Bron: Francesca Emanuele
COHA 22 december 2022

Onvervulde campagnebeloften, beschuldigingen van corruptie en zelfs een poging tot zelfcoup zullen de vele aanhangers van de Peruaanse president Pedro Castillo niet van de wijs kunnen brengen. De president vertegenwoordigt waarschijnlijk niet langer de hoop op verandering, maar hij staat nog steeds symbool voor de structurele discriminatie in Peru.

In Lima zijn de politieke, economische en intellectuele elites geïrriteerd. Ze vragen zich af waarom de meerderheid van de Peruanen op straat de vrijlating van Castillo eist. Ze zijn nog meer verontrust door de minderheid die aandringt op zijn vrijlating.

Onthutste elites

Het is niet verwonderlijk dat de heersende klasse gedesoriënteerd is. Al tientallen jaren zijn ze geïsoleerd van de rest van het land en bewegen ze zich comfortabel rond in Lima’s de facto Apartheid, waarbij ze een dynamiek in stand houden die de inheemse arbeidersklasse Peruvianen ontmenselijkt. Het is dus logisch dat zij ongelovige toeschouwers zijn, niet in staat om de nationale realiteit te interpreteren.

Ze propageren theorieën over “subversieve banden” en beschuldigen mensen ervan “huurlingen” te zijn en “geen intelligentie te bezitten” om de steun die Castillo geniet te verklaren. “Sommige demonstranten beschikken niet over de juiste informatie,” zei een nieuwslezer in Cuarto Poder, een zondagsprogramma dat bekend staat om het verspreiden van valse beschuldigingen van verkiezingsfraude tegen de overwinning van Castillo. Het zijn “terroristen” en “vechtersbazen”, aldus verschillende leden van het Congres die ongrondwettelijke wetten hebben doorgedrukt om het aantal stemmen dat nodig is om de president af te zetten te verminderen. “Ze worden gefinancierd door congreslid Guillermo Bermejo”, suggereerde de minister van Defensie, die het leger heeft opgeroepen, waardoor het staatsgeweld tegen de demonstranten is verdubbeld.

27 doden tot nu toe

De gewonden en elk van de 27 personen die tot nu toe door de politie zijn gedood, komen uit de lage inkomens-, inheemse of boerenbevolking.

Velen van hen die Castillo nog steeds steunen missen de titels en universitaire diploma’s die de nieuwslezer, de minister en de ondemocratische congresleden wel hebben. De aanhangers van Castillo tonen echter een verfijnd begrip door te beseffen dat de verdediging van de president verband houdt met hun eigen doorleefde ervaringen van discriminatie, en vooral met hun toekomst als sociale groep. Vergeten dat de tragische situatie van Castillo verweven is met de verschillende vormen van racisme die al deze “tweederangs” Peruanen hebben meegemaakt, zou betekenen dat ze hun eigen geschiedenis van onderdrukking ontkennen. Door het idee van de “tot president gekozen plattelandsleraar” in duigen te laten vallen, zouden andere Peruanen met een laag inkomen ervan worden weerhouden mee te doen aan de presidentsverkiezingen. De angst om hetzelfde lot te ondergaan zou nederige, provinciale politici ervan weerhouden zich kandidaat te stellen, waardoor het onwaarschijnlijker wordt dat de centrale controle van Lima en de patronen van uitsluiting in het moderne Peru ooit worden doorbroken.

Racisme tegen inheems erfgoed

De bezorgdheid over een duistere toekomst wordt nog vergroot door de enorme empathie die de sociale groepen die zich met deze plattelandsschoolmeester identificeren hebben voor Castillo. Tijdens zijn korte presidentschap werd Castillo onderworpen aan verschillende vormen van racistisch stigma, wat een “spiegeleffect” teweegbracht bij zijn sympathisanten. Hij werd een “ezel” en een “cholo de mierda” (“vervloekte Indiaan”) genoemd. Zijn tegenstanders bespotten zijn vrouw, Lilia Paredes, om haar manier van kleden en spreken.

Het was vanzelfsprekend dat de Peruvianen van het platteland en de inheemse bevolking zichzelf in hem zagen, zeker toen de oppositie hem voortdurend in verband bracht met het spookbeeld van de guerrilla’s van het Lichtend Pad. Met die valse beschuldiging is de arbeidersklasse jarenlang gedemoniseerd. Juist daarom herhaalden conservatieve leden van het Congres tot vervelens toe dat Castillo een “communist” was, wat betekende dat hij op de een of andere manier verbonden was met een terroristische groepering. Het deed er niet toe dat de president al vroeg zijn progressieve agenda had laten varen en duidelijk maakte dat hij niet eens een sociaal-democraat was. In haar eindeloze pogingen om hem af te zetten organiseerde de oppositie tientallen protesten onder leuzen als “The Last Stand” en “Terrorisme, nooit meer!”. Deze slogans riepen een sfeer op van burgeroorlog, “wij tegen hen”, die weerklonk tegen de gemarginaliseerde klassen die wisten dat zij “hen” waren – de vijand.

De rechterlijke macht tegenover de uitvoerende macht

Het Peruviaanse rechtssysteem speelde een sleutelrol in het vernederen van de president door middel van wetshandhaving – door met een ongekende snelheid op te treden, in tegenstelling tot haar beruchte traagheid. Het gedrag van het Openbaar Ministerie was bijzonder agressief. Officier van Justitie Patricia Benavides schreef geschiedenis toen zij de aanklachten tegen president Castillo bij het Congres indiende: dit was de eerste keer in de geschiedenis van Peru dat de procureur-generaal een grondwettelijke aanklacht indiende tegen een zittende president. Volgens Benavides was Castillo de leider van een “criminele organisatie” die overheidscontractanten uitkoos en steekpenningen aannam voor politieke benoemingen. Hoewel dit oppervlakkig gezien door bewijs en wettigheid werd ondersteund, was het duidelijk dat het een politieke lading had, aangezien ze dit aan de natie meedeelde via een bizarre persconferentie op televisie waarin ze leek op te roepen tot zijn afzetting en verwijdering uit zijn functie.

Directe aanvallen op Castillo’s familie

Wat de kiezers van Castillo wellicht het moeilijkst konden verkroppen, was de wreedheid van de gerechtelijke procedure. Op verzoek van de openbare aanklager deed de politie een inval in het huis van de zus van de president, zonder rekening te houden met het feit dat zijn bejaarde moeder daar herstelde van een blindedarmontsteking. De moeder was zo getraumatiseerd dat ze weer in het ziekenhuis belandde. Ook het presidentieel paleis werd overvallen – een ongehoorde behandeling die zelfs onder regeringen die tientallen miljoenen dollars stalen, zoals die van de voormalige president Alan García, niet voorkwam. Maar misschien was de daad die de meeste verontwaardiging wekte wel die tegen Castillo’s dochter, toen een rechter haar tot tweeënhalf jaar voorarrest veroordeelde. Beelden van de arrestatie van de jonge vrouw – zonder proces – verschenen in de media in het hele land, met een ondubbelzinnige boodschap van vernedering.

Elke week waren er nieuwsberichten die het aanzien van Castillo verminderden. Deze gingen van symbolisch, zoals toen een officier hem niet respecteerde door tijdens een ceremonie een zwaard weg te rukken, tot overtredingen die rechtstreeks van invloed waren op zijn presidentiële taken. In een ongekende stap stemde het Congres ervoor om hem te verhinderen de inauguratie van Gustavo Petro in Colombia bij te wonen. Dit was de eerste keer dat de wetgever een veto uitsprak over het recht van een president om de fundamentele taak van het vertegenwoordigen van de staat in het buitenland uit te voeren. Daarna werd het een gewoonte. Nog twee reizen werden geblokkeerd. De laatste was toen hij toestemming vroeg om de top van de Pacific Alliance bij te wonen; dit evenement werd echter uit protest geannuleerd door de Mexicaanse president Andrés Manuel López Obrador. Alles wees erop dat de oppositie in het Congres graag het machtsevenwicht wilde verstoren en ongrondwettelijke wetten wilde aannemen om de uitvoerende macht te onderwerpen en zo aan te sturen op zijn omverwerping. Toen dat eenmaal was gelukt, legden ze het moment vreugdevol vast met groepsselfies, waarmee ze vereeuwigden waar ze de afgelopen 17 maanden naartoe hadden gewerkt.

De oligarchie viert feest

In de ogen van Castillo’s aanhangers tonen deze triomfalistische viering, de voortdurende beledigingen, de obstructie van presidentiële functies en de onrechtmatige manier waarop justitie werd bediend, allemaal aan dat Peru vastzit in een oligarchisch verleden. Er is een heersende klasse die zich ertegen verzet dat de armen en de arbeidersklasse in de hoogste echelons van de macht worden vertegenwoordigd. De les is: Zelfs als deze Peruanen erin zouden slagen de hoogste politieke regionen te bereiken, zouden zij nog steeds als minderen worden behandeld.

Vandaag de dag blijven de rechterlijke en wetgevende macht van Peru deze houding van minachting voor het volk bestendigen, door hun juridische instrumenten willekeurig te gebruiken. In een onhandige poging tot zelfbehoud – enkele uren voor de stemming over de afzetting – kondigde Castillo de ontbinding van het Congres aan. Terwijl zijn gedrag neerkwam op een zelfcoup, overtraden de zogenaamd democratische instellingen die overeind bleven zelf de wet toen ze hem sanctioneerden. Het Congres ontnam hem zijn immuniteit in een uitdrukkelijk proces waarin hij geen recht op verdediging had. De rechterlijke macht houdt hem gevangen op grond van ontoepasselijke aanklachten. Een daarvan is de beschuldiging van “rebellie”, waarvoor zelfs de voormalige dictator Alberto Fujimori niet kon worden berecht, zelfs niet nadat hij zijn dictatuur met tanks in de straten had voltooid.

Men hoeft slechts de recente geschiedenis na te gaan om te begrijpen waarom tienduizenden Peruanen, die hun hoge verwachtingen van Pedro Castillo hebben opgegeven, aan zijn zijde blijven staan. Zij identificeren zich niet alleen met het raciale onrecht dat de president is aangedaan – en zijn willekeurige gevangenneming – maar zij voelen zich ook verweesd door structuren die politieke vertegenwoordiging buiten hun bereik houden. Zij kijken om zich heen en zien alleen instellingen die worden gecontroleerd door autoriteiten die hen verachten en nu bereid zijn hen te doden om de status quo te handhaven. Het onvermogen van de elites om dit feit te begrijpen bewijst alleen maar dat de eisen van de demonstranten juist zijn. Misschien is het teveel gevraagd van de architecten van deze politieke en sociale tragedie in Peru om te stoppen met het verkeerd interpreteren ervan.

Francesca Emanuele is Peruaans sociologe en doctorandus in de antropologie aan de American University in Washington DC en bestuurslid van COHA.