Bron:  Pasqualina Curcio 
Abrebrecha 16 februari 2021 (SP)
resumen-english 16 februari 2021 (EN) ~~~ 

Er zijn mensen die een monetaristisch dogma gebruiken om het debat af te sluiten met de zin “er is geen geld voor lonen.” Aan deze uitspraak voegen ze een andere toe met dezelfde toon van overgave: “We kunnen de lonen niet aanpassen als we niet productief zijn.” Ze eindigen met te zeggen: “Het imperialisme heeft ons geblokkeerd.”

Zij gaan uit van een verkeerde diagnose. Het is niet de economische blokkade van de VS die de voornaamste oorzaak is van de daling van de lonen. Natuurlijk heeft het een invloed, maar het is niet de bepalende factor. Wat veel meer gewicht heeft is de aanval op de bolivar-munt van Venezuela, die zij zelfs nooit in hun discussie betrekken. En wij nemen aan dat zij dit ook buiten hun analyse laten, hoewel de imperialisten zelf hebben toegegeven dat dit een van de wapens is van de economische oorlog die zij tegen het volk van Venezuela voeren. Uitgaande van een verkeerde diagnose, raken zij verstrikt in tegenstrijdigheden en paradoxen, zelfs in hun eigen theorieën. We zullen dit aantonen met een eenvoudig voorbeeld.

Stelt u zich een economie voor waarin niets anders wordt geproduceerd dan brood. Elke dag produceren en consumeren zij 10 broden voor de prijs van één bolivar per stuk. Zij hebben in die economie dus tien bolivars nodig om dit aantal broden te kunnen produceren en consumeren. Plotseling grijpt de volgende dag een buitenlandse agent in de normale marktdynamiek in en tast de bolivar aan, manipuleert de wisselkoers en gebruikt zijn mediamacht om te verklaren dat de koers nu niet langer één bolivar voor de dollar is, maar één miljoen bolivar voor één Amerikaanse dollar. Degenen die het brood maken, gebruiken een logica van winstmaximalisatie en met het argument van “voorraadaanvulling”, verwerken deze verandering in de wisselkoers – ook al is die vals – in hun kostenstructuur, en verhogen binnen 24 uur de prijs van het brood tot één miljoen bolivar per stuk. De enigen die niet in staat zijn zich aan de nieuwe wisselkoers aan te passen zijn de arbeiders, tenzij de regering voor hen tussenbeide komt. Elke gelijkenis tussen dat en onze huidige realiteit is opzettelijk, inclusief de grootteordes.

Wat zullen we doen met het brood? Er zijn maar weinigen die brood kunnen bestellen en eten dat een miljoen bolivar per brood kost. Om tien broden te kunnen blijven produceren en vooral consumeren, zullen er nu meer bolivars in de economie moeten circuleren – om precies te zijn tien miljoen in plaats van tien (dit komt door de tien broden te vermenigvuldigen met één miljoen bolivar per stuk). Het brood zal bederven. Er zijn niet genoeg mensen met geld om ze te kopen. De bakkers zullen minder broden bakken.

De aanval op de munteenheid van de bolivar, een fenomeen dat losstaat van de normale marktdynamiek, heeft een stijging van de broodprijs veroorzaakt die, bij een vast loon, een daling van de koopkracht veroorzaakt, een daling van de gevraagde en geproduceerde hoeveelheden, maar vooral en vooral een daling van de consumptie bij de bevolking van dit land. Zolang deze toestand van belegering in deze economie voortduurt, kunnen de broodbakkers, hoe goed hun bedoelingen ook zijn, de broodproduktie niet opvoeren, zelfs niet als zij vrijgesteld worden van het betalen van alle belastingen, en zelfs niet als de regering hun harde valuta geeft. Waarom zouden zij meer brood produceren als niemand het van hen zal kopen?

Dan moeten we de monetaristen vragen : als jullie beweren dat, om de lonen te verhogen, eerst de produktie moet worden verhoogd, wat zijn jullie dan van plan te doen als in feite de produktie pas zal stijgen als de bakkers een stijging van de vraag naar hun brood zien, en als, om dat te bereiken, eerst de lonen moeten worden verhoogd van degenen die het brood kopen ? Bent u, of bent u niet, gevangen in uw eigen logica en in uw eigen theorie?

De enige manier om deze paradox op te lossen is de hoeveelheid circulerend geld in de economie te verhogen in dezelfde verhouding als de prijsstijging. Dit geld moet worden gebruikt om de vraag te vergroten, onder andere door de consumptie van de huishoudens te verhogen. En om dit te doen is het nodig om de stijging van de lonen gelijk te trekken met de stijging van de prijzen, in dezelfde verhouding, en dit als index te gebruiken.

Tegen degenen die vasthouden aan het eveneens dogmatische argument dat een “anorganische” toename van het geld in de economie inflatie zal veroorzaken omdat het niet wordt gedekt door de reële economie en dus door de produktie van goederen, zouden wij willen zeggen dat dit onjuist is. Deze toename van het geld wordt ondersteund door de productie van de tien broden, net als altijd. De economie heeft de capaciteit om ze te produceren zonder dat dit tot uiting komt in een prijsstijging. Oh! -Maar er zijn zoveel meer nullen aan de rechterkant? Wel, ja, maar in een situatie waarin de werkende mensen hun tien broden per dag kunnen opeten.

Laten we eens kijken naar wat er in de Venezolaanse economie is gebeurd. Er is een geïnduceerde depreciatie van de bolivar geweest van ongeveer 234.009.360.274% (234 miljoen procent!) sinds 2013 als gevolg van politieke manipulatie van de wisselkoers. Dit heeft in dezelfde periode een prijsstijging van 59.840.139.762% veroorzaakt. De salarissen zijn slechts met 5.783.132.430% gestegen. Het excuus om de lonen niet in dezelfde mate aan te passen als de prijzen was “er is geen geld”. Het is duidelijk dat bij een misdadige aanval van deze omvang op de bolivar-munt er nooit genoeg geld zal zijn, zoals we hebben aangetoond met het voorbeeld van het brood. In deze situatie heeft de Centrale Bank van Venezuela, gevangen in haar eigen monetaristische logica, in plaats van de circulatie van de bolivar te verhogen in dezelfde proporties als de prijzen en de wisselkoers, de reële lonen tussen 2013 en 2020 met 92% verlaagd.

Wat hebben ze met deze maatregel bereikt, behalve dat ze ruimte hebben vrijgemaakt voor dollars? De daling van de productie, die nu ongeveer 70% bedraagt ondanks alle concessies aan het nationale en internationale kapitaal, is er niet door afgeremd. De reële lonen zijn er nog minder op vooruitgegaan; integendeel, zij zijn tussen 2013 en 2020 met 99% gedaald, waardoor de consumptie van de gezinnen met 50% is gedaald, de overheidsuitgaven met 30% en de investeringen met 88% (deze dalingen zijn tussen 2013 en 2017; wij beschikken nog niet over de cijfers vanaf 2018, maar het is onwaarschijnlijk dat zij zijn verbeterd).

Wat het andere argument van de Friedman-denkers betreft, dat men de geldhoeveelheid niet mag verhogen omdat dat inflatie veroorzaakt, willen wij hen eraan herinneren dat, op basis van hun eigen economische theorieën, de Venezolaanse economie veel minder produceert dan de bestaande fabriekscapaciteit – 22%, volgens Conindustria. Daarom zal een toename van de geldhoeveelheid zich niet vertalen in een stijging van de prijzen. In economische termen bevinden wij ons in het flexibele gebied van de totale aanbodcurve, ver van de produktie op volle capaciteit, zodat elke stijging van de totale vraag, als gevolg van een expansief monetair beleid, zal leiden tot een stijging van de nationale produktie, terwijl het prijspeil betrekkelijk constant zal blijven, als alle andere dingen gelijk blijven met betrekking tot het totale aanbod.

In het kader van de aanval op de bolivar en van de economische oorlogsvoering tegen ons, is de enige manier om de nationale produktie te verhogen het stimuleren van de vraag door middel van een verhoging van het geldaanbod, dat noodzakelijkerwijs en uitsluitend door de Staat moet worden omgeleid ter financiering van overheidsinvesteringen en -uitgaven, verhoging van de lonen van de arbeiders en dientengevolge van hun gezinsconsumptie. Dit alles zal leiden tot een opleving van de economie in haar geheel, die door een vermenigvuldigingseffect ook de particuliere sector zal bereiken. Dit expansieve monetaire beleid zou gepaard moeten gaan met een belastinghervorming die ook de herverdeling van de rijkdom mogelijk zal maken, die de laatste jaren buitensporig in eigen zak is gestoken door de bourgeoisie die profiteerde van het verschijnsel hyperinflatie.

Topfoto: Illustratiie, Diego Astarita, Argentina.

Pasqualina Curcio is Econoom (Centrale Universiteit van Venezuela). Doctoraat in politieke wetenschappen van de Simón Bolívar Universiteit (Venezuela). Master in overheidsbeleid aan het Instituut voor Gevorderde Studies in Bestuurskunde (Venezuela). Zij is hoogleraar aan het Departement Economische en Administratieve Wetenschappen van de Simón Bolívar Universiteit. Zij was onderminister van Collectieve Gezondheidsnetwerken.