Bron: Brian Mier 
Kawsachun News 25 januari 2023 ~~~~.

Verslaggever en auteur Brian Mier uit Brazilië schetst de strategie van lawfare en hoe die is gebruikt in Latijns-Amerika, met name in het Lava Jato onderzoek.

“Lawfare is het gebruik van het strafrecht als oorlogswapen, en het is het nieuwste kenmerk van de 21e eeuwse strijd,” Kolonel Charles Dunlap

Lawfare is het gebruik van het strafrecht als wapen om een politieke of zakelijke vijand te vernietigen. Veel gebruikte tactieken in Lawfare zijn: forum shopping – wanneer openbare aanklagers een zaak overbrengen naar een rechtbank met een bevriende rechter; excessief gebruik en misbruik van gedwongen verklaringen die vaak het enige bewijs vormen; het achterhouden van bewijs dat gunstig is voor de verdediging; en nauwe samenwerking met de media om een publiek spektakel te creëren. Een voorbeeld van deze laatste tactiek is de keer dat de Braziliaanse Java Jato rechter Sergio Moro de voormalige minister van Economie Guido Mantega onder dwang liet verwijderen van de chemotherapiesessie van zijn vrouw en de pers vooraf informeerde, om een mediacircus te creëren rond zijn willekeurige arrestatie op beschuldigingen waarvan hij later onschuldig werd verklaard.

Er zijn aanwijzingen dat het gebruik van Lawfare door het Amerikaanse ministerie van Justitie eerst in de VS werd getest, voordat het in Latijns-Amerika werd ingevoerd. In juli 2008 kondigde het Amerikaanse ministerie van Justitie (DOJ) aan een aanklacht wegens corruptie in te dienen tegen senator Ted Stevens (R/AK) omdat hij illegale subsidies zou hebben ontvangen voor een vakantieverblijf, waardoor zijn reputatie werd geschaad en hij zijn eerste verkiezing in meer dan 36 jaar verloor. Net als bij toekomstige zaken in Latijns-Amerika werd er geen materieel bewijs aangevoerd, alleen een gedwongen verklaring van een man die uit de gevangenis wilde komen. Maanden na de verkiezing werd Stevens onschuldig verklaard, en in 2012 verklaarde rechter Emmett Sullivan twee ambtenaren van het Ministerie van Justitie schuldig aan ambtsmisdrijven. Bijna alle tactieken die in de kangoeroerechtbank tegen Ted Stevens werden gebruikt, zouden later ook worden gebruikt tegen de Braziliaanse president Luiz Inacio Lula da Silva in het kader van het door de Amerikaanse DOJ gesteunde onderzoek Lava Jato (Car Wash). Toeval of niet, het is duidelijk dat deze tactiek spoedig zou worden geëxporteerd naar heel Amerika en de rest van de wereld, met name door partnerschappen met plaatselijke wetshandhavers in het kader van de Foreign Corrupt Practices Act (FCPA).

Wat is Lawfare?

Zoals twee leden van Lula’s verdedigingsteam, Cristiano Zanin en Valeska Martins, samen met rechtsgeleerde Rafael Valim schreven in hun boek uit 2021 “Lawfare Waging War through Law” verscheen het voor het eerst als militaire term in de jaren zeventig, maar won het aan populariteit in een reeks teksten van de Amerikaanse luchtmachtkolonel Charles Dunlap vanaf 2001, toen hij schreef: “Lawfare is het gebruik van justitie als oorlogswapen, en het is het nieuwste kenmerk van de strijd van de 21e eeuw.”

Oorspronkelijk beschreven als een gewapend gebruik van internationale mensenrechtenwetgeving om militaire campagnes van de VS en Israëlische regeringen over mensenrechtenkwesties te bekritiseren en om steun voor zaken als de oorlog in Irak te verzwakken, werd er naar verwezen in de Nationale Defensiestrategie van het Pentagon van maart 2005, waarin naar het recht wordt verwezen als “het wapen van de zwakken die internationale rechtszaken en terrorisme gebruiken om Amerika te overheersen.”

Al snel begonnen militaire strategen echter te suggereren dat Lawfare meer kon zijn dan alleen iets waartegen de Amerikaanse regering zich moest verdedigen en dat het ook de nationale veiligheid ten goede kon komen, omdat het te verkiezen was boven dure en destructieve vormen van oorlog, en er ontstonden neutralere definities van de term. Dunlap schreef later dat Lawfare kon worden omgezet in een “strategie van gebruik of misbruik van recht als vervanging voor traditionele militaire middelen om militaire doelen te bereiken.”

In 2016 publiceerde Orde Kittre het boek Lawfare: law as a weapon of war en probeerde, op basis van de ideeën van Dunlap, het concept Lawfare te perfectioneren door het op te splitsen in twee elementen: 1) het gebruik van het recht om effecten te creëren die vergelijkbaar zijn met die welke in conventionele militaire acties worden bereikt; en 2) acties ingegeven om een tegenstander te verzwakken of te vernietigen.

Toen de internationale aandacht werd gevestigd op de kangoeroe rechtszaak die in 2016 tegen de voormalige arbeiderspartij van de Braziliaanse president Lula da Silva werd aangespannen, begon zijn verdediging ernaar te verwijzen als een vorm van Lawfare. Zoals Martins deze auteur vertelde in een interview in 2018: “Als mensen zeggen dat we de verdediging politiseren, is dat een leugen, want in werkelijkheid gaat het om een technische diagnose. Als we begrijpen dat er technisch gezien geen materieel bewijs is, dat de beschuldigingen onlogisch zijn, dat de juridische argumenten verkeerd zijn weergegeven, komen we tot de ondubbelzinnige conclusie dat we te maken hebben met een proces van Lawfare.”

Terwijl ze samenwerkten met internationale mensenrechtenadvocaten om Lula’s benarde situatie bekend te maken, creëerden Zanin, Martins en Valim hun eigen definitie van de term: het misbruik en oneigenlijk gebruik justitie op een gewelddadige manier om politieke vervolging uit te voeren.

Het strafrecht werd zeker misbruikt tijdens de politieke vervolging van politici in heel Latijns-Amerika in het kader van het Lava Jato onderzoek, dat in 2014 begon als samenwerking tussen het Amerikaanse ministerie van Justitie (DOJ), de Securities Exchange Commission (SEC), de Zwitserse federale politie en een lokaal openbaar ministerie en rechter uit de conservatieve Braziliaanse stad Curitiba. Het onderzoek heeft het nationale ontwikkelingsproject van Brazilië lamgelegd, veel van zijn grootste bedrijven failliet gemaakt, miljarden dollars aan boetes naar de Verenigde Staten overgemaakt en uiteindelijk geleid tot het onwettige presidentschap van een neofascistische voormalige legeraanvoerder, Jair Bolsonaro, die momenteel voor het Internationaal Strafhof in Den Haag wordt aangeklaagd wegens genocide. Aanvankelijk werd de Amerikaanse media via een reeks persberichten van het ministerie van Justitie zelf in 2016 voorgesteld als een legitieme samenwerking in het kader van de Foreign Corrupt Practices Act (FCPA), maar later bleek dat de onderzoekers de nationale soevereiniteitswetten schonden door deel te nemen aan geheime, bilaterale communicatie, waaronder jarenlange geheime ontmoetingen tussen Braziliaanse aanklagers en een groep van 18 FBI-agenten onder leiding van Leslie Bakshies.

De Wet op de Buitenlandse Corrupte Praktijken

De Foreign Corrupt Practices Act (FCPA) van 1977 is een Amerikaanse federale wet die oorspronkelijk bedoeld was om overzeese omkoperij door Amerikaanse bedrijven te verbieden. Twintig jaar later werd een gewijzigde versie van de wet opgenomen in een internationaal verdrag, het OESO-verdrag tegen omkoping van 1997, waardoor de Securities and Exchange Commission (SEC) en het Department of Justice (DOJ) in elke ondertekenende staat in overleg met de plaatselijke autoriteiten konden optreden. Volgens de gewijzigde voorwaarden van de wet stelden deze internationale partnerschappen de Amerikaanse autoriteiten in staat onderzoek te doen naar elk buitenlands bedrijf of individu in een land dat het verdrag heeft ondertekend en dat een Amerikaanse bankrekening heeft, onroerend goed bezit in de VS, aandelen heeft die in de VS worden verhandeld, of zelfs dat ooit enig soort transactie in Amerikaanse dollars heeft verricht, zolang het onderzoek wordt uitgevoerd in partnerschap met plaatselijke rechtshandhavingsambtenaren. Het was bijvoorbeeld de FCPA die FBI-agenten in staat stelde om in 2015 het hoofdkwartier van de FIFA in Zürich binnen te vallen en verschillende niet-Amerikaanse burgers op buitenlandse bodem te arresteren.

In zijn wetenschappelijke artikel “The uncomfortable truths and double standards of bribery enforcement” laat rechtsgeleerde Mike Koehler zien hoe de Amerikaanse overheid de FCPA selectief gebruikt om haar eigen doelstellingen te bevorderen. Volgens Koehler omvatten de ongemakkelijke waarheden die de morele autoriteit van de VS om op te treden als internationale anticorruptiepolitie aantasten: hoe de regering van de VS actief deelneemt aan omkoping; hoe de hoogste niveaus van de regering van de VS zich bewust bezighouden met particuliere omkoping en deze ondersteunen; hoe de identiteit van de vermeende omkoper van invloed is op de handhaving van de omkoopwetgeving door de regering van de VS; het subtiele verschil tussen pogingen van de regering van de VS en pogingen van de particuliere sector om buitenlandse regeringsacties te beïnvloeden; en hoe de regering van de VS overdreven en inconsistente retoriek hanteert met betrekking tot de handhaving van omkoping.

Het is algemeen bekend dat de CIA zakken met geld weggaf aan regeringsambtenaren in Afghanistan. Dus waarom zouden het Amerikaanse ministerie van Justitie (DOJ), de Amerikaanse Securities and Exchange Commission (SEC) en de FBI zo bezorgd zijn over corruptie in Latijns-Amerika dat de Amerikaanse regering de kwestie prioriteit geeft in de nationale veiligheidsstrategie van 2017 als het niet politiek is?

Het feit dat Brazilië het Verdrag tegen omkoping in 1997 ondertekende, stelde het DOJ in staat om als partner te werken – sommige critici beweren dat het de leiding nam in Lava Jato, waarbij miljarden dollars aan boetes werden opgelegd aan Braziliaanse bedrijven in civiele zaken, meestal in het zuidelijke district van de rechtbank van New York. In 2015 heeft rechter Sergio Moro in het kader van Lava Jato de vijf grootste Braziliaanse ingenieurs- en bouwbedrijven failliet laten gaan door ze niet te behandelen als te groot om failliet te gaan – zoals de Amerikaanse regering deed met Goldman Sachs tijdens de hypotheekcrisis – en al hun activiteiten voor 6 maanden lamgelegd wegens de vermeende acties van enkele van hun bedrijfsleiders. Studies tonen aan dat deze arbitraire actie van een districtsrechter in Curitiba heeft geleid tot 500.000 directe en 3,6 miljoen indirecte ontslagen en een daling van de bbp-groei met 2,5% in 2015. De reputatie van president Dilma Rousseff werd ernstig geschaad in de aanloop naar de parlementaire coup van april 2016, die ook werd geholpen door het illegaal afluisteren door rechter Sergio Moro van een gesprek tussen president Rousseff en voormalig president Lula, dat hij bewerkte om haar in een zo kwaad mogelijk daglicht te stellen en vervolgens deelde met het grootste televisienetwerk van Brazilië, O Globo, aan de vooravond van de stemming over de afzetting. Het Lava Jato onderzoek was ook verantwoordelijk voor de willekeurige politieke opsluiting van ex-president Lula in het verkiezingsjaar wegens verbouwingen in een appartement waarvan de aanklagers niet konden bewijzen dat dat hij ooit eigenaar was of er een voet had gezet. Hoewel de tekenen van gerechtelijke en strafrechtelijke overreach in Lava Jato in 2016 glashelder waren, nadat hacker Walter Delgatti (die momenteel een gevangenisstraf van 300 jaar boven het hoofd hangt) gelekte Telegram-gesprekken waaruit illegale collusie tussen Lava Jato aanklagers en justitie bleek, deelde met de Intercept, de Braziliaanse federale politie, het Hooggerechtshof en Lula’s verdedigingsteam, werden alle twijfels over de criminele aard van Lava Jato aan de kant geschoven.

Lava Jato begon in Brazilië, maar breidde zich al snel, met steun van het Amerikaanse ministerie van Justitie, uit over heel Latijns-Amerika en Portugeestalig Afrika en werd gebruikt om politici aan te vallen in andere landen waar Braziliaanse ingenieurs- en bouwbedrijven als Odebrecht en OAS actief waren. Pogingen om het te gebruiken tegen Venezolaanse politici mislukten door de wijze beslissing van die regering om de FCPA-overeenkomst nooit te ondertekenen, maar tientallen politici in andere landen waren het doelwit. Hier zijn enkele voorbeelden:

Jorge Glas – Ex-vicepresident van Ecuador

In oktober 2017 werd Progressive International bestuurslid Jorge Glas door de Ecuadoraanse Lava Jato aanklagers veroordeeld tot 6 jaar gevangenisstraf omdat hij steekpenningen zou hebben ontvangen van bouwbedrijf Odebrecht, op basis van de plea bargain (onderhandelde uitspraak) van een enkele, corrupte bedrijfsleider, José Conceição Santos, die in ruil voor zijn getuigenis een lagere straf en gedeeltelijke inhouding van activa kreeg. Hij werd in november 2022 voorwaardelijk vrijgelaten.

Mauricio Funes – Ex-president van El Salvador

In juni 2018 liet een rechter in El Salvador de voormalige president Mauricio Funes en 30 topleden van het FMLN arresteren op basis van door de Braziliaanse task force Lava Jato verstrekte transcripties van getuigenissen van corrupte zakenlieden die in ruil voor hun getuigenis strafvermindering en gedeeltelijk behoud van hun illegale vermogen kregen. Omdat hij toen al in Nicaragua woonde, konden zij hem niet arresteren en woont hij daar nog steeds.

Rafael Correa – Ex-president van Ecuador

In april 2020 veroordeelde een Ecuadoraanse kangoeroe-rechtbank Rafael Correa tot 8 jaar gevangenisstraf en verbood hem 25 jaar lang om zich kandidaat te stellen, deels op basis van een gedwongen plea bargain getuigenis van een Odebrecht-directeur die werd verstrekt door de Lava Jato Taskforce. Terwijl Ecuador momenteel in chaos verkeert, leeft de voormalige president sinds 2017 in politieke ballingschap in België.

Gleisi Hoffmann – Voorzitter van de Braziliaanse Arbeiderspartij

Nadat Lula in september 2018 illegaal werd uitgesloten van het presidentschap, was een van de namen die werd genoemd om hem te vervangen Gleisi Hoffmann. Als rijzende ster in de PT probeerde de Lava Jato taskforce haar politieke carrière te vernietigen door haar zonder enig materieel bewijs frivool te beschuldigen van het ontvangen van illegale campagnedonaties van Odebrecht, terwijl ze illegale lekken gebruikte om een mediacircus te creëren over een willekeurige huiszoeking en inbeslagname in haar huis in 2016. Aangezien Hoffmann op dat ogenblik senator was, werd haar zaak rechtstreeks voor het Hooggerechtshof gebracht, waar zij met 11-0 onschuldig werd verklaard, wegens, zoals in het geval van Lula en zoveel andere slachtoffers van Lava Jato, een totaal gebrek aan materieel bewijsmateriaal in een zaak die volledig gebaseerd was op gedwongen plea bargain getuigenissen van corrupte bedrijfsleiders die hun verhaal meermaals veranderden alvorens massaal gevangenisstrafvermindering te krijgen, overplaatsing naar huisarrest en gedeeltelijk behoud van miljoenen dollars aan illegale activa.

Lava Jato – een onderzoek waarvan nu bewezen is dat het ernstig tekortschoot als gevolg van criminele collusie tussen hoofdrechter en aanklagers – heeft zijn tentakels over de hele wereld verspreid. In Mozambique leidde het tot de arrestatie van voormalig minister van Vervoer en Communicatie Paulo Zacula, en Lava Jato werd ook gebruikt om prominente politici te beschuldigen van corruptie in de Dominicaanse Republiek, Panama en Angola. Zoals de advocaat van Lula, Valeska Martins, benadrukt, is Lawfare een tactiek die kan worden gebruikt tegen elke politieke vijand uit het hele politieke spectrum. Drie rechtse voormalige presidenten van Peru werden veroordeeld tot gevangenisstraffen als gevolg van gedwongen plea bargain getuigenissen van corrupte, gevangen Braziliaanse zakenlieden, waarbij de voormalige president Alan Garcia zelfmoord pleegde op de dag dat ze hem kwamen arresteren.

Conclusie

Hoewel onzinnige strafrechtelijke onderzoeken tegen politici en bedrijfsleiders als tactiek om de baas te worden over rivalen zeker al worden uitgevoerd zolang politiek en bedrijfsleven bestaan, begint het concept van Lawfare als hybride oorlogstactiek pas echt in de 21e eeuw, met acties die door het Amerikaanse Ministerie van Justitie in de VS zelf lijken te zijn aangestuurd, alvorens selectief te worden toegepast om de Amerikaanse zakelijke en politieke belangen in het buitenland te dienen. De Amerikaanse Foreign Corrupt Practices Act, oorspronkelijk in de jaren zeventig in het leven geroepen om het vermogen van Amerikaanse bedrijven om buitenlandse ambtenaren in het buitenland om te kopen te beperken – in theorie om de soevereiniteit in landen over de hele wereld te versterken – is veranderd in een wapen dat gebruikt wordt als rechtvaardiging om buitenlandse politieke leiders te arresteren en buitenlandse concurrenten van Amerikaanse bedrijven failliet te laten gaan. Bovendien kunnen we de giftige erfenis van deze imperialistische strategie zien in de vorm van lokale initiatieven, die niets te maken hebben met de FCPA, die soortgelijke Lawfare-tactieken gebruiken om politieke vijanden zoals de Argentijnse vice-president Cristina Kirchner te vernietigen. Met een nieuwe ronde van verkiezingsoverwinningen van de linkse arbeidersklasse in Latijns-Amerika is het belangrijker dan ooit om verdedigingsstrategieën te ontwikkelen tegen Lawfare.

Brian Mier is correspondent voor teleSUR English in Brazilië, en redacteur van het boek Year of Lead: Washington, Wall Street en het nieuwe imperialisme in Brazilië. Hij woont al meer dan 25 jaar in Brazilië. Brian is gastheer van een wekelijks programma op Brasil 247 en hij is redacteur van Brasil Wire