B ron: Pedro Santana Rodríguez
alainet.org 20 mei 2021 (SP)
resumen-english 20 mei 2021 (EN)~~~

De protesten in Colombia duren al 23 dagen voort te midden van brute repressie die heeft geleid tot meer dan 50 doden onder demonstranten, volgens de niet-gouvernementele organisatie INDEPAZ (Instituut voor Studies voor Ontwikkeling en Vrede), met ingang van 18 mei 2021. Er waren 46 gevallen van door de politie gepleegde moorden, naast zes andere gevallen die nog in verificatie waren, de laatste in de stad Cali. Volgens een gezamenlijk verslag van INDEPAZ en Temblores waren er op 12 mei ook 278 gewonden, 32 oogverwondingen, 356 fysieke agressies, 18 daden van seksueel geweld en meer dan 1.000 arrestaties. Op dit moment worden 134 mensen vermist en zijn nog niet gelokaliseerd.

Het meest zichtbare geval van seksueel geweld vond plaats in de stad Popayán in de nacht van woensdag 12 mei. Het werd gedocumenteerd in een opname van lokale media die de protesten in die stad filmden. Alison Meléndez, een 17-jarig meisje dat als toeschouwer in de buurt van de demonstraties was, maakte opnamen van wat er gebeurde en werd door vier politieagenten met geweld vastgehouden. Zij werd naar het bureau van de openbare aanklager gebracht waar zij seksueel werd misbruikt. Later werd ze vrijgelaten en pleegde ze zelfmoord in het huis van haar grootmoeder. Dit is een van de 18 gevallen van seksuele agressie tegen vrouwen door leden van de Nationale Politie in het kader van de protesten die het land sinds 28 april beroeren. De algemeende afwijzing in het land en de opnames die op grote schaal door de sociale netwerken werden gepubliceerd, dwongen de politie, die de feiten aanvankelijk ontkende en ze nepnieuws noemde, ertoe uiteindelijk de gewelddadige aanhouding van het jonge meisje, dat ook nog eens de dochter van een politieagent was, toe te geven. De gebeurtenissen eindigden met het in brand steken van de gebouwen van de detentie-eenheid waar het seksueel misbruik van de minderjarige zou hebben plaatsgevonden.

De omvang van de repressie is disproportioneel en stemt naar mijn mening overeen met een doelbewuste strategie van de regering en de veiligheidstroepen om te trachten de demonstraties in te dammen en te verstikken. Het doel is angst te zaaien en het protest van de bevolking met geweld te verminderen. Het bewijs van deze strategie is op grote schaal geleverd door burgers die zowel de excessen hebben gemeld van de overheidstroepen als de aanwezigheid van gewapende ‘burgers’ die demonstraties infiltreerden en het ongebreidelde optreden van paramilitaire groepen in de stad Cali en in de naburige stad Yumbo. Samen met de politie schieten ‘burgers’ op ongewapende demonstranten. Dit gebeurde op zondag 9 mei in de stad Cali tegen de inheemse Minga, waarbij 12 inheemse mensen gewond raakten. Tot op heden heeft het bureau van de procureur-generaal, ondanks de opnamen waarop deze gebeurtenissen te zien zijn, nog geen resultaten bekendgemaakt van de onderzoeken die naar eigen zeggen zijn uitgevoerd. Zij wilden de protesten met geweld de kop indrukken. En ondanks de afschuwelijke tol aan doden, gewonden, arrestaties en geweld, gaat het protest door. Onder nationale en internationale druk heeft president Duque schoorvoetend en zonder berouw te tonen, de excessen van de veiligheidstroepen erkend. In werkelijkheid is er geen veroordeling geweest en zijn er geen resultaten van de onderzoeken vrijgegeven. De regering blijft repressie gebruiken om te proberen de protestbeweging te verzwakken, maar is daar niet in geslaagd. Tot dusver is deze strategie mislukt, maar dat betekent niet dat de regering Uribe-Duque de moed heeft opgegeven.

De regering heeft geweigerd in te gaan op het verzoek van de Inter-Amerikaanse Commissie voor Mensenrechten, IACHR, die naar Colombia wil gaan om te onderzoeken wat er is gebeurd en wat er nog steeds gebeurt. Evenmin heeft zij een verklaring afgelegd ten gunste van de oprichting van een waarheidscommissie die, in aanwezigheid van internationale afgevaardigden, een onderzoek zou instellen naar de gebeurtenissen in Colombia en de wijze waarop de staat op de protesten heeft gereageerd. Deze voorstellen maken deel uit van het document dat het Nationaal Stakingscomité afgelopen zondag 16 mei bij de regering heeft ingediend. De regering heeft hierop niet concreet gereageerd, behalve in de vorm van presidentiële toespraken, waarin zij noch de voorstellen heeft erkend, noch de verantwoordelijkheid heeft genomen voor het buitensporige gebruik van geweld tegen de demonstranten.

De andere strategie is het criminaliseren en vervolgen van sociale leiders die actief hebben opgeroepen tot de staking en de lopende demonstraties. In het kader van deze strategie werd de meest beruchte gebeurtenis gepropageerd door de minister van Defensie zelf, Diego Molano. Op 15 mei beschuldigde Molano, na afloop van een vergadering van de veiligheidsraad in de stad Popayán, vier erkende maatschappelijke leiders ervan de aanstichters te zijn van de aanslag op en de daaropvolgende verbranding van de URI en het hoofdkwartier van de Juridische Geneeskunde in die stad. De uitbarsting van Molano was zo belachelijk dat de gouverneur van het departement, Elías Larrahondo Carabalí, en de burgemeester van de stad Popayán, Juan Carlos López, de uitspraken van de minister ontkenden door erop te wijzen dat deze kwestie niet was behandeld in de veiligheidsraad en dat de beschuldigingen van Molano waren geuit tegen vier bekende sociale leiders van de stad. Verder zeiden zij dat de vier sociale leiders niets te maken hadden met het vandalisme tegen de overheidsfaciliteiten. Ook dit is een ###0problematische strategie die het leven en de eer van de protestleiders in gevaar brengt. Voor dit feit, en voor de moorden die tijdens de protesten zijn geregistreerd, alsmede voor de repressie en het geweld tegen de demonstranten, zal Molano aanstaande dinsdag, 25 mei, een motie van afkeuring tegemoet moeten zien. We zullen zien wat er gebeurt, maar tot nu toe lijkt de motie van afkeuring niet de nodige stemmen te krijgen om hem uit zijn ambt te ontheffen. De druk die de mobilisaties op het Congres uitoefenen, komt echter weer in het spel.

Terwijl de regering doorgaat met deze strategie om de beweging te verzwakken, beweegt zij zich in twee andere richtingen. Een daarvan is het verbreden van de politieke steunbasis met nieuwe partners. Het eerste doel is de Liberale Partij onder leiding van voormalig president Cesar Gaviria toe te voegen. Vorige week vonden twee lange gesprekken plaats tussen Duque en Gaviria, met een bitterzoete uitkomst voor Duque. Gaviria, een van de mentoren en voorvechters van het neoliberale model – de werkelijke oorzaak van de sociale crisis en de armoede, nog verergerd door de huidige pandemie – verklaarde publiekelijk dat hij Duque steunde. Hij adviseerde Duque om zich te ontdoen van een aantal ministers. Als eerste, de minister van defensie, Diego Molano. Gaviria vertelde Duque dat hij zijn nieuwe belastinghervormingsproject kon steunen, zolang de nieuwe middelen de middenklasse en de volkssectoren niet zouden treffen. Maar toch is hij er niet in geslaagd het liberalisme in de regering te integreren. En het is een feit dat Gaviria ernstige meningsverschillen heeft met een deel van zijn partij in het Congres, dat het er niet mee eens is om een impopulaire regering als die van Duque te steunen met een verkiezingscampagne voor het Congres in maart aanstaande. Zelfs met deze beperkingen geeft dit standpunt Duque een air van steun, zij het dan onduidelijk.

De situatie is zeer onstabiel in de politieke arena. Dit is vooral te wijten aan de nabijheid van de presidents- en de congresverkiezingen. Bewijs hiervan zijn twee nieuwe nederlagen die de mobilisaties en protesten hebben opgeleverd. De eerste is de aftocht via de achterdeur van de ondoorzichtige en grillige minister van Buitenlandse Zaken Claudia Blum, die haar ontslagbrief heeft ingediend na een aantal fouten te hebben gemaakt. Op het gebied van de internationale betrekkingen wordt niets nieuws verwacht met de benoeming van de spraakzame vice-president Martha Lucia Ramirez. De andere, belangrijkere nederlaag was het schrappen van het wetsvoorstel voor de hervorming van de gezondheidszorg, dat de privatisering van het gezondheidsstelsel wilde verdiepen. Na weerstand in het Congres, zowel in het Huis als in de Senaat met grote meerderheden, werd het wetsvoorstel op woensdag 19 mei verworpen. Dit was opnieuw een overwinning voor de straatprotesten die de regering hadden opgeroepen het in te trekken.

Verval, uitputting en toekomst van de beweging

Intensivering van de repressie lijkt niet de voornaamste strategie van de regering te zijn, hoewel de persoon die Duque werkelijk aan het lijntje houdt – voormalig president Alfaro Uribe – daarop blijft aandringen. Die strategie zou de interne verdeeldheid doen escaleren en lijkt mij momenteel niet voldoende aanvaard in de regering en haar partners in de bedrijfsorganisaties. Ook de mogelijkheid van een staatsgreep doet dat niet. Er zijn sterke negatieve factoren in deze situatie. De druk van de internationale gemeenschap is sterk en vooral de druk van een belangrijk parlementair blok van Amerikaanse Democraten. Hetzelfde geldt voor de kritische standpunten van de Europese Unie, de Verenigde Naties en sommige regeringen van de regio. Zij wijzen op de repressie en koppelen die aan de hoeveelheid militaire steun die aan de regering wordt gegeven. En aan deze strategie zou weinig worden toegevoegd door de verklaring, althans op korte termijn, van interne verdeeldheid.

De samenwerking van de controle-instanties stelt de regering ook in staat repressiemechanismen te gebruiken zonder grote gevolgen, aangezien de openbare aanklager een regeringsambtenaar is, evenals de Comptroller General, de Attorney General en de Ombudsman. Het Departement van Justitie, met het communiqué van de hoge rechtscolleges, staat eveneens onder controle van de regering, zij het in beperkte mate; het is het enige institutionele tegenwicht dat tot dusver heeft gewerkt. Bovendien is er een niet-bestaand Congres, aangezien het “virtueel” functioneert met vele beperkingen. De regering heeft nog steeds krappe meerderheden in het Congres, maar niettemin meerderheden. Duque en Uribe proberen nu hun naaste part wat de verandering van ministers verklaart en Duque’s hoop om de liberalen in de regeringscoalitie te krijgen. Op institutioneel vlak heeft het regime dus de touwtjes in handen. Daarom zie ik noch interne verdeeldheid op korte termijn, noch een staatsgreep.

De protestbeweging van het volk zal nu het hoofd moeten bieden aan haar eigen vermoeidheid als gevolg van de lange weken van mobilisatie. Veel mensen kwamen opdagen voor de demonstraties van gisteren, woensdag 19 mei, die groot waren maar kleiner dan die van andere dagen die door het Nationaal Stakingscomité waren uitgeroepen. De sit-ins en blokkades blijven van kracht, maar zijn op sommige plaatsen opgeheven vanwege de eisen van gemeenschappen die te kampen hebben met voedseltekorten en de afname van de handel en de straatverkoop, waar een zeer belangrijk deel van de bevolking zijn middelen van bestaan verkrijgt. Misschien is het tijd om de mobilisatiestrategie tijdelijk te heroverwegen. Maak plaats voor gespreide massamobilisaties die de druk op de ketel houden in afwachting van het resultaat van de onderhandelingen. Tegelijkertijd zouden brede processen van beraadslaging kunnen worden geopend over de inhoud van de voorstellen voor belastinghervorming, basisinkomen, grootschalig werkgelegenheidsplan voor de overheid, beleid voor de plattelandseconomie/landbouweconomie, overheidsbeleid voor de jeugd, nul-inschrijvingen voor het hoger onderwijs, hervorming van de veiligheidstroepen, politieke hervormingen, die naar mijn mening op dit moment de centrale thema’s van de protesten zijn. Misschien is het tijd voor de collectieve constructie van openbare beleidsvoorstellen over deze en andere prioritaire kwesties. Behoud en breid organisatie en beraadslaging uit, vergezeld van grote vreedzame mobilisaties. Over deze kwesties moet gedebatteerd worden in de beweging en, uiteraard, in het Nationaal Stakingscomité.ners tevreden te houden met quota en middelen om hun alliantie niet te verzwakken,

Pedro Santana Rodríguez is de Directeur van Sur Magazine

Topfoto: Archief foto