Bron: moonofalabama.org 19 april 2017 ~~~
UPDATE dd 21 april 2017: onderaan de tekst
MIT Professor Theodore Postol, een bekende expert op het gebied van raket wapens en voormalig wetenschappelijk adviseur van de Amerikaanse Chief of Naval Operations, analyseerde het beschikbare bewijs van de vermeende 4 april Sarin-aanval op Khan Sheikhun in Syrië. Hij komt tot de conclusie dat de beschuldigingen van het Witte Huis en haar rapport onjuist zijn. Dit bevestigt de eerdere analyses die op MoonofAlabama zijn gepubliceerd.
Hier is de PDF van het samenvattend rapport van Prof. Postol:
De zenuwgas-aanval die niet plaatsvond (18 pagina’s)
Prof. Postol heeft bij zijn verslag de volgende begeleidende brief geschreven:
De aanval met zenuwgas die niet plaatsvond – Samenvatting van bevindingen
Deze analyse bevat een gedetailleerde beschrijving van de tijden en
locaties van kritieke gebeurtenissen in de zogenaamde zenuwgas-aanval
van 4 april 2017 in Khan Shaykhun, Syrië, ervan uitgaande dat in het
Witboek Intelligentieverslag (White House Report – WHR) van 11 april
2017, de correcte (beweerde) sarin locatie is aangegeven.
Analyse met behulp van weer-data op en na het moment van de aanval laat
zien dat een klein gebied van ongeveer 300 m ten oosten van de krater de
enige plaats kan zijn die getroffen zou zijn door de vermeende zenuwgas
explosie. Video-gegevens van de stikkende en dode slachtoffers op de
grond, tonen een andere locatie ten opzichte van de sarin
verspreidingsplaats, als die door het Witte Huis correct geïdentificeerd
zou zijn.
De conclusie is dat de zenuwagentaanval die is beschreven in het White House Intelligence Report niet plaatsvond zoals beweerd. Er kunnen wellicht veel slachtoffers zijn geweest van een gifgas incident, maar dat gebeurde niet in de situatie die in het WHR onderzocht werd.
De bevindingen van deze uitgebreide analyse zijn belangrijk:
- Het laat precies zien wat vastgesteld moet worden in een internationaal onderzoek naar deze vermeende wreedheid. In het bijzonder, als een internationaal onderzoek kan bepalen waar slachtoffers van de aanval van de zenuwagent leefden, zal het bevestigen dat de bevindingen van het White House rapport [WHR] onverenigbaar zijn de gegevens die ze zelf aanvoert.
- Het stelt ook vast dat in het White House Rapport [WHR] geen eenvoudige en breed overeengekomen intelligentieanalyse-procedures werden gebruikt om zijn conclusies te bepalen.
Dit brengt verontrustende vragen op over hoe het Amerikaanse politieke en militaire leiderschap vaststelde dat de Syrische regering verantwoordelijk was voor de vermeende aanval. Het is vooral zorgwekkend dat het verslag van het Witte Huis werd gepresenteerd als een hoog vertrouwelijk rapport, en dat talrijke hoogwaardige ambtenaren in de Amerikaanse regering hun vertrouwen schonken aan het rapport en beweerden dat het juist en uiterst correct was en uitgevoerd.
De ‘Sarin Attack in Khan Sheikhun’, dat het Witte Huis en de US-ambassadeur van de VN de Syrische regering hebben verweten, vond niet plaats – in ieder geval niet zoals beweerd. De Syrische regering had helemaal geen motief om zo’n aanval uit te voeren. Het was midden in een winnende fase. Het incident heeft al-Qaeda in Syrië geholpen, die het betreffende gebied domineert, maar verloor op het slagveld.
Als reactie op de beweerde aanval hebben de Verenigde Staten de Syrische militaire luchthaven Al Syairat gebombardeerd. Dit was de belangrijkste luchtbasis voor de Syrische luchtmacht die betrokken was in de strijd de islamitische staat in Oost-Syrië. De aanval kwam neer op Amerikaanse luchtsteun, op verzoek van al-Qaeda en de islamitische staat.
De Trump administratie heeft deze gebeurtenissen voor huishoudelijk gebruik geïnitieerd. Om voldoende oorlogsvoering en presidentieel beleid van Trump te laten zien en af te rekenen met valse beschuldigingen van samenwerking met Rusland door de Democraten en de media.
Om de aanval te rechtvaardigen heeft het Witte Huis een rapport door
de Nationale Veiligheidsraad laten opstellen, niet door
inlichtingendiensten. Het rapport is vol hiaten en belachelijke
beweringen. Zie ook ons eerdere artikel hierover.
Professor Postol schrijft in zijn laatste commentaar (pdf) (pg11):
Het is duidelijk dat de WHR geen intelligentieverslag was. Geen bevoegde
inlichtingenbeoefenaar zou zoveel valse aanspraken hebben gemaakt die
volledig in strijd zijn met het bewijs. Geen bevoegde
inlichtingenbeoefenaar zou de bevindingen in de WHR-analyse hebben
geaccepteerd na het onderzoek van de hierin gepresenteerde gegevens.
Geen bevoegde inlichtingendiensten zouden de krater hebben geëvalueerd
waarmee gerommeld was zoals beschreven beschreven in de WHR. Hoewel het
onmogelijk is te weten van een technische beoordeling om de redenen voor
een dergelijk amateuristisch rapport te bepalen, kan het niet
uitgesloten worden dat de WHR vervaardigd was om kritieke informatie van
het Congres en het publiek te verbergen.
Update d.d. 21 april 2017:
With Error Fixed, Evidence Against ‘Sarin Attack’ Remains Convincing
Posted on truthdig.org by Theodore A. Postol