslan (2004, 385 doden, 783 gewonden) en tegen de stad Naltsjik (2005, 128 doden en 115 gewonden). Na het bloedbad van Beslan en de dood van de jihadistische leider Sjamil Basajev houden de Millî Görüş en de IHH een grote begrafenisplechtigheid in de Fatih Moskee in Istanbul zonder het lichaam, maar met tienduizenden militanten.

Bij de verwoesting van de VS-ambassade in Dar es Salaam, Tanzania, op 7 augustus 1998, die werd afgeschilderd als een “anti-Amerikaanse” aanslag, vielen 85 gewonden en elf doden … maar geen enkel Amerikaans slachtoffer.

In deze periode worden drie zware aanslagen toegeschreven aan Al Qaida. Maar hoe belangrijk deze aanslagen ook zijn, zij betekenen een ondergang voor de islamisten, die in de NAVO opgenomen worden en tegelijkertijd worden gebrandmerkt als “anti-Amerikaanse” terroristen.
- In 1996 laat een vrachtwagen met explosieven een toren van acht verdiepingen instorten in Khobar, Saudi-Arabië, waarbij 19 Amerikaanse soldaten om het leven komen. Nadat de verantwoordelijkheid voor de aanslag eerst werd toegeschreven aan Al Qaida en vervolgens aan Iran, wordt hij uiteindelijk aan niemand toegeschreven.
- In 1998 ontploften twee bommen buiten de Amerikaanse ambassades in Nairobi, Kenia, en Dar es Salaam, Tanzania, waarbij 298 Afrikanen – maar geen Amerikaanse burgers – omkwamen en meer dan 4.500 mensen gewond raakten. Een mysterieus Islamitisch Bevrijdingsleger van de Heilige Plaatsen eiste de verantwoordelijkheid voor deze aanslagen op. Volgens de Amerikaanse autoriteiten werden deze aanslagen gepleegd door leden van de Egyptische Islamitische Jihad als vergelding voor de uitwijzing van vier van hun leden. Niettemin beschuldigen dezelfde autoriteiten Osama bin Laden ervan de opdrachtgever te zijn, en vaardigt de FBI – tenslotte – een internationaal arrestatiebevel tegen hem uit.
- In 2000 ontploft de boot van een zelfmoordterrorist tegen de romp van de destroyer USS Cole in de haven van Aden (Jemen). De aanslag wordt toegeschreven aan Al Qaida op het Arabisch Schiereiland (AQAP), maar een Amerikaanse rechtbank zal Soedan verantwoordelijk houden.

Opname van een gesprek tussen George Tenet (directeur CIA) en de Jemenitische president Ali Abdullah Saleh. Datum onbekend. Document onthuld door de Houthi’s op 16 maart 2015. De CIA roept op tot de onmiddellijke vrijlating van Anwar Al-Awlaki, die door de FBI ervan wordt beschuldigd de aanslag op de USS Cole te hebben georganiseerd.

Deze aanslagen vinden plaats terwijl de samenwerking tussen Washington en de islamisten voortduurt. Osama Bin Laden, bijvoorbeeld, hield kantoor in Londenistan tot 1999. Het Advice and Reformation Committee (ARC), dat is gevestigd in het district Wembley, heeft tegelijkertijd de verspreiding van de verklaringen van Bin Laden en het verbergen van de logistieke activiteiten van Al Qaida, waaronder rekrutering, betaling en aanschaf van uitrusting, tot doel. Onder zijn Londense medewerkers bevinden zich de Saoedi-Arabiër Khalid al-Fawwaz en de Egyptenaren Adel Abdel Bari en Ibrahim Eidarous, drie mannen tegen wie internationale arrestatiebevelen zijn uitgevaardigd, maar aan wie niettemin politiek asiel is verleend in Groot-Brittannië. Heel legaal, in Londen, zal het kantoor van Bin Laden in februari 1998 zijn beroemde oproep tot jihad tegen de joden en de kruisvaarders doen. Ernstig ziek van een nierziekte, wordt Bin Laden in augustus 2001 opgenomen in het Amerikaanse ziekenhuis in Dubai. Een staatshoofd van de Golf bevestigde mij dat hij hem had bezocht in zijn kamer, waar zijn veiligheid door de CIA was gegarandeerd.

6 – De samensmelting van de twee: “Gladio” en de inzet van Daesh

Met dezelfde logica geeft de regering-Bush de islamisten de schuld van de reusachtige aanslagen van 11 september in de Verenigde Staten. De officiële versie heeft de overhand, hoewel die ontelbare tegenstrijdigheden bevat. De procureur-generaal beweert dat de vliegtuigen door islamisten zijn omgeleid, hoewel volgens de luchtvaartmaatschappijen geen van de verdachten aan boord was. Het ministerie van Defensie zal een video vrijgeven waarin Bin Laden de verantwoordelijkheid voor de aanslagen opeist, hoewel hij die zelf publiekelijk heeft ontkend, en deskundigen op het gebied van gezichts- en stemherkenning verzekeren ons dat de man op de video Bin Laden niet is. Hoe het ook zij, deze gebeurtenissen zijn voor Washington en Londen een voorwendsel om de “oorlog zonder einde” tegen het terrorisme te beginnen en hun vroegere bondgenoten, de Taliban in Afghanistan en het Irak van Saddam Hoessein, aan te vallen.

Op 11 september 2001, was Osama Bin Laden niet in staat om zelfs maar de kleinste terroristische onderneming te leiden. Hij was stervende als dialysepatiënt in het militaire hospitaal van Rawalpindi (Pakistan).

Hoewel Osama bin Laden leed aan chronische nierinsufficiëntie, overleed hij op 15 december 2001 aan de gevolgen van het syndroom van Marfan. Een vertegenwoordiger van MI6 woont zijn begrafenis bij in Afghanistan. Nadien houden verschillende dubbelgangers, die min of meer op hem lijken, zijn legende in leven. Een van hen is volgens de Pakistaanse premier Benazir Bhutto in 2005 vermoord door Omar Sheikh.

In augustus 2002 organiseert MI6 een conferentie van de Moslimbroederschap in Londen onder de titel “Syrië voor allen”. Sprekers aldaar ontwikkelen het idee dat Syrië onderdrukt zou worden door de Alawitische sekte en dat alleen de Moslimbroederschap echte vrijheid zou bieden.

Na Sayyid Qutb en Abu Musab de Syriër hebben de Islamisten een nieuwe strateeg aangenomen, Abu Bakr Naji. In 2004 publiceerde deze figuur, die kennelijk nooit heeft bestaan, een werk op het internet, ’The Management of Savagery, een theorie van de chaos’ [7]. Hoewel sommige auteurs meenden de stijl van een Egyptische auteur te herkennen, blijkt het werk in het Engels te zijn geschreven, vervolgens geannoteerd met overbodige citaten uit de Koran en vertaald in het Arabisch. De “barbaarsheid” waarvan in de titel sprake is, duidt niet op een toevlucht tot terreur, maar op een terugkeer naar de toestand van de natuur vóór de schepping van de beschaving. De mensheid wordt teruggeworpen naar de tijd toen “de mens een wolf voor de mens was”. De strategie van de chaos omvat drie fasen:

- Ten eerste, de staat demoraliseren en uitputten door zijn minst beschermde flanken aan te vallen. Daarom worden secundaire doelwitten gekozen, vaak oninteressant, maar gemakkelijk te vernietigen en te verspreiden. De bedoeling is de indruk te wekken van een algemene opstand, een revolutie.
- Ten tweede, wanneer de staat zich uit het platteland en de voorsteden heeft teruggetrokken, om bepaalde zones te veroveren en te besturen. De overgang naar een nieuwe staatsvorm zal gebaseerd zijn op de sharia. Gedurende deze periode zullen banden worden gesmeed met allen die zich verzetten tegen de staatsmacht, ze zullen van wapens worden voorzien. Dan wordt er een stellingenoorlog gevoerd.
- Ten derde, om de Islamitische Staat uit te roepen.

Dit document is gebaseerd op hedendaagse militaire wetenschap. Het geeft ruim baan aan psychologische operaties, vooral het gebruik van spectaculair vertoond geweld. In de praktijk heeft deze strategie niets te maken met revolutie, maar met de verovering van een land door buitenlandse mogendheden, omdat het enorme investeringen met zich meebrengt. Zoals altijd in subversieve literatuur, is dat wat niet wordt gezegd of slechts terloops wordt vermeld het interessantste:

- Om de bevolking voor te bereiden op de komst van de jihadisten moet in de eerste plaats een netwerk van moskeeën en sociale instellingen worden opgebouwd, zoals dat in Algerije vóór de “burgeroorlog” is gebeurd.
- Voor de eerste gevechtshandelingen zullen wapens nodig zijn, die van tevoren moeten worden ingevoerd. Met name in de nasleep ervan zullen de jihadisten geen middelen hebben om zichzelf met wapens, laat staan munitie, te voorzien. Zij zullen dus van buitenaf moeten worden ondersteund.
- Het bestuur van veroverde gebieden veronderstelt de beschikbaarheid van hoge ambtenaren die vooraf zijn opgeleid zoals die van de reguliere strijdkrachten die belast zijn met de “wederopbouw van staten”.
- Ten slotte veronderstelt een stellingenoorlog de aanleg van een zeer uitgebreide infrastructuur, waarvoor grote hoeveelheden materiaal, ingenieurs en architecten nodig zijn.

Het feit dat de jihadisten naar dit werk verwijzen, bewijst in feite dat zij voornemens zijn een militaire rol te blijven spelen ten behoeve van externe mogendheden, maar ditmaal op zeer grote schaal.

In 2006 roepen de Britten Emir Hamad van Qatar op om zijn pan-Arabische televisiezender Al-Jazeera in dienst te stellen van de Moslimbroederschap [8]. De Libiër Mahmud Jibril, die de koninklijke familie democratische omgangsvorment had bijgebracht, kreeg de opdracht zijn confrères stap voor stap bij de zender te introduceren en programma’s in vreemde talen (Engels, later Bosnisch en Turks) en een kinderkanaal te creëren. De prediker Yusuf al-Qaradâwî wordt Al-Jazeera’s “religieuze adviseur”. Uiteraard zal de zender de audio- en video-opnamen van “Osama bin Laden” uitzenden en ze als echt verklaren.

In dezelfde periode hebben de Amerikaanse troepen in Irak te maken met een opstand die welig tiert. Nadat de Irakezen aanvankelijk gedeprimeerd waren door de abruptheid en de wreedheid van de invasie (in vaktermen: “door schok en verbijstering”), organiseren zij hun verzet. De Amerikaanse ambassadeur in Bagdad, later directeur van alle nationale inlichtingendiensten, John Negroponte stelt voor hen te verslaan door hen te verdelen en tegen elkaar op te stoken, dat wil zeggen, het verzet tegen de bezetting in een burgeroorlog te veranderen. Als expert in clandestiene operaties nam hij met name deel aan Operatie Phoenix in Vietnam, organiseerde hij vervolgens de burgeroorlog in El Salvador en de Iran-Contra-onderneming in Nicaragua, en was hij het brein achter de ineenstorting van de opstand in Chiapras, Mexico. Negroponte roept Kolonel James Steele op, één van de mannen op wie hij steunde in El Salvador. Hij geeft hem de taak om sjiitische Iraakse milities op te zetten tegen de soennieten en soennitische tegen de sjiieten. Wat de soennitische milities betreft, neemt Steele zijn toevlucht tot de islamisten. Vanuit Al Qaida in Irak bewapent hij een stammencoalitie, de Islamitische Staat in Irak (in de toekomst Daesh), onder het mom van de speciale politie (“brigade van wolven”). Om de slachtoffers en hun families angst aan te jagen, traint hij het Emiraat in foltering volgens de methoden van de School van Amerika en de Political Warfare Cadres Academy van Taiwan, waar hij les heeft gegeven.

Binnen enkele maanden daalt een nieuwe verschrikking neer op de Irakezen, die hen verdeelt naar gelang hun religieuze overtuiging. Wanneer generaal David Petraeus vervolgens het bevel over de Amerikaanse strijdkrachten in het land overneemt, wijst hij kolonel James H. Coffman aan om met Steele samen te werken en aan hem verslag over de operatie uit te brengen, terwijl Brett H. McGurk rechtstreeks aan de president rapporteert. De belangrijkste leiders van het Islamitisch Emiraat worden gerekruteerd in het interneringskamp Bucca, maar geconditioneerd in de gevangenis van Abu Ghraib volgens de “hersenspoel”-methoden van de professoren Albert D. Biderman en Martin Seligman [9]. Op dit alles wordt vanuit Washington toezicht gehouden door minister van Defensie Donald Rumsfeld, aan wie Steele rechtstreeks rapporteert.

In 2007 deelt Washington het Broederschap mee dat het de seculiere, niet-sektarische regeringen van het bredere Midden-Oosten, met inbegrip van de geallieerde staten, omver zal werpen en dat het zich moet voorbereiden op de machtsovername. De CIA brengt allianties tot stand tussen de Moslimbroederschap en prominente figuren of seculiere partijen uit alle staten van de regio. Tegelijkertijd brengt zij de twee takken van “Gladio” tot een netwerk samen door banden te leggen tussen de westerse nazi-groepen en de oosterse islamistische groepen.

Soms zijn deze allianties wankel; zo slaagt de Moslimbroederschap er op de “Nationale Conferentie van de Libische Oppositie” in Londen slechts in de in Libië strijdende islamitische groepering (Al Qaida in Libië) en de wahabitische Senussi Broederschap aan zich te binden. Het programma voorziet in de herinvoering van de monarchie en de invoering van de islam als staatsgodsdienst. Overtuigender is de vorming van het Nationaal Salvation Front in Berlijn, waarmee de fusie van de Moslimbroederschap met de voormalige Syrische Baathistische vice-president Abd al-Halim Chaddam officieel wordt bevestigd.

Dmytro Yarosh op het congres van het anti-imperialistische Ternopol Front (2007). Hij zal de verbinding maken tussen de nazi’s van Gladio A en de islamisten van Gladio B, en vervolgens plaatsvervangend secretaris worden van de Nationale Veiligheidsraad van Oekraïne na de “kleurenrevolutie” van de EuroMaidan (2014).

Op 8 mei 2007 stichten nazistische en islamistische groeperingen in Ternopil (Oost-Oekraïne) een anti-imperialistisch front om tegen Rusland te strijden. Er nemen organisaties aan deel uit Litouwen, Polen, Oekraïne en Rusland, waaronder islamistische separatisten uit de Krim, Adygië, Dagestan, Ingoesjetië, Kabardino-Balkarië, Karatsjaj-Tsjerkessië, Ossetië en Tsjetsjenië. Doku Umarov – die de republiek Tsjetsjenië had afgeschaft en het Islamitisch Emiraat van Itsjkerije had uitgeroepen – kan niet komen wegens de internationale sancties die hem zijn opgelegd en laat daar zijn bijdrage voorlezen. De voorzitter van het Front is Dmytro Yarosh, die tijdens de staatsgreep van februari 2014 in Kiev plaatsvervangend secretaris van de Nationale Veiligheidsraad van Oekraïne wordt.

In Libanon belegerden nationale troepen in mei-juni 2007 het Palestijnse kamp Nahr al-Bared, nadat leden van Fatah al-Islam zich daar hadden verschanst. De gevechten duurden 32 dagen en kostten het leven aan 76 soldaten, van wie er een dertigtal werden onthoofd.

De Turks-Ierse El Mehdi El Hamid, genaamd “Mahdi Al-Harati”, als CIA agent aanwezig op de Freedom Flotilla, omhelst President Erdogan die hem kwam bezoeken in het ziekenhuis. Later wordt hij de nummer twee van het Vrije Syrische Leger.

In 2010 organiseert de Broederschap de Freedom Flotilla via IHH. Officieel is het de bedoeling om het Israëlische embargo te trotseren en humanitaire hulp naar de inwoners van Gaza te brengen [10]. In werkelijkheid verandert het hoofdschip van dit flottielje tijdens de overtocht van vlag en gaat verder onder Turkse kleuren. Onder de geweldloze activisten die aan de expeditie deelnemen zijn talrijke spionnen, waaronder Mahdi al-Harati, een Ierse CIA-agent. De Israëlische premier Benjamin Netanyahu loopt in de val die de Verenigde Staten voor hem hebben opgezet en laat de schepen in internationale wateren bestormen, met tien doden en 54 gewonden tot gevolg. Wereldwijd wordt deze daad van piraterij onder het sarcastische oog van het Witte Huis veroordeeld. Israël, dat wapens had geleverd aan de jihadisten in Afghanistan en de oprichting van Hamas tegen de PLO van Yasser Arafat had gesteund, keerde zich in 2008 tegen de islamisten en bombardeerde hen en ook de bevolking van Gaza. Zo betaalt Netanyahu nu voor operatie Gegoten Lood, die hij tegen het advies van het Witte Huis in samen met Saoedi-Arabië heeft uitgevoerd. De passagiers van het flottielje worden uiteindelijk vrijgelaten door Israël. De Turkse pers toont vervolgens premier Recep Tayyip Erdoğan die Mahdi al-Harati in het ziekenhuis bezoekt.

Topfoto: De Saoedi-Arabische Osama bin Laden en zijn lijfarts, de Egyptenaar Aiman al-Zawahiri, publiceren in 1998 “World Islamic Front Against Jews and Crusaders” (Wereld Islamitisch Front tegen Joden en Kruisvaarders). Deze tekst wordt verspreid via hun Londense kantoor, het Comité voor Advies en Hervorming. Al-Zawahiri organiseerde de moord op president Sadat en werkte vervolgens voor de Sudanese inlichtingendiensten van Hasan al-Turabi en Omar al-Bashir. Nu leidt hij Al-Qaeda.

(Wordt vervolgd ….)

Thierry Meyssan

Bron: openbaararchief.nl

Dit boek is o.a. beschikbaar in gedrukte vorm in het Engels, Frans, Italiaans, Spaans. Ook in Ebook formaat voor de Turkse taal.


[1] NATO’s secret armies: operation Gladio and terrorism in Western Europe, Daniele Ganser, Foreword by Dr. John Prados, Frank Cass/Routledge (2005).

[2] Classified Woman: The Sibel Edmonds Story : A Memoir, Sibel Edmonds (2012).

[3] Londonistan, Melanie Phillips, Encounter Books (2006).

[4] Architect of Global Jihad : The Life of Al Qaeda Strategist Abu Mus’ab Al-Suri, Brynjar Lia, Columbia University Press, 2009.

[5] Wie der Dschihad nach Europa kam, Jürgen Elsässer, NP Verlag (2005); Intelligence and the war in Bosnia 1992-1995: The role of the intelligence and security services, Nederlands Instituut voor Oologsdocumentatie (2010). Al-Qaida’s Jihad in Europe: The Afghan-Bosnian Network, Evan Kohlmann, Berg (2011).

[6] “David Shayler: “I quit the British secret service when the MI6 decided to fund Osama bin Laden’s partners””, Voltaire Network, 24 November 2005.

[7] The Management of Savagery: The Most Critical Stage Through Which the Umma Will Pass, Abu Bakr Naji, Harvard University (2006).

[8] “Wadah Khanfar, Al-Jazeera and the triumph of televised propaganda”, by Thierry Meyssan, Voltaire Network, 26 September 2011.

[9] “The secret behind Guantánamo”, by Thierry Meyssan, Оdnako (Russia) , Voltaire Network, 20 May 2010.

[10] “Freedom Flotilla: The detail that escaped Netanyahu”, by Thierry Meyssan, Voltaire Network, 8 June 2010.